ECLI:NL:RBLIM:2018:3510

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 april 2018
Publicatiedatum
12 april 2018
Zaaknummer
6756358 CV EXPL 18-1812
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • E.P. van Unen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woonruimte in kort geding wegens ernstige overlast en gevaarzetting

In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 11 april 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen woningstichting Heemwonen en Verheijden q.q., de bewindvoerder van een onderbewindgestelde. Heemwonen vorderde de ontruiming van de woning van de onderbewindgestelde, gelegen aan [adres] te [woonplaats], vanwege ernstige overlast en gevaarzetting. De procedure volgde op een reeks meldingen van overlast door de onderbewindgestelde, die psychische problemen vertoonde en in een psychose verkeerde. De rechtbank oordeelde dat de overlastincidenten, waaronder het openzetten van de toegangsdeur van de flat en het dreigen met geweld, ernstige tekortkomingen in de huurovereenkomst vormden. De rechtbank concludeerde dat het belang van Heemwonen en de andere huurders om veilig en ongestoord te kunnen wonen, zwaarder woog dan het woonbelang van de onderbewindgestelde. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, en Verheijden q.q. werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Burgerlijk recht
Zaaknummer 6756358 CV EXPL 18-1812
Vonnis in kort geding van 11 april 2018
in de zaak van
woningstichting heemwonen,
gevestigd te Kerkrade aan de Markt 52,
eisende partij,
gemachtigde mr. C.J.P. Schellekens
tegen
de besloten vennootschap
bewindvoerderskantoor verheijden b.v.,
gevestigd te Voerendaal,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van
[naam onderbewindgestelde],
wonend te [woonplaats] aan de [adres]
gedaagde partij,
gemachtigde mr. L.R. van Dooren.
Partijen zullen hierna Heemwonen, Verheijden q.q. en [naam onderbewindgestelde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van dagvaarding d.d. 29 maart 2018
  • de mondelinge behandeling ter zitting d.d. 9 april 2018, waar partijen de respectieve standpunten nader hebben toegelicht, mr. Van Dooren aan de hand van een pleitnota.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 22 augustus 2013 met registratienummer 518328 BM VERZ 13-1001 heeft de kantonrechter te Maastricht een bewind ingesteld over de (toekomstige) goederen van [naam onderbewindgestelde] , met benoeming van Verheijden tot (beschermings)bewindvoerder.
2.2.
Met ingang van 15 juli 2016 huurt [naam onderbewindgestelde] krachtens een daartoe bestemde overeenkomst (productie 1 bij exploot) van Heemwonen de woning staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Het betreft een appartement in een appartementencomplex, verder te noemen: het gehuurde.
2.3.
[naam onderbewindgestelde] ontvangt reeds geruime tijd (in ieder geval psychische) zorg van zorginstelling Mondriaan. Naar aanleiding van meldingen van door [naam onderbewindgestelde] in juli 2017 veroorzaakte overlast heeft Heemwonen [naam onderbewindgestelde] aangemeld bij het Veiligheidshuis district Heerlen (volgens de website: “
een netwerksamenwerking tussen straf-, zorg- en (andere) gemeentelijke partners waarin zij onder eenduidige regie komen tot een ketenoverstijgende aanpak van complexe persoons-, systeem- en gebiedsgerichte problematiek om ernstige overlast en criminaliteit te bestrijden.”)
2.4.
Op 11 juli 2017 heeft Heemwonen voor het eerst een melding van overlast door [naam onderbewindgestelde] ontvangen van omwonenden, variërend van het ’s-nachts de toegangsdeur van de flat openzetten en het stelen van fietsen en groenten uit andermans tuin tot het dumpen van afval in de algemene ruimten van het flatcomplex en het ’s-Nachts actief bezig zijn in en rondom het complex. Twee omwonenden verklaren bang te zijn van [naam onderbewindgestelde] en een verklaart dat [naam onderbewindgestelde] volledig in de war is en de realiteit kwijt is.
2.5.
Heemwonen heeft op enig moment van de politie een op ambtseed opgemaakt rapport ontvangen met een overzicht van de door de politie van omwonenden ontvangen meldingen - in totaal 15 - van overlast door [naam onderbewindgestelde] over de periode 4 juni 2017 tot en met 26 februari 2018 (productie 4 bij exploot). De laatste drie daarvan luiden als volgt:

19/02/2018 2018026259 overlast verward persoon.
Naar aanleiding van een melding over geluidshinder gegaan naar de woning van [naam onderbewindgestelde] .
[naam onderbewindgestelde] maakt de deur niet open maar staat in zijn woning met een bijl en een klauwhamer te zwaaien. Hierbij horen zij dat [naam onderbewindgestelde] roept dat hij hen de koppen zal inslaan. Vervolgens wordt [naam onderbewindgestelde] wat rustiger en legt de bijl en klauwhamer weg en maakt de deur open. Nadat [naam onderbewindgestelde] de deur heeft geopend wordt hij door de collega’s aangehouden.
25/02/2018 2018029276 geluidshinder.
Melding geluidshinder afkomstig van het pand van [naam onderbewindgestelde] .
Door collega’s werd geen geluidshinder waargenomen. Collega’s hebben dan wel nog een gesprek met meldster en deze geeft aan dat [naam onderbewindgestelde] meerdere malen per dag voor geluidshinder zorgt.
26/02/2018 2018029470 overlast verward persoon.
Op verzoek van woningstichting Heemwonen gaan collega’s mee naar het pand van [naam onderbewindgestelde] . Medewerker van Heemwonen constateert dat de muziek hard staat en dat het water in de kelder, onder de woning van [naam onderbewindgestelde] zou doorsijpelen. Collega’s krijgen dan geen contact met [naam onderbewindgestelde] en gaan dan via een openstaand raampje de woning van [naam onderbewindgestelde] naar binnen. In de woning zien en ruiken collega’s dat de kraan van het gasfornuis openstaat. Zij zien dat de verwarming in de woning op 26 graden staat en dat de kraan van de douche helemaal openstaat, waardoor het water doorsijpelt naar de kelder. Bij dit alles is [naam onderbewindgestelde] niet thuis.
2.6.
Ter zitting heeft Verheijden een evaluatieformulier (een zogenoemde FACT evaluatie) van de stichting Mondriaan d.d. 4 april 2018 in het geding gebracht.
Uit dit formulier worden de volgende passages aangehaald:

Beschrijvende diagnose:
Betreft een 39- jarige man met schizofrenie en een persoonlijkheidsstoornis NAO. Tevens is er sprake van cannabisafhankelijkheid en frequent alcoholgebruik. In een psychose kan patiënt gevaarlijk gedrag vertonen en is patiënt oninvoelbaar. Vanuit zijn persoonlijkheid lijkt de gewetensfunctie verminderd aanwezig en gaat patiënt voor zichzelf zonder rekening te houden met anderen.
(…)

In mei tot najaar 2017 langdurig opgenomen, i.e.i. vrijwillig, vervolgens middels een rechterlijke machtiging. Patiënt laat op dat moment een psychotische indruk en verwarde indruk zien. Is incoherent in contact. Heeft na opname getracht weer te hervatten met werkzaamheden bij Relim, maar lukt hem niet om zich staande te houden tijdens de werkuitvoering. Is na opname herstellend thuis, laat hulpverleners FACT toe, maar wenst opnieuw te stoppen met medicatie na afloop RM. Nu sinds januari 2018 opnieuw wisselend in behandelcontacten, verminderd coöperatief, gestopt met antipsychotica medicatie (depotvorm) en toenemende psychotisch en achterdochtig. Met gedwongen opname tot gevolg. Patiënt overschat zichzelf en vanwege floride psychotisch toestandsbeeld niet in staat om nu te overzien wat sommige acties en uitspraken voor gevolgen hebben. Vandaar ook de toekenning van de RM.
Actuele situatie
Patiënt is per 20 februari 2018 met een inbewaringstelling (IBS) opgenomen op High Intensive Care unit (HIC) te Maastricht vanwege floride psychotisch toestandsbeeld met maniforme component bij gekende schizofrenie van het paranoïde type.
Acuut gevaar in de zin van o.a. heteroagressie voortvloeiend vanuit het toestandsbeeld was aanwezig. Vanwege oninvoelbaarheid, geen blijk van vrijwilligheid en ook binnen ambulante psychiatrische hulpverlening ambivalentie t.a.v. behandelovereenkomst (geen medicatie in depotvorm genomen, laat huisbezoeken niet toe bij fors onderkomen woning) bij forse agressie en verminderde gewetensvorming in de voorgeschiedenis bij een psychotisch toestandsbeeld werd besloten tot het uitschrijven van een inbewaringstelling.
De IBS werd bekrachtigd i.v.m. aanhoudend floride psychoticiteit en aanhoudend zorgwekkend gedrag. Dhr. [naam onderbewindgestelde] werd 16 maart overgeplaatst van HIC afdeling naar Medium Care afdeling in Heerlen. Waar op 26 maart 2018 de IBS in een Rechterlijke Machtiging werd omgezet vanwege geen verandering in toestandsbeeld. Onderliggend agressief gedrag, wegloopgedrag en niet conformeren aan afd. regels. Patiënt is floride psychotisch, grootheidswanen en kan agressief reageren vanuit achterdocht en paranoïde gedachten. Snel gekrenkt vanuit persoonlijkheidsproblematiek.
Momenteel wordt getracht om duidelijke structuur en veiligheid (ook voor omgeving) te bieden. Echter dhr. [naam onderbewindgestelde] neigt nog naar weglopen, daar hij het nut van opname en behandeling ni niet inziet. Op dit moment geen ziekte besef en ziekte inzicht.

3.De vordering

3.1.
Heemwonen vordert de veroordeling van Verheijden in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [naam onderbewindgestelde] , om het gehuurde binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten, met al hetgeen van [naam onderbewindgestelde] is en met al de personen die daar zijdens [naam onderbewindgestelde] verblijven en ter vrije beschikking van Heemwonen te stellen, onder verwijzing van Verheijden q.q. in de proceskosten.
3.2.
Verheijden q.q. heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna voor zover nodig zal worden ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gestelde spoedeisende belang vloeit voort uit de aard van de vordering (ontruiming wegens ernstige overlast).
4.2.
Om een voorziening te kunnen treffen zoals gevorderd, dient met redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in een bodemprocedure een met de gevraagde voorziening overeenstemmende vordering zal worden toegewezen. Die beoordeling geschiedt op basis van hetgeen in deze korte procedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.3.
Van de zijde van Verheyden q.q. zijn de incidenten zoals genoemd in het politierapport onder 2.5. onbetwist gebleven, zodat die in deze procedure vaststaan. Met name de incidenten op 19 en 26 februari 2018 zijn, ook onafhankelijk van elkaar en losstaand van de veelvoud aan overige onweersproken overlastincidenten, aan te merken als ernstige tekortkomingen in de nakoming van de uit de huurovereenkomst voortvloeiende verbintenissen, meer specifiek de verbintenis om zich als goed huurder te gedragen. Die twee incidenten - en zeer zeker het incident van 26 februari 2018, waarbij [naam onderbewindgestelde] (onder meer) de kraan van het gasfornuis in het gehuurde opendraait en vervolgens de woning verlaat - zijn op zichzelf reeds voldoende ernstig om een ontruiming in kort geding te rechtvaardigen.
Het verweer dat [naam onderbewindgestelde] is opgenomen (in een HIC unit) doet daar in het geheel niets aan af, nog daargelaten dat ter zitting is gebleken dat [naam onderbewindgestelde] gedurende die opname blijkbaar niet 24 uur per dag op die HIC unit verblijft. De ter zitting aanwezige sociaal consulente mevrouw I. Reijnders, werkzaam bij Heemwonen, verklaarde immers dat [naam onderbewindgestelde] op
30 maart 2018 de sleutel van het gehuurde bij Heemwonen is komen ophalen, en daarnaast is van de zijde van Heemwonen nog een formulier overlastmelding d.d. 4 april 2018 overgelegd van de bewoonster van appartement 26 B die verklaart over een incident met [naam onderbewindgestelde] , twee dagen eerder, op 2 april 2018 (2e Paasdag). De kantonrechter ziet geen enkele reden om aan de inhoud van die verklaringen te twijfelen, in ieder geval niet ten aanzien van het gegeven dat [naam onderbewindgestelde] kennelijk op die dagen niet in de HIC unit verbleef.
Mede gelet op de inhoud van het FACT evaluatieformulier zoals hierboven aangehaald, prevaleert het belang van Heemwonen om haar overige huurders veilig en ongestoord woongenot te bieden zonder meer boven het woonbelang van [naam onderbewindgestelde] . Gelet ook op diezelfde inhoud, lijkt de onder punt 7 ingenomen stelling van de pleitnota, dat [naam onderbewindgestelde] “
niet psychotisch is en een goed besef heeft van zijn ziektebeeld zodra hij zijn medicatie inneemt” enigszins tegen beter weten in te zijn ingenomen. Dat staat namelijk niet in het evaluatieformulier, integendeel. De vrees dat incidenten zoals hiervoor beschreven
- mogelijk met ernstige gevolgen - zich zullen herhalen, heeft [naam onderbewindgestelde] bepaald niet weggenomen.
De vordering zal derhalve worden toegewezen. Hetgeen overigens als verweer is aangevoerd, kan niet tot een ander oordeel leiden.
4.4.
Verheijden zal, in zijn hoedanigheid van bewindvoerder, als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Heemwonen tot de datum van dit vonnis begroot op € 617,01, bestaande uit € 400,00 aan salaris gemachtigde, € 119,00 aan griffierecht en € 98,01 aan explootkosten.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Verheijden in haar hoedanigheid van bewindvoerder om het de woning staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten, met al hetgeen van [naam onderbewindgestelde] is en met al de personen die daar zijdens [naam onderbewindgestelde] verblijven en ter vrije beschikking van Heemwonen te stellen,
5.2.
veroordeelt Verheijden q.q. tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van Heemwonen tot de datum van dit vonnis begroot op € 617,01,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.P. van Unen, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken.
RK