ECLI:NL:RBLIM:2018:3708

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
18 april 2018
Publicatiedatum
18 april 2018
Zaaknummer
6765325 CV EXPL 18-1877
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van bedrijfsruimte en huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 18 april 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Brand Bierbrouwerij B.V. (eiseres) en Grand-Café Karma B.V. (gedaagde). De eiseres vorderde ontruiming van een bedrijfsruimte gelegen aan de Grotestraat Centrum 6 te Valkenburg, alsook betaling van huurachterstand. De eiseres stelde dat de gedaagde sinds 1 januari 2016 een huurovereenkomst had en dat er een betalingsachterstand was ontstaan van meer dan vier maanden. Ondanks herhaalde sommaties had de gedaagde niet betaald. De gedaagde, vertegenwoordigd door haar directeur, erkende de huurachterstand maar stelde dat zij niet meer kon betalen en vroeg zich af wat er met haar investeringen in het gehuurde pand zou gebeuren.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van de eiseres beoordeeld aan de hand van de spoedeisendheid en de belangen van beide partijen. De rechter oordeelde dat de gedaagde toerekenbaar tekort was geschoten in haar verplichtingen en dat er voldoende spoedeisend belang was voor de eiseres om de ontruiming te vorderen. De rechter heeft de ontruimingstermijn vastgesteld op een week na betekening van het vonnis en heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de huurachterstand, inclusief rente, en de proceskosten. De rechter heeft de gevorderde ontruimingskosten afgewezen, omdat deze niet onder de kosten van de procedure vielen.

De uitspraak benadrukt het belang van huurbetalingen en de gevolgen van betalingsachterstanden voor huurders en verhuurders. De rechter heeft de gedaagde geadviseerd om juridisch advies in te winnen over haar situatie.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 6765325 CV EXPL 18-1877
Vonnis van de voorzieningenrechter ex artikel 254 Rv van 18 april 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BRAND BIERBROUWERIJ B.V.,
gevestigd te Wijlre,
eiseres,
gemachtigde mr. J.A.M.G. Vogels,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GRAND-CAFÉ KARMA B.V.,
gevestigd te Wijlre,
gedaagde,
vertegenwoordigd door [naam directeur] , directeur en enig aandeelhouder.
Partijen zullen hierna Brand en Karma worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling van 16 april 2018, waar partijen hun standpunten nader hebben toegelicht en mevr. [naam medewerker Brand] namens Brand is verschenen.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De vordering

2.1.
Brand vordert Karma bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen:
- om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis het pand te 6301 CX Valkenburg (gemeente Valkenburg aan de Geul) aan de Grotestraat Centrum 6 met al het hare en de haren, met uitzondering van de bruikleengoederen, te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Brand te stellen;
- tot betaling van een vergoeding van € 5.252,17 inclusief btw per maand vanaf 1 april 2018 voor elke maand dat Karma het pand niet met de hare en de haren heeft ontruimd;
- tot betaling van € 21.250,70 inclusief btw ter zake de achterstallige huur te vermeerderen met de contractuele rente vanaf 28 februari 2017 tot de dag der algehele voldoening;
- tot betaling van de proces- en de ontruimingskosten.
2.2.
Brand stelt daartoe dat Karma sinds 1 januari 2016 op basis van een huurovereenkomst van Brand de bedrijfsruimte staande en gelegen aan de Grotestraat Centrum 6 te 6301 CX Valkenburg, gemeente Valkenburg aan de Geul, huurt tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van € 5.252,17 per maand inclusief btw. Karma heeft een betalingsachterstand van meer dan vier huurtermijnen laten ontstaan en is, ondanks sommaties, niet tot betaling aan Brand overgegaan. Verder zijn tussen partijen ook nog twee bruikleenovereenkomsten gesloten doch deze maken geen onderdeel uit van de vordering van Brand, aldus Brand.
2.3.
Karma heeft de verschuldigdheid noch de hoogte van de vordering weersproken en gesteld dat zij niet meer kan betalen. Zij heeft nog maar een personeelslid ( [naam directeur] voornoemd) die in de bovenwoning van de bedrijfsruimte woont en die bij een ontruiming op straat komt te staan. Karma vraagt zich af wat er moet gebeuren met de investeringen die zij in het gehuurde heeft gedaan en met de borgsom van € 16.000,00.
2.4.
Op de stellingen van partijen zal hierna - voor zover relevant - nader worden ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De vraag of Brand voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening dient te worden beantwoord aan de hand van de afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak. Voorts geldt dat voor een toewijzing van een geldsom in kort geding slechts plaats is als het bestaan en de omvang van de vordering in hoge mate aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening is vereist en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling, bij afweging van de belangen van partijen, aan toewijzing niet in de weg staat. Voor toewijzing van de gevorderde ontruiming dient de hoogte van de huurachterstand ernstig genoeg te zijn. Aangezien een ontruiming een ingrijpende - en in de praktijk vaak een definitieve - maatregel is, worden bij deze beoordeling alle betrokken belangen in ogenschouw genomen.
3.2.
Met inachtneming van het onder 2.3. vermelde en met het feit dat Karma geen rechtsgrond heeft aangevoerd waaruit volgt dat zij haar huurbetalingsverplichting niet na hoeft te komen, staat vast dat Karma jegens Brand toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van haar verplichting. Gelet op de gestelde vragen van Karma ter zake de woonruimte, de gedane investeringen en de borg adviseert de voorzieningenrechter Karma een juridisch adviseur te raadplegen.
3.3.
Voorts staat vast dat Brand een spoedeisend belang heeft bij toewijzing van haar vorderingen. De tekortkoming van Karma bestaat ten tijde van de dagvaarding uit een huurachterstand van 6 maanden (waarvan 4 volledige en 2 gedeeltelijke huurbetalingen) en rechtvaardigt de gevorderde veroordeling tot ontruiming van het gehuurde. De ontruimingstermijn zal op een week na betekening van dit vonnis worden gesteld. De gevorderde gebruiksvergoeding wordt toegewezen, zij het dat deze zal ingaan vanaf mei 2018 aangezien ter mondelinge behandeling is gebleken dat de huur van april 2018 evenmin is betaald. De huurachterstand inclusief april 2018 van € 26.502,87 inclusief btw zal eveneens worden toegewezen. De gevorderde rente zal worden toegewezen als nader in het dictum is bepaald.
3.4.
Karma zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Brand worden tot de uitspraak van dit vonnis begroot op:
- dagvaarding € 81,00
- griffierecht € 952,00
- salaris gemachtigde €
400,00
Totaal € 1.433,00.
De op voorhand gevorderde ontruimingskosten worden afgewezen nu deze kosten niet vallen onder de kosten ex artikel 237 lid 3 Rv. en zij zich zonder nadere toelichting, niet lenen voor voorwaardelijke begroting.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt Karma om binnen een week na betekening van dit vonnis het pand te 6301 CX Valkenburg (gemeente Valkenburg aan de Geul) aan de Grotestraat Centrum 6 met al het hare en de haren, met uitzondering van de bruikleengoederen als genoemd in de dagvaarding, te ontruimen en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van Brand te stellen;
4.2.
veroordeelt Karma om aan Brand tegen bewijs van kwijting te betalen:
  • € 26.502,87 inclusief btw aan huurachterstand tot en met april 2018, te vermeerderen met de contractuele rente daarover vanaf de verzuimdata van de respectieve termijnen tot de dag van algehele voldoening,
  • € 5.252,17 inclusief btw per maand vanaf 1 mei 2018 voor elke maand dat Karma het pand niet met de hare en de haren heeft ontruimd,
4.3.
veroordeelt Karma in de aan de zijde van Brand gevallen proceskosten, welke worden begroot op € 1.433,32,
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
Type: YT