AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Faillissementsfraude en diefstal van goederen uit faillissementsboedel
Op 4 april 2018 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van faillissementsfraude en diefstal. De verdachte, geboren te [geboortegegevens verdachte] en wonende te [adresgegevens verdachte], werd bijgestaan door mr. H. van der Ende. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 21 maart 2018. De tenlastelegging omvatte onder andere het onttrekken van goederen aan de faillissementsboedel van de vennootschap [bedrijf 1], die op 1 april 2015 in staat van faillissement was verklaard. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op meerdere tijdstippen goederen, waaronder vissen en bedrijfsinventaris, heeft onttrokken aan de faillissementsboedel. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan faillissementsfraude en diefstal, maar sprak hem vrij van het medeplegen van deze feiten met anderen.
De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 40 uren, subsidiair 20 dagen vervangende hechtenis. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn emotionele toestand en gezondheidsproblemen. De rechtbank constateerde ook dat de redelijke termijn voor berechting was overschreden, wat invloed had op de strafmaat. De benadeelde partij, [bedrijf 3], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De rechtbank besloot dat de benadeelde partij haar vordering alleen bij de burgerlijke rechter kon indienen.
Voetnoten
1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Limburg, Dienst Regionale Recherche Finec, BVH-nummer: 2015080687, gesloten d.d. 6 oktober 2016, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 287.
2.Het geschrift, zijnde het uittreksel handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 25 maart 2015, pag. 134 en 135.
3.Het geschrift, zijnde het uittreksel handelsregister van de Kamer van Koophandel d.d. 3 mei 2016, pag. 136 en 137.
4.Het geschrift, zijnde de beschikking van de rechtbank Limburg d.d. 1 april 2015, pag. 108 en 109.
5.Het geschrift, zijnde het faillissementsverslag, nummer 3, d.d. 1 maart 2016, pag. 110 t/m 125.
6.Het geschrift, zijnde de melding/aangifte faillissementsfraude [bedrijf 1] door curator Van Seters d.d. 13 november 2015, pag. 103 t/m 107.
7.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden 20 april 2015 d.d. 29 april 2016, pag. 24 en 25.
8.Het proces-verbaal zakelijk verhoor [verdachte] d.d. 30 augustus 2016, pag. 251 en 252.
9.Het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden 21 april 2015 d.d. 4 mei 2016, pag. 36 en 37.
10.Het proces-verbaal zakelijk verhoor [verdachte] d.d. 30 augustus 2016, pag. 252.
11.Het geschrift, zijnde de melding/aangifte faillissementsfraude [bedrijf 1] door curator Van Seters d.d. 13 november 2015, pag. 104 t/m 106.
12.Het proces-verbaal van aangifte [naam aangever 1] d.d. 1 mei 2015, pag. 19 en 20.
13.Het proces-verbaal aanvullend verhoor aangevers [naam aangever 1] en [naam aangever 2] d.d. 3 mei 2016, pag. 32 t/m 35.
14.Het proces-verbaal zakelijk verhoor [verdachte] d.d. 30 augustus 2016, pag. 252.
15.Het proces-verbaal zakelijk verhoor [verdachte] d.d. 30 augustus 2016, pag. 252 en 253.
16.Het geschrift, zijnde het faillissementsverslag, nummer 3, d.d. 1 maart 2016, pag. 114 en 115.