Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 103,81
- griffierecht 476,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 29 maart 2018 uitspraak gedaan in een kort geding over een vordering tot ontruiming van een bedrijfsruimte. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. A.P.C. Houben, vorderde ontruiming van het gehuurde pand vanwege huurachterstand. De gedaagde partij, CARIBEAN WEERT B.V., had een huurovereenkomst voor een restaurant en was in gebreke gebleven met de huurbetalingen over de maanden augustus tot en met december 2017. De huurprijs bedroeg € 2.038,91 per maand en de gedaagde partij had de overeenkomst inmiddels opgezegd, met een einddatum van 12 mei 2018.
Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de gedaagde partij de huur voor januari, februari en maart 2018 had voldaan, maar de huurachterstand over de eerder genoemde maanden werd erkend. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was bij de vordering tot ontruiming. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, evenals de huurachterstand van € 10.194,55, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter wees de gevorderde dwangsom af, omdat de eisende partij de ontruiming kon laten uitvoeren door een deurwaarder zonder verdere machtiging.
Daarnaast werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van toekomstige huurpenningen tot aan de ontruiming en tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten. De proceskosten aan de zijde van de eisende partij werden begroot op € 1.179,81, en de gedaagde partij werd veroordeeld in deze kosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.