Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.de vennootschap onder firma [gedaagde partij sub 1] ,kantoorhoudend te [kantoorplaats gedaagde partij sub 1] ,
[gedaagde partij sub 2] ,vennoot van gedaagde sub 1,
wonend [adres gedaagde partij sub 2] ,
[woonplaats gedaagde partij sub 2] ,
[gedaagde partij sub 3] ,vennoot van gedaagde sub 1,
wonend [adres gedaagde partij sub 3] ,
[woonplaats gedaagde partij sub 3] ,
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het comparitie van partijen die is gehouden op 13 maart 2018.
2.De feiten
Op de schade plek stucwerk zijn geen verhoogde vochtwaarden meetbaar.(…) Op het dak de loodslab opgetild en dan is al snel zichtbaar dat het hieronder erg nat is. Met slagregen slaat het regen water onder het lood wat voor lekkage zorgt. Schadebeperkende maatregelen: Het lood in de binnenmuur opzetten en hiermee zal het probleem verholpen zijn.”
- de gebruikte lichtstraat is niet geschikt voor de onderhavige toepassing;
- voldoende ventilatiemogelijkheden ontbreken waardoor schimmelvorming optreedt;
- er is sprake van thermische problemen (koudebruggen);
- de vochtschade in de vloer en de gevel van de garage wordt veroorzaakt door doorslag van regenwater; de gevel is uitgevoerd in steens metselwerk, zonder onderbreking tussen de binnen- en buitenzijde waardoor er eenvoudig vocht door het poreuze metselwerk naar binnen dringt; onder de deuren van de garage bestaat de dorpelconstructie uit een rollaag die van buiten tot binnen doorloopt en waarlangs bij regenval vochttransport plaatsvindt.