Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[gedaagde partij in de hoofdzaak, verweerder in het incident, sub 2],
[gedaagde partij in de hoofdzaak, verweerder in het incident, sub 3],
[gedaagde partij in de hoofdzaak, verweerder in het incident, sub 4],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de akte houdende nadere productie van [eisende partij in de hoofdzaak, eisende partij in het incident]
- de incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring
- het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2018.
2.De beoordeling
in de hoofdzaak en in het incident
[gedaagden sub 1 t/m 4 in de hoofdzaak, verweerders in het incident] is ter zitting verschenen en heeft - desgevraagd - de rechtsmacht van de Nederlandse rechter niet betwist. Dat betekent dat op grond van artikel 26 van de Brussel I bis-Verordening de Nederlandse rechter bevoegd is om van het voorliggende geschil kennis te nemen.
3:70 BW.