ECLI:NL:RBLIM:2018:3220
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incident tot oproeping in vrijwaring afgewezen op grond van artikel 16 EEX-Verordening
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 4 april 2018 uitspraak gedaan in een incident tot oproeping in vrijwaring. De eisende partij, de rechtspersoon naar buitenlands recht PIDPA, gevestigd te Antwerpen, heeft de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FITNESS-IMPORT B.V., gevestigd te Ysselsteyn, aangeklaagd. PIDPA heeft gevorderd dat FITNESS-IMPORT B.V. wordt veroordeeld tot het voldoen van de vordering zoals die in de dagvaarding is verwoord. FITNESS-IMPORT B.V. heeft verzocht om een derde, [X], als waarborg op te roepen. PIDPA heeft zich hiertegen verweerd en stelde dat de kantonrechter niet bevoegd was, omdat de relatie tussen FITNESS-IMPORT B.V. en de waarborg een huurrelatie betreft, waarvoor de Belgische rechter bevoegd zou zijn.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de stellingen van FITNESS-IMPORT B.V. voldoende aannemelijk maken dat de waarborg gehouden kan zijn om FITNESS-IMPORT B.V. vrij te houden van de nadelige gevolgen van een eventuele veroordeling. De rechter heeft artikel 7 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in overweging genomen, dat bepaalt dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft indien de oorspronkelijke vordering bij hem aanhangig is, ook voor vorderingen tot vrijwaring, tenzij er onvoldoende samenhang is.
Echter, de kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter in dit geval geen rechtsmacht heeft op basis van artikel 16 van de EEX-Verordening, die de exclusieve bevoegdheid van de rechter regelt ten aanzien van zakelijke rechten op huur en verhuur van onroerende goederen. Daarom is de vordering in vrijwaring afgewezen. FITNESS-IMPORT B.V. is veroordeeld in de proceskosten van het incident, vastgesteld op € 100,00. De hoofdzaak is verwezen naar de rol van 2 mei 2018 voor antwoord.