ECLI:NL:RBLIM:2018:3022

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
29 maart 2018
Publicatiedatum
30 maart 2018
Zaaknummer
03/864012-13
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van invoer van 550 kg cocaïne en deelname aan een criminele organisatie

In deze zaak is [verdachte] veroordeeld voor het medeplegen van de invoer van 550 kg cocaïne en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] vanaf november 2012 tot en met april 2013 betrokken was bij de organisatie die zich richtte op de invoer van cocaïne vanuit de Dominicaanse Republiek. Hij had meermalen (telefonische) contacten en ontmoetingen met andere leden van de organisatie, waaronder [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5]. De rechtbank concludeert dat er sprake was van een gestructureerd samenwerkingsverband met het oogmerk om op grote schaal cocaïne te importeren. Tijdens de doorzoeking van zijn woning zijn ook een vuurwapen en munitie aangetroffen, wat de ernst van zijn betrokkenheid onderstreept. De rechtbank heeft de straf vastgesteld op 6 jaar en 9 maanden, met inachtneming van de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/864012-13
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 29 maart 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
[verdachte] wordt bijgestaan door mr. L.P.H. Hameleers, advocaat kantoorhoudende te Roermond.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 november 2017, 21 november 2017, 24 november 2017, 4 december 2017 en 15 maart 2018. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gesloten op 15 maart 2018. [verdachte] en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat [verdachte] :
Feit 1:samen met anderen heeft geprobeerd om 550 kilogram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland te brengen en te vervoeren dan wel samen met anderen het verhandelen en/of het binnen het grondgebied van Nederland brengen van 550 kilogram cocaïne heeft voorbereid.
(
zaaksdossier 2)
Feit 2:samen met anderen heeft geprobeerd om 1.059 kilogram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland te brengen dan wel samen met anderen het verhandelen en/of het binnen het grondgebied van Nederland brengen van 1.059 kilogram cocaïne heeft voorbereid. (
zaaksdossier 5)
Feit 3: samen met anderen 1.500 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad. (
zaaksdossier 29)
Feit 4: vuurwapens van categorie III en munitie van categorie III voorhanden heeft gehad. (
zaaksdossier 10)
Feit 5: als marktdeelnemer, zonder vergunning, opzettelijk 428 milliliter BMK en 150 milliliter PMK in zijn bezit heeft gehad en/of in de handel heeft gebracht. (
zaaksdossier 1)
Feit 6: samen met anderen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt. (
zaaksdossier 17)
Feit 7: in Nederland en België heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, met het oogmerk het meermalen plegen van overtredingen van de Opiumwet en het voorbereiden daarvan. (
zaaksdossier 7)

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat de feiten 1 primair, 3, 4, 5, 6 en 7 bewezen zijn.
Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie betoogd dat de hasj zich binnen de machtssfeer van [verdachte] bevond en hij daarvan wetenschap had.
Ten aanzien van feit 4 heeft de officier van justitie betoogd dat [verdachte] ter zitting heeft erkend dat de Zastava van hem is. Volgens de officier van justitie heeft hij de overige wapens eveneens voorhanden gehad.
Ten aanzien van feit 5 is de officier van justitie van mening dat tevens relevant is dat in de woning van [verdachte] een sealmachine en documenten zijn aangetroffen met betrekking tot de productie van synthetische drugs, alsook dat de Audi en Mercedes - die [verdachte] vaak gebruikte - positief zijn bemonsterd op BMK.
Ten aanzien van feit 6 is de officier van justitie van mening dat [verdachte] partieel moet worden vrijgesproken van het (gewoonte)witwassen van de woning te Leende en de Audi A6, nu er sprake is van een legale herkomst. De verklaring van [verdachte] over de herkomst van de overige goederen acht de officier van justitie echter onaannemelijk.
Ten aanzien van feit 7 stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat uit contacten met [medeverdachte 1] blijkt dat [verdachte] ook betrokken is bij de productie van synthetische drugs. Bij hem thuis zijn tijdens een doorzoeking monsters PMK en BMK (de precursoren voor respectievelijk MDMA en amfetamine) aangetroffen en uitgebreide documentatie over de productie van synthetische drugs.
Ter zake van feit 2 heeft de officier van justitie de vrijspraak van [verdachte] gevorderd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de vrijspraak van [verdachte] van de feiten 1 primair en subsidiair, 2, 3, 5, 6 en 7 bepleit.
Ten aanzien van feit 1 primair en subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat [verdachte] iets te maken heeft met het beoogde transport van 550 kilogram cocaïne. Het enkele feit dat er contacten met [verdachte] zijn geweest is daartoe onvoldoende. Bovendien is er geen sprake van gedragingen die kunnen worden gekwalificeerd als ‘medeplegen’.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat op geen enkele wijze betrokkenheid van [verdachte] blijkt bij dit cocaïnetransport, ook niet in het kader van voorbereidingshandelingen voor dit transport.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman betoogd dat de hasjiesj zich niet binnen de machtssfeer van [verdachte] bevond en dat hij daarvan evenmin wetenschap had.
[verdachte] heeft erkend dat hij een wapen (Zastava) en munitie voorhanden had in zijn woning. [verdachte] had evenwel geen wetenschap over de wapens en munitie, die buiten begraven waren, waardoor deze zich niet in zijn machtssfeer bevonden. Van feit 4 dient [verdachte] dus partieel te worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 5 heeft de raadsman aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is dat [verdachte] deze hoeveelheden BMK en PMK opzettelijk aanwezig heeft gehad.
Ten aanzien van feit 6 heeft de raadsman bepleit dat [verdachte] een plausibele en geloofwaardige verklaring heeft afgelegd over de legale herkomst van zijn geld, terwijl het opsporingsonderzoek naar de herkomst van het geld ontoereikend is geweest. De in de tenlastegelegde genoemde goederen zijn niet uit enig misdrijf afkomstig.
Ten aanzien van feit 7 heeft de raadsman aangevoerd dat [verdachte] moet worden vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie. Als de rechtbank al tot een bewezenverklaring zou komen van afzonderlijke strafbare feiten, dan staat onvoldoende vast dat deze zodanig met elkaar verband houden dat er sprake is van een aantoonbaar gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband tussen de verschillende verdachten en al evenmin dat [verdachte] daarin een aandeel heeft gehad.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding
Het onderzoek Wolf Beretta is een zeer omvangrijk onderzoek waarbij een aantal verdachten over langere tijd door de politie in de gaten is gehouden. Dit in de gaten houden bestond onder andere uit het tappen van vele telefoonlijnen, het plaatsen van OVC-apparatuur (Opname Vertrouwelijke Communicatie) in de diverse auto’s in gebruik bij verdachten en in de woning van [medeverdachte 2] , het observeren van verdachten, en het opnemen van vertrouwelijke communicatie tussen verdachten tijdens besprekingen in horecagelegenheden. In het proces-verbaal is door middel van pv’s stemherkenning [1] en pv’s bevindingen met betrekking tot de bijnamen van verdachten aangegeven op basis van welke feiten en omstandigheden de politie de conclusie trekt dat een bepaald telefoonnummer door een bepaalde verdachte wordt gebruikt, wie er spreekt en wie met een bepaalde bijnaam bedoeld wordt. Na de inbeslagname van een aantal BlackBerry telefoons onder verdachten is ook herleid kunnen worden welke verdachte gebruik maakte van welk BlackBerry e-mailadres. [2]
Daar waar een en ander door de verdediging niet betwist wordt, neemt de rechtbank de conclusie van de politie, dat een bepaalde verdachte de gebruiker is van een bepaald telefoonnummer of dat een bepaalde verdachte met een bepaalde bijnaam wordt aangeduid of dat een bepaalde verdachte de gebruiker is van een onder hem inbeslaggenomen BlackBerry, over en maakt deze tot de hare.
Daar waar de verdediging in dit kader iets betwist heeft, gaat de rechtbank hierop nader in in haar bewijsoverwegingen.
[medeverdachte 3] [3] BlackBerry [4] [aliasnaam 1] en [aliasnaam 1] (= [aliasnaam 1] in het Spaans) [5]
[medeverdachte 4] [6]
[medeverdachte 5] [7] BlackBerry [8] [aliasnaam 2] [9] , [aliasnaam 2] [10] , [aliasnaam 2] [11] , [aliasnaam 2] [12] ,
[aliasnaam 2] [13]
[medeverdachte 2] [14] [aliasnaam 3] [15] , [aliasnaam 3] , [aliasnaam 3] [16]
[medeverdachte 6] [17] BlackBerry [18] [aliasnaam 4] [19] , [aliasnaam 4] [20]
[medeverdachte 7] [21]
[medeverdachte 8] [22]
[medeverdachte 9] [23] BlackBerry [24] [aliasnaam 5] [25] , [aliasnaam 5] [26]
[medeverdachte 1] [27] [aliasnaam 6] [28]
[medeverdachte 10] [29] BlackBerry [30] [aliasnaam 7] [31] of [aliasnaam 7] [32]
[verdachte] [33] [aliasnaam 8] [34] , [aliasnaam 8] [35]
De rechtbank merkt op dat de kopjes tussen de bewijsmiddelen enkel zijn bedoeld om de leesbaarheid te bevorderen en geen duidelijke scheiding vormen tussen de bewijsmiddelen voor verschillende feiten, te meer daar alles in onderling verband en samenhang bezien een rol speelt in het bijzonder, maar niet alleen, voor de criminele organisatie.
Feit 2 (zaaksdossier 5 - 1.059 kg cocaïne)
De Belgische Federale Politie te Antwerpen heeft op 29 april 2013 inlichtingen ontvangen van de autoriteiten in Ecuador. Uit deze inlichtingen volgt dat er op 25 april 2013 te Guayaquil in Ecuador 1.059,486 kilogram cocaïne is inbeslaggenomen. De cocaïne was verborgen in 149 dozen met keramische tegels en werd in een haven aangetroffen in een container met nummer CAIU2658991. De keramische tegels waren afkomstig van het bedrijf [bedrijf 1] uit Guayaquil te Ecuador. Op de vrachtbrief, behorende bij deze container, staat de firma [bedrijf 2] te Antwerpen als contactpersoon vermeld.
De naam, het adres en de postcode van [bedrijf 2] komt volgens de politie overeen met het bedrijf dat door de ‘Wolf/Beretta’-groepering is gebruikt voor de import van containers uit Peru. De rechtbank constateert evenwel, met de officier van justitie en de verdediging, dat er tijdens het Nederlandse politieonderzoek niet of nauwelijks aanknopingspunten zijn gebleken tussen de aangetroffen cocaïne en voornoemde groepering of deze specifieke verdachte. Hieraan draagt bij dat er vanuit Ecuador slechts een summier dossier is verstrekt. Ondanks een rechtshulpverzoek daartoe, hebben de Ecuadoraanse autoriteiten geen inzage gegeven in inbeslaggenomen digitale gegevensdragers en evenmin het gehele dossier op formele wijze aan de Nederlandse autoriteiten beschikbaar gesteld.
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank dan ook van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat de in voornoemde container aangetroffen cocaïne bestemd was voor [verdachte] of enig crimineel samenwerkingsverband waaraan hij zou hebben deelgenomen.
Feit 3 (zaaksdossier 29 - hasjiesj)
Op 1 en 2 oktober 2013 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van [verdachte] aan de [adresgegevens verdachte] . Deze woning betreft een langgevel boerderij met een groot buitenterrein, met daarop aan de linkerzijde een grote vrijstaande loods en direct achter de woning een garage. Op 1 oktober 2013 werd op het buitenterrein, links naast de loods, een pakketje aangetroffen. Dit pakketje was met tape omwikkeld en in de grond begraven. In het pakketje zaten 6 plakken met een totaal nettogewicht van 1.500 gram. Deze plakken werden onderworpen aan een indicatieve MMC-cannabis test, waaruit bleek dat zij positief testten op hasjiesj.
Ter terechtzitting heeft [verdachte] verklaard dat hij niet wist van de aangetroffen hasjiesj. Hij heeft verklaard dat de loods op zijn terrein wordt verhuurd en dat er zich in de loods een plaatwerk- c.q. auto-onderdelenbedrijf bevindt. Het terrein waarop de loods ligt, is niet afgesloten. Volgens [verdachte] heeft hij geen goed zicht op deze loods.
[medeverdachte 11] is de partner van [verdachte] en de eigenaresse van de woning aan de [adresgegevens verdachte] . Uit bevindingen van de politie (zaaksdossier 16, bijlage 8, pagina 120) volgt dat [medeverdachte 11] inkomsten genereert uit de verhuur van de woning én de loods. Uit de bankrekeninggegevens van [verdachte] (zaaksdossier 16, bijlagen 7 en 8) volgt dat hij jarenlang maandelijks € 750,- aan [medeverdachte 11] overmaakte, voor de huur van alleen de woning. Deze bevindingen ondersteunen de verklaring van [verdachte] dat de loods door een derde werd gehuurd. De rechtbank stelt vast dat het terrein van de loods kennelijk toegankelijk is voor anderen dan [verdachte] en dat er geen sprake is van forensisch bewijsmateriaal, zoals DNA-materiaal of vingerafdrukken, waaruit enige betrokkenheid blijkt van [verdachte] bij de aangetroffen hasjiesj. Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat er geen wettig en overtuigend bewijs is, waaruit volgt dat [verdachte] wist van de hasjiesj of dat deze aan hem toebehoorde, laat staan dat [verdachte] beschikkingsmacht had over de hasjiesj. Om deze reden zal de rechtbank [verdachte] vrijspreken van het onder 3 aan hem tenlastegelegde feit.
Feit 5 (zaaksdossier 1 – PMK en BMK)
Tijdens de doorzoeking op de [adresgegevens verdachte] werd ook de garage, gelegen achter de woning, doorzocht. In een stelling in de garage werden potjes met vloeistof aangetroffen. De inhoud van een fles met opschrift ‘Lagavulin’ (350 milliliter), van een potje ‘Calvé’ (78 milliliter) en van een flesje ‘Bären Marke’ (150 milliliter) werd indicatief getest. De inhoud van de fles ‘Lagavulin’ en het potje ‘Calvé’ werden positief getest op BMK. De inhoud van het flesje ‘Bären Marke’ werd positief getest op PMK. Onderzoek door het NFI heeft deze resultaten bevestigd.
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat deze stoffen zich waarschijnlijk al sinds 1989, toen hij werd veroordeeld ter zake van overtreding van de Opiumwet, in de garage bevinden.
Uit een schrijven d.d. 11 februari 2014 van de douane te Groningen volgt dat aan [verdachte] geen vergunning is afgegeven door de Centrale dienst voor in- en uitvoer (Cdiu) in het kader van de Wet voorkoming misbruik chemicaliën.
Op grond van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [verdachte] op 1 oktober 2013, zonder vergunning, 428 milliliter BMK en 150 milliliter PMK voorhanden heeft gehad. De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of [verdachte] deze hoeveelheden BMK en PMK voorhanden heeft gehad als zijnde een ‘marktdeelnemer’ in de zin van artikel 2 sub d van de EG verordening nr. 273/2004. Het begrip marktdeelnemer wordt in deze verordening gedefinieerd als ‘elke natuurlijke of rechtspersoon die betrokken is bij het in de handel brengen van geregistreerde stoffen’. De rechtbank kan op basis van het procesdossier echter niet vaststellen dat [verdachte] zich ten aanzien van deze specifiek aangetroffen hoeveelheden BMK en PMK als marktdeelnemer heeft gedragen. Nu er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor dit bestanddeel, zal de rechtbank [verdachte] vrijspreken van het aan hem onder feit 5 tenlastegelegde.
Feit 1 (550 kilo cocaïne) en feit 7 (criminele organisatie m.b.t. cocaïne)
Zaaksdossier 2: de invoer van een partij van minimaal 50 kilogram cocaïne en de criminele organisatie ( [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 10] )
De eerste container
Uit het proces-verbaal van observatie [36] en het ten gevolge daarvan opgemaakte proces-verbaal van bevindingen bekijken videobeelden [37] , blijkt, zakelijk weergegeven, onder andere dat op 20 januari 2012 een ontmoeting is geobserveerd tussen [medeverdachte 7] , [persoon 1] , [medeverdachte 3] , [persoon 2] , en een onbekende persoon bij pannenkoekenhuis ‘ [naam] ’ te Leende.
Op 13 maart 2012 is er sms verkeer tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] waarin [medeverdachte 5] aangeeft dat hij morgen kan langskomen als hij terugkomt van Amsterdam om [aliasnaam 3] af te halen. [medeverdachte 5] voegt toe: ‘zie je die ook nog eens’. [38]
Op 14 maart 2012 arriveert [medeverdachte 2] op Schiphol alwaar hij wordt opgehaald door [medeverdachte 5] [39] .
Vanaf 12 maart 2012 is er sms verkeer tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] enerzijds en [verdachte] en [medeverdachte 3] anderzijds. Hieruit kan afgeleid worden dat men afspraken maakt voor een ontmoeting op 16 maart 2012 rond 11.00 uur. [40] Door het observatieteam wordt gezien dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] op 16 maart 2012 samen in een VW Caddy [kenteken 1] rijden en dat die Caddy om 9.58 uur geparkeerd wordt op de parkeerplaats van het kerkhof gelegen aan de Valkenswaardseweg te Leende. Om 10.19 uur komen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] uit het restaurant [naam] te Leende. Om 11.29 uur rijden [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] weer met de Caddy weg. Om 11.40 uur wordt gezien dat de Caddy geparkeerd staat bij de woning van [verdachte] te Leende [41] .
Op 4 april 2012 neemt [medeverdachte 5] om 8.26 uur contact op met [verdachte] en geeft aan dat hij dringend de vriend van [verdachte] moet zien [42] . [verdachte] neemt vervolgens contact op met [medeverdachte 3] en geeft dan aan dat ‘ [aliasnaam 2] ’ (= bijnaam [medeverdachte 5] ) hem wil zien [43] . Er wordt afgesproken om 10.30 uur bij ‘ [naam] ’.
Daarna belt [medeverdachte 5] [medeverdachte 2] en zegt dat hij dringend naar Eindhoven moet omdat ‘dat met die foto’s was niets’. Uit het gesprek volgt dat [medeverdachte 5] [medeverdachte 2] oppikt om mee te gaan. [44] Rond 11-12 uur was de telefoon van [medeverdachte 2] in elk geval in de buurt van [naam] / [naam] , de twee horecagelegenheden in Valkenswaard (waar vaker wordt afgesproken en die worden aangeduid met ‘ [naam] ’) [45] .
Om 9.38 uur, 9.40 uur en 10.58 uur belt [verdachte] uit naar [medeverdachte 3] . Er komt geen communicatie tot stand. [46]
Rond diezelfde tijd vraagt [verdachte] per sms aan de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] waar hij is. Op basis van de omstandigheid dat met de gebruiker van ditzelfde telefoonnummer een afspraak wordt gemaakt bij [verdachte] thuis en vervolgens geobserveerd wordt dat de auto in gebruik bij [medeverdachte 7] (een Audi A3) met Belgisch kenteken [kenteken 2] op het afgesproken tijdstip bij de woning van [verdachte] achterom rijdt, concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 7] de gebruiker van dit telefoonnummer is. [47]
Vervolgens is [verdachte] boos op [medeverdachte 3] dat deze niet is op komen dagen. ‘ [aliasnaam 2] ’ is voor niets gekomen, terwijl hij hem dringend nodig heeft, want er klopt niets van. Afgesproken was dat [medeverdachte 3] vandaag/woensdag beschikbaar zou zijn (opmerking rechtbank: 4 april 2012 valt op een woensdag). [48] Rond 17.00 uur bericht [medeverdachte 3] [verdachte] dat hij een afspraak had die voor ging. Hij geeft aan dat hij vanaf 18.00 uur thuis is. [verdachte] sms-t terug dat hij er zal zijn. [49]
Om 17.15 neemt [medeverdachte 5] contact op met het Dominicaanse nummer [telefoonnummer] . Hij bericht dat die ander [aliasnaam 3] moet accepteren (waarschijnlijk wordt Skype bedoeld). Hij ondertekent met [aliasnaam 2] . ( [medeverdachte 2] wordt vaker aangeduid als [aliasnaam 3] en [medeverdachte 5] als [aliasnaam 2] ). In de computer van [medeverdachte 10] zijn zowel de skype namen [aliasnaam 3] als [aliasnaam 2] aangetroffen. [50] Op basis van deze gegevens in onderling verband en in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 10] de gebruiker van dit Dominicaanse nummer is.
Op 4 april 2012 vindt er omstreeks 18.00-18.15 uur alsnog een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] en [verdachte] bij ‘ [aliasnaam 2] ’. Om dit te regelen is er ge-sms-t tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] en [verdachte] en [medeverdachte 3] . Ook [medeverdachte 2] is aanwezig. [51] (De rechtbank leidt de aanwezigheid van [medeverdachte 2] af uit de mededeling van [verdachte] en [medeverdachte 3] dat de ‘gasten zitten te wachten’, het telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] en zijn partner van 17.20 uur waarin hij aangeeft dat hij geen tijd heeft omdat hij weg moet en het sms-bericht van [medeverdachte 5] aan [verdachte] waarin staat ‘
Zijnonderweg. Zullen ong 15min later zijn’ in combinatie met het gegeven dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte 2] als hij in Nederland is doorgaans samen met [medeverdachte 5] optrekt.) [52]
Om 18.47 uur en 18.59 uur stuurt [medeverdachte 3] een sms naar het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 7] [53] .
Uit een sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] is af te leiden dat er rond 19.30 uur weer een ontmoeting is tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] bij [verdachte] thuis. [54]
Tussen 19.15 uur en 19.30 uur heeft [medeverdachte 5] sms contact met het reeds hiervoor aangehaalde Dominicaanse telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 10] . Er wordt door [medeverdachte 10] gevraagd of [medeverdachte 5] de info al heeft kunnen regelen. [medeverdachte 5] geeft aan: ‘nu niet, zijn er mee bezig’. [55]
Rond 22.00 uur sms-t [verdachte] [medeverdachte 5] : ‘het wordt morgen voor we elkaar zien’. [56]
Rond 23.00 uur heeft [medeverdachte 5] weer contact met datzelfde Dominicaanse telefoonnummer [telefoonnummer] , in gebruik bij [medeverdachte 10] . [medeverdachte 10] geeft aan dat hij wel morgen een afspraak heeft, maar dat hij niks meeneemt omdat hij vandaag geen info van [medeverdachte 5] had gekregen. [57]
Diezelfde avond en in de ochtend van 5 april 2012 zijn er de nodige telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [58]
In de ochtend van 5 april 2012 is er tussen 11.00 en 11.30 uur een ontmoeting tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] bij Hotel [naam] te Valkenswaard. Ook de auto in gebruik bij [verdachte] is daar rond dat tijdstip gesignaleerd. [59] Omdat het initiatief voor deze afspraak van [verdachte] afkwam [60] concludeert de rechtbank dat ook [verdachte] daarbij aanwezig was.
Vanaf 11.45 uur is er vervolgens herhaaldelijk telefonisch contact tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] . [61]
Rond 12.30 uur die dag (5 april 2012) hebben [medeverdachte 5] en [verdachte] sms-contact over een afspraak die avond. [62] Rond 19.30 uur is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en het Nederlandse nummer van [medeverdachte 10] en rond 22.00 uur tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [63]
In de vroege uren en ochtend van 6 april 2012 neemt het Nederlandse nummer van [medeverdachte 10] per sms contact op met [medeverdachte 5] . [medeverdachte 10] geeft aan dat hij nu pas in de trein naar huis zit en dat het hem niet gaat lukken. Gevraagd wordt: ‘kunnen jullie misschien niet bij me thuis koffie drinken?’ Gemeld wordt dat het andere nummer in de koffer is achtergelaten. Aan de lijn is thans [aliasnaam 7] , vriend van [aliasnaam 2] . Uit het onderzoek is gebleken dat [aliasnaam 7] een internetnaam van [medeverdachte 10] is en [aliasnaam 2] / [aliasnaam 2] van [medeverdachte 5] . [64]
Op 9 april 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [65]
Op 10 april 2012 is er sms-verkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] waaruit af te leiden is dat ze elkaar die ochtend ontmoet hebben. [66]
Eerste container: HASU 4001697
Verklaring voor al deze drukte:
Op of omstreeks 9 april 2012 werd een container (HASU 4001697) verstuurd vanuit de Dominicaanse republiek. De container had als lading travertin tegels, te weten 580 m2 ter waarde van USD 12.505,- verpakt in 15 kratten. Deze bestelling was in de Dominicaanse Republiek gedaan door iemand die zich ‘ [persoon 3] ’ noemde. [67] Deze tegels werden door het bedrijf [bedrijf 3] bij [bedrijf 4] besteld en door [bedrijf 4] rechtstreeks geleverd aan [bedrijf 5] , te Antwerpen. De geschatte aankomst in de haven van Antwerpen was 24 april 2012. [68]
Door de Belgische autoriteiten werd onderzoek verricht naar het bedrijf [bedrijf 5] . Op 16 september 2011 werd de maatschappelijke zetel van dit bedrijf verplaatst naar het adres [adres 1] te 2018 Antwerpen. Op deze datum werd [persoon 4] benoemd als onbezoldigd zaakvoerder.
In een loods in Mol zijn op 24 juni 2013 travertin tegels aangetroffen in een bekisting waarop stond [bedrijf 3] . Die loods was begin maart 2012 gehuurd door [persoon 4] van [bedrijf 6] . De opgegeven adresgegevens van de loods waren identiek aan die van [bedrijf 5] . [69]
Op 12 april 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] en [verdachte] en [medeverdachte 7] . Er wordt een afspraak gemaakt tussen [medeverdachte 7] en [verdachte] voor de volgende dag. Het lijkt erop dat [medeverdachte 7] [medeverdachte 3] niet te pakken krijgt, want hij sms-t aan [verdachte] : ‘Onze vriend antwoordt niet’. [verdachte] antwoordt: ‘Ok zie je morgen. Ik ben ook in Antw. In de vroege middag eventueel’. [70]
Later die dag is er weer over en weer sms verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [71]
Ook de volgende dag 13 april 2012 is er verspreid over de hele dag sms verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [72] Op 14 april 2012 in de ochtend is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] ; zo ook op 16 en 17 april 2012. [73]
Op 17 april 2012 is er ook weer sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [medeverdachte 3] klaagt dat hij geen vervoer heeft en sms-t aan [verdachte] : ‘Vraag of ie ff naar mij komt’. [74] Later die ochtend is er sms-verkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] geeft aan dat hij ‘pas om 13 u in eik’ kan. Er wordt om 4 uur afgesproken in ‘eik’. De politie vermoedt dat met ‘eik’ het Belgische Maaseik wordt bedoeld. [75]
Daarna, tegen 17.00 uur, belt een telefoonnummer dat later aan [verdachte] gekoppeld wordt twee keer uit naar [medeverdachte 5] . Er wordt een afspraak gemaakt om elkaar te zien bij ‘ [aliasnaam 9] ’ en, als die er niet blijkt te zijn, zegt [verdachte] dat hij wel naar [medeverdachte 5] komt. [medeverdachte 5] geeft aan: “Ja oke je komt richting [naam] ”. [verdachte] geeft aan: “Daar op de hoek weet je wel. Ik weet niet wat je bedoelt nou”. [medeverdachte 5] zegt: “Ja oke, hou dat dan maar aan dan”. [verdachte] : “Ik ben er zo”. [76] Om 18.38 uur stuurt [verdachte] een sms naar [medeverdachte 7] : ‘Zit met die mensen aan tafel, als die auto geen originele papieren heeft, dan kan men niets doen?’ Om 18.41 stuurt [medeverdachte 7] een sms naar [medeverdachte 3] . [77] [verdachte] sms-t [medeverdachte 7] om 18.41: ‘Oké heb ze al gezien dus zacht (de rechtbank begrijpt dat ‘wacht’ is bedoeld) effe tot donderdag. We hebben nog tijd volgens mij’. Om 18.42 uur wordt er twee keer over en weer ge-sms-t tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . Om 19.02 uur meldt [medeverdachte 7] aan [verdachte] dat hij de volgende ochtend om 9.30 uur bij hem is. [78]
Uit de historische verkeersgegevens van het nummer van [medeverdachte 3] blijkt dat er op 18 april 2012 rond de middag vier keer telecommunicatieverkeer plaatsvindt tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] . Later die dag is er sms verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] en [verdachte] en [medeverdachte 7] . [79]
Op 19 april 2012 is er rond 8.00 uur drie keer sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . Uit het peilbaken blijkt dat de VW Polo in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] rond 9.00 uur in de buurt van de woning van [verdachte] is. [80]
Op 19, 20 en 21 april 2012 zijn er de nodige telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] , en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [81]
Op 22 april 2012 maakt [medeverdachte 3] een afspraak met [medeverdachte 5] ‘bij onze vriend’ voor maandagmorgen (23 april 2012). [82]
Op 23 april 2012 hebben rond 8.45 uur [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] nog sms-contact. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] rond 8.30 uur vertrekt vanuit Sittard-Geleen (zijnde de verblijfplaats van [medeverdachte 2] ) naar Leende. Rond 9.15 is er een stop op de [adresgegevens verdachte] te Leende, zijnde in de buurt van de woning van [verdachte] . Daarna (10.15 uur) begeeft die auto zich naar de omgeving van Hotel [naam] in Valkenswaard. [83]
Die middag vindt er sms-verkeer plaats tussen [medeverdachte 7] en [verdachte] en [medeverdachte 3] en [verdachte] . [84]
De volgende dag op 24 april 2012 is er rond 9.00 uur weer smsverkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] en [medeverdachte 7] en [verdachte] . [85]
Op 25 april 2012 wordt er een afspraak gemaakt tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] . In deze sms vraagt [medeverdachte 5] of [verdachte] zijn kant op kan komen (in verband met te veel blauw op de weg). [medeverdachte 5] ondertekent met ‘ [aliasnaam 2] ’. Uiteindelijk wordt (tussen 18 en 18.30 uur) afgesproken bij het [naam] . [86] De rechtbank gaat er van uit dat ook [medeverdachte 2] bij deze bespreking aanwezig is, omdat er rond 10.45 uur een gesprek is getapt tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] waarin [medeverdachte 5] aangeeft dat ‘we aan het eind van de middag bezoek krijgen’ ‘ja waar ik eigenlijk vanmorgen heen zou gaan’ ‘die kwam laat in de middag deze kant op’ ‘dat ik niet die kant op hoefde, er is ontzettend veel blauw op de autobaan. [87]
Rond 18.00 uur wordt er weer ge-sms’t tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] . [88]
Uit de peilbakengegevens blijkt dat de VW Polo in gebruik bij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] die avond tussen 18.15 en 18:45 uur bij het [naam] te Stein staat. [89]
Om 18.51 uur sms-t [verdachte] aan [medeverdachte 7] : ‘ik ben bij jou in de buurt, ben je thuis?’ ( [medeverdachte 7] woont in Maasmechelen en dat ligt vlak bij Stein.) [90] Uit deze gang van zaken leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [verdachte] elkaar hebben ontmoet bij het [naam] , waarna [verdachte] en [medeverdachte 7] elkaar ontmoet hebben.
Aankomst container HASU 4001697 in Antwerpen
Deze container is op 24 april 2012 gearriveerd in de haven van Antwerpen bij kaai 742. De opdracht tot inklaren is van 26 april 2012. Deze opdracht is afkomstig van [bedrijf 5] . [91]
Tussen 26 april 2012 en 2 mei 2012 zijn er zeer veel contacten (telefonisch en ontmoetingen) tussen [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] (en [medeverdachte 2] ) over en weer: [92]
Berichtenverkeer en ontmoetingen op 26 april 2012:
Sms-verkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] tussen 8.57 en 9.16 uur: [93]
[verdachte] : ‘Heb je mijn tekst gehad’
[medeverdachte 7] : ‘Ik niet ik heb met ons vriend om 11.u. af. In eik’
(de rechtbank merkt op dat met ‘eik’ vermoedelijk Maaseik wordt bedoeld)
‘ik must in antw. Van 18.u tot 23.u vor de inf. Van jou vriend’
[verdachte] : ‘Ik heb je gister al gestuurd. Was om 1900. Bij jou. Heb iets voor jou ivm foto. Ik probeer hem te pakken te krijgen en geef hem mee. Gr. Ps heb ook veel keer over laten gaan.’
Sms-verkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] tussen 9.17 en 9.19 uur: [94]
[verdachte] : ‘Kan je even langs mij ivm [aliasnaam 10] ’. Opmerking rechtbank: met ‘ [aliasnaam 10] ’ wordt naar alle waarschijnlijkheid [medeverdachte 7] bedoeld. [95]
[medeverdachte 3] : ‘Die zie ik zo meteen. Moet daar na. Gaat niet anders.
Sms-verkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] om 9.19 uur: [96]
[verdachte] : ‘Probeer hem ook even te zeggen dat hij bij mij stopt’
[medeverdachte 7] : ‘Ik waas weg om 17.15 must om 18.udar ij mar op 1. Pl.
Sms-verkeer tussen [verdachte] aan [medeverdachte 3] tussen 9.20 en 9.27 uur [97] :
[verdachte] : ‘Beter even stoppen. Het is voor hem’.
[medeverdachte 3] : ‘Ok ik vertrek zo’.
[verdachte] : ‘Gas erop’.
Sms-verkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] tussen 9.23 en 9.25 uur: [98]
[verdachte] : ‘Hoeft niet meer heb hem nu gehad. Ik heb voor voor foto gekregen’
‘Gister .en je kunt zeggen tegen je vriend dat je het hebt. Als je h’
‘et vandaag niet hebt geef ik je het zodra ik je zie. Gr.’
[medeverdachte 7] : ‘OK’
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] tussen 10.06 en 11.07 uur: [99]
[medeverdachte 5] : ‘Vriend wanneer horen of zien we jullie? Gr [aliasnaam 2] ’.
[medeverdachte 3] : ‘Kan zo meteen. Ik zit in maaseik’.
Voorts is er tussen 11.07 en 11.09 uur drie keer sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [100]
Daarna neemt [medeverdachte 3] contact op met [medeverdachte 5] via de sms (Sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] tussen 11.47 en 11.50): [101]
[medeverdachte 3] : ‘Kunnen we nu afspr.? Ik ben in zuiden.
[medeverdachte 5] : ‘Ok zeg maar waar’
[medeverdachte 3] : ‘Urmond?’
[medeverdachte 5] : ‘Ok ong 15min’
[medeverdachte 3] : ‘OkOk’
Uit de peilbakengegevens van de VW Polo met kenteken [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] blijkt dat deze om 12.08 uur bij het [naam] Hotel in Urmond is geweest. [102]
Om 12.36 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘Kun je om 14u op plek zijn waar we ons net gezien hebben. gr. [aliasnaam 2] .’ [medeverdachte 3] antwoordt om 12.37 uur: ‘ok’ [103]
Om 12.38 uur is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [104]
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] tussen 13.32 en 13.33 uur: [105]
[medeverdachte 3] : ‘ik ben 10min later.’
[medeverdachte 5] : ‘geen probleem, zitten binnen’
(uit het gebruik van het meervoud, leidt de rechtbank af dat ook [medeverdachte 2] aanwezig is).
[medeverdachte 3] : ‘OK’
Uit de peilbakengegevens van de VW Polo met kenteken [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] blijkt dat deze tussen 14.04 en 15.19 uur bij het [naam] Hotel in Urmond is geweest. [106]
Tussen 14.29 en 15.58 uur is er vier keer sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . Om 15.49 belt [medeverdachte 7] uit naar [verdachte] . Een computerstem antwoordt dat het mobiele nummer niet bereikbaar is. [107]
Om 16.01 uur sms-t [medeverdachte 3] [medeverdachte 5] : [108]
[medeverdachte 3] : ‘we hebben hem. Is ok. Blaas alles maar af. We zien ons morgen.’
[medeverdachte 5] : ‘ok vriend. Gr.’
Tussen 18.19 en 21.16 uur stuurt [verdachte] een drietal sms-en naar [medeverdachte 7] : [109]
‘Ik moet vroeg weg. ik kan beter bij [naam] bij jou thuis stoppen om 8.30. oké’
‘Dus als ik ze zie kan ik dat zo zeggen dat ze zich geen zorgen over de aanbouw hoeven te maken?’
‘Ik moet morgen al vroeg weg. ik kan beter bij [naam] bij jou thuis stoppen om 8.30. oké?’
Tussen 21.17 en 21.22 is er een sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 5] : [110]
[verdachte] : ‘Morgen ben ik er niet. Je kan met die ene contact op nemen eventueel. Gr.’
[…]
[verdachte] : ‘oké ben er zaterdag ook niet of laat middag’
[medeverdachte 5] : ‘Ok, dan hou ik even contact met jou vriend. Gr.’
Vervolgens probeert [verdachte] tussen 26 april 2012, 22.22 uur en 27 april 2012, 7.22 uur tot vier keer toe in contact te komen met [medeverdachte 7] . [111]
Berichtenverkeer en ontmoetingen op 27 april 2012
Tussen 8.01 en 9.17 uur is er contact tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] : [112]
[verdachte] : ‘ja van vroeger ook koffie en eten
[medeverdachte 7] : ‘U.lat bij de [naam] .
[verdachte] : ‘bij jullie [naam] in maas mechelen’
[medeverdachte 7] : ‘U.lat’
[verdachte] : ‘half negen’
[medeverdachte 7] : ‘ok’ ‘bij mij?’ ‘ben niet t’
[medeverdachte 3] heeft om 8.09 uur en 8.13 uur sms-verkeer met [medeverdachte 7] . [113]
Om 10.55 uur stuurt [medeverdachte 3] een sms aan [verdachte] : ‘geef ff een seintje als je in de buurt bent? Ik ben niet thuis maar wel vlakbij. Gr’ [114]
Verder blijkt die dag dat er tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] sms-verkeer plaatsvindt. Uit de inhoud kan worden afgeleid dat men elkaar wil ontmoeten. Ook zijn er die middag en avond telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [115]
Berichtenverkeer op 28 april 2012 [116]
Die ochtend zijn er onderlinge telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] .
SMS-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] . Daaruit kan worden afgeleid dat er ’s maandags vermoedelijk een afspraak zal zijn en dat men van elkaar hoort.
SMS-verkeer tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . Uit de berichtenwisseling kan worden afgeleid dat men elkaar wil ontmoeten bij ‘ [naam] ’.
SMS-bericht van [verdachte] aan [medeverdachte 7] om 15.21 uur: [verdachte] wil [medeverdachte 7] morgen (29 april 2012) om 12 uur bij [naam] ontmoeten.
Die middag zijn er ook onderlinge telefonische contacten geweest tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] .
Berichtenverkeer op 29 april 2012 [117]
Uit sms-berichten tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] volgt dat zij elkaar om 12.10 uur willen ontmoeten.
Berichtenverkeer op 30 april 2012 [118]
[medeverdachte 7] en [medeverdachte 3] hebben die ochtend twee keer onderling contact.
[medeverdachte 5] vraagt om 10.59 uur aan [medeverdachte 3] : ‘vriend, hoe laat zien we je? Gr’ [medeverdachte 3] antwoordt om 11.01 uur: ‘ze zijn er mee bezig vandaag. Ik hoor het zsm. Dan hoor je van mij.’
Om 14.02 uur vraagt [medeverdachte 3] aan [verdachte] : ‘toevallig nog iets gehoord?’
Om 14.56 meldt [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘Vriend het moet vandaag anders zijn we ze kwijt. Ze worden nerveus’.
[medeverdachte 3] antwoordt meteen: ‘ben je in de buurt? Ik moet iets zeggen’ en ‘ik wacht op antwoord’.
[medeverdachte 5] : ‘ik kan wel die kant op komen, ong 45 min [naam] ’
[medeverdachte 3] ‘is nu zinloos. Wacht ff’
[medeverdachte 5] : ‘is vandaag wel iets aantoonbaar?’
[medeverdachte 3] : ‘nog niet’ ‘ik ben bang dat het pas morgen wordt. Ben niet zeker’
[medeverdachte 5] : ‘kan niet, MOET VANDAAG ivm vervolg’ en ‘kan niet, MOET
VANDAAG ivm vervolg. Morgen is te laat’
Om 15.20 uur sms-t [medeverdachte 3] aan [verdachte] : ‘ben je thuis?’
Vervolgens neemt [medeverdachte 3] om 15.21 uur weer contact op met [medeverdachte 5] . Tot 15.46 uur wordt er over en weer gesms-t:
[medeverdachte 3] : ‘ik kan niemand bereiken. Ik ben de enige paraat’ en ‘ik rij nu naar onze gezamenlijke vriend’
[medeverdachte 5] : ‘zullen wij ook daarheen komen?’
[medeverdachte 3] : ‘Ok hoe laat?’
[medeverdachte 5] : ‘ong 45 min’
[medeverdachte 3] : ‘Ok. Weet niet of ie thuis is. Laat het je weten. Anders [naam] over 45min’.
[medeverdachte 5] : ‘Ok’
[medeverdachte 3] : ‘Blijf maar in jullie buurt. Ik en mijn vriend komen jullie kant uit. We moeten toch daar in de buurt zijn’
Om 15.48 uur vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 7] : ‘Ik kom naar je toe. ben je thuis of eik?’
Tussen 15.59 en 17.57 uur sms-en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar weer. Afgesproken wordt bij [naam] in Urmond. Uit de berichtenwisseling is af te leiden dat [medeverdachte 3] daar rond 18.00 uur aankomt. Gelet op voorgaande concludeert de rechtbank dat naast [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] ook [verdachte] en [medeverdachte 2] bij deze afspraak aanwezig zijn.
Om 20.00 uur ontvangt [medeverdachte 5] de volgende sms van [medeverdachte 3] : ‘hoe laat [naam] ? Wordt woensdag’
Uit een sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] volgt dat zij voor die avond een afspraak maken bij ‘ [naam] ’. Er is enige spraakverwarring hierover. [medeverdachte 3] geeft aan: ‘ja maar niks gaat door vandaag. [persoon 5] heeft afgezegd want wordt woensdag. [aliasnaam 2] gaat wel door om 21.’
Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoon in gebruik bij [medeverdachte 5] op 19.56 en 20.20 uur een zendmast aanstraalt te Valkenswaard (in de omgeving van de horecagelegenheden die worden aangeduid als ‘ [aliasnaam 2] ’).
Ook is er die avond (30 april 2012) omstreeks 21.13 uur nog (telefonisch) contact geweest tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] .
Op 1 mei 2012 is er tussen 10.26 en 11.41 uur 8 keer onderling contact tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [119]
Op 2 mei 2012 bericht de Belgische Douane dat de container HASU 4001697 gescand moet worden [120] .
Op 2 mei 2012 heeft [verdachte] sms-verkeer met [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] . Men wil elkaar kennelijk ontmoeten. Ook blijkt uit de historische telecom verkeersgegevens dat er telefonische contacten zijn geweest tussen de telefoons in gebruik bij [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [121]
Om 20.44 uur vraagt [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘en vriend hoe lang nog?’.
Om 20.46 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 2] : ‘vriend bel me effe’.
Om 20.50 uur antwoordt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 5] : ‘ze zijn nog bezig. Laat het je zo weten’.
Om 20.56 sms-t [medeverdachte 5] aan [verdachte] : ‘vriend is grijze nog bij jou’
Om 21.09 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘als het nog lang duurt dan gaat ie. En als ie met lege handen gaat is een kans dat afgelopen is. En is mijn vriend ook bij jou?’ [medeverdachte 3] : ‘ja hij vertrekt nu’.
Om 22.31 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 2] wederom: ‘vriend bel me effe’.
Om 23.29 uur is er een telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] en [persoon 6] . [medeverdachte 2] vertelt dat hij de hele dag onderweg is geweest en dat hij nu pas thuis is. Hij had zijn telefoon thuis laten liggen. [medeverdachte 2] vertelt dat hij net door [medeverdachte 5] thuis is afgezet en dat zijn auto nog bij [medeverdachte 5] staat. [medeverdachte 2] was vanmorgen als om 8.00 uur bij [medeverdachte 5] en ze zijn met de auto van [medeverdachte 5] weg geweest.
Uit de mastlocatie blijkt dat de telefoon in gebruik bij [medeverdachte 5] zich om 20.44 uur in de buurt van het [naam] hotel te Urmond bevindt. Uit de opgevraagde camerabeelden van dit hotel blijkt dat [medeverdachte 5] die dag aldaar rond 19.00 uur een ontmoeting heeft gehad met een onbekende man van buitenlandse afkomst en van ongeveer 21.20 tot 22.25 uur met [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [verdachte] en die onbekende man van buitenlandse afkomst. [122]
Uit deze gang van zaken leidt de rechtbank, in onderling verband en in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, af dat de contacten tussen [medeverdachte 7] , [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] te maken hebben met de aankomst van de container HASU 4001697.
Op 3 mei 2012 wordt door de Douane Remant een mail verstuurd naar [persoon 7] van de expediteur [bedrijf 7] die in opdracht van [bedrijf 5] de inklaring van deze container verzorgt. [123] In de onderwerp regel van deze mail was aangegeven dat de goederen waren vrijgegeven. Deze mail heeft betrekking op de goederen in de HASU 4001697. [124]
Die avond (3 mei 2012) wordt er een ontmoeting geobserveerd in Herberg [naam] te Leende tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 10] en een hem begeleidende man. Gehoord werd dat men het over ‘douane’ en ‘container’ had.
Daarna wordt er een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] in restaurant [naam] . [125] Uit deze gang van zaken leidt de rechtbank, in onderling en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, af dat het gesprek met [medeverdachte 10] werd teruggekoppeld aan [verdachte] .
Uit de vrijgave van de container HASU 4001697 op 3 mei 2012 kan afgeleid worden dat er niets ‘strafbaars’ is aangetroffen in die container. De politie concludeert dat het dus om een proefzending moet zijn gegaan. [126] De rechtbank overweegt echter dat het heel wel mogelijk is dat er wel degelijk tussen de travertin tegels cocaïne is ingevoerd. De rechtbank baseert dit op het volgende afgeluisterde gesprek van 20 februari 2013 tussen [medeverdachte 3] , [persoon 2] en [persoon 1] , waaruit is af te leiden dat de cocaïne uit de container is gehaald voordat deze door de scan ging. [127] Dat het om cocaïne gaat leidt de rechtbank, in onderling verband en in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen in zaaksdossier 2, af.
[medeverdachte 3] Toen die Dominicanen afleverden toen die keer, weet je nog?
[persoon 1] Ja
[medeverdachte 3] Op [bedrijf 5] (…)
[persoon 1] Maar dat was ook een fysieke, dat was ook een fysieke scan. ‘Heb ik er uit gehaald’
[persoon 2] Ja
[medeverdachte 3] Hoe?
[persoon 1] Toen was er ook een fysieke scan. Scan.
[persoon 2] Daar is het leeg ingegaan… Het is er niet vol ingegaan maar leeg. Jullie hebben [bedrijf 5] leeg de fysieke scan in laten gaan.
[persoon 1] Was het [bedrijf 5] ?
[medeverdachte 3] Ja
[persoon 1] Ik weet het niet meer.
[medeverdachte 3] Jawel, ja [bedrijf 5]
[persoon 2] Dus, er is , iets een ..uh.. tegels.
[persoon 1] Oh, ja ja ja , de, de partij, klopt, de partij tegels, dat klopt, dat klopt.
In voormeld OVC gesprek wordt tevens gesproken over ‘petje’. ‘Petje is besmet’ ‘daarom hebben ze die badge afgenomen’. De politie onderbouwt gemotiveerd dat met ‘petje’ of ‘streep’ douane medewerkers worden bedoeld. Het meest in het oog springende is dat de mededeling ‘petje staakt’ strookt met een min of meer gelijktijdige staking van de Antwerpse Douane. [128] De rechtbank neemt deze conclusie over en maakt deze tot de hare.
Tweede container SUDU 6710420
De tweede container die door [persoon 3] was besteld bij het Dominicaanse bedrijf [bedrijf 3] werd op 3 mei 2012 vanuit [bedrijf 4] middels de container SUDU 6710420 verzonden naar de haven van Caucedo in de Dominicaanse Republiek. Deze container was wederom bestemd voor [bedrijf 5] en was eveneens geladen met Travertin Tegels. Hij vertrok op 6 mei 2012 en kwam in Antwerpen aan op 22 mei 2012. [129]
Uit de interceptie van telecomgegevens en uit historische verkeersgegevens blijkt dat er op 7 mei 2012 onderlinge contacten zijn geweest tussen de telefoons in gebruik bij:
[medeverdachte 3] - [medeverdachte 7]
[verdachte] - [medeverdachte 7]
[medeverdachte 2] - [medeverdachte 5] .
De relevante gegevens zijn hieronder weergegeven. Afgeleid kan worden dat er een afspraak is die verschoven wordt naar de volgende dag (8 mei 2012) om 11.30 bij ‘ [naam] ’. [130]
[medeverdachte 2] vertelt op 7 mei 2012 om 15.49 uur (in een afgetapt telefoongesprek) dat hij met [persoon 8] in Antwerpen is. [131]
[medeverdachte 2] belt om 20.14 uur met [medeverdachte 5] . [medeverdachte 2] vraagt of [medeverdachte 5] nog wat gehoord heeft. [medeverdachte 5] zegt ja. Ben je er geweest, vraagt [medeverdachte 2] . Nee zegt [medeverdachte 5] . Morgen, vraagt [medeverdachte 2] . Ja zegt [medeverdachte 5] . Hoe laat vraagt [medeverdachte 2] . Een uur zegt [medeverdachte 5] . Laten we het dan morgen 12 houden zegt [medeverdachte 2] . Ja is goed, dat moet zeker zijn ja want we moeten een uurtje rijden, zegt [medeverdachte 5] . [132]
Tussen 20.13 en 20.21 is er de volgende sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] :
[verdachte] : ‘hallo waar ben je? Je hebt een afspraak vanavond om 20.00 uur. Heb je
nieuws?’
[medeverdachte 3] : ‘alles ok’ en ‘afspraak’
[verdachte] : ‘Jij hebt dat gemaakt! Maar hoe laat morgen en waar. Neem contact met onze vriend op aub. Gr’.
[medeverdachte 3] : ‘OK’. [133]
Vervolgens sms-t [medeverdachte 3] om 20.22 uur [medeverdachte 5] : ‘morgen 11.30 uur [naam] ’. Waarna [medeverdachte 5] antwoordt: ‘OK’. (Uit eerdere afspraken is duidelijk geworden dat met ‘ [naam] ’ 2 horecagelegenheden in Valkenswaard worden bedoeld.) Daarop belt [medeverdachte 5] met [medeverdachte 2] . [medeverdachte 5] zegt dat het morgen een uurtje eerder zal zijn. Het wordt rond half elf bij [medeverdachte 2] . Een uurtje eerder zegt [medeverdachte 2] , is goed, half elf ben je bij mij, is goed. [134]
Om 22.30 uur sms-t [verdachte] aan [medeverdachte 5] : ‘ik ben in de late middag bij pannekoeken grind vijver. Exact hoe laat geef ik nog door. Rond half zes wordt het. Gr of ander optie om 09.30 bij mij?
[medeverdachte 5] antwoordt: ‘Hebben al een afsp met je vriend om 11.30 [aliasnaam 2] ’
[verdachte] ‘Volgens mij kan ik wer ook zijn.Gr’
[medeverdachte 5] ‘Oke tot dan. Gr’
De telefoon van [medeverdachte 2] straalt op 8 mei 2012 om 11.21 uur een mast te Valkenswaard aan en die van [medeverdachte 5] om 12.11 uur. [135]
Op basis van vorenstaande concludeert de rechtbank dat er op 8 mei 2012 in Valkenswaard een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen (in elk geval) [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] en [verdachte] .
Op 9 mei 2012 hebben [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] tussen 10.51 en 12.25 uur 14 keer onderling contact. [136]
Sms-verkeer [verdachte] - [medeverdachte 7] :
10.58
uur [medeverdachte 7] : ‘G.morgen ben om 16.30thuis of om 19.u’
11
uur [medeverdachte 7] : ‘i.v.met fotos 2.z. Klar’
11.04
uur [verdachte] : ‘Ben onderweg weet het nog niet zeker, Laat je nog weten. Anders wie ik je om negen vanavond in op. ?’
11.06
uur [medeverdachte 7] : ‘OK’
20.02
uur [medeverdachte 7] : ‘Ik ga nu terug ik ben kort bij thuis 20.45 ben ik dar’
20.03
uur [verdachte] : ‘Ok ik rij nu bij’
20.04
uur [medeverdachte 7] : ‘OK’
Op 10 mei 2012om 11.07 stuur [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 5] een sms: ‘zien we elkaar nog.’
Uit historische verkeersgegevens blijkt dat op 10 mei 2012 er tussen 11.18 uur en 11.43 uur zes keer onderling contact is geweest tussen het telefoonnummer van [medeverdachte 3] en dat van [medeverdachte 7] . [137]
Om 11.47 uur stuur [verdachte] aan [medeverdachte 5] een sms: ‘Mijn vriend staat te wachten van [naam] , Je reageert niet zegtie’. [138]
[medeverdachte 5] stuurt [medeverdachte 3] om 12.12 uur het volgende bericht: ‘Hoop t wel, zijn aan het wachten. Je hoort zo snel mogelijk van me. Gr’.
[medeverdachte 3] antwoordt om 12.12 uur met ‘OK’.
[medeverdachte 3] 15.12 uur: ‘wat is jullie plan vandaag’
[medeverdachte 5] 15.17 uur: ‘zo gauw wij iets horen, jou een tijd doorgeven. Dan zien we ons in [naam] . [aliasnaam 7] is ook aan t wachten’. [139] (opmerking rechtbank: met ‘ [aliasnaam 7] ’ wordt [medeverdachte 10] bedoeld.)
Tussen 16.36 en 16.43 uur is er vijf keer en omstreeks 20.26 uur één keer contact geweest tussen het telefoonnummer van [medeverdachte 3] en dat van [medeverdachte 7] . [140]
Tussen 20.31 en 20.52 is er de volgende sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] [141] :
[medeverdachte 7] : ‘Alo u is met jou vriend 2. Fotos z. Klar en nu woord ik nieks’
[verdachte] : ‘ik heb het door gegeven. […]
[medeverdachte 7] : ‘mar vande andere inf. Ok nieks en asprak was wonsdag mijn vriend zij niet bl. ik op dat morgen is ?’
[verdachte] : ‘Ja ik ook. Maar moeten toch een beetje begrip hebben. Laten we het even zo laten vriend tot morgen aub gr.’
[medeverdachte 7] : ‘Ja ik wel jou vriend ha tafel het bl. 100.p. Wonsdag ik op dat morgen vor 16.u’
De volgende dag 11 mei 2012 is er tussen 11.23 en 12.43 uur de volgende sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] : [142]
[verdachte] : ‘laat over 45 min wat weten’
[medeverdachte 7] : ‘Voor de fot s of voor de info’
[verdachte] ‘Voor beide denk ik tot zo’
[medeverdachte 7] : ‘Mut ik kom nu’
‘Mut ik kom ik ben nu in eik bena’
‘Kom je hok’.
Diezelfde dag wordt er rond 12.30 uur een ontmoeting tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] in Restaria [naam] geobserveerd. [143]
Op 12 mei 2012 wordt er door [verdachte] en [medeverdachte 7] tussen 14.22 en 14.58 uur per sms een afspraak voor een ontmoeting gemaakt voor foto’s, info en schilderij: [144]
[medeverdachte 7] : ‘G.middag. Wanner heb jij die foto’s eigenlijk’
‘Ik heb al en de inf is of niet’
[verdachte] : ‘Vandaag nog niks gezien. Wanneer zie ik die foto’
[medeverdachte 7] : ‘Kom je nar lim’
[verdachte] : ‘Eik kan om 1500?’
[medeverdachte 7] : ‘OK’
[verdachte] : ‘Ik kan stoppen om half vier voor schilderij bij pomp toren ITTERVOORT’
[medeverdachte 7] : ‘Bij de kerken’
[verdachte] : ‘Ok maar ben iets later’
[medeverdachte 7] : ‘Ik ben er was tog om 15.u ik bezok thuis’
[verdachte] : ‘Ik ben er 15.10 ?’
Op 12 mei 2012 om 16.41 uur is er het volgende telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] [145] :
[medeverdachte 5] : ‘ik heb bericht gehad van die van Eindhoven. Die had het schilderij van mij klaar’
(…)
[medeverdachte 5] : ‘Ik heb hem nog gebeld en gevraagd of het nog vandaag moet, nee, had hij gezegd, is niet erg ik ben al weg, maar we zijn met klem aan het wachten op dat andere …. ja dat snap ik’.
[medeverdachte 2] : ‘ja’
[medeverdachte 5] : ‘en net krijg ik een berichtje van die [aliasnaam 7] , die is weer terug en die laat mij zo snel mogelijk wat weten, want die ging er meteen achteraan en daar ben ik nu nog op aan het wachten.’
[medeverdachte 2] : ‘ja, ja’
(…)
Om 17.00 uur belt [medeverdachte 5] [medeverdachte 2] op en zegt dat hij online moet gaan, ‘dan krijg je die [aliasnaam 7] eraan’. Met ‘ [aliasnaam 7] ’ wordt [medeverdachte 10] bedoeld en met online een skypegesprek. [146]
Uit historische verkeersgegevens van het nummer in gebruik bij [medeverdachte 3] blijkt dat op 12 mei 2012 omstreeks 17.04 uur en 18.26 uur contact is geweest tussen dit nummer en het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 7] . [147]
Voorts is op 12 mei 2012 om 17.38 het volgende telefoongesprek getapt. [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] maken een afspraak voor de daaropvolgende maandag, zijnde 14 mei 2012. De rechtbank gaat er van uit dat deze afspraak tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] gemaakt wordt naar aanleiding van het skype-overleg dat [medeverdachte 2] met [medeverdachte 10] heeft gehad. [148]
[medeverdachte 5] : ‘En, heb je gered?’
[medeverdachte 2] : ‘maandag’
[medeverdachte 5] : ‘kan ik dat doorgeven?’
[medeverdachte 2] : ‘ja’
[medeverdachte 5] ‘is dat 100 %?’
[medeverdachte 2] ‘ja’
[medeverdachte 5] ‘dan weet ik genoeg’
[medeverdachte 2] ‘ik zie je maandag sowieso’
[medeverdachte 5] ‘is goed vriend, tot dan’
[medeverdachte 2] ‘wanneer kom je terug, zondag of maandag?’
[medeverdachte 5] ‘maandag, maandagmorgen’
[medeverdachte 2] ‘maandagmorgen beetje bij de tijd?’
[medeverdachte 5] ‘mmm, ja’
[medeverdachte 2] ‘is goed dan zie ik je maandagmorgen’
[medeverdachte 5] ‘of ehhh, moet het eerder?
[medeverdachte 2] ‘neen, neen, maar maandagmorgen, als je maandagmorgen dan is het goed’
[medeverdachte 5] ‘reken maar op een uur of 11’
[medeverdachte 2] ‘is goed, ik vind het prima’
[medeverdachte 5] ‘oke dan zie ik je maandag’.
Op maandag 14 mei 2012 hebben [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] tussen 9.26 uur en 23.36 uur 30 keer telefonisch contact. [149]
Om 9.15 uur die dag stuurt [medeverdachte 7] de volgende sms naar [verdachte] : ‘G.morgen mut zegen tegen di mensen dat donderdag en vreidag er is nazional fest dag en mut vondag kom de inf. Anders is en problem?’
Om 11.45 stuurt [verdachte] de volgende sms naar [medeverdachte 5] : ‘Kan je direct met mijn vriend contact opnemen vandaag als je nieuws hebt. Het is Urgent. Doen moeilijk en niet te vergeten snipper weekend. !!!’ [150]
Opmerking rechtbank: donderdag 17 mei 2012 was Hemelvaart, hetgeen een nationale feestdag in België is.
Even later (11.49 uur) ontvangt [medeverdachte 5] ook een sms van [medeverdachte 3] : ‘Hoe laat weet je iets. Zomaar wachten is niet meer genoeg’.
[medeverdachte 5] antwoordt (om 11.58 uur) : ‘zal m nu weer bericht sturen, geef je zo antwoord’
en om 12.10 uur: ‘Die [aliasnaam 7] is ook aan het wachten hoe laat ie t kan ophalen, maar zeker vandaag.zo gauw die heeft krijg ik tijd [aliasnaam 2] ’. [151]
Op 14 mei 2012 vindt er een observatie plaats. Om 14.52 uur worden [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] en [verdachte] gezien. Zij komen al pratend uit een [naam] te Veldhoven. [152]
Tussen 16.15 uur en 16.42 uur is er de volgende sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] : [153]
[medeverdachte 7] : ‘En nieuws van de inf.’ en ‘Ben thuis ik ben bij jou in de b. rond 17.u
[verdachte] : ‘ja ben thuis. Wacht op je’
[medeverdachte 7] : ‘nu’
[verdachte] : ‘Oke ik ben thuis’
Omstreeks 17.03 uur wordt de Audi A3, voorzien van het Belgische kenteken [kenteken 2] in gebruik bij [medeverdachte 7] bij de woning van [verdachte] aan de [adresgegevens verdachte] gezien. Omstreeks 17.29 uur wordt gezien dat deze Audi A3 en een witte Mini Cooper met twee inzittenden het parkeerterrein van de Golden Tulip [naam] , gevestigd aan de [adres 2] te Leende oprijden. Bij het onderzoeksteam is bekend dat de partner van [medeverdachte 3] destijds in het bezit was van een Mini Cooper. [medeverdachte 3] was al eerder, tijdens een observatie van 11 mei 2012, in een Mini Cooper gesignaleerd. Verder werd gezien dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] met de VW Polo kenteken [kenteken 3] over de Dorpsstraat te Leende reden. [154]
De rechtbank leidt hier uit af dat er op 14 mei 2012 een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 7] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] .
Vervolgens is er tussen 19.49 uur en 21.05 uur de volgende sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] [155] :
[medeverdachte 7] : ‘Kunt di foto mij nimen nar mij vriend als vor di auto gat.’
[verdachte] : ‘Andere foto is nog bij kennis moet ik die eerst ophalen.’
[medeverdachte 7] ” ‘als mij nimen lat dar bij mij v’
[verdachte] : ‘Bedoel je dat ik die van hem op moet halen en jouw terug geven’
[medeverdachte 7] : ‘ja als dat kan ja ik terug geven of anders morgen’
[verdachte] : ‘nee ik ga het nu ophalen als het kan en ik zie je bij nieuwe kever’
[medeverdachte 7] : ‘ik ben nu weg ik kan niet b’
Om 21.06 sms-t [verdachte] [medeverdachte 5] : ‘kan ik je bij grindvijver nog even zien en breng schilderij mee’. Meteen daarop (21.08 uur) neemt [verdachte] weer contact op met [medeverdachte 7] . De volgende sms-wisseling is van 21.08 tot 21.31 uur [156] :
[verdachte] : ‘Moet ik foto bij kever laten of wat bedoel je nu’
[medeverdachte 7] : ‘gat vor di auto of niet lat die, fot dar’
[verdachte] : ‘Ja ik ga bij hem langs en laat foto daar?’
[medeverdachte 7] : ‘ok u kat ben dar’ en ‘u lat ben dar’
[verdachte] : ‘Weet ik nog niet. Ik moet nog hier en daar zijn.En langs foto graaf. Ik laat
het zo weten’
[medeverdachte 7] : ‘Di mensen mut werk morgen ik ben 21.45 bij hem’
[verdachte] ‘man ik kan nog niet. Ik moet nog een werken en dan kan ik om elf pas daar
zijn anders mogen maar ik hoor fotgraaf ook nog niet ?’
[medeverdachte 7] : ‘OK’
Uit historische verkeersgegevens blijkt dat het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 3] op 15 mei 2012 tussen 7.54 en 13.21 uur 15 keer contact heeft gehad met het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 7] . [157]
Tussen [medeverdachte 7] en [verdachte] is er tussen 9.22 en 10.55 uur de volgende sms-wisseling [158] :
[medeverdachte 7] : ‘ [aliasnaam 11] mut tot lat werk kom pas vondag’, en
‘U is met inf. Komt vondag nog wat mut nog denk de mens’
[verdachte] : ‘We zien die mens zo. Ff wachten.
Met ‘ [aliasnaam 11] ’ wordt ‘ [aliasnaam 11] ’ bedoeld. Uit het proces-verbaal van bevindingen dat als bijlage 2 is opgenomen in het persoonsdossier van [persoon 1] [159] , blijkt onder andere dat [persoon 1] de bijnaam ‘ [aliasnaam 11] ’ heeft. Uit het (ook hierna aangehaalde) OVC gesprek van 20 februari 2013 blijkt dat [persoon 1] ook betrokken was bij de invoer van deze container. [160]
Uit de peilbakengegevens blijkt dat de Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] op 15 mei 2012 van 11.00 tot 11.30 op het Strijperpad te Leende (=woonplaats [verdachte] ) is. Het vermoeden dat zowel [medeverdachte 5] als [medeverdachte 2] in die auto zaten, wordt versterkt door een telefoongesprek van [medeverdachte 5] dat hij rond 11.24 uur met een derde voert waarin hij aangeeft dat ‘ze’ nu vanuit Eindhoven vertrekken. [161]
Rond 20.49 uur geeft [medeverdachte 5] aan zijn partner [persoon 9] aan dat hij het morgen en overmorgen druk heeft. [persoon 9] zegt het is donderdag een feestdag (Hemelvaart) waarop [medeverdachte 5] zegt voor hem niet. [162]
In de ochtend van 16 mei 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . Ook is er de volgende sms-wisseling tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] [163] :
[medeverdachte 7] : ‘Ok mut bellen want er is nazional festdag’
[verdachte] : ‘Sorry kan nu pas antw..Vriend kan niet meer doen dan afwachten meer. Gr.
Op 16 mei 2012 om 11.31 uur zitten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] in de VW Polo [kenteken 3] . [medeverdachte 2] zegt: ”Hij is later. Nijmegen-Eindhoven file 3 kilometer”. Er wordt gesproken over ‘ [naam] ’. Om 11.54 uur zegt [medeverdachte 5] : ”Het is woensdag vandaag. Ik leg even alles weg. Eens even kijken. Meenemen deze voor als die zou bellen of sms’en, voor die [aliasnaam 7] ”. Uit de peilbakengegevens van de VW Polo blijkt dat deze tussen 11.57 en 12.38 uur in de buurt is van hotel [naam] te Valkenswaard. [164]
Tussen 12.30 en 12.40 uur is er contact geweest tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . [165]
Om 12.44 uur hebben [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] in de VW Polo een gesprek: [medeverdachte 5] : ‘als we een half uur gewacht hadden dan was het goed geweest’. [medeverdachte 2] : ‘kijk aan de ene kant, wij staan aan die kant, die [aliasnaam 1] aan die kant (…) Ik weet zeker (…) dat hij zich ook niet lekker moet voelen met dat hele … En om nu weer af te zeggen van ja nee het wordt toch maandag (…). Het is gewoon allemaal kut. Hun hadden gewoon die jongen, hij zei tegen mij je had het al donderdag gekregen. [166]
Om 13.30 uur zegt [medeverdachte 5] tegen [medeverdachte 2] : ‘meteen pakken en wegwezen’. [medeverdachte 2] antwoordt: ‘ik wil nog geen koffie’. Even later zegt [medeverdachte 2] : ‘o hier is het, 16’. [167]
In relatie met de peilbakengegevens van de VW Polo [kenteken 3] kan vastgesteld worden dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] in Nijmegen zijn bij de [adres 3] , zijnde het woonadres van [medeverdachte 10] . [168]
Om 13.46 uur zegt [medeverdachte 5] tegen [medeverdachte 2] dat de navigatie aangeeft dat ze er om 15.15 uur zijn. [169] [medeverdachte 5] zegt om 14.02 uur: ‘als we dit afgegeven hebben, dan eten we wat’. [170]
Om 14.56 uur zegt [medeverdachte 5] : ‘nu hoop ik dat die [aliasnaam 12] op tijd is’.
[medeverdachte 2] : ‘wat heeft die, een oude Audi he?’.
[medeverdachte 5] : ‘ja een Belgische Audi’. [171]
Uit de peilbakengegevens van de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] blijkt dat deze rond 15.00 uur in de buurt van [naam] is [172] .
Op de opgevraagde bewakingscamerabeelden van [naam] is te zien dat [medeverdachte 5] rond 15.00 uur een gele envelop overhandigt aan iemand die sterke gelijkenis vertoonde met [medeverdachte 7] . [173]
Via de OVC van de VW Polo is rond dat tijdstip het volgende gesprek opgevangen. [174]
[medeverdachte 7] : “moeten altijd die gesloten enveloppen zijn, nooit open”.
[medeverdachte 5] : ”ja, hun hebben nagekeken, hun moesten het nummer hebben”.
[medeverdachte 7] : ”he?”
[medeverdachte 5] : “hun moesten het nummer hebben”
[medeverdachte 7] : ”welk nummer”
[medeverdachte 5] : “van de boot. Dat moeten ze …. doorgeven daar”
[medeverdachte 7] : ”dat moeten ze normaal nooit doen, want dan gaan ze met de computer nachecken hoe laat dat is en dat allemaal”.
[medeverdachte 7] : “Maar tegen die jongens zeggen: Niet naar kijken he”
[medeverdachte 5] : “Nee”
[medeverdachte 2] : ”Nee, nee, nee, nee”
[medeverdachte 7] : “Dan weten we dat die gaat he. Want dan kennen ze precies zien hoe eh…”
[medeverdachte 5] : “Waarom ze daar naar kijken”
[medeverdachte 7] : ”Ja”
[medeverdachte 5] : ”Valt op, ja”
[medeverdachte 7] : ”Dan moet ie opletten he”
[medeverdachte 5] : ”Ja, dat weten we wel”
[medeverdachte 7] : “Denk erom, dan moet ie niet eh, geen flauwekul”
[medeverdachte 5] : “Jongens eh, komt goed [medeverdachte 7] ”
[medeverdachte 2] : “We horen van je”
De rechtbank concludeert dat met ‘de [aliasnaam 12] ’ [medeverdachte 7] wordt bedoeld, nu deze van Italiaanse afkomst is en in een Belgische Audi rijdt. Voorts vertoont de persoon die op de beelden gezien is een sterke gelijkenis met [medeverdachte 7] en blijkt uit het proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 7] dat de stem van [medeverdachte 7] herkend wordt. [175]
Op basis van deze gang van zaken concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 7] kennelijk zat te wachten op documenten en dat hij over het uitblijven van deze documenten contact had met [verdachte] en [medeverdachte 3] , die op hun beurt weer afhankelijk waren van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] . Uit deze gang van zaken blijkt voorts dat deze documenten afkomstig zijn van [medeverdachte 10] en op 16 mei door [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] bij [medeverdachte 10] in Nijmegen zijn opgehaald en vervolgens door hen bij het [naam] Hotel te Urmond zijn overhandigd aan [medeverdachte 7] . Gezien het gebruik van de woorden ‘nummer’, ‘gesloten enveloppen’, ‘boot’, ‘computer nachecken’ en ‘info’ – en de overige gang van zaken waaronder de wijze van contact leggen en opereren in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat in de gele envelop documenten aanwezig waren die benodigd waren voor het inklaren van de container, die gelost zou worden in de haven te Antwerpen. Hoewel de officiële lading bestaat uit travertin tegels, blijkt uit de omslachtige en verhullende gang van zaken (de communicatie is soms dermate verhullend dat verdachten moeite hebben elkaar te begrijpen) dat de officiële lading enkel als deklading functioneerde voor een illegale lading, zijnde -gelet op de overige bewijsmiddelen- cocaïne.
Na de ontmoeting tussen [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] is er tussen 15.44 en 21.40 zes keer contact tussen het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 3] en het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 7] . [176]
[medeverdachte 2] maakt een afspraak met [medeverdachte 12] om elkaar te ontmoeten bij [medeverdachte 12] thuis. De Polo staat van 16.00 uur 18.30 uur op de [adres 4] te Landgraaf, (nr. [adres 4] is de woning van [medeverdachte 12] ). Na deze ontmoeting zitten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] weer in de Polo. [medeverdachte 2] belt met zijn ‘ [persoon 11] ’ (waarschijnlijk [persoon 11] ) en zegt dat hij net bij [medeverdachte 12] is geweest en dat [medeverdachte 5] er ook is.
Het gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] gaat over iets dat kennelijk niet helemaal goed is gegaan:
[medeverdachte 2] Je kunt niets meer veranderen aan de hele zaak. Dat kunnen we wel de tweede dingen doen. Luister, hij heeft er met zijn neus bovenop gezeten.
[medeverdachte 5] Ja heeft toch ook bij die bespreking gezeten met die…
[medeverdachte 2] Bovenop
[medeverdachte 5] Je kunt toch niet achteraf aan [verdachte] gaan vertellen….
[medeverdachte 2] En je kunt toch ook niet die strepen dan weer dingen af gaan pakken.
[medeverdachte 5] kijk, we moeten blij zijn dat het goed gaat. En daarna als er zoveel komt, ouwhoer, waar maak je je dan nog druk om. [177]
Rond 21.00 zitten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] weer in de VW Polo [kenteken 3] . [medeverdachte 2] geeft aan dat [aliasnaam 7] hen morgen wil zien.
[medeverdachte 5] Ja?
[medeverdachte 2] Ja, ja, die heeft een bericht gestuurd. Ja want die wil per se ook naar die platen kijken, waar dat komt.’
[medeverdachte 5] Ja maar dat redt die morgen toch niet, dan is alles dicht.
Dat moeten we aan die [aliasnaam 1] vragen. [178]
Op 17 mei 2012 rond 01.00 uur zitten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] weer of nog steeds in de VW Polo [kenteken 3] . [medeverdachte 2] zegt dat hij denkt dat morgen [aliasnaam 7] belt. Ook heeft [aliasnaam 1] nog gebeld. Die moet nog naar Amsterdam. [aliasnaam 1] die heeft die [medeverdachte 7] …. [179]
Op 17 mei 2012 stuurt [medeverdachte 5] om 01.12 uur de volgende sms naar [medeverdachte 3] : ‘Alles ok vriend, Is geregeld. Gr.’
Om 12.15 uur belt [medeverdachte 2] [medeverdachte 12] en zegt dat ze bij hem staan. Het peilbaken van de Polo geeft aan dat deze zich bevindt op de [adres 4] te Landgraaf (zijnde de woning van [medeverdachte 12] ). [180]
Op 17 mei 2012 om 12.54 uur stuurt [medeverdachte 5] een bericht naar [medeverdachte 3] : ‘Vriend hoe vroeg kun je morgen [aliasnaam 2] ? Gr’. Diezelfde ochtend is er ook vijf keer contact tussen het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 3] en het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 7] . [181]
De volgende dag 18 mei 2012 blijkt uit de OVC dat [medeverdachte 5] rond 9.45 uur weer in de VW Polo [kenteken 3] zit. [182] De Polo bevindt zich dan volgens het peilbaken weer op de Leenderweg te Valkenswaard (tot 11.12 uur) [183] .
Om 17.31 uur zitten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] samen in de Polo. [medeverdachte 5] vraagt of [medeverdachte 12] die tegels nog moet zien. [medeverdachte 2] zegt dat hij weet hoe die tegels er uit zien. [184]
De VW Polo [kenteken 3] is op 19 mei 2012 tussen 9.50 uur en 11.18 uur in de buurt van Eindhoven, Son en Breugel en Heeze-Leende. [185]
[medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] zitten dan in deze Polo en hebben om 9.50 uur een gesprek [186] .
[medeverdachte 5] “Vraag je hem dat dadelijk weer?”
[medeverdachte 2] “Wat”
[medeverdachte 5] “Van die prijs.”
[medeverdachte 2] “Ja ja”
[medeverdachte 5] : “Zal toch vanavond moeten komen.”
[medeverdachte 2] “Hij kan ook volgens mij voor eenendertig zijn.”
(…)
[medeverdachte 2] “Ja die [aliasnaam 1] gaf niet graag dat uhh dingetje prijs.”
[medeverdachte 5] “Nee ja ik weet ook waarom.”
“Omdat ze daar meer dingen ontvangen.”
“Je bent toch iets aan het bouwen dat vertrouwen moet opwekken.”
(…)
[medeverdachte 2] “Laten we een beetje de kat uit de boom kijken. Het ene is nog niet binnen of hij (opmerking rechtbank: bedoeld wordt ‘ [medeverdachte 12] ’) wil het volgende al pakken.”
Om 10.50 uur hebben ze het over [aliasnaam 7] : [187]
[medeverdachte 5] “Dan heb je geld te weinig.”
[medeverdachte 2] “Ja daarvoor moesten we toevallig …ntv… wachten.”
[medeverdachte 5] “Ja moeten we op hem wachten?”
[medeverdachte 2] “Ja tuurlijk. Je moet begrijpen hij wordt ook gepusht van alle kanten.”
[medeverdachte 5] “Die [aliasnaam 7] ja.”
[medeverdachte 2] “Die [aliasnaam 7] ja.”
10.53
[medeverdachte 5] “Die [aliasnaam 1] die daar, die lult ook.
Hij rijdt nu achter ons aan.”
[medeverdachte 2] “Zoals het nu geregeld is, hebben we geen risico.
Dat bedrijf dat weet ik wel, daar zie ik niets van. Als dat weg is dan krijgen hun de schuld.”
[medeverdachte 5] “Dat niet weer.
Is het toch geregeld dan…ntv.. ik wel de goeie… nee dinge gaat toch mee?”
[medeverdachte 2] “Ja maar maar maar, eerst gaat er een auto naar bedrijven dan uhh, als er dan niets gebeurt dan uhh, dan gaan wij daar heen.”
(…) over onkosten:
[medeverdachte 2] “Vergeet niet dat ik ook met [medeverdachte 12] naar dinge ben geweest. Dat heeft ons weliswaar alleen de vlucht en het hotel gekost.
Ja nou heb ik die ene, die tweede keer dat ik hier was, hebben ze dat wel… van die avond … hebben dat ticket betaald.
Maar het was toch eigenlijk de bedoeling dat ik in contact zou komen. Dat is dan een voordeeltje, maar ja, ik heb hier meer dan twee maanden rondgehangen.”
Uit de stempels in de paspoorten van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 12] blijkt dat ze van 30 januari 2012 tot 2 februari 2012 in de Dominicaanse Republiek zijn geweest.
Vervolg van gesprek in VW Polo [kenteken 3] op 19 mei 2012:
11.05: [189]
[medeverdachte 2] “Hij gaat daar staan dus.”
[medeverdachte 2] wil niet daar staan in verband met de camera’s. [medeverdachte 5] geeft aan dat op deze carpool geen camera’s [190] staan.
11.09
uur:
[medeverdachte 10] stapt in de Polo. Uit het gesprek is af te leiden dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] [medeverdachte 10] uitleggen hoe hij bij de woning van [verdachte] moet komen. [191] Er wordt een afspraak gemaakt voor een ontmoeting op dinsdag om 10 uur bij de [naam] te Helmond. [192]
Daarna rijdt de Polo om 12.52 uur naar het adres van de manege van [persoon 12] te Schinveld. [193]
[medeverdachte 2] zegt tegen [medeverdachte 5] : ”Rij maar gewoon door”, “zo zien we ook dat we niet gevolgd worden”. [194]
Om 14:56 uur gaat het gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] over die [aliasnaam 7] en over iets dat met zes man gedeeld moet worden. [195]
Om 19.24 uur gaat het gesprek over [medeverdachte 12] , die kennelijk na één crisis al iets wil afpakken. Dat dat toch niet werkt: [196]
[medeverdachte 5] : “probeer dan iets op te zetten voor de langere termijn. En dan meteen te zeggen, maar wie zegt dat het de tweede lukt. Als het de eerste keer lukt, lukt het de tweede keer ook. Als iedereen maar zijn waffel dicht houdt.”
[medeverdachte 2] : “Ik zit al zo’n 50 jaar in de business”.
[medeverdachte 2] geeft aan dat hij met veel mensen werkt. Gelijke monniken gelijke kappen, zo werkt hij al 50 jaar.
[medeverdachte 5] zegt dat het lukt als iedereen zijn waffel houdt.
Op 20 mei 2012 om 00.26 uur zitten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] nog steeds of weer samen in de VW Polo [kenteken 3] . [medeverdachte 2] hoopt dat het dinsdag allemaal goed gaat en dat ze er in ieder geval iets van krijgen. “Het moet”, zegt [medeverdachte 5] . [197]
Op 22 mei 2012 komt de SUDU6710420 met als lading 15 pakken travertin tegels aan in de haven van Antwerpen. [bedrijf 5] geeft de opdracht tot inklaren aan [bedrijf 7] . Op dit opdrachtformulier is het telefoonnummer in gebruik bij [persoon 1] geschreven. [198] Op 23 mei 2012 wordt deze container vrijgegeven. [199]
Op 23 mei 2012 vraagt sms-t [verdachte] [medeverdachte 5] met het verzoek om af te spreken. Het wordt 11.45 bij ‘de markt met je vriend bij de schoenen potte kruier’. [200] Om 11.39 uur belt [medeverdachte 2] met [persoon 8] . [medeverdachte 2] vraagt waar [persoon 8] nu staat. [persoon 8] zegt in Panningen. [201]
Geobserveerd wordt dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] in de Caddy zitten en dat ze omstreeks 12.08 uur bij een schoenenkraam in Helden contact hebben met [verdachte] . [202]
De rechtbank concludeert uit voorgaande in onderling en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen dat contacten tussen de verdachten van de afgelopen weken kennelijk te maken hebben met de aankomst van deze container SUDU671042 en het vervolgtraject met betrekking tot de afhandeling/verdeling van de lading. Hoewel de officiële lading bestaat uit travertin tegels, blijkt uit de omslachtige en verhullende gang van zaken (de communicatie is soms dermate verhullend dat verdachten moeite hebben elkaar te begrijpen) dat de officiële lading enkel als deklading functioneerde voor een illegale lading, zijnde -gelet op de overige bewijsmiddelen- cocaïne.
Op 23 mei 2012 is er een tapgesprek waarin [medeverdachte 5] voor [medeverdachte 2] diens vliegticket bij de KLM verlengt. De vertrekdatum voor [medeverdachte 2] (Amsterdam-Bonaire) werd gepland op 12 juni 2012. [203]
Rederij Hamburg Süd verzoekt op 24 mei 2012 [bedrijf 7] de container SUDU6710420, aangekomen bij kaai 742 vrij te stellen. De wegname van voormelde container is voorzien op 24.05.12 voormiddag. [204]
[medeverdachte 5] stuurt op 24 mei 2012 om 13.52 uur een sms naar [medeverdachte 10] : ‘Vriend dit is voor nu nieuwe nummer. [aliasnaam 1] is ook wachten. Kan niet lang meer duren zegt ie. Geef oke als je mijn sms ontvangen hebt aub’. [205]
Een uurtje later bellen ze met elkaar [206] :
[medeverdachte 5] : ”ik denk duurt lang, dus bel maar even”
[medeverdachte 10] : ”oke en en eh …maar hij weet zeker dat die voor vandaag is he”
[medeverdachte 5] : ”zoals ik het begrijp wel ja. Want eh .. ik had eigenlijk gister al
verwacht”
[medeverdachte 10] : ”dat bedoel ik want e.. wij zitten te wachten en die jongens vragen, vragen, vragen snap je. Dat is normaal.”
[medeverdachte 5] : “ja, ja ja”
[medeverdachte 10] : “en daar aan de overkant… ze zijn een beetje nerveus aan het
worden, snap je”
[medeverdachte 5] : “ja ja logisch logisch. Maar zo gauw wij wat weten jong. Jij bent de
eerste”
[medeverdachte 10] : ”zeg tegen die [aliasnaam 1] dat die moet vandaag eh… papieren niet morgen of overmorgen dat eh… kan niet”
[medeverdachte 5] : ”ja maar dat bepaalt hij niet he”
[medeverdachte 10] : ”ja maar ik bedoel eh dat weet je zelf hoe hoe wij met hem hebben afgesproken dat dag erna gelijk. Nou is het twee dagen”
[medeverdachte 5] : “ja ja ja ja”
[medeverdachte 10] : “dus eh… dat ben ik nou eh… een beetje druk aan het krijgen door de andere kant.”
[medeverdachte 5] : “ja logisch logisch dus eh moet je ook aan hem doormelden”
“Ja ja ja komt goed”
[medeverdachte 10] : “oke anders moet je mij tijdstip of zo geven waar ik … Dat ik jou treffen en die [aliasnaam 1] ook zie, snap je”
[medeverdachte 5] : “ja ja, ja ja, hebben we toch al afgesproken. Als jij een tijd krijgt dan zien we ons daar he, dat weet je”
Om 15.14 uur stuurt [medeverdachte 5] een sms naar [medeverdachte 10] : ‘Vriend, [aliasnaam 1] zegt dat er een kleine kans bestaat dat het ook morgen kan worden. Maar volgens zijn verkregen info vandaag. Moeten geduld hebben vriend’. [medeverdachte 10] sms-t terug: ‘laat hem iets zeker zeggen want begin wat laat te worden. Gr’. Later die middag sms’t [medeverdachte 5] [medeverdachte 10] : ‘alles oke, 21.45u’ [207] .
Een observatieteam houdt die dag [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] in de gaten. Ze verplaatsen zich in de Caddy. Rond 20.00 uur hadden ze contact met [medeverdachte 12] . [208]
Het vermoeden is dat [medeverdachte 12] en [medeverdachte 5] in de gaten hadden dat er geobserveerd werd en dat dat de reden is dat [medeverdachte 12] spoorslags naar Bonaire is vertrokken. Op 25 mei 2012 is [medeverdachte 12] weer op Bonaire. [209]
Op 24 mei 2012 tussen 15.12 en 22.42 uur werd er door een observatieteam een observatie verricht op de verdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] . Er werd gezien dat zij zich verplaatsten in een VW Caddy [kenteken 1] .
Dat men achterdochtig werd, valt af te leiden uit het gegeven dat de VW Caddy die 24 mei 2012 door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] gebruikt werd ’s avonds nog om 21.45 uur in de straat van de ouders van [medeverdachte 5] stond. In een OVC gesprek van 28 januari 2013 hebben [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] het over [medeverdachte 12] : [210]
[medeverdachte 5] “Kijk eens hoe snel die weg was. Het ’s middags krijgen we te horen dat dat gebeurt en het ’s avonds zit die al op het vliegtuig zonder ons wat te vertellen. En als we dan zeggen van ja moeten we hun niet waarschuwen. Oh dat ze het zich bekijken zegt ie. Ik zeg ja maar zo werkt het niet. Zegt [medeverdachte 2] ook kom wij gaan meteen daarheen. Heb ik de auto van mijn ouders gehaald en toen zijn we jullie komen waarschuwen.”
[medeverdachte 10] “Ja daarom is beter dat eh… [medeverdachte 2] gewoon deze kant niet opkomt totdat wij…”
[medeverdachte 5] “Nee nee.”
[medeverdachte 10] “Zelfs helemaal niks. Gewoon blijf daar of Santa Domingo is beter. Wij zien ons allemaal in Santa Domingo. Beter hoeft hij geen hoofdpijn te krijgen van dat dat eh…Stel je voor dat hij toch hier is die dan hebben wij toch dezelfde probleem. Die mag wel komen als alles weg is. Dan mag die komen.”
[medeverdachte 5] “Ja ja ja. Dat doen we ook. Als alles weg is.”
[medeverdachte 10] “Mag die komen zijn eh.. centjes ophalen.
Ik vind niet erg he zo ben ik zelfde dat… Hij doet precies dezelfde als wij. Hij blijft op de hoogte. Hij blijft alert. Hij is geïnteresseerd. Hoeft niet altijd dat hij niks doet. Op moment dat hij moet doen doet die. […] Wij moeten hem gewoon ver houden want dat is veilig voor ons.”
Vervolg ontmoetingen na ontvangst container SUDU6710420
Op 26 mei 2012 blijkt uit het peilbaken dat de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] naar de omgeving van Eindhoven gaat (waaronder de [adresgegevens verdachte] te Leende, waar de woning van [verdachte] is gelegen) en van daaruit naar Nijmegen, naar de [adres 3] (aan deze straat ligt de woning van [medeverdachte 10] ). De peilbakengegevens melden een stop te Sittard-Geleen in de buurt van de verblijfplaats van [medeverdachte 2] en daarna rijdt de Polo door naar de camping in Kröv in Duitsland waar [medeverdachte 5] regelmatig verblijft. [211] De rechtbank concludeert hieruit dat er contact is geweest tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] en [verdachte] en [medeverdachte 10] .
Op 29 mei 2012 belt [medeverdachte 5] om 9.31 uur [medeverdachte 2] op met de vraag hem op te halen. [medeverdachte 2] komt er aan. Uit het peilbaken van de VW Polo [kenteken 3] volgt dat deze die dag van 11.11 tot 13.21 uur in [naam] is. Uit eerdere observaties is gebleken dat de verdachten in dit dossier elkaar daar vaker ontmoeten onder andere in de [naam] aldaar. Om 14.34 uur arriveert de VW Polo op de [adres 5] te Onderbanken (bij de manege van [persoon 12] ) en om 17.38 uur geeft het peilbaken aan dat de VW Polo op de [adres 3] te Nijmegen (woning [medeverdachte 10] ) is. [212]
De volgende dag 30 mei 2012 is de VW Polo in gebruik bij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] tussen 18.37 en 19.16 uur weer te [naam] . In de nacht van 31 mei op 1 juni 2012 is deze Polo in Antwerpen. Uit de interceptie van telecommunicatieverkeer en peilbakengegevens kan worden afgeleid dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] op 1 juni 2012 wederom een ontmoeting in [naam] hebben. [213]
Op 6 juni 2012 zitten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] weer samen in de VW Polo met het kenteken [kenteken 3] . Ze hebben het rond 12.36 uur over [aliasnaam 7] ( [medeverdachte 10] ) die hen wil zien. Later op die dag ontmoeten ze [medeverdachte 10] . Om 12.41 uur zegt [medeverdachte 2] “Stel je voor hij moet er vijftig hebben. Kunnen we zeggen zijn vijftig kwijt”. [214]
Rond 12.46 uur bevindt de Polo zich in de buurt van de manege van [persoon 12] te Schinveld, gemeente Onderbanken [215] . In dan wel direct naast het voertuig wordt het volgende OVC gesprek vastgelegd. Deelnemers aan het gesprek zijn [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] en twee onbekende mannen NN1 en NN2. Later wordt door de politie de stem van NN2 herkend als die van [persoon 12] , wonende aan de [adres 5] te Schinveld. [216] Het gesprek gaat (zakelijk weergegeven) over ‘blokken’. [persoon 12] vraagt aan [medeverdachte 2] hoeveel hij er nog heeft. [medeverdachte 2] zegt: “Dat kunnen we dadelijk horen, maar minimaal zijn der toch nog wel vijftig” en “vergeleken met bij anderen zijn we duur, 31 kosten ze, maar het is wel kwaliteit”. [persoon 12] wil weten wat er in staat. Hij heeft nu halve manen. [medeverdachte 2] geeft aan dat het super spul is. [persoon 12] beaamt dit: hij zegt dat hij een beetje van [medeverdachte 7] heeft gekregen en dat was goed. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij niet opdringerig wil zijn, maar dat het urgent is omdat hij maandag weer terug gaat naar Bonaire. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] geven aan dat ze ‘ze’ dan het liefste weg hadden. [persoon 12] geeft aan dat hij zal kijken wat hij kan doen voor [medeverdachte 2] . Hij ziet die jongens vanavond nog, die pakken normaal alles. [persoon 12] heeft ze ook zijn blokken aangeboden. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij morgen zal kunnen zeggen hoeveel er nog zijn, want het ligt een stukje uit de buurt. [persoon 12] zegt dat ze hem er niet op moeten vastpinnen, want er is meer in omloop. [medeverdachte 2] beaamt dit en zegt dat er in de Randstad iets van 7000 is binnengekomen. Ze spreken af voor de volgende dag. [217]
Op 6 juni 2012 rond 14.15-15.00 uur wordt geobserveerd dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] met de bij hun in gebruik zijnde Polo [kenteken 3] aanwezig zijn nabij de [naam] aan de [naam] te Son en Breugel. Ook wordt gezien dat de Opel in gebruik bij [medeverdachte 10] met kenteken [kenteken 4] aldaar wegrijdt met minimaal 3 personen. [218] Gelet op voorstaande werden de camerabeelden van de [naam] gevorderd. Daarop is te zien dat [medeverdachte 10] en een onbekende man naar binnen gaan. Rond 15.00 uur vertrekt men uit de [naam] [219]
Op 6 juni 2012 om 15.11 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘kun je 30min [naam] ’ [220]
Een dag later op 7 juni 2012 is er een sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] waaruit af te leiden is dat [medeverdachte 3] dringend [medeverdachte 10] moet hebben, hij hem aanvankelijk niet te pakken krijgt en daarom [medeverdachte 5] benadert. [221] Kennelijk is dit ook relevant voor [medeverdachte 2] want [medeverdachte 5] vertelt [medeverdachte 2] om 18.28 uur in de VW Polo (OVC) dat hij van die [aliasnaam 1] vernomen had dat deze [aliasnaam 7] al te pakken had. [222]
De volgende sms-wisseling heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] [223] :
[medeverdachte 10] : ‘Dag vriend ik was ff buiten. Wil je me nog zien. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘ja heel dringend aub. Hoe laat in u?
[medeverdachte 10] : ‘Ik moet in rott om 20 u zijn. Kan je bij mij komen overal file nu’.
[medeverdachte 3] : ‘Ik moet met spoed 3. Heb afkeur, kan dat
[medeverdachte 10] ‘Welk merk moet je hebben’
[medeverdachte 3] : ‘Cro’
‘Tot hoe laat kan mijn chauffeur bij jou terecht? En welk huis nr’
[medeverdachte 10] : ‘zwart ingepakt’
[medeverdachte 3] : ‘ja. Ik heb 3 slechte nl. Wit ingepakt. Toyota’
[medeverdachte 10] : ‘Geen probleem ik stuur je straks een tijd dat je manetje op station kan zijn. Gr.
[medeverdachte 3] : ‘In u?’
[medeverdachte 10] : ‘nee bij me’
[medeverdachte 3] : ‘ok kan je een tijd geven. Geef je straks de auto door’
[medeverdachte 10] : ‘hij kan morgen vroeg 9u. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘nee. Moet zo vlug mogelijk anders gaat niet door. Heb ik geen verkoop. Aub’
[medeverdachte 10] : ‘Dan moet hij nu vertrekken en voor half 7 hier zijn’
[medeverdachte 3] : ‘wordt 18.45 19u. Paars polo. Die drie komen dan morgen ok’
[medeverdachte 10] : ‘Hij kan om 7u zijn mijn afspraak heb ik verzet. Gr.’
‘nee moet vandaag want moet die kwijt want kan nu niet weer bij kantoor’.
Deze sms-wisseling wordt vervolgd op 8, 9 en 10 juni 2012: [224]
8 juni 2012 tussen 18.05 en 21.14 uur:
[medeverdachte 10] : ‘Laat me een tijd weten dat hi bij me kan zijn. Gr’
‘Hoort nieks van je’
[medeverdachte 3] : ‘Ja was druk. Wanneer wil je die reparaties terug?’
‘Hij kan morgen zaterdag’
[medeverdachte 10] : ‘Ok mrgen 10u zelfde plek. Verder alles geod met ons vrienden. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘Morgen 10u is ok’
[medeverdachte 10] : ‘ok. Gr’
9 juni 2012 tussen 9.25 en 10.48 uur:
[medeverdachte 3] : ‘Hij is daar 1020’
‘Zw Skoda’
[medeverdachte 10] : ‘ik zie hem niet staan’
[medeverdachte 3] : ‘Hij is vertraagd. 15 min nog’
‘nog 7 min. Blijf wachten’
[medeverdachte 10] : ‘Hij is al geweest. Gr’
9 juni 2012 om 19.05 uur en 10 juni 2012 9.51 uur:
[medeverdachte 10] : ‘Dag vriend als je klaar bent met jou autos en je mannetje kan meer aan laat we weten dan help je met de mijne. Gr.’
[medeverdachte 3] : ‘OK’
Uit de combinatie van een OVC gesprek in de Polo [kenteken 3] van 7 juni 2012 om 20.01 uur tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 2] zegt: ”Ik heb geld van [verdachte] gekregen voor die waspoeder” en een sms van [verdachte] aan [medeverdachte 5] van 12.11 uur waarin [verdachte] aangeeft dat [medeverdachte 5] zijn shag is vergeten, leidt de rechtbank af dat er die ochtend een ontmoeting tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [verdachte] heeft plaatsgevonden. [225]
Even later, op 7 juni 2012 om 20.06 uur, wordt in of naast eerdergenoemde VW Polo een OVC gesprek tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [persoon 12] opgenomen. Het peilbaken van de Polo geeft aan dat deze zich bij de manege van [persoon 12] bevindt. [226] Zij bespreken, onder andere, het volgende:
[medeverdachte 2] : “En, wat zeiden ze?”
[persoon 12] : “Ik ben nog bezig met die blokjes, maar ja dan ben jij, ga jij weg wah.”
[medeverdachte 2] : “Dinsdag ga ik weg.”
[persoon 12] : “Dat… heb ik afgegeven, ik heb toch een monster van die jongen gekregen weet je wel.”
[medeverdachte 2] : “Ja ja.”
[persoon 12] : “Dat heb ik afgegeven dus… en dat hoor ik vandaag of morgen hoor ik dat snap je… dat is goed… maar als die ze nou alle 50 pakt.”
[medeverdachte 2] : “Ja hetzelfde 31.”
[persoon 12] : “Blijft dat hetzelfde.”
[medeverdachte 2] : Ja.
Een paar uur later geeft [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 5] aan dat hij als hij weer terug gaat naar Bonaire hij ‘piekke’ van die [aliasnaam 7] moet meekrijgen. [227]
Op 8 juni 2012 bespreken [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] het volgende in of in de directe nabijheid van de VW Polo. Tevens neemt een onbekende man deel aan het gesprek. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de Polo zich op de [adres 5] te Schinveld, gemeente Onderbanken, bevindt, zijnde de straat waar de manege van [persoon 12] ligt. [228] [medeverdachte 2] geeft aan dat hij twee bij zich heeft en dat de onbekende man volgende week die andere twee krijgt. Vervolgens gaat het gesprek over een derde. Kennelijk vindt een derde een prijs te hoog. Die derde geeft echter niet aan wat hij wel zou willen betalen. De onbekende man geeft aan dat hij een contact heeft die geïnteresseerd is in grote partijen. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij niet weet ”wat die vriend van ons gaat vragen. Die heeft ook een flinke partij binnen. Dus als ik daar een prijs van weet, dan komen we even langs”. Te horen is dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] afscheid nemen van de onbekende man. Er zijn weer rijgeluiden te horen. [medeverdachte 2] zegt ”het is wel veel 31, kut he” en ”nou moeten we [aliasnaam 7] even waarschuwen. Ik had daar een beetje hoop op gehad”. [medeverdachte 5] zegt: “Jja die grote partijen jong. Die [aliasnaam 1] is ze ook voor dertig aan het verkopen”.
In de woning van [medeverdachte 10] is een notitieboekje in beslag genomen. De volgende notities zijn aangetroffen: [229]
400 x 32 = 12.800
4 x 29 = 116.00
6.4
x 32 = 204.800
[aliasnaam 1] . (opmerking rechtbank: [aliasnaam 1] . Is de afkorting van [aliasnaam 1] , zijnde de Spaanse vorm van ‘ [aliasnaam 1] ’ waarmee [medeverdachte 3] wordt bedoeld).
2 x 28 = 56.000
De politie geeft aan dat de 30 en 31 waar [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] over spreken groothandelsprijzen per kilo cocaïne zijn (30.000 en 31.000). [230] De rechtbank concludeert, gelet op de reactie van [medeverdachte 2] op een opmerking van [persoon 12] dat er ‘meer in omloop is’ tijdens een OVC gesprek met [persoon 12] van 6 juni 2012 in relatie tot de prijs van de ‘blokken’ ‘dat er in de Randstad 7.000 is binnengekomen’, in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen in het dossier dat de door [medeverdachte 2] genoemde ‘31’ duidt op de kiloprijs van cocaïne.
Dat de prijs van cocaïne in die periode teleurstellend was blijkt ook uit de hierna aangehaalde OVC gesprekken tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] van 28 januari 2013, waarin ze aangeven dat de prijs nu rond de 33, 34 ligt en dat ze dan een leuke winst kunnen maken, want de vorige keer was het met 28, 29 weinig heel weinig. [231] De genoemde bedragen sporen met de bedragen aangetroffen op de notitieblaadjes in de woning van [medeverdachte 10] .
Hieruit volgt dat de 50 blokken die [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] aan een contact van [persoon 12] ter verkoop aanboden een partij van (minimaal) 50 kilo cocaïne betrof. Ook de sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] van 7 juni tot en met 10 juni 2012 (het ruilen van 3 slechte wit ingepakte Toyota’s voor goede zwart ingepakte “Cro’) duidt op de handel in cocaïne, te meer daar verdachten daar waar ze documenten voor het inklaren van de container bedoelen, het hebben over ‘originele papieren voor auto’s’.
De rechtbank concludeert voorts dat deze cocaïne in Nederland is ingevoerd door middel van (een van de) hierboven genoemde containers (HASU 4001697 en SUDU6710420) afkomstig uit de Dominicaanse Republiek, bij welke invoer en verdere doorlevering c.q. handel betrokken was een crimineel samenwerkingsverband bestaande uit in ieder geval: [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 7] . De rechtbank merkt daarbij op dat de haven van Antwerpen voor een zeeschip slechts bereikbaar is via het binnen de grenzen van Nederland gelegen gedeelte van de Westerschelde. Ook in een container te Antwerpen verborgen cocaïne geldt daardoor als ingevoerd in Nederland.
Voorbereiding nieuw transport
Uit onderstaande blijkt dat de groepering weer afspraken maakt voor een ontmoeting op 11 juni 2012. Voor deze ontmoeting moest een locatie worden afgesproken waar men niet al te veel zou opvallen. Na deze ontmoeting is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] waaruit blijkt dat er voorbereidingen worden getroffen voor een nieuw transport.
[medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] zitten op 9 juni 2012 samen in de VW Polo [kenteken 3] . Er wordt gesproken over een afspraak maandagmorgen en de locatie waar die afspraak moet plaatsvinden. [medeverdachte 5] zegt: “Als je bij [naam] gaat zitten met zoveel man he. Dan komt die [aliasnaam 7] met die vriend van hem. [verdachte] , die [aliasnaam 1] en wij twee. Dan zitten we met zes man daar, en dat valt ook op. En in het [naam] , ja daar ziet niemand je, en daar zijn we al een tijdje niet meer geweest. [232] [medeverdachte 5] geeft aan dat hij ook [aliasnaam 1] een berichtje zal sturen ‘elf uur [naam] ’. [medeverdachte 2] vraagt zich hardop af ‘waar die ons nou weer voor nodig heeft’. [medeverdachte 5] : ‘Die wil nu kijken of het verder kan. Voor een tweede keer gedaan’. [medeverdachte 2] ‘Ja maar dan moet toch alles verkocht zijn eerst’. [233]
Uit het peilbaken van de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] blijkt dat deze op 11 juni 2012 rond 12 uur aanwezig is geweest in Valkenswaard in de nabijheid van de twee horecagelegenheden die door de groepering aangeduid worden met ‘ [aliasnaam 2] ’ (Restaria [naam] en hotel [naam] ). [234] Deze ontmoeting is geobserveerd. Aanwezig waren [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] , [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 10] en een onbekend gebleven persoon [235] .
Na die ontmoeting is er de volgende sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] : [236]
[medeverdachte 10] : ‘Ik kan pass de 10jun binnen zijn. moet je vragen of dat nog lukt anders moeten we wachten tot sept. Gr.’
‘En hoe snel kan je me aanwordt geven aub. gr’
[medeverdachte 3] : ‘Je boedelt juli waarschijnlijk. Je schijft juni. Dat is veel te laat. 2 juli max binnen. Gr’
‘moet voor 2 juli’
[medeverdachte 10] : ‘nee ik bedoel juli maar vertrek 24 dus kom pass voor de 10 aan’
‘kijken of hun toch voor de 10de aan kunnen. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘Moet uiterlijk op 2 juli’
[medeverdachte 10] : ‘Ok zal doorgeven. Gr.’
‘is er al een tijd bekend? Gr.’
Later die dag rond, 19.00-20.00 uur, is de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] nabij de woning van [medeverdachte 10] in de [adres 3] te Nijmegen. [237]
Uit een sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] van 14 juni 2012 blijkt voorts dat zij een afspraak maken voor die dag. [medeverdachte 3] geeft aan dat hij [medeverdachte 10] met spoed moet zien. [238]
Op 7 juli 2012 is er een tapgesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] : [239]
[medeverdachte 2] : “Nou en voor de rest nog nieuws?”
[medeverdachte 5] : “Eigenlijk nog niet, want ik krijg die [aliasnaam 7] maar niet te pakken die is even weg.”
[medeverdachte 2] : “Ja dat weet ik.”
[medeverdachte 5] : “Je weet toch die vriend van ons uit eind. [aliasnaam 1] . Die moet hem eigenlijk dringend hebben, maar die krijgt hem ook niet te pakken.”
[medeverdachte 2] : “Die moet hem dringend hebben. Weet je waarvoor?”
[medeverdachte 5] : “Nee eigenlijk niet. Ik heb afgesproken met ze voor dinsdag dus dan hoor ik het wel.”
[medeverdachte 2] : “Vraag dat in ieder geval want uhh, niks achter de rug om he.”
[medeverdachte 5] : “Nee, nee, doen we zo wie zo niet.”
Op 10 juli 2012 wordt geobserveerd dat [medeverdachte 5] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] samen aan een tafel zaten in Restaria [naam] te Valkenswaard. [240]
Zaaksdossier 2: de invoer van 550 kg cocaïne en de criminele organisatie
( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 9] , [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 8] , [persoon 2] , [persoon 1] en [persoon 4] .)
Op de bij de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 10] inbeslaggenomen BlackBerry
is, voor zover van belang, de volgende emailwisseling van 5 oktober 2012 tussen [medeverdachte 10]
en [medeverdachte 3] aangetroffen [241] :
[medeverdachte 3] De oude firma gaan we niet meer geb
[medeverdachte 3] Hey dit is mn nieuwe bb. Ik heb je gister er zelf een bezorgd. Oude bb is weg. Die was kapot. Dus deze even opslaan in contacten.
[medeverdachte 10] Dag vriend vergeet niet om die fot en nog belangrijker de info van ons eigen want dat moet ik hebben zo snel mogelijk. Gr.
[medeverdachte 3] Wordt vandaag later. Geef je tijd door. Kan je om 1745 uden zijn?
[medeverdachte 3] Ok. Mijn vriend komt usb enz brengen. Jij kent hem wel. Wij zien elkaar maandag voor instructies. Ok? Hij zit in frituur. Alles ontvangen? Ik leg je de usb stick nog uit.
[medeverdachte 10] Ok ja heb hem al gezien dan zie ik je maandag voor uitleggen goie weekend.
Voorts volgt uit een berichtenwisseling in de BlackBerry van [medeverdachte 10] dat er een ontmoeting is tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] op 9 oktober 2012. [242]
Vervolgens is op 15 november 2012 tussen 8.54 uur en 10.18 uur een ontmoeting geobserveerd in de woning van [verdachte] tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] [243] .
Binnen een uur nadat [medeverdachte 5] wegreed bij het huis van [verdachte] vond er bij de [naam] te Son en Breugel een ontmoeting plaats tussen [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] [244] . Tijdens deze ontmoeting bij [naam] is onder meer het volgende besproken [245] :
[medeverdachte 10] Die man, die man, with the stift, begrijp je wat ik bedoel met de stift, tegels, sorry. Die man, wie heeft er daar… mee,.. [aliasnaam 7] .
[verdachte] Ja, ja, ja, moeten poetsen.
[…]
[medeverdachte 3] Vijfhonderd.
[medeverdachte 10] Ja. Niet dat ik.. uh… niet moet bijbetalen.
[…]
[medeverdachte 10] en dan ga ik weg, weg, daarheen. Vijftiende kan je sturen.
[verdachte] Ik zou er scheel op slaan, als het allemaal weer verpest wordt.
Op 14 december 2012 is, voor zover van belang, het volgende OVC-gesprek afgeluisterd in de BMW van [medeverdachte 3] , waarbij het woord enkel wordt gevoerd door [medeverdachte 3] [246] :
“Ik zal jou eens wat vertellen ik geloof helemaal niet dat er een Petje is.. ik denk dat het dat ie wel wat kan.. [aliasnaam 11] kan wel wat maar niet met een petje er bij.. hmm.. nee. Kijk die twee boxen die wij hebben gedaan daar zat geen controle op.. dinges dat was gewoon invoer dus kon dus gewoon doorgaan.. hoeven niet door de scanner niks.. kan gewoon doorgaan.. hij met een verhaal van de twee Paultjes iemand aan de praten.. het is gewoon.. het is gewoon bullshit. Het is gewoon.. Zo werkt het niet.. nee.. zo werkt het namelijk niet nee.. dus wat ik dadelijk aan het doen ben is vrienden van mij gek maken om te betalen omdat Petje ontevreden is omdat er een hele club om Petje heen hangt.. en dat is de case niet dat is de zaak niet nee. Hij moet met Petje praten. Kijk weet je wat die vriend van mij zegt die [aliasnaam 6] zei.. die zegt ja das lekker.. die mensen zijn de enige die verdienen.. is de enige die verdienen.. kijk dat werkt niet.. wordt toch niks.. Apro.. vertel jij hem.. ja.”
Vervolgens is op 30 december 2012 een OVC-gesprek afgeluisterd tussen [medeverdachte 3] en [persoon 2] , in of in de directe nabijheid van de auto van [medeverdachte 3] [247] . Onderweg naar deze ontmoeting vraagt [medeverdachte 3] zich het volgende hardop af:
”Zou [aliasnaam 11] een menselijke fout zijn, wat een mietje. [aliasnaam 11] je bent niet eerlijk.. [aliasnaam 11] jij bent niet eerlijk. Ik maak geen meter meer, die overmaat moeten we nog regelen.
Tijdens dit gesprek met [persoon 2] is, onder meer, het volgende besproken:
[…] [medeverdachte 3] geeft twee flessen champagne aan [persoon 2] om hem alvast gelukkig nieuwjaar te wensen.
[medeverdachte 3] “Ja, hebben we nog geluk mee hoor, dit jaar, maar d’r kan in ieder geval 1 persoon blij gemaakt worden, wie niet blij gemaakt zal worden, want dat zal niet gebeuren denk ik, dat is Petje. Ik ga nou, ik ben aan het wachten. Je moet 1 ding tegen [aliasnaam 11] zeggen, eh.. dat het eigenlijk door [aliasnaam 11] ’s eigen schuld is dat we een beetje ook in de problemen zitten, hij dan met Petje he.. als hij zijn zaken goed had gedaan.. maar goed, dat maakt niks uit, maar dat moet jij maar uit mijn mond tegen hem zeggen.. ik doe mijn best wel hoor.”
[persoon 2] “Ja, wat wij moeten doen nou…”
[medeverdachte 3] “Dit is 2 ton, briefjes van 100, 2 ton.”
[persoon 2] “Kan je misschien morgen die andere geven of niet?”
[medeverdachte 3] “Denk het niet, eerlijk gezegd denk het niet, wordt pas woensdag. Ja, ik kan er niks van zeggen, op het moment dat er bij mij geld binnenkomt.. van morgenvroeg is er bij geld gebracht, dat heb jij nou. Ik heb toch echt een beetje druk gezet hoor, maar morgen weet ik niet, morgen laatste dag van het jaar, het is moeilijk [persoon 2] , het is moeilijk.”
[persoon 2] “Morgen niet en dinsdag ook niet.”
[medeverdachte 3] “Dinsdag januari, nee nooit, 1 januari nooit, nooit. Laten we in ieder geval voor woensdag afspreken, heb ik ook een beetje meer lucht en het is toch afhankelijk van wat de verkoop is, daar is het afhankelijk van. Nou ok in ieder geval, beter iets dan niets voor Petje. Maar [aliasnaam 11] geeft weer niks aan Petje. Je moet slim zijn, moet goed opletten. Maar je tegen [aliasnaam 11] zeggen, [aliasnaam 11] heeft ook een aandeel in dat iets niet heeft gelopen he? En ik vraag ook geen geld van [aliasnaam 11] , snap je? Een beetje, hoe noem je dat, een beetje ja meeleven met een ander moet [aliasnaam 11] ook een beetje doen.”
Voorts blijkt uit opgenomen vertrouwelijke communicatie en afgeluisterde telefoongesprekken dat [medeverdachte 10] van medio december 2012 tot medio januari 2013 in Spanje en de Dominicaanse Republiek heeft verbleven. [248]
Bij het beluisteren van een OVC gesprek op 27 januari 2013 in of naast de Opel Astra
(kenteken [kenteken 4] ) is tussen [medeverdachte 10] en een onbekend gebleven vrouw [249] onder
meer het volgende besproken:
[medeverdachte 10] “Ik moet daar om half elf zijn… Nou, we hebben elkaar een maand niet gezien. Dus zij willen weten wat ik van daarginds voor hen heb meegenomen.”
Op 28 januari 2013 is rond 13.50 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 5] bij de [naam] te [naam] . [250] Beiden rijden erna weg in de Opel Astra van [medeverdachte 10] . Tijdens deze autorit is onder meer (vanaf 13.55 uur) het volgende besproken: [251]
[medeverdachte 10] “Ik was daar toch in ons land”
[medeverdachte 5] “Ik ben al 2, 3 weekenden hier gebleven omdat er van alles weer te doen is.”
[medeverdachte 10] “Ja natuurlijk. Ik contacteer die ouwe met bril , die [aliasnaam 1] .”
(…)
[medeverdachte 10] “Die [aliasnaam 1] heb ik gesproken via dat apparaatje. Dus jij zegt om twee uur. Dan jou om half twee dan kunnen we samen.”
[medeverdachte 5] “Hij weet toch dat ik erbij ben?”
[medeverdachte 10] “nee”
(en vanaf 14.08 uur)
[medeverdachte 10] “Hoe moet die met die papieren. Als alles weg is dan hebben wij geen hoofdpijn, snap je. Dat is voor een keer.”
[medeverdachte 5] “Staat alles wel klaar?”
[medeverdachte 10] “Bijna”
[medeverdachte 5] “Ja maar ze zijn nu allemaal veel aan het verkopen. Ze zitten nu rond de 3, 34.”
[medeverdachte 10] “Lekker”
[medeverdachte 5] “Ja het werd tijd he. Het heeft lang genoeg geduurd. Zoals de laatste keer 29, 28.”
[medeverdachte 10] “Niet normaal he.”
[medeverdachte 5] “Hoofdpijn.”
Op 28 januari 2013 wordt er omstreeks 14.24 een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] in een horecagelegenheid te Uden. Door een van de leden van het observatieteam werd gehoord dat [medeverdachte 3] zei: ”iets verifiëren” en ”moeten we nakijken”. Daarna rijden [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] weer weg in de Opel Astra. [252]
Daarna op 28 januari 2013 (vanaf 15.05 uur) heeft in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 4] een gesprek plaatsgevonden tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 5] [253] . Tijdens dit gesprek is onder meer het volgende besproken:
[medeverdachte 10] Die [aliasnaam 1] is wel goed hoor. Die [aliasnaam 1] .. hij heeft een paar jongens die altijd bij hem. Heb je hem gezien af en toe die donkere jongen. Hij heeft een paar jongens die altijd voor hem klusjes doen en zo.
[medeverdachte 5] Ja
[medeverdachte 10] Die die hebben wel goed met die [aliasnaam 1] .
[medeverdachte 5] Oh maar hij is wel in orde.
[medeverdachte 10] jawel.
[medeverdachte 5] Hij is in orde. Die andere is was nerveus die met die [aliasnaam 8] .
[medeverdachte 10] Die is een beetje para. Maar zulke mensen moet je ook hebben he… Die houden jou ook een beetje eh eh…
[medeverdachte 5] Alert
[medeverdachte 10] Ja alert.
Wij moeten zowiezo zien te krijgen van hun ok.. (ntv) want dan kunnen we goed verdienen.
[medeverdachte 10] Ik heb met die [aliasnaam 1] afgesproken dat ik ook hun deel krijg. Om te verkopen. Dus die krijgen wij ook voor een jongen… als het goed is kunnen wij van tevoren of een paar dagen van te voren die die jongen die Albanees op de hoogte.
[medeverdachte 5] Ja ja die zie ik nou ook geregeld. Die kunnen wij nou alles verkopen voor 33 weet ik zeker.
[medeverdachte 10] Stel je voor dat die [aliasnaam 1] … dat wij aan die [aliasnaam 1] 32 betalen. Dan hebben wij ook aan hun verdiend. […] Plus die andere van daar plus die vijf procent snap je?.
[medeverdachte 5] Ja.
[medeverdachte 10] Dan hebben we leuke winst. Vorige keer was weinig, heel weinig.
[medeverdachte 5] Alle begin is moeilijk
[medeverdachte 10] Ja ja. Dan hebben we die plan van daar gezien dat het kan. En deze kant het ook gezien dat het daar ook kan snap je.
[…]
[medeverdachte 10] [medeverdachte 12]
[medeverdachte 5]
[medeverdachte 10] Maar is die altijd zo geweest of… want normaal gesproken was die gewoon goed.
[medeverdachte 5] Ja nee hij altijd zo geweest.
[medeverdachte 10] Hij wil altijd meer trekken naar zijn kant.
[medeverdachte 5] Ja ja. En ze zijn er nu achter dat die eh.. vaker zo’n dingen gedaan heeft. Daarom is sterk ook niet meer zo blij met hem.
[medeverdachte 10] Dat is niet netjes want je moet altijd eerlijk zijn snap je. Of tenminste iedereen moet verdienen wat die moet verdienen. Niet dat jij gewoon gaat pikken of wat dan ook.
[medeverdachte 5] Iedereen moet hetzelfde.
[medeverdachte 5] Die op de uitkijk staat moet net zoveel krijgen als die wat naar binnen loopt. Vind ik. Want die heb ik net zo hard nodig. Want als die daar niet staat ga ik niet naar binnen.
[medeverdachte 10] Nee plus als problemen gebeuren gaat die dezelfde straf krijgen als die van ons.. jou…
Vanuit Uden, waar [medeverdachte 3] de afspraak met [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] had, rijdt [medeverdachte 3] 28 januari 2013 om 15.00 uur naar [naam] in Valkenswaard, alwaar hij een ontmoeting heeft met [persoon 2] [254] . Tijdens deze ontmoeting is onder andere het volgende besproken: [255] .
[medeverdachte 3] “Ok, ik kan je Bill ophalen en de vraag is of dat het morgen is. […]
Hmm weet je wie ik vandaag gezien heb? [persoon 41] . Ja met hem heb ik gegeten. Nu net, kom ik net vandaan.”
[persoon 2] “Ow?”
[medeverdachte 3] “Die hebben, die zijn ook klaar. Die hebben, drie honderd, in hun handen, stuks. Ze moeten nog twee honderd innen om te krijgen, dit weekend, ze staan in containers, alles klaar, en ze zweren dat ze vertrekken aanstaande week tussen 1 en 7 februari.”
Op 29 januari 2013 treffen [medeverdachte 3] en [persoon 2] elkaar wederom bij restaurant [naam]
in Valkenswaard. Ook [medeverdachte 9] is aanwezig. Het volgende wordt besproken: [256]
[medeverdachte 3] “Hier, maar je komt wel voor 500.. onverstaanbaar.. heb ik verstuurd.”
[persoon 2] “Ja.”
[medeverdachte 3] “We kunnen wel blijven zeuren dat er 300 misschien 300.. Hij zei gisteren wel 320.. onverstaanbaar.. 200 bij hebben, 180.. officieel..”
[persoon 2] “Ja.. moeten we op zoek.”
[medeverdachte 3] “Maar maar maar kijk ook naar 500 of 520 want dat… is vrij stuk dus… uh..”
[medeverdachte 9] “Want?”
[medeverdachte 3] “Maar dat is niet het belangrijkste. Hun zeggen alweer met gemak.. uh.. 12 mei begint zeg maar in juli dat is nu februari he, dat is ook alweer juni, is in januari, afblijven.”
[persoon 2] “Ja?”
[medeverdachte 3] “We hebben geld.”
[medeverdachte 3] “Kijk en hij zei gisteren gewoon… zitten 4200 stuks in de Dom.. jaren op pad. En daarna is nog eens een keer 8 miljoen twintig gulden.”
[…]
[medeverdachte 3] “Nee nee nee nee, niemand praat over Blackberry, niemand praat over de onze.”
In een OVC gesprek gehouden in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 4]
op 30 januari 2013 is door [medeverdachte 10] onder meer (omstreeks 14.02 uur) het volgende
gezegd. [medeverdachte 10] is daarbij onderweg naar een bespreking met [medeverdachte 3] en [verdachte]
en bereidt kennelijk deze bespreking voor: [257]
“Dit hebben zij, pap!... Dit komen wij tekort, pap!.... Dus ik ga nu naar deze man toe, want dat is onze man vandaag, die is net… hierheen gekomen… Hij heb, om die 350… achter mij om 50 erbij gebracht, plus hij is nu… ntv… met andere mensen om de tafel… Maar ik wil zo snel mogelijk dus ik moet naar deze man… Met hem om de tafel komen, dat hij gewoon die 150 die ik tekort kom erbij gooit.. klaar! Dan moet ik daar naartoe gaan… Hij kan het niet eerder dan na het weekend doen… veel tijd. Het moet van mij deze week afgerond zijn… Klaar!... Snappie?!... “
Uit de vergelijking van de peilbakengegevens van de Opel Astra van [medeverdachte 10] , de VW Polo [kenteken 8] in gebruik bij [medeverdachte 3] en de Audi A6 [kenteken 5] in gebruik bij [verdachte] is af te leiden dat er die dag rond 14.30 uur een ontmoeting is geweest tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] op de Leeuweriksweg te Uden en dat vervolgens [medeverdachte 10] bij [medeverdachte 3] in de auto is gestapt en dat ze in de VW Polo van [medeverdachte 3] naar de Kornetstraat te Uden zijn gereden, alwaar een ontmoeting heeft plaatsgevonden met [verdachte] . [258]
Later die dag (omstreeks 18.55 uur), voeren [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] , in de Opel Astra een gesprek, waarbij onder meer het volgende wordt besproken: [259]
[medeverdachte 3] “Je moet die man een ding zeggen want we hebben er nog even over zitten praten… met die 500… ik wil echt niet moeilijk doen… maar als het zo is dat we… dat hij er bijvoorbeeld maar 350 doet…“
[medeverdachte 10] “Nee nee nee ik…”
[medeverdachte 3] “Of dat er iets gebeurt waardoor dat er toch…”
[medeverdachte 10] “Nee neen nee.”
[medeverdachte 3] “Dan willen we gewoon op basis van 500 25%. Dat is gewoon een extra waarschuwing van doe het goed.”
[medeverdachte 10] “Nee ik heb dit heb ik allang gezegd.”
[medeverdachte 3] “Ok ok ok.”
[medeverdachte 10] “Dat wat je nu zegt heb ik al lang gezegd. Doe er vijf want zij rekenen toch van vijf…”
[…]
[medeverdachte 3] “Je moet echt 500, […]…
Ja ja ja maar weet je wat je doet je gaat eerst naar daar. Je doet afspraken maken wat je doet en je komt terug, toch?”
[medeverdachte 10] “Ja ja”
[medeverdachte 3] “Je komt hier terug”
[medeverdachte 10] “Maandag ben ik terug. Maandag spreken, zitten we gewoon weer met koffie te drinken.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] is een bericht van [medeverdachte 3] van 30 januari 2013 aangetroffen waarin [medeverdachte 3] [medeverdachte 10] een goede reis wenst. [medeverdachte 10] bericht terug: ‘Mandaag of uitstelijk dinsdag maar ik neem bb mee om je op de hoogte te houden’. [260]
Op 6 februari 2013 is een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 10]
bij ’ [naam] te Uden [261] , waarbij onder andere het volgende is besproken [262] :
[medeverdachte 10] “Woensdag komt ie aan..”
[…]
[medeverdachte 3] “Dus 26, tussen 26ste en 27ste .. want dat zal misschien wel lukken…”
[…]
[verdachte] “Petje nog gesproken..”
[medeverdachte 3] “Petje is terug. Daarvoor.. met Petje besproken, klopt.”
[…]
[medeverdachte 3] “Het spul op zich, is mooi.”
[medeverdachte 10] “Meer kunnen we niet zeggen. Ze willen niet geloven dat Petje problemen geeft.”
[…]
[medeverdachte 3] “(…) [bedrijf 2] ”
[…]
[medeverdachte 3] “Ik zeg jou, bijvoorbeeld, goed is goed met 750 kilo, exact.”
[verdachte] “Ja maar wij vragen hun 100.”
[medeverdachte 3] “Dan maar 55.”
[medeverdachte 10] “Besteld.”
[verdachte] “Dan nog, die hou maar. Wat is er niet zoveel dan?”
[medeverdachte 3] “Is heel veel.”
[medeverdachte 10] “Kan er moeilijk tussenuit.”
[medeverdachte 3] “Inderdaad.”
[…]
[medeverdachte 3] “Dat ie nog, ja, oke. Ik moet het geloven, als proef uit, uit, volgens mij Peru. Hebben vier gedaan, deze week?”
[medeverdachte 3] “Klanten willen doen, heel veel willen dan wit..”
[…]
[verdachte] “Als jullie man, het is maar een voorstel… maar andere dingen, … cocaïne.”
[…]
[medeverdachte 10] “Maar ik denk dat het gewoon, bankroet.. [medeverdachte 7] .”
[medeverdachte 3] “Ja”
[medeverdachte 10] “Daarna…, is een tegel verdwenen…”
[medeverdachte 3] “In de tegel zit coke.”
[medeverdachte 10] “Bananen… die komt nog.”
[medeverdachte 3] “Ja”
[…]
[medeverdachte 10] “… containers.”
[medeverdachte 3] “Het is die [persoon 2] die zegt ook hoe moeilijk met fruit, ik heb fruit, vis, dus jullie wat er in kan, kan mee.”
[…]
[medeverdachte 10] “500… 500..”
[medeverdachte 3] “Met 500 1% en niet meer vragen.”
[medeverdachte 10] “Doe ik niet 500%”
[medeverdachte 3] “Die moet je delen door een half procent.”
[medeverdachte 10] “Jaa, oke. Jaa, oke.”
[medeverdachte 3] “Nu heb je 1%, dat is 100 stuks. 560 zo’n 600 kilo coke. Want anders heb je rond de 500 stuks, onze kant op.”
[medeverdachte 10] “Ja, oke”
[medeverdachte 3] “Die jij doet, die koopt jou.. leverancier kan niet meer stoppen nou.. Oom, oom, je oom jij hebt liever samen, dus die is eruit, die hebben de…”
[…]
[medeverdachte 10] “Ik denk, ik ben baan bij zetten, ik één keer in de coke.”
Op 11 februari 2013 zit [medeverdachte 10] tussen ongeveer 13.00 en 13.45 uur in de Opel Astra met het kenteken [kenteken 4] . Hij praat waarschijnlijk hardop in zichzelf: [263]
“Wat ik doe bij ons, zij zetten alleen bij ons, dus wij honderd, drie honderd vijftig plus vijftig is vierhonderd.
Die oude man zegt… ga om tafel met jou mensen. Zeg maar tegen hem hebben alleen vierhonderd. Als ze mee akkoord gaan doen wij vierhonderd minimaal want wij hebben nog een week… dan de tijd om misschien toch die vijfhonderd te doen.
Tot dat tot dat die ding vertrekt. Als die ding vertrekt met vierhonderd hebben we… hebben jullie dan als jullie mee akkoord gaan groen licht gegeven voor minimaal vier in plaats van vijf. Maar het kan de vijf komen want hebben nog niet de tijd voor dat die ding vertrekt om om wat nog meer te verzamelen. Maar hij gaat niet meer… Hij zegt van jongens ik heb al vier dinges gedaan. Ik heb met mensen gepraat… normaal gesproken doe ik om jullie toch vijf te doen maar het is.. mij… met deze vrienden lastig om te lastig. Poging niet gelukt wij hebben… zij hebben ook hun eigen dinges dus ik ga niet meer met mensen praten. Als jullie mee akkoord gaan met die vier doen we anders ja. Ja dan moeten we gewoon kappen.”
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 4] van [medeverdachte 10] en de BMW [kenteken 7] van [medeverdachte 3] blijkt dat deze auto’s op 11 februari 2013 tussen ongeveer 13.45 uur en 15.15 uur aanwezig zijn in de omgeving van de Markt te Sint Oedenrode. [264] Hieruit leidt de rechtbank af dat er een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] en dat [medeverdachte 10] op weg daar naar toe in zijn auto het gesprek heeft voorbereid.
Uit de peilbakengegevens van de BMW [kenteken 7] van [medeverdachte 3] blijkt dat dit voertuig op 12 februari 2013 omstreeks 14.48 uur stilstond op de Nieuwstraat te Best in de omgeving van ‘ [naam] ’. Uit onderzoek van de camerabeelden van deze snackbar bleek dat [medeverdachte 3] en [verdachte] elkaar daar om 14.50 uur ontmoeten en omstreeks 15.06 uur samen weggingen. [265]
Uit de zendmastgegevens van de BlackBerry van [medeverdachte 3] blijkt dat deze op 12 februari 2013 om 15.22 uur een zendmast in Best aanstraalde en meteen daarna en om 16.45 een zendmast in Sint Oedenrode en om 16.45 uur weer een zendmast te Best. Om 16.47 uur vertrok de BMW [kenteken 7] van [medeverdachte 3] uit Best. [266]
De Opel Astra [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 10] is op 12 februari tussen 15.41 en 16.35 uur in de omgeving van de Markt te Sint Oedenrode. [267]
Uit het voorstaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 3] en [verdachte] na hun bespreking in de snackbar in de auto van [verdachte] naar Sint Oedenrode zijn gereden en aldaar [medeverdachte 10] hebben ontmoet.
Op 15 februari 2013 wordt wederom een ontmoeting tussen [medeverdachte 10] , [verdachte] en [medeverdachte 3] geobserveerd. [268]
Op 16 februari 2013 wordt in de haven van Antwerpen een partij van 3.000 kilogram hasjiesj in beslag genomen. Deze hasjiesj zat verstopt in een container met als deklading handdoeken en was bestemd voor het bedrijf [bedrijf 8] . [bedrijf 8] had [bedrijf 6] met als zaakvoerder [persoon 4] gevolmachtigd voor alle formaliteiten met betrekking tot de aankomst en levering van goederen. Op 19 februari 2013 wordt bekend dat de container niet wordt vrijgegeven. [269]
Op 20 februari 2013 ontmoeten [medeverdachte 3] , [persoon 1] en [persoon 2] elkaar bij Hotel Golden Tulip [naam] , waar zij onder andere het volgende met elkaar bespreken [270] :
[…]
[medeverdachte 3] “Petje is zijn batch afgenomen. Je kan het er niet meer inkletsen zoals je
vroeger deed.
[…]
[persoon 1] “En. Ik heb gezegd, weet je wat, doe al het mogelijke forceren, weet je. Doe gissingen voor coke uit. Uh.. hij is rechtstreeks naar de kade gegaan en hoofdkwartier, hoofdkwartier. Hij zegt: “Hey man, het is al de 2e keer dat je zit te hameren op die container en te zeuren over”, hij is daar dus ambtenaar he, hij zegt: “Ja, hij kon het wel weten”, hij zegt “maar ik weet niet verder wat er gezegd is geweest weet ik niet”.
Uh.. het zou niet goed afgelopen hebben want anders hebben ze, zouden ze de Federale zo ver weggelopen bij ondervragen, eigenlijk nog niet gehoord, niet gezien.”
[medeverdachte 3] “Bij jou, jou Petje stond die dus ingelogd zeg maar?”
[persoon 1] “Ja”
[medeverdachte 3] “Die is ondervraagd, vandaag?”
[persoon 1] “Ja.”
[medeverdachte 3] “Maar hij staat daar… Hij staat in, hij staat in beschermd gebied, waar ik niet bij kan zelf? Daar staat ie?”
[persoon 1] “Ja spijtig.”
[medeverdachte 3] “En hij is inmiddels gecontroleerd en hij is leeg? Ik ga er mee kappen.”
[persoon 1] “Vandaag, ja, ja”
[medeverdachte 3] “Dus hij is verdacht? Maar die zijn verdacht? Zou hij intussen al met die fruit.. met de box?”
[persoon 1] “Welke rij heb jij over nou? Tomaten, die box openmaken?”
[medeverdachte 3] “Dan vraagt ie…”
[persoon 1] “Hoofddouane?”
[medeverdachte 3] “Gaat die hoofddouanier, die zitten, die zeggen: ‘Hey hier zit een collega van mij en die vraagt naar die box waar ze onderzoek op doen.. net zoals ons”.”
[persoon 1] “Die die, die zal alle stukjes niet doorvertellen of wel?”
[medeverdachte 3] “Gaat ie dat zeggen?”
[persoon 1] “Want zij ondervragen alleen, en dan halen ze er nog een, wacht even ze zijn altijd met twee.. “
[medeverdachte 3] “Links en rechts halen ze erbij dus alles zelf informeren naar die box. Ja, Petje zit bij de baas liever niet. Die baas vindt dat raar. Gaat die baas dat doen, echt? Hier zit een douanier en vraagt altijd naar die box, kom.. eens voor.”
[persoon 1] “Waarom moet dat? Dat hij vorig jaar vier, vier containers, acht containers in zijn gebied heeft gehad. Veel gehad, vier, heeft niets met die te maken.”
[medeverdachte 3] “Heeft dat met deze route iets te maken?”
[persoon 1] “Nee nee nee..”
[…]
[medeverdachte 3] “Dus Petje is besmet?”
[persoon 1] “Daarom hebben ze die badge ook afgenomen, hij mag zijn dienst nog doen. Daarom gaan wij ook verder via mijn.. uh.. bronnen, weet je.”
[medeverdachte 3] “Wat we hieruit leren is… dat we hieruit leren is één. De douanier die in het systeem niet kan, het systeem laat jou niet zien dat we serieus in de problemen komen.”
[persoon 1] “Nee, en besmet lekken, en weg.”
[medeverdachte 3] “Nog 19 avonden bedoel ik.. uh..”
[persoon 1] “Ja, want het werkt niet.. enne.. vroeger toen.. uh.. Petje lieten ze rechtstreeks weten dat de positie, […]. Dat klopte zij in. Hij tikte een code in en hij zei: “oh shit… hey een alarm, ja oke zullen we oplossen”, maar daaruit sinds dat ze zijn badge afgekomen hebben, gingen Petje zeggen dat hij niet in het systeem mag.”
[…]
[medeverdachte 3] “Ja. Weet je, weet je wat je je zelf nou moet afvragen met dat gedoe, heeft voor jou Petje nog waarde?”
[persoon 1] “Nu?”
[medeverdachte 3] “Ja.”
[persoon 1] “Vandaag wat er gebeurd is dat..?”
[medeverdachte 3] “Heeft hij je.. heeft hij vanaf nu nog waarde?”
[persoon 1] “Ik heb mijn uh… Mijn twijfels. Zijn advies kan ik gebruiken. Maar intern daar kan ik.. uh.. er niet bij, nee, als ik eerlijk mag zijn niet nee, maar waarom, daarvan was de vraag, als hij vandaag niet.. uh.. was vernomen dan had ik nog.. uh.. Dan had ik gezegd, het is goed, we kunnen nog verder. Maar wat vandaag gebeurd is, met die bevraging, natuurlijk niet, echt niet wat er gezegd is, is er niet gezegd. Ik weet niet wat er gezegd is geweest. Ik heb hem nog niet kunnen zien dus, hetzelfde.”
[persoon 1] “En als ie niet meer blijft alleen.. uh.. die die nieuwe contact, als.. uh.. van waar komt die?”
[medeverdachte 3] “Het winkeltje.”
[persoon 1] “Uit Engel...”
[medeverdachte 3] “Zak pillen. Wat gebeurt er nu, als dit verkeerd gaat.. strepen trekken. We moeten iets gaan doen, die het van te voren weg kunnen zetten.”
[persoon 1] “Kijk, wat ik ga doen is.. uh.. zo ie zo niet.. uh.”
[medeverdachte 3] “Oke, termijn op.. met dat spul op korte termijn of niet. Ik weet dat niet, jij moet, jij moet het weten.”
[persoon 1] “Uh… in welke richting, dat ik weet dat het schip er aan komt en de container kost, hij moet weten.. uh.. staat er code aan ja of nee maar niet altijd. Soms gebeurt het weleens dat ze niet doorgeven dat daar een code.. uh.. alarm op zit.. uh.. om te kunnen weten.. uh.. dat ie, hij speelt overal ja of nee, zoals het is, in deze situatie. Dus uh.. zij zagen [bedrijf 7] heeft de bevoegdheid om in het systeem te komen.”
[medeverdachte 3] “Waarom?”
[persoon 1] “Ze moeten het weten.”
[medeverdachte 3] “Hebben die dezelfde bevoegdheden om in het systeem te komen als gewoon of uh..?”
[persoon 1] “Tot op bepaalde.. uh… kun je gewoon.. ja.”
[medeverdachte 3] “Oke, dus niet.. dus dat alarm zien ze niet?”
[persoon 1] “Jawel hoor, dat zien ze wel, ja ja.”
[medeverdachte 3] “Zien ze dat wel?”
[persoon 1] “Ja, dat zien ze. Maar dieper kunnen ze niet.”
[medeverdachte 3] “Dat is heel wat waard. Dat je van te voren weet van, of.. uh..”
[persoon 1] “Ja.”
[…]
[persoon 1] “…pikken eruit ja, door de scan. En de douane kijkt naar de.. eh.. herkomst. Daarom had ik ook tegen jou gezegd, bouw en textiel, niks anders.”
[medeverdachte 3] “Dus jij zegt, doordat Petje niet meer in het systeem kom, konden we eigenlijk sowieso niet weten of het wel of niet is want…”
[persoon 1] “Later heeft Petje zo, oke rijken, maar of fruit ook niet.”
[medeverdachte 3] “Maar wie heeft die door de scan gedaan dan? Want Petje had geen badge meer op toen.”
[persoon 1] “ [bedrijf 7] heeft gewoon toegestemd”
Naljet “Daar gaat [bedrijf 7] toch niet over?”
[persoon 1] “Jawel, [bedrijf 7] heeft een mening. De [bedrijf 7] geeft de opdracht aan de douane om door de scan te gaan.”
[medeverdachte 3] “ [bedrijf 7] ook?”
[persoon 1] “Ja zij hebben verschillende functies. Het is geen klein bedrijfje.”
[medeverdachte 3] “Ja, [bedrijf 7] , maar jij zei dat petje het door de scan had gehaald.”
[persoon 1] “Petje mag niet bij de scanning noch de fysieke scanning staan. Maar hij heeft gezegd tegen [bedrijf 7] laat hem even door de scanner gaan.”
[medeverdachte 3] “Maar?”
[persoon 1] “Toen bummerde hij een of twee keer. Als het door de scanning gaat en het is proper is de kans miniem dat de volgende door de scanning mag of moet. Dat ze hem gewoon door laten gaan.”
[medeverdachte 3] “Hij is [bedrijf 7] dus belangrijker. Veel belangrijker als heel die Petje.”
[persoon 1] “Maar dat is outside. Inside heb ik nog iemand nodig. En daar heb ik volgende week dinsdag een afspraak over.”
[medeverdachte 3] “Wat bedoel je?”
[persoon 1] “Wat ik bedoel, hij, die man heeft, is de hoofd van de.. uh.. hij beveelt aan de.. uh.. Mammoetdrijvers. Kijk, Mammoet die containers pikt met kranen. Ken je dat die kranen?”
[medeverdachte 3] “Ja, ja ja, ja.”
[persoon 1] “Hij is de baas van heel die drijvers. Hij ken ene.. van de douane. Hij kent iemand, die de positie heeft. En die jongen moet ik hebben. Ik moet altijd via via.”
[…]
[medeverdachte 3] “Toen die Dominicanen afleverden toen die keer, weet je nog?”
[persoon 1] “Ja”
[medeverdachte 3] “Op uh.. [bedrijf 5] waar ik een hekel aan heb.”
[persoon 1] “Maar dat was ook een fysieke, dat was ook een fysieke scan. Heb ik eruit gehaald.”
[persoon 2] “Ja. Daar is het leeg in gegaan. Leeg in gegaan. Het is er niet vol in gegaan, maar leeg. Jullie hebben [bedrijf 5] leeg de fysieke in laten gaan… [bedrijf 5] .”
[medeverdachte 3] “Jawel. Ja. [bedrijf 5] .”
[persoon 2] “Dus, er is, iets een.. uh.. tegels.”
[persoon 1] “Oh, ja ja ja, de, de partij, klopt, de partij tegels, dat klopt, dat klopt.”
[medeverdachte 3] “Dat gaat nu weer gebeuren. Wat gebeurt er nu, als die weer naar de fysieke scan moet. Wat gebeurt er dan met… in deze situatie? Of 2, 3 weken dat die een keer aankomt?”
[persoon 1] “Dan denk ik, dan moet ik zien wat ik kan doen. Wat nu, uh, die container laten wegzetten.. uh.. want die mammoet-werkers die uh.. ik noem dat Mammoetleiders. We gaan even die op locatie zetten waar ze, waar dat er weinig.. uh.. toezicht op is.”
[medeverdachte 3] “Godverdomme dinsdag, het gaat schieten worden. Die gaan nu vertrekken. Ik wil niet, ik wil niet.. uh.. ik wil geen problemen met de Dominicanen. Ik wil dat het goed gegaan of niet doen.”
[…]
[medeverdachte 3] “Wat staat er. Oh, mag ik even storen? Wat staat er op die documenten van [X] ? Dat is wel belangrijk wat daar op staat. Dat weet je niet, dat kan je niet weten.”
[…]
[medeverdachte 3] “Denk even heel goed na want ik kan dit ook een paar weken uitstellen. Moet dat wel een beetje uitleggen, maar ik kan dat wel. Ik wil namelijk niet dat ze iets sturen. Ja, kan hij hun niet meer uit de voeten, ja, dat wou ik zeggen die shit. Dan zeggen ze tegen mij, wij verwijten jou dat jij ons hebt laten gaan terwijl jouw verhaal niet klopte of veranderd is.”
[persoon 1] “Nee, nee. Hoe lang duurt het, twee weken van daar naar hier?”
[medeverdachte 3] “12 dagen. Zeg, twee weken.”
[persoon 1] “Weten we wanneer.. contact?”
[medeverdachte 3] “Dadelijk weekend. Het kan goed zijn, als ze zeggen we staan op schema, dat ze de boot geboekt hebben, container aanwezig is, de lading hebben ze bewezen, die hebben ze, dat doen ze zo prachtig die tegels.”
[persoon 1] “Stel het anders.. uh.. een week ofzo tien dagen uit. Ik meen het serieus dan heb ik meer tijd om een beetje.. uh.. reorganisatie.”
[medeverdachte 3] “Nou weet je wat het enige positieve is, als we tenminste terug kunnen zenden. Je hebt één grote kostenpost heb je niet meer, Petje.”
[…]
[medeverdachte 3] “Nou weet je wat ik wel wil. Ik zeg wel tegen [persoon 13] wacht maar ff een week, er is iets aan de hand, wacht maar effe een week doe maar volgende week, of ik stel het effe uit. Ik durf niet zo, hoe het nu is, hoe de situatie nu is. Dan heeft ie volgende week een afspraak met iemand anders, dat wordt dan heel, dan wordt het een ander systeem, dat is ook een systeem, maar dan moet het dus zo’n systeem, hij, dan kom je niet meer terug, een soort stelen. Ik zei toch, dat kunnen we doen.”
Op 25 februari 2013 wordt [medeverdachte 2] door [medeverdachte 5] in een OVC gesprek bijgepraat: [271]
[medeverdachte 5] : “Ik heb die dinge nog gezien. De drie Musketiers samen. Die [aliasnaam 7] , die met dit [aliasnaam 8] en die andere. Het is voor 2 tot 3 weken opgeschoven.”
[medeverdachte 2] : “Wat is dat toch allemaal?”
[medeverdachte 5] : “Dat heeft zijn redenen en dat is goed dat dat is opgedoekt.”
[medeverdachte 2] : “Het kan wel nog opgeschoven worden? Ja ik dacht dat dat, eh, dat dat al goed was.:
[medeverdachte 5] : “Nee, nee ja dat was wel allemaal wel goed maar we moesten op oke wachten en dat werd niet gegeven door hun. Ja die [aliasnaam 7] was al klaar maar hun, die andere niet.”
[medeverdachte 2] : “Oh, ligt het nou aan ons.”
[medeverdachte 5] “Ja.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] is een bericht aan [medeverdachte 3] aangetroffen van 27 februari 2013: ‘Sorry had bb niet bij me. Moet je me nu meteen zien anders woordt moelijk en ik weet het niet of nog tijd is kut’. [272]
Op 28 februari 2013 heeft vanaf omstreeks 13.38 uur in of direct naast de Skoda met het kenteken [kenteken 6] tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] een gesprek plaatsgevonden, waarin onder meer het volgende is besproken: [273]
[medeverdachte 10] “En hij, jij zal ook sowieso zeggen, dat hun moeten ook die kosten van hun dragen dit, dit…”
[medeverdachte 5] “Jonge, jonge jonge, dus hun zeggen niet sturen?”
[medeverdachte 10] “Nee… Stop maar, stop maar, ja hoe kan ik dit nu stoppen? Die ding is binnen.”
[medeverdachte 5] “Staat klaar ja, ja ja dat is simpel.
Ze wisten het ook, het weekend staat voor de deur ouwhoer.”
[medeverdachte 10] “Ja maar is toch, is toch klote ma, elke keer, kies… op het laatste moment ook nog. Want als je dat tegen mij zegt een week geleden. Vriend…
Dan kan ik misschien wel wat doen. Dan kon ik die namen wisselen, wisselen. Dan zeg ik gewoon, ga ik gewoon naar die bedrijf zeg ik: “kijk ik ben.. ik heb een fouten gemaakt, heb ik jou de verkeerde naam gegeven, hier.
Mijn oom en die man daar, die zijn naar die bedrijf gegaan om te vragen of het nog mogelijk was om die naam te vervangen. Die man zegt: “dat kan ik wel proberen, dat gaat mij niet lukken”. Kijk als ik dat doen….
Dat is vreemd, dan gaan ze mij elke keer dat ik ga te sturen daar, gaan ze ons extra controleren en es ook rooit punt zetten hier.
Snap je? Dus die man zegt als ik dat doet, komen jullie echt nooit daar binnen. Want ze gaan vanaf hier met een rooie punt altijd zetten. Ik heb tegen die [aliasnaam 1] gezegd.
En hij geeft mij gewoon hetzelfde bedrijf dat hij aan die mensen ook geeft. Dat is ook klote he.
Ik heb tegen die [aliasnaam 1] gisteren gezegd: Kijk die man is pissig, die man is boos.
Die man begint een beetje te twijfelen nou, of hij die ding moet sturen. Want vorige week kom ik hem schrikken met ehh: onze mensen hebben problemen misschien.
Hij schrok van. Ik zeg: nee, nee, maar rustig, er is niks aan de hand je houdt het, je moet alleen een tot twee weken wachten. Hij zegt: ik kan niet langer dan een week maken. Moet ik dan 6000 euro, 6000 dollar betalen. Vind ik niet erg, maar als hij dan zegt ‘een week’, kan niet niet langer.”
“Ik maak hem blij. Ik zeg tegen hem jij jij mag gewoon in deze weekend. En dan kom ik gisteren met dit!”
[medeverdachte 5] “Ja, dan kan niet.
Dan vraag ik me af wat nou weer aan de hand is.
Die man heeft problemen, maar wat voor problemen?”
[medeverdachte 10] “Die directeur”
Er is een soort ‘klap-geluid’ te horen.
[medeverdachte 5] “Opgepakt?”
[medeverdachte 10] “Ja naar het bureau gebracht. Dus er moet een verband zijn.
Want dat is toch een grote toeval dat toch die directeur dat ons…. Terwijl jullie dit probleem, dan komen wij ook in problemen. Dus, dat jij.. hij had gebruikt dit bedrijf voor ons allebei. Em dát moet hij zeker niet doen. Hij had mij gewoon een klote bedrijf kunnen geven, maakt mij niet ui, maar niet dezelfde als…
Want het is wat ik tegen hem ben blijven zeggen: elke keer… jullie doen dit… Ik zeg je, voordat ik al onderweg ben. En dan gebeurt er iets met dit. En dan?
Jij geeft mij dezelfde bedrijf die naar de klote gaat. En toevallig, gelukkig, dank god is het gebeurd, twee dagen voordat ik… Nou ja stel je voor dat hun geheim houden dan kom, dan komen we niet achter. Tot volgende week bijvoorbeeld, dan is die ding al lang weg.. hebben wij een groot probleem hier.
En ik weet niet of die [aliasnaam 1] en die andere genoeg krachtig zijn om dit te gaan betalen.”
[medeverdachte 5] “Hun kunnen wel toveren…”
[medeverdachte 10] “Mijn oom die verliest zeker, die andere zwarte jongen verliest zeker, want die hadden natuurlijk geboekt.
Die hadden tickets geboekt voor woensdag.”
[medeverdachte 5] “Die wilden met die B-M-L komen.
Die wilden natuurlijk met die Bill komen”
[medeverdachte 10] “Ja daarom die dinges vertrekt morgen, zondag is die dicht. Maandag of dinsdag hebben hun de de bill… hadden ze voor woensdag geboekt.
En zou hebben zij ook twee tickets daar ook, voor hierheen. Hun denken van ehhh zomaar zomaar…”
[medeverdachte 10] “Die die [verdachte] ook. Maar dat is alleen maar gillende stress dat die mensen lopen man.
En ik loop ook maar te stressen, want ik, ik moet dan…”
[medeverdachte 5] “Ja ja”
[medeverdachte 10] “Aan… aan die [aliasnaam 1] en dan aan die man daar ook.”
[medeverdachte 5] “Hmm hmm”
[medeverdachte 10] “Word gek man… […] hij geeft mij nu een nieuwe dinges.”
[medeverdachte 5] “Ja”
[medeverdachte 10] “Maar hij moet ook die papieren geven voor een nieuwe bestelling… anders doen… doet die man dat niet meer.”
[medeverdachte 5] “Ja”
[medeverdachte 10] “Die man zegt van ehhhh “weet je wat, weet je wat wij doen het is HUN fouten want daar heb ik al twee keer voor betaald. Ik heb nog niet, geen cent gezien van de tegels”
[medeverdachte 5] “Ja”
[medeverdachte 10] “Dus ik had hem klote tegels ntv… hij is boos, hij was boos he”
[medeverdachte 5] “Ja ja”
[medeverdachte 10] “Als hun willen dat doen, ik zet die dingen… hun zetten die tegels…. Laten hun…. Laat zien dat hun graag willen.
Ik kan niet nee tegen hem zeggen , want het is niet zijn fout geweest. Hij is klaar, hij is kant en klaar.
Ik zeg tegen hem: ja oke, ik zal tegen hun hier zeggen dat zij moeten die kosten betalen voor een nieuwe bestelling en mij een nieuwe bedrijf geven. Dan kunnen wij misschien volgende week of week weken vo.. hooguit vertrekken.”
[medeverdachte 10] “En jij? Wat wou jij dan vertellen dan? Jij wou mij zien vandaag toch?”
[medeverdachte 5] “Ja, ehh, omdat er ehh meerdere opties zijn …, met ehhh [medeverdachte 2] .”
[medeverdachte 10] “Dat moeten wij hebben nou, want die [aliasnaam 1] is een beetje nou….”
Vervolgens werd op 28 februari 2013 omstreeks 14.07 uur door leden van een observatieteam gezien dat [medeverdachte 10] en [medeverdachte 5] Restaria [naam] in Valkenswaard binnen liepen en deze horecagelegenheid omstreeks 14.13 uur weer verlieten. Vervolgens werd gezien dat [medeverdachte 3] met zijn auto naast de auto van [medeverdachte 5] stopte en dat de drie verdachten contact met elkaar hadden. Hierna stapten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] in de auto van [medeverdachte 5] en reden weg achter [medeverdachte 3] aan. Omstreeks 14.26 uur werd gezien dat de drie verdachten samen een horecagelegenheid genaamd ‘ [naam] ’, te Valkenswaard binnenliepen. [274]
Na deze ontmoeting werd wederom vertrouwelijke communicatie opgenomen tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] in de auto van [medeverdachte 5] . [275]
[medeverdachte 10] : “Ja, die [aliasnaam 1] baalt ook he?
Die moet nu tikken.”
[medeverdachte 5] “Nou ik heb geen problemen om delen wat jij zegt.
Hij is het niet schuld
Maar wij zijn blij dat hij het op tijd heeft kunnen vertellen, he.”
[medeverdachte 10] “En ook dat hij bereid is om toch die papieren te geven.”
[medeverdachte 5] “Ja hij gelooft er gewoon in en en”
[medeverdachte 10] “Ja hij weet dat het niet onze fout is en dat …. Dat eigenlijk een klote verhaal is. Dat het aan hem zijn kant zit. Niet in onze kant. Dat is aan hem. Wij zijn klaar.”
[medeverdachte 5] “Precies.”
[medeverdachte 10] “Ik hoop dat [medeverdachte 2] dit jaar nog…”
[medeverdachte 5] “Ja, ik hoop dat hij heel blij is als ik hem effe via Skype zeg, ik heb een ticket voor je geboekt. Dan gaan we eerst effe feesten.”
[medeverdachte 10] “Ja ja, dat gaan we zeker met die doen.”
Uit de gang van zaken vanaf 19 februari 2013 blijkt dat er onrust ontstaat nadat bekend wordt dat de container met 3.000 kg hasj geadresseerd aan [bedrijf 8] niet wordt vrijgegeven. Kennelijk was voor een klaarstaand transport cocaïne met travertin tegels als deklading ook [bedrijf 8] als ontvangend bedrijf gebruikt. Omdat het risico op ontdekking te groot is, besluit [medeverdachte 3] eerst het transport uit te stellen en daarna om het helemaal af te blazen. Hij neemt de kosten hiervan voor zijn rekening omdat de fout aan zijn kant lag.
Uit onderzoek in de Dominicaanse Republiek is gebleken dat de eerder genoemde persoon die zich ‘ [persoon 3] ’ noemde eind februari 2013 een bestelling plaatste van 600 m2 travertin tegels bij het bedrijf [bedrijf 9] te San Cristobal. [bedrijf 9] plaatste deze bestelling vervolgens op dinsdag 26 februari 2013 bij het bedrijf [bedrijf 4] De ontvanger van de bestelling bleek te zijn:
[bedrijf 10] bvba
[adres 6] , 2018 Antwerpen
Tel: [telefoonnummer] .
Deze bestelling was geladen in een container met het nummer SUDU-149606-5. Deze container werd op vrijdag 1 maart 2013 vanuit het bedrijf [bedrijf 4] verstuurd naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek).
Zaakvoerder van [bedrijf 10] was [persoon 14] . Hij woonde samen met [persoon 15] . [persoon 15] was zaakvoerder van [bedrijf 8] . Dit bedrijf was gebruikt voor de invoering van de 3.000 kilogram hasj. Beide zaakvoerders verklaarden dat zij hun bedrijven voor 2.000 euro hadden verkocht aan [persoon 16] , maar dat de statuten nooit werden aangepast. Deze [persoon 16] verklaarde dat hij had bemiddeld tussen [persoon 2] en deze bedrijven. [bedrijf 8] en [bedrijf 10] bvba waren op deze wijze overgenomen door [persoon 2] .
[bedrijf 10] is op 6 februari 2013 stopgezet wegens een faillissement. [276]
Uit de informatie afkomstig van de Dominicaanse Republiek bleek dat er problemen waren ontstaan met het ontvangende bedrijf. Uit een verstrekte email van 1 maart 2013 van een Dominicaanse expediteur naar het bedrijf [bedrijf 9] , bleek dat er iets niet klopte met de code en dat er derhalve niet tot inscheping kon worden overgegaan. Vervolgens bleek uit een email van 4 maart 2013 tussen [bedrijf 9] en de Dominicaanse expediteur dat het ontvangende bedrijf moest worden gewijzigd in:
[bedrijf 6]
[adres 7] , 2000 Antwerpen
[telefoonnummer]
Email:
[email-adres 1]
Dit emailadres was in gebruik bij [persoon 4] . [277]
Deze container SUDU-149606-5 is op 10 maart 2013 in Caucedo aan boort van ‘ [naam schip 1] geladen. Dit schip kwam op 26 maart 2013 aan in de haven van Antwerpen. [278]
Op 4 maart 2013 omstreeks 12.21 uur wordt er een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] in Hotel [naam] te Valkenswaard. Gehoord wordt dat [medeverdachte 3] zegt: ”Ik heb geen geheimen” ”ij maar achter mij aan”. Omstreeks 12.54 wordt gezien dat beiden het hotel verlaten en achter elkaar aan naar ’ [naam] te Valkenswaard rijden. Gezien wordt dat [persoon 2] daar ook op de parkeerplaats is. [medeverdachte 3] , [persoon 2] en [medeverdachte 10] lopen gezamenlijk naar binnen. Omstreeks 13.17 uur wordt gezien dat [medeverdachte 3] en [persoon 2] alleen aan een tafel zitten. Vervolgens staat [medeverdachte 3] omstreeks 13.32 uur op van tafel en omstreeks 13.34 uur neemt hij, in het gezelschap van [medeverdachte 10] , wederom plaats aan de tafel bij [persoon 2] , Omstreeks 13.52 uur komt [medeverdachte 9] er bij zitten. Omstreeks 13.59 uur verlaten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 10] en [persoon 2] de horecagelegenheid. [279]
Gedurende deze ontmoeting werd de vertrouwelijke communicatie tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 10] en [persoon 2] opgenomen. [280] Er wordt door [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] eerst gesproken over kosten die gedeeld moeten worden, omdat [medeverdachte 10] betalingen moet doen. Vervolgens wordt het volgende gezegd:
[medeverdachte 3] “Dus effe zodat jij dat ook weet. Gister eentje vertrokken.
De vierhonderd.”
[medeverdachte 10] “Vierhonderd, misschien plus, maar vierhonderd houden ze achter.”
[persoon 2] “Plus is beter.”
[medeverdachte 3] “Plus is nooit erg.”
Na de ontmoeting belt [medeverdachte 10] met [medeverdachte 8] . Te horen is dat [medeverdachte 3] ook (deels) aanwezig is bij dit telefoongesprek: [281]
[medeverdachte 10] “Wat is er aan de hand met je BlackBerry?”
[medeverdachte 8] “Ik heb geen ping. Ik heb een nieuwe.”
[medeverdachte 10] “Kut, zorg dat het actief wordt. Ik ben je aan het bellen om te kijken of ik [persoon 17] ga ontmoeten of dat ik die andere man ga ontmoeten.”
[medeverdachte 8] “Nee, ik bel je zo via ping. Ik kom hier zo bij de brother aan. Ik geef hem dan jouw ping, en dan contact ik je, dan ping ik je.”
[medeverdachte 10] “Schiet dan op, want ik ben nu bij … dus bij [aliasnaam 1] (= [aliasnaam 1] ) zelf.”
[medeverdachte 8] “Waar ben je nu?”
[medeverdachte 10] “Bij [aliasnaam 1] om dan naar de hoofdstad of naar de andere kant te gaan. [persoon 18] zit op datgene te wachten.”
Op de achtergrond voert [medeverdachte 10] een gesprek met [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] zegt: ik ben over 5 minuten, 6 minuten. Je kan ook op het terrasje zitten… [medeverdachte 10] zegt: geen probleem.
[medeverdachte 10] “ [aliasnaam 1] gaat mij, luister, weet je wat [aliasnaam 1] tegen mij zei [X] ? Dat wij niets konden doen. Wan zij waren geschrokken of zo iets dergelijks.
En toen die [X] ( kleine oude man) die jij niet kent kwam [X] .. zei hij tegen hem “Nee wij hebben eentje die veel harder is. Dat het één van de meest harde is daar binnen’. Dat hij zelfs rood eruit haalt [X] .”
[medeverdachte 8] “Moet je dat horen.”
[medeverdachte 10] “En ik ben bang. Ik zei tegen me zelf ‘hemel nu ben ik gekloot met die mensen ginder’. [aliasnaam 1] is datgene bij zijn woning gaan ophalen. Ik sta hier buiten op hem te wachten. Zeg me wat ik moet gaan doen. De man heeft mij reeds gebeld. De man van de twaalf.”
[medeverdachte 8] “Oke is goed, doen, ga dan maar naar die. Hoeveel gaat [aliasnaam 1] jou geven?”
[medeverdachte 10] “Hij zei datgene wat hij thuis heeft. Dat als men hem geld heeft gebracht hij mij dan alles geeft, anders geeft hij me dat wat hij thuis heeft liggen en wat hij heeft is twaalf duizend euro.”
[medeverdachte 8] “Oke maar stuur mij dan 2000, ik ben wanhopig.”
[medeverdachte 10] “Ik geef de man 11 opdat zij jou het ginder geven.”
[medeverdachte 8] “Goed, dan zijn wij gereed. Wij zijn al klaar.”
[medeverdachte 10] “Ik heb hem gezegd dat hij mij alvast een voorschot moet geven tot dat hij mij alles gegeven heeft… maar hij gaat mij ook de anderen geven.”
[medeverdachte 8] “Oke goed… luister, we gaan het volgende doen. Ik wacht bij de [X] . Ga jij maar naar de [persoon 19] toe. Die ene die je gisteren hebt gesproken. En regel met hem dat het hier aan mij wordt overhandigd,. Maar zeg hem. Luister… dat hij mij belt zodra jij met hem bent. Opdat ik weet wie ik ga ontmoeten.”
[medeverdachte 10] “Nee, nee nee. Neem contact met die kerel! Weet jij niet wie jij ginder gaat ontmoeten?”
[medeverdachte 8] “Nee, hij heeft me het nummer nog niet gegeven.
Maar er is geen probleem daar. Ik ken die mensen. Het zijn goede mensen. Het gaat er om dat we geen tijd verliezen.”
[medeverdachte 10] “Ik ga het volgende doen. Ik ga hem bellen en ik ga hem zeggen ‘luister, bel oom ginder, zodat je hem een nummer kan geven. Zodat die oom daar kan komen waar hij is want hij heeft dat daar direct nodig om geen tijd te verliezen.”
[medeverdachte 8] “Is goed. Ik neem contact op met jou via de ping.”
Uit de opgenomen vertrouwelijke communicatie in de auto van [medeverdachte 10] bleek dat [medeverdachte 3] omstreeks 14.26 uur plaatsnam in dit voertuig. Uit dit gesprek bleek dat [medeverdachte 3] 25.000 euro overhandigde aan [medeverdachte 10] : [282]
[medeverdachte 3] : “Twee pakketten van 50 euro van tienduizend per pakket en dan heb ik los in een elastiekje gedaan… Kijk dit is 25.000 euro, maar dat je effe weet hoe het zit. Kijk dit is een pakketje van 10 en dit is 5000, die er op liggen. Die vijfhonderdjes, dat zijn er tien.”
Deze betaling van 25.000 euro door [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 10] bleek tevens uit aantekeningen op een kladblok dat in de woning van [medeverdachte 3] werd aangetroffen. Dit kladblok betrof vermoedelijk een registratie van betalingen zoals door [medeverdachte 3] waren gedaan. Op dit kladblok stond onder andere de tekst ‘25.000 Box Domin’. [283]
Om 15.23 uur en om 17.30 uur die dag (4 maart 2013) belt [medeverdachte 10] met een Dominicaans telefoonnummer. [medeverdachte 10] geeft de man instructies over wat te doen. Het gaat over papieren, twee containers en over geld dat aan de man voor zijn diensten betaald moet worden. Zakelijk weergegeven geeft [medeverdachte 10] aan dat de container die klaar staat verzonden moet worden zonder de verdachte lading. ‘Datgene is ontploft omdat de man hierzo domme dingen heeft lopen doen’ ‘HET moet er uit gehaald worden, want DAT heeft dat probleem. Zij zijn failliet en kunnen u uw geld niet garanderen’. ‘U gaat hetzelfde bedrijf geven die u vrijdag heeft gegeven.’ Ook geeft [medeverdachte 10] aan dat hij niet twee containers tegelijk wil ontvangen, omdat de mensen hier er geen twee tegelijk kunnen uithalen, meenemen en inklaren. Met twee tegelijk bestaat het risico dat ze net niet de goede meenemen. [284]
Uit onderzoek op de Dominicaanse Republiek bleek dat de eerder genoemde persoon die zichzelf ‘ [persoon 3] ’ noemde begin maart 2013 wederom een bestelling plaatste van 600m2 travertin tegels bij het bedrijf [bedrijf 9] te San Cristobal. [bedrijf 9] plaatste deze bestelling vervolgens op 7 maart 2013 bij [bedrijf 4] . De ontvanger van deze bestelling bleek wederom te zijn:
[bedrijf 6]
[adres 7] , 2000 Antwerpen
[telefoonnummer]
Deze bestelling is in een container met het nummer SUDU 673277-5 geladen en werd op donderdag 4 april 2013 vanuit [bedrijf 4] verstuurd naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek). [285]
Op 12 maart 2013 wordt er een gesprek tussen [medeverdachte 10] en zijn oom [medeverdachte 8] getapt. [286] Omdat [medeverdachte 8] een Dominicaans nummer gebruikt, bestaat het vermoeden dat hij zich in de Dominicaanse Republiek bevond. Beiden zitten te wachten op gegevens (waarschijnlijk gegevens van bedrijven aan wie de lading gestuurd kan worden) van [aliasnaam 1] (= [medeverdachte 3] ) en ‘ [X] ’ en ‘ [persoon 18] ’. [medeverdachte 8] geeft aan dat ‘er tijd in gaat zitten om de bestelling klaar te maken’ en ‘er al drie kisten met hetgeen verstuurd moet worden, zijn geprepareerd’.
In de BlackBerrry van [medeverdachte 10] is een berichtenwisseling met [medeverdachte 3] aangetroffen waaruit blijkt dat er wederom werd gesproken over het veranderen van het bedrijf. [287] Hierbij werd de naam ‘ [bedrijf 10] ’ gebruikt, waarmee naar alle waarschijnlijkheid werd verwezen naar [bedrijf 10] . Tevens bleek dat er mogelijk een nieuwe container verstuurd zou worden. De rechtbank leidt uit de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien af dat met ‘C’ en ‘prijs is 30’wordt gedoeld op de prijs van cocaïne.
[medeverdachte 10] ja [bedrijf 10] apart maar die was de ene die binnen was want we zouden toch alleen
10 maart 2013 eentje sturen en die box was al binnen dus we hebben die namen veranderts maar dat is opgevallen dus we gaan toch proberen om te doen straks anders moeten we doen met de andere box volgend weekend.
[medeverdachte 10] als je kan die info gelijk meenemen zou mooi zijn van C.
14 maart 2013
[medeverdachte 3] ja krijg je later door. Prijs is 30.
14 maart 2013
[medeverdachte 10] Ok. Dan laat me de tijd weten om hoelaat ik morgen jou jongen nog zie in U.
14 maart 2013 Gr
.
In de BlackBerrry van [medeverdachte 10] is een berichtenwisseling met [medeverdachte 3] aangetroffen van 20 en 21 maart 2013. Uit die berichtenwisseling is af te leiden dat ze elkaar op 21 maart 2013 ontmoeten en dat [medeverdachte 10] dan aan [medeverdachte 3] de BL zal overhandigen. [288] Met BL wordt naar het oordeel van de rechtbank een Bill of Lading bedoeld, een document dat noodzakelijk is voor het inklaren van een container.
Op 22 maart 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] : [289]
[medeverdachte 2] : “Heb je die [aliasnaam 7] nog gezien?”
[medeverdachte 5] “Nee, die ga ik wel nog zien.”
[medeverdachte 2] “Wanneer?”
[medeverdachte 5] “Ik hoop morgen.”
[medeverdachte 2] “oh oh”
[medeverdachte 5] “Maar ik wacht op antwoord.”
[medeverdachte 2] “Ja ja. Laten we het daar maar gewoon op houden.”
[medeverdachte 5] “Ja ja ja ja”
[medeverdachte 2] “Ik hoop dat het een beetje opschiet nou met die [aliasnaam 7] .”
[medeverdachte 5] “Ja, ik heb effe kijken, vandaag, gister, ben ik daar geweest. Die zei dat alle oke uit ziet.”
Op 25 maart 2013 werd geobserveerd dat [medeverdachte 3] , [persoon 2] en twee tot op dat moment onbekende personen aan een tafel zaten in het [naam] hotel gelegen aan de [adres 8] te Breda. [290]
Een van die onbekende personen werd later geïdentificeerd als [persoon 20] . [291]
Gedurende deze ontmoeting werd de vertrouwelijke communicatie opgenomen. [292]
[medeverdachte 3] geeft aan dat er drie firma’s in de running zijn: iets met [X] , [bedrijf 2] en [X] . Deze week of volgende week komt die leeg aan. Je kan hem door de scanner halen, want daar zit niets in. Soort van generale repetitie. De namen [aliasnaam 11] en [bedrijf 4] vallen. [medeverdachte 3] zegt: “Ik wil gewoon normale zaken doen. Wat wij doen is in feite een normale zaak. Het enige verschil is harddrugs.”
In een OVC gesprek van 26 maart 2013 opgenomen in de Opel Astra van [medeverdachte 10] vertelt [medeverdachte 10] over Turken die in de haven werkzaam zijn om het spul eruit te halen en dat zelfs politieagenten hieraan meedoen. Men vraagt 30 % vergoeding. [293]
Op 27 maart 2013 omstreeks 13.00 uur werd van de Belgische autoriteiten vernomen dat de controle van de container SUDU149606-5 had uitgewezen dat er inderdaad geen verdachte zaken werden aangetroffen in de container. Deze werd vrijgegeven. [294]
Tapgesprek tussen [persoon 1] en [persoon 2] van 28 maart 2013 om 16.45 uur: [295]
[persoon 1] “Er zijn facturen en zo op naam van [bedrijf 10] , maar het moet op naam van [X] worden opgemaakt Alleen de Bill of Lading is op naam [X] , maar de overige documenten.”
[persoon 2] “De overige documenten zijn op naam van [bedrijf 10] , klopt.”
[persoon 1] “Dus dat gaat niet. We worden dan hier geblokkeerd.”
[persoon 2] “Ja en hoe moet het nu. Hoe moet dat opgelost worden?”
[persoon 1] “Ja er moeten opnieuw facturen en dergelijke worden opgemaakt op naam van [X] .”
[persoon 2] “Vanuit daar?”
[persoon 1] “Ja door dezelfde persoon, dus de packlist en de factuur.”
[persoon 2] “Dus ze moeten vanuit daar opnieuw de documenten opsturen?”
[persoon 1] “Ja.”
[persoon 2] “Godverdomme.”
[persoon 1] “Hij zegt dus: ‘maak geen slapende honden wakker… zij zullen anders zeggen, ‘wat is dit voor iets’’?”
[persoon 2] “Tja, ik zal hem zo zien en zeggen dat de documenten compleet opnieuw op naam
van [X] moeten worden opgemaakt.”
Op 31 maart 2013 om 15.06 uur belt [medeverdachte 10] met [medeverdachte 8] : [296]
[medeverdachte 10] “Morgen moet je met [persoon 18] er achter aan om dat ding te sturen. [aliasnaam 1] zei tegen mij dat zij het dringend nodig hebben. We kunnen DAT niet uithalen zonder die papieren. Ik heb [persoon 18] al uitgelegd wat is wat.”
[medeverdachte 8] “En wat is het, de factuur?”
[medeverdachte 10] “Hij moet de factuur geven op naam van het nieuwe bedrijf en ook de packinglist. Ik zal je niet later dan morgen een faxnummer geven. De man ( [aliasnaam 1] ) zegt dat dat de reden is waarom dat daar stilstaat en dat kan tot gevolg hebben dat dat opvalt.”
Op 1 april 2013 is er een OVC gesprek in de Opel Astra van [medeverdachte 10] tussen hem en [medeverdachte 9] : [297]
[medeverdachte 10] “Op een nieuwe firma. Onze vrienden worden gek enne… ja, hij is op nieuwe firma was op die oude, de factuur en dit is de packinglist.”
[medeverdachte 9] : “Ja.”
[medeverdachte 10] “Die moesten zij ook hebben.”
[medeverdachte 9] “Ok, die moet ik nu gaan afgeven.”
[medeverdachte 10] “Ja”
[medeverdachte 9] “Is goed.”
Uit de opgenomen en afgeluisterde telefoongesprekken na het vrijgeven van de container op 27 maart 2013 bleek dat er problemen waren met het inklaren van voornoemde container. Hierboven is reeds aangehaald dat begin maart 2013 het bedrijf [bedrijf 10] werd vervangen door [bedrijf 6] . Uit de gesprekken bleek dat de naam van de bedrijven weliswaar was veranderd op de bill of lading, maar dat de overige documenten nog steeds op naam van [bedrijf 10] stonden. Als gevolg hiervan kon [persoon 1] de container niet uit de haven van Antwerpen halen. [persoon 1] bespreekt het probleem met [persoon 2] waarna [medeverdachte 10] zijn oom [medeverdachte 8] instructies gaf om in de Dominicaanse Republiek nieuwe documenten op naam van het nieuwe bedrijf ( [bedrijf 6] ) te regelen, waarna [medeverdachte 10] deze aan [medeverdachte 9] gaf. Nu [medeverdachte 3] zowel aanspreekpunt is van [persoon 2] als een nauw contact van [medeverdachte 9] , concludeert de rechtbank in onderling verband en samenhang gezien met de overige bewijsmiddelen dat [medeverdachte 3] de verbindende schakel is in deze contacten.
Op 2 april 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] : [298]
[medeverdachte 2] “Hoe is het met die [aliasnaam 7] ?”
[medeverdachte 5] “Volgens mij is hij aan de overkant.”
[medeverdachte 2] “Heb je hem niet meer gesproken?”
[medeverdachte 5] “Jawel, vorige week ja, maar hij is nog eens gaan praten met die man… daar was het een en ander loos daar…”
[medeverdachte 2] “Ik dacht dat dat allemaal rond was.”
[medeverdachte 5] “Ja dat dacht ik ook.”
[medeverdachte 2] “Wat zeggen die andere twee dan?”
[medeverdachte 5] “Ik heb daar nog niets van gehoord, maar ik denk dat die niet blij zijn.
Dat duurt al zo lang.”
[medeverdachte 2] “Denk je dat die niet meer willen of zo?”
[medeverdachte 5] “Jawel, jawel, jawel, maar er is teveel gebeurd nou, enne… die bemiddelaar aan die kant, die eigenlijk de grote man is, die had zoiets van jongens, we gaan niet beginnen met rotzooien of dit of dat …ik… hun hadden flink…. gestoken”
[medeverdachte 2] “Wie? Wij of hun?”
[medeverdachte 5] Nee wij.”
[medeverdachte 2] “Wij?”
[medeverdachte 5] “Ja wegens omstandigheden
Dat is dan weer goed. Dan is er toch weer iets dat geregeld moet worden. Dat zijn altijd vijfhonderd vierkante meter he?”
[medeverdachte 2] “Ja ja.”
[medeverdachte 5] “En dat iedere keer weer
Dat is vier keer vijfhonderd vierkante meter he?”
[medeverdachte 2] “Vier keer?”
[medeverdachte 5] “Ja, daarom zeg ik, het is al een keer misgelopen, snap je.”
[medeverdachte 2] “Nee, niet helemaal.”
[medeverdachte 5] “Ja we hebben drie keer vijfhonderd vierkante meter… hebben we besteld, en de vierde keer is nu ook al geweest… alweer 500 vierkante meter.”
[medeverdachte 2] “Was daar niks bij dan?”
[medeverdachte 5] “Ja nee, daarom zeg ik dat was wegens omstandigheden. Maar nou moet die
van hier dat betalen.”
[medeverdachte 2] “Dat is toch zo duur niet?”
[medeverdachte 5] “Nee maar je moet ook mensen hebben die het hebben willen.”
[medeverdachte 2] “Ja ja, maar ook al zou dat blijven liggen, waar is het probleem?”
(…)
[medeverdachte 2] “Dus dat gaat nog duren?”
[medeverdachte 5] “Ja dat gaat nog duren. Ik ga ervan uit dat het deze week rond is.(…) ja.. dan is het toch weer een paar weken wachten.”
[medeverdachte 2] “Ja ja natuurlijk… het was wel goed wat toen met (ntv) gekomen is.”
(…)
[medeverdachte 2] “Ik hoor van de week nog wel van je.”
[medeverdachte 5] “Zo gauw ik iets weet van die [aliasnaam 7] hou ik je op de hoogte.”
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 10] blijkt dat deze op 2 april 2013 tussen 23.00 uur en 23.50 uur heeft stilgestaan op de Vondellaan in Eindhoven. Dit is in de onmiddellijke nabijheid van het woonadres van [medeverdachte 3] aan de [adres 9] . [299] De rechtbank gaat er van uit dat er een ontmoeting tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] heeft plaatsgevonden.
Uit de interceptie van telecomgegevens kan worden afgeleid dat [medeverdachte 10] op woensdag 3 april 2013 naar de Dominicaanse Republiek is afgereisd. [300] Uit de volgende berichtenwisseling blijkt dat [medeverdachte 10] op ‘groen licht’ van [medeverdachte 3] aan het wachten is. Omdat zijn telefoon waarmee hij met [medeverdachte 3] communiceert stuk is, gaat (een deel van) de communicatie via [medeverdachte 5] .
Het volgende sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] is getapt: [301]
4 april 2013 [medeverdachte 5] Vriend zo gauw je er bent neem dan meteen contact
met me op.
8 april 2013 [medeverdachte 10] Dag vriend ik ben nog steeds aa d overkant de telf
die ik met 20.10 uur die [aliasnaam 1] comuniseert is in stuk dus je moet naar hem toe en als je samen met hem bent laat
20.1
uur [medeverdachte 10] Me weten
20.21
uur [medeverdachte 10] Yoo dit is mijn num hier laat me wat weten.
[telefoonnummer] .Gr
21.18
uur [medeverdachte 5] Ok vriend, ga er morgen vroeg meteen naar toe. Als
ik samen met hem ben, dan bel ik je meteen ok. Gr.
9 april 2013 [medeverdachte 5] Heb zijn vriend nummer gegeven vanmorgen, hij
was er niet,
14.26
uur heeft ie al gebeld? En kun je vanavond online? Gr.
14.27
uur [medeverdachte 10] Nee ik had de aparant niet bij me laat me eten groen
licht of niet.Gr
14.3
uur [medeverdachte 5] Ok, ik kijk of ik die vriend nog te pakken vandaag
ok. Laat je zo snel mogelijk weten. Gr.
Blijkens de plaatsbepalingsapparatuur, die was aangebracht in de bij [medeverdachte 5] in gebruik zijnde Skoda Superb, voorzien van het kenteken [kenteken 6] , stond dit voertuig op 9 april 2013 tussen 8.57 uur en 9.54 uur en op 10 april 2013 tussen 17.24 uur en 20.54 uur, stil bij de woning van [verdachte] [302] .
[medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] hebben op 10 april 2013 rondom de ontmoeting die dag het volgende sms-contact:
15.48
uur [medeverdachte 10] Dag vriend en heb je groene licht gekregen?
16.31
uur [medeverdachte 5] : Ben nu op weg erheen, laat het je vandaag nog weten. Tot
later. Gr.
17.57
uur [medeverdachte 10] : Vriend mijn telf met die [aliasnaam 1] doet het weer. Je, we zien
elkaar
volgende week ik heb ook alles over die sterk al klaar.Gr
20.44
uur [medeverdachte 5] : Super, laat maar weten wanneer je terug bent ok. Gr
Later die avond (10 april 2013) krijgt [medeverdachte 2] (die in Bonaire is) in het volgende OVC gesprek een terugkoppeling van [medeverdachte 5] : [303]
[medeverdachte 2] “Had jij die [aliasnaam 7] nog gezien?”
[medeverdachte 5] “Eh, die heb ik wel vandaag gehoord.”
[medeverdachte 2] “Is die wel in de buurt?”
[medeverdachte 5] “Ja bij jou.”
[medeverdachte 2] “Nog altijd?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
[medeverdachte 2] “En wanneer komt die dan?”
[medeverdachte 5] “Volgende week.”
[medeverdachte 2] “Met goeie berichten?”
[medeverdachte 5] “Als het goed is wel.”
[medeverdachte 2] “Ja ik ben benieuwd.”
“Dat duurt toch wel allemaal erg lang.”
[medeverdachte 5] “Ja, dat is allemaal samenloop van omstandigheden en noem maar op.”
[medeverdachte 2] “Ik heb misschien een [aliasnaam 7] verrassing voor je. Maar dat hoor je wel te zijner tijd.”
[medeverdachte 5] “Verrassing?”
[medeverdachte 2] “Aangename verrassing.”
[medeverdachte 5] “Dat had ik eigenlijk al afgeschreven.”
[medeverdachte 2] “Maar goed, jij ziet in ieder geval deze week die [aliasnaam 7] nog zeg je?”
[medeverdachte 5] “Nee volgende week.”
[medeverdachte 2] “Hoe laat is het bij jullie?
[medeverdachte 5] “Twintig voor twaalf.”
[medeverdachte 2] “Had ik je wakker gemaakt?”
[medeverdachte 5] : “Nee ik was net binnen.”
Op 11 april 2013 vindt het volgende OVC gesprek plaats in de Skoda [kenteken 6] van [medeverdachte 5] : [304]
[medeverdachte 5] “Er is mij een hart van de steen gevallen, gisteren. Ik heb goed bericht
gekregen. De boot is weer weg gevaren.”
NN man “Oke.”
[medeverdachte 5] “En nu komen twee boten.”
NN Man “Uit Colombia daar of wat?”
[medeverdachte 5] “Mmm mmm.”
[medeverdachte 5] “Een met en een met duizend.”
In een tap van 11 april 2013 vertelt [medeverdachte 10] dat hij voor over drie of vier dagen een ticket wil kopen. ‘De vrienden zijn al geweest. Wij zijn aan het afronden opdat ik weg kan gaan.’ [305]
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] is een berichtenwisseling aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 3] van 12 en 13 april 2013. [306]
[medeverdachte 10] Fax is niet aangekomen weet je zeker dat het goeieNummer is?
12 april 2013
[medeverdachte 3] Wacht
12 april 2013
[medeverdachte 3] Probeer weer nu
12 april 2013
[medeverdachte 10] Yoo, ik ben nu al onderweg naar bedrijf. Ping je zo.
13 april 2013
[medeverdachte 3] Ok, ik moet [aliasnaam 5] waarschuwen. Hoe laat denk je?
13 april 2013
[medeverdachte 10] Maak je niet drk als ik weet 15 min van. Tevooren laat ik het weten dan kan je
13 april 2013 [aliasnaam 5] op plek zette.
[medeverdachte 3] Doe liever een uur van te voren.
13 april 2013
Op 15 april 2013 informeert [medeverdachte 5] per sms wanneer [medeverdachte 10] terug komt ‘ivm afspraken maken’. [medeverdachte 10] geeft aan dat het deze week wordt. [307]
Uit sms verkeer tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] in combinatie met de OVC, het peilbaken uit de Skoda [kenteken 6] van [medeverdachte 5] en een observatie blijkt dat zij op 18 april 2013 omstreeks 10.00 uur een ontmoeting hebben bij de woning van [verdachte] . [308]
Daarna, om 11.50 uur, vraagt [medeverdachte 5] per sms aan [medeverdachte 10] : ‘vriend, weet je al wanneer je er weer bent?’
Later die dag is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] : [309]
[medeverdachte 5] “Ik ben vanmorgen bij dinge geweest, bij [aliasnaam 8] .
Dat is niet goed he.”
[medeverdachte 2] “Niet?”
[medeverdachte 5] “Lees de kranten maar eens daar.”
[medeverdachte 2] “Van daar uit?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
[medeverdachte 2] “Met hem niet?”
[medeverdachte 5] “Nee.’
[medeverdachte 2] “Of met die [aliasnaam 7] .”
[medeverdachte 5] “Ja met die [aliasnaam 7] .
Dus je moet aan die kant maar eens kijken of je dat kunt lezen ergen. Dat moet zondag geweest zijn.”
[medeverdachte 2] “Dus die is er niet meer?”
[medeverdachte 5] “Die is er wel, maar dat wat gebracht moest worden dat is er niet meer.”
[medeverdachte 2] “Kut.”
[medeverdachte 5] “Dus ik ben aan het wachten wanneer ik.. eh.. antwoord wanneer die weer
hier is. Want die andere twee zijn gek aan het worden.”
[medeverdachte 2] “En wie zijn schuld is dat. Daar?”
[medeverdachte 5] “Ja weet ik niet. Ik eh… als ik het goed begrepen had is eh… die mensen…”
[medeverdachte 2] “Die? … Daar?”
[medeverdachte 5] “Die.”
[medeverdachte 2] “Zijn die dat schuld?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
[medeverdachte 2] “Is geen goed bericht.”
[medeverdachte 5] “Nee, helemaal niet.”
[medeverdachte 2] “En wat waren hun van plan te doen?”
[medeverdachte 5] “Ja, weet ik niet, we wachten nog even af tot totdat degene weer hier is.”
[medeverdachte 2] “Ja, nou ligt het er aan wie zijn schuld dat is he.”
[medeverdachte 5] “Ja ja he ze zijn het aan het onderzoeken.”
[medeverdachte 2] “En is het daar gebeurd?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
[medeverdachte 2] “Ja, dan is het natuurlijk aan hun he?”
[medeverdachte 5] “Ja, ja logisch.”
[medeverdachte 2] “Dan is er niets aan te doen.”
[medeverdachte 5] “Maar niemand snapt het.”
[medeverdachte 2] “Ja, dan zal die wel willen dat ze hier… dan zal die wel komen he?”
[medeverdachte 5] “Dat is wel de bedoeling.
Die zal toch tekst en uitleg moeten geven.”
Uit het proces-verbaal identificatie volgt dat met ‘ [aliasnaam 8] ’ [verdachte] wordt bedoeld. [310] Alhoewel [medeverdachte 5] in het gesprek met [medeverdachte 2] de bijnaam ‘ [aliasnaam 8] ’ gebruikt, concludeert de rechtbank dat ook hij met die bijnaam duidt op [verdachte] , nu [medeverdachte 5] aangeeft dat hij die ochtend bij ‘ [aliasnaam 8] ’ is geweest en uit de bewijsmiddelen blijkt dat hij bij [verdachte] is geweest.
Uit voorgaande volgt dat er op zondag 14 april 2013 kennelijk iets niet goed is gegaan.
Hiervoor is reeds het gesprek tussen [medeverdachte 10] en iemand met een Dominicaans nummer van 4 maart 2013 aangehaald, waarin [medeverdachte 10] aangaf dat er niet twee containers tegelijk verstuurd moesten worden en dat ‘het’ uit de ‘eerste’ container gehaald moest worden omdat het bedrijf failliet was en in de tweede container gestopt moest worden. De rechtbank concludeert dat [medeverdachte 10] daar waar hij het over de ‘eerste’ container heeft, de container SUDU149606-5 bedoelt, die door de Belgische autoriteiten is gecontroleerd en op 27 maart 2013 is vrijgegeven.
De lading voor de ‘tweede’ container met nummer SUDU 673277-5 is op 7 maart 2013 door [persoon 3] besteld en op 4 april 2013 vanuit [bedrijf 4] naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek) verzonden. Uit het dossier blijkt dat de container op 22 april 2013 in de haven van Caucedo werd geladen aan boort van de [naam schip 2] . Dit schip kwam op 7 mei 2013 in de haven van Antwerpen aan. Deze werd op 8 mei 2013 door de Belgische autoriteiten gecontroleerd. Hierbij bleek dat de container gevuld was met kratten tegels. Er werd geen cocaïne aangetroffen. [311]
Op 15 april 2013 heeft de Nationale Directie Drugscontole van de Dominicaanse Republiek (DNCD) 419 kg cocaïne verdeeld in 355 pakketten met een nettogewicht van 366 kg in beslag genomen. (In La Republica, een krant op de Dominicaanse Republiek was enkel de bruto hoeveelheid van 419 kg vermeld). [312] De cocaïne was verborgen in een geheime ruimte in een vrachtwagen, die onderweg was naar de haven van Caucedo. De chauffeur van het vervoermiddel heeft getracht te vluchten, maar werd gepakt. [313] Hij liet de vrachtauto achter in de nabijheid van de PEAJE (tolweg). [314] Bij het doorzoeken van de vrachtwagen die door hem werd bestuurd, is een verborgen ruimte aangetroffen in de vorm van een geul aan de achterkant van de cabine van de vrachtwagen. Bij het openen van deze verborgen ruimte zijn 355 pakjes met wit poeder aangetroffen, voorzien van verschillende logo’s [315] . Het witte poeder is middels vier tests onderzocht: de Alkaloide precipitatietest, de Colorimetrietest met kobalt thiocyanaat, de Microkristallentest platinachloride en de Instrumentele analyse door infrarode spectroscopie [316] . Door het Nationaal Instituut voor Forensisch Onderzoek van de Dominicaanse Republiek (Forensisch Chemisch Laboratorium) is, conform het certificaat van het Forensisch Chemisch Onderzoek met het nummer SC1-2013-04-32-005996, op basis van de testresultaten vastgesteld dat de op 14 april 2013 inbeslaggenomen [317] lading bestond uit in totaal 366,07 kilogram cocaïne, verpakt in 355 pakjes [318] .
Op 28 april 2013 vindt het volgende OVC gesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] (die op Bonaire is): [319]
[medeverdachte 2] “Had jij die [aliasnaam 7] nog gezien?”
[medeverdachte 5] “Nee die is er nog niet. Die is nog steeds daar.”
[medeverdachte 2] “Maar weet jij nou wel hoe en wat.”
[medeverdachte 5] “Nee ook nog niet.”
[medeverdachte 2] “Ook nog niet?”
[medeverdachte 5] “Ik moet nu een afspraak maken met zijn oom.
Deze week
En dan hoor je wel hoe en wat
Van wat de bedoeling is.”
[medeverdachte 2] “Ja godver.
Die van Eindhoven nog gezien?”
[medeverdachte 5] “Die heb ik nou een week niet gezien. Het is ook erg warm daar.”
Op 3 mei 2013 vindt het volgende gesprek plaats tussen [medeverdachte 2] en zijn vriendin [persoon 11] [320]
[medeverdachte 2] “Met [medeverdachte 5] heb ik voorgisteren nog contact gehad. Er is iets helemaal
verkeerd gegaan, iets helemaal verkeerd.”
[persoon 11] “En nou niet meer?”
[medeverdachte 2] “Ja, we zijn nog met andere dingen bezig, maar een ding is helemaal verkeerd , dat heb je gezien zelfs.”
[persoon 11] “Wat is helemaal verkeerd? Maken verkeerd? [medeverdachte 5] maken verkeerd?”
[medeverdachte 2] “Nee, nee, is niet [medeverdachte 5] .
Dominicaan.”
[persoon 11] “Die vriend van jou, eh eh, Dominicaan van Nederland, die maken goed?”
[medeverdachte 2] “Per ongeluk he, niet extra he.”
[persoon 11] “ [X] , wanneer …ntv… maken?”
[medeverdachte 2] “Wie.”
[persoon 11] “De Dominicaan.”
[medeverdachte 2] “Ik weet het nog niet precies, dat krijg ik wel vandaag of morgen te horen.”
[persoon 11] “Aha, per ongeluk eh, aha.”
[medeverdachte 2] “Nee, is een goede jongen. Heel goed.”
[persoon 11] “Ok jij vertrouwen met deze jongen?”
[medeverdachte 2] “Ja 100 %.”
Op 22 mei 2013 werd er op het industrieterrein [naam] omstreeks 11.39 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 8] . [321]
Diezelfde dag voert [medeverdachte 5] in of direct naast de Audi A6 met het kenteken [kenteken 9] een gesprek met een onbekend gebleven man (NN) [322] . Tijdens dit gesprek wordt onder meer het volgende besproken:
[medeverdachte 5] NN “Hoe is het met de handel?”
[medeverdachte 5] “Ja dat van ons is gepakt he.”
NN “Toch niet die 800 in Rotterdam, wat in de krant stond he?”
[medeverdachte 5] “Nee 550.”
NN “Oh ja?”
[medeverdachte 5] “Ja, maar daar, niet hier, daar.”
NN “Ow wieje, ik las laatst in Rotterdam ergens inderdaad ook 800 stuk hey…”
[medeverdachte 5] “Nee nee..”
NN “Oh DAAR was het al mis gegaan.”
[medeverdachte 5] “Daar ja.”
NN “En die hadden ze hem toch in de tas daar of wat?”
[medeverdachte 5] “Ja ja, maar daar heeft iemand de mond open gedaan. Daar heeft iemand mee gepraat. En daar zijn ze nu achter wie. En die baas daar… die, de grote man die weet nu wie het is. Die gaan hem nu ehhh… Het was zelfs zo goed afgetipt. Die vent de chauffeur, die wat het naar de container moest brengen, ja, daar. Die werd al gebeld draai maar om ze staan op je te wachten. Dus die is omgedraaid en toen werden ze weer getipt van hij heeft zich omgedraaid en je kunt ze nu onderweg pakken. En toen hebben ze ze onderweg gepakt. Hij zegt dus dat moet iemand van dichtbij zijn.”
NN “Ja ja ja.”
[medeverdachte 5] “Nu hebben ze een vermoeden, nu weten ze dus waarschijnlijk wie het is. Ja, en die ligt nu ergens in een ehhh martelkamer of iets, weet ik wat ze met hem aan het doen zijn. Dus ehh die ziet het daglicht niet meer.”
NN “Maar ja goed dat was dus weer effetjes een eh een partijtje ellende dan he?”
[medeverdachte 5] “Pfff… ik ben zoveel geld kwijt ouwhoer, dat wil je niet weten.”
NN “Ja [medeverdachte 5] , veel geld weer er in zitten?”
[medeverdachte 5] “Ja ja, een half miljoen he.”
Op 29 mei 2013 voert [medeverdachte 3] met [persoon 21] een gesprek in of direct naast de BMW met het kenteken [kenteken 7] [323] , waarin onder meer het volgende wordt besproken:
[medeverdachte 3] “Volgende week komt die [aliasnaam 7] eh, ouwe man leverancier naar Amsterdam
toe.”
[persoon 21] “Wie?”
[medeverdachte 3] “Ja waar we ooit spullen van hebben.. gehad.”
[persoon 21] “Ja. Die maakt die dingen toch?”
[medeverdachte 3] “Ja, nee, dat is de klein ventje. Maar zijn baas zeg maar.”
[persoon 21] “Ja. Komt die doen?”
[medeverdachte 3] “Ja gewoon eh, komt hier naar toe praten. Wil een keertje mij zien.. ik zeg is goed. Die hebben gewoon. Maar weet je wat hun zeggen. Die zeggen dit. Die willen er 550 voor willen doen he. Maar er stond in de krant 419. Hun zeggen, ik denk ja, dat is weer het zelfde gekloot als vorig jaar met jullie. Je zegt dit en doet dat.”
[persoon 21] “Mensen spullen bijgezet ofzo?”
[medeverdachte 3] “Nee, ze hebben gezegd ja de dinge hebben gewoon eh, honderd stuks gejat daar. Ik zeg hoezo? Kornuiten? Ik zeg daar geloof ik niks van. Geloof ik niet. Zeg ik. Geloof ik ook echt niet.”
[persoon 21] “Ja, dat kan heel goed.. dat kan heel goed zelfs. Dat doen ze. Als jij eens weet wat er in Suriname allemaal gebeurt. Tss, daar worden gewoon spullen inbeslaggenomen. Honderd stuks en die worden gewoon ’s avonds door mensen van de speciale team daar, die worden gewoon omgeruild tegen.. blokken. En die honderd komen gewoon weer terug bij de eigenaar. Ik weet niet hoe ze dat betalen. Duizend of vijftienhonderd dollar per stuk. Om ze terug te krijgen. Ik heb daar dingen meegemaakt. Tss, dat is allemaal omkoopbaar die landen.”
Op 3 juni 2013 voeren [persoon 22] en [medeverdachte 2] op Bonaire een gesprek [324] , waarin onder meer het volgende aan bod komt:
[medeverdachte 2] ‘Ik heb wel een goeie inkomst bij, in Antwerpen.”
[persoon 22] “Oke, Bon.”
[medeverdachte 2] “Maar die, die, die, wil ik goedkoper gaan krijgen. Maar die kost alleen al aan douane 25 procent.”
[persoon 22] “Ja.”
[medeverdachte 2] “Wij waren toen bezig voor bij wijze van spreken niet meer met procenten te gaan werken, maar bij wijze van spreken, jullie krijgen een halve ton, bij wijze van spreken, of een vijf ton of zoiets en dan moet je het daarvoor doen.”
[persoon 22] “Ja ja ja.”
[medeverdachte 2] “Maar er is er nou eentje gigantisch fout gegaan.”
[persoon 22] “Ja?”
[medeverdachte 2] “Ja. Niet, daar, je weet wel. In het land zelf…”
[persoon 22] “Oke.”
[medeverdachte 2] “En wij konden, het was niet onze schuld, het was ook niet hun… Gewoon stom idiote toeval… 1500 kilo en daar hadden we dummy’s gedaan en zo en een kleine zeg maar.. Alles was gewoon 100% goed gegaan. Die patrouille, die strip, die regelde het daar. Die kon zien als die code rood was of zo weet je wel..”
[persoon 22] “Hm, hm”
[medeverdachte 2] “No probleem, helemaal geen probleem. Dan wisten hun dat van te voren. Dan werd die aan de kant gezet. Dan werd het op de dinge eruit gehaald. He. En dan was het allemaal goed. En anders als er geen code rood op was, dan hoefde hij niet meer, door de dinge, weetje.”
[persoon 22] “Ja.”
[medeverdachte 2] “En dan ging ie gewoon zo langs de, door. Voor honderden.. Enne, toen wilden we eigenlijk de grote dingen doen en het gaat mis daar. Dus dat duurt wel ff voordat dat eeuh…”
Op 2 juli 2013 vindt er in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 4] een gesprek plaats tussen [medeverdachte 8] en een onbekend gebleven man (NN) [325] , waarin onder meer het volgende wordt besproken:
[medeverdachte 8] “Hard… hard… hard… ze zijn… we zijn twee keer in de patio gevallen… twee keer… ik weet het niet… ik kan dat niet bevatten.”
NN “Shit.”
[medeverdachte 8] “Ik zei.. er zijn daarginder mensen die… een paar mensen die hard zijn… het schijnt dat hij het nu zeker weet als het daar valt, betaalt hij het. Ik zei ‘dan is het goed’.”
[…]
[medeverdachte 8] “Ik had zoiets van kut… van binnenuit verklikt… van binnenuit verklikt. Een vriend van mij werd opgepakt in Barcelona… wegens hetzelfde… doordat er ginder werd verklikt.”
[…]
[medeverdachte 8] “Bij de tol… plaats”
NN “Hoeveel zijn er daar gevallen?”
[medeverdachte 8] “500.”
NN “En hoeveel mensen vielen er?”
[medeverdachte 8] “Alleen de chauffeur van de vrachtwagen.”
NN “Ja.”
Uit het voorstaande blijkt dat er na de ontdekking van de 3.000 kg hasj in de container bestemd voor [bedrijf 8] is besloten om een nieuw bedrijf te gebruiken als ontvangende partij en teneinde allerlei complicaties te voorkomen wordt er ook een geheel nieuwe bestelling travertin tegels gedaan. [medeverdachte 3] neemt de kosten hiervan voor zijn rekening.
Omdat na de bestelling bleek dat het nieuwe bedrijf [bedrijf 10] inmiddels failliet was, waardoor niet tot inscheping kon worden overgegaan, moest de bestelling op naam van een ander bedrijf worden gezet. Dat werd [bedrijf 6] van [persoon 4] . Verzuimd werd echter meteen alle voor inklaring benodigde papieren op naam van [bedrijf 6] te zetten, SUDU 149606-5 waardoor na aankomst van de container in Antwerpen ook weer het nodige geregeld moest worden. Omdat dit veranderen van bedrijf was opgevallen, werd - om elk risico te voorkomen -besloten om geen cocaïne te verstoppen in de container bestemd voor [bedrijf 10] / [bedrijf 6] , maar een nieuwe bestelling te doen. Dit werd de bestelling van 7 maart 2013 welke werd geladen in de container met nummer SUDU 673277-5.
Bij het bestellen en organiseren van deze transporten en de afhandeling daarvan in brede zin waren in elk geval betrokken [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 8] , [persoon 2] , [persoon 1] en [persoon 4] .
Nadat op 15 april 2013 door de Dominicaanse autoriteiten een partij van 419 kg cocaïne in beslag wordt genomen, wordt dit nieuws vide de bespreking tussen [verdachte] en [medeverdachte 5] op 18 april 2013 en het daaropvolgende OVC gesprek van [medeverdachte 5] met [medeverdachte 2] bekend binnen de groepering. Dat deze partij bestemd was voor voormelde groepering blijkt uit de opmerkingen zoals ‘er is iets helemaal verkeerd gegaan’ ( [medeverdachte 2] 3 mei 2013) en ‘dat van ons is gepakt, 550’ ( [medeverdachte 5] 3 mei 2013), ‘oude man van [aliasnaam 7] komt praten, 550 willen doen staat 419 in krant’ ( [medeverdachte 3] 29 mei 2013) ‘er is er eentje gigantisch fout gegaan in het land zelf’ ( [medeverdachte 2] 3 juni 2013), ‘van binnenuit verklikt’ ( [medeverdachte 8] 2 juli 2013).
De omstandigheid dat de Dominicaanse autoriteiten in een persbericht hebben gemeld dat deze partij bestemd zou zijn voor Puerto Rico doet aan voorstaande conclusie niet af.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, concludeert de rechtbank dat deze partij cocaïne bestemd was voor de groepering waar verdachte deel van uitmaakte en welke partij met als deklading de travertin tegels verscheept had moeten worden in de container met nummer SUDU 673277-5.
Dat de partijen travertin tegels enkel als deklading bedoeld waren, blijkt mede uit de opmerkingen van [medeverdachte 5] over de partijen van vijfhonderd vierkante meter en de problemen die juist ontstonden omdat de laatste twee vijfhonderd vierkante meter er nog stonden; ze waren nooit opgehaald (zie de OVC gesprekken tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] van 2 april en 10 juli 2013). Op basis van de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien concludeert de rechtbank dat de inspanningen van de groepering rond het bestellen van containers vanuit de Dominicaanse Republiek gericht waren op de invoer van cocaïne.
Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat de opzet van de groepering was gericht op de invoer van een partij van minimaal 500 kg cocaïne. Dit valt te concluderen uit de OVC gesprekken van 29 en 30 januari 2013. Uit de OVC van 29 mei 2013 valt af te leiden dat de uiteindelijke afspraken op 550 kg waren uitgekomen.
De rechtbank is voorts van oordeel dat ondanks de omstandigheid dat deze partij cocaïne de container met deklading niet bereikt heeft en dus ook nog niet was verscheept richting Antwerpen, er sprake is van het voor de strafbare poging vereiste begin van uitvoering.
Verdachten hebben op de Dominicaanse Republiek contacten gelegd en onderhouden om de cocaïne geleverd te krijgen. Voor de bestelling van de deklading is een firma geregeld die onder de invloedsfeer van het samenwerkingsverband viel ( [bedrijf 6] ), de deklading was besteld en betaald en stond klaar in de haven zodat de cocaïne daar in verstopt kon worden. Het startpunt van het vertrek van de lading – en daarmee het startpunt van de invoer van de lading richting de haven van Antwerpen – is het moment dat de lading van de plek waar deze is opgeslagen richting de haven wordt vervoerd en niet pas het moment waarop het schip de haven van Caucedo verlaat. Het staat vast dat de lading op de snelweg is onderschept toen deze per vrachtwagen naar de haven van Caucedo werd vervoerd.
Deze handelingen zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de voltooiing van het misdrijf en derhalve was er reeds een begin van uitvoering.
Zaaksdossier 2: de invoer van 200 kg cocaïne en de criminele organisatie
( [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 10] , [medeverdachte 8] )
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] is de volgende berichtenwisseling met [medeverdachte 3] tussen 17 mei en 21 mei 2013 aangetroffen. [326]
[medeverdachte 10] Ok laat me weten alleen of de bak op groen was aub.
[medeverdachte 10] Ok dan zien we ons maandag. Gr
[medeverdachte 3] Ok fijn weekend.
[medeverdachte 10] Dag vriend alles ok ?
[medeverdachte 3] Yoo man heb nog geen nieuws over boksz helaas. Zie je later vandaag. Tegen de avond aub.
Op 22 mei 2013 bespreken [medeverdachte 10] en [medeverdachte 8] het volgende in de Opel Astra: [327]
[medeverdachte 10] [aliasnaam 1] , of ik heb een bericht stuur.
(…)
[medeverdachte 8] Hij geeft licht (is akkoord).
[medeverdachte 10] (…) Ik kan niet met hem (= [aliasnaam 1] ) sollen. Ik ben hem verschuldigd. Ik moet toelaten dat hij zijn geld maakt. Zodat hij mij niet komt aanspreken over Ecuador.
[medeverdachte 10] De containers uit Santo Domingo zouden zo moeten zijn. Zie je daar?
(…)
[medeverdachte 10] Met godswil gaan we na de zomer beuren. Wij moeten niet wanhopen. Er is al een programma voor de zomer. Om zich te handhaven, weet je. Maar het spul/ding van iemand is voor na de zomer.
[medeverdachte 8] [aliasnaam 1] verkoopt alles.
[medeverdachte 10] Ik kan dezelfde verdienen als wat ik met [aliasnaam 1] heb verdiend. [aliasnaam 1] verkoopt veel.
[medeverdachte 8] Hij is een zekere zaak.
[medeverdachte 10] Hij is zekere zaak. De Dominicanen via mij gaan goed. Ik heb geen enkele lijn kwijtgeraakt. Daarom vertrouwen de Mexicanen hem, snap je? Maar die van nu is niet van hem.
[medeverdachte 8] Is het niet van hem?
[medeverdachte 10] Nee, dat is van een vriend die het hierbinnen heeft gehaald. De vriend heeft hem het ‘licht’(toestemming) gegeven. En hij gaat het met hem uithalen/uitgeven. Iedereen kent [aliasnaam 1] hier en in Ierland, jongen. Zij willen graag [aliasnaam 1] . [aliasnaam 1] is serieus. [aliasnaam 1] drijft al vele jaren handel.
(…)
(het gesprek gaat over [aliasnaam 1] )
[medeverdachte 10] Het team ziet hem als familie. Iedereen is al jaren bij [aliasnaam 1] betrokken, begrijp je? Het komt niet in hem op om iemand met lege handen te laten zitten. Hij weet ze goed te benutten. Deze mensen weten hoe zij hun team organiseren. Deze mensen zijn niet bang om te investeren. Luister, wij hebben deze mensen verpest, gek. Door geld van hun te nemen. Die mensen aan die kant hebben hun geld gehouden. Die mensen waren…. wat je maar wilde, gaven zij aan jou 200 of 300.00 euro. Zij hadden die honger en zij konden met die handel bezig zijn en zij gaven jou het geld. De theorie van vroeger was zo van “wilt u werken?’ doe het dan, zodat ik zie dat u wilt werken. En zij gaven jou het geld. Totdat zij het begonnen te verpesten.
(…)
(over de Nederlandse politie en BlackBerry ‘s)
Zij hebben niet veel zaak met Blackberry’s. Want de Blackberry’s hebben geen spraak. Niemand belt. En vroeger lieten zij jou zien van ‘kijk daar eens; een gesprek waar je daarover had…’ En hoe bewijs je nu dat ik aan het pingen ben geweest? Begrijp je?
Op 26 mei 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 2] [328] :
[medeverdachte 2] “Ik zit maar te wachten, en in afwachting. Ik hoor niks.”
[medeverdachte 10] “Ik zie onze vriend dinsdag.”
[medeverdachte 2] “Maar dat andere, is dat allemaal goed?”
[medeverdachte 10] “Eh bij mij? Wij hebben een ehh…. Klap gekregen. Maar bij mij dan niet bij jullie, niet bij die [aliasnaam 1] . Dus daar horen we nog van.”
[medeverdachte 2] “Maar gaat dat nog goed komen?”
[medeverdachte 10] “Ja, ja, ja.”
Uit een sms-wisseling van 22 tot en met 24 mei 2013 volgt dat [medeverdachte 5] een afspraak met [verdachte] maakt om maandag 27 mei 2013 bij [verdachte] koffie te komen drinken. [329] Uit het peilbaken van de Audi [kenteken 9] in gebruik bij [medeverdachte 5] blijkt dat deze op 27 mei 2013 tussen ongeveer 9.00 uur en 10.30 uur op de [adresgegevens verdachte] te Heeze-Leende is geweest, zijnde de straat waarin de woning van [verdachte] ligt. [330] Hieruit concludeert de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte 5] elkaar die ochtend ontmoet hebben.
Op 29 mei 2013 werd er omstreeks 13.30 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] in Restaria [naam] te Valkenswaard. [331]
Daarna heeft [medeverdachte 10] de volgende ping-wisseling met een contact genaamd ‘Zzz’ [332] : [medeverdachte 10] de oude heeft hier tegen mij gezegd dat hij het waarschijnlijk
van hier
veranderd heeft
goe goed ik ben er bijna
ik was met die mensen
dat is groen aangekomen.
vorige keer heeft hij 50 uit eigen zak gegeven maar nu is dat niet zo
want het is de directeur van dat bedrijf’
want die zijn 50 aan het eisen’
want ze hebben afgesproken 50 voor elk blik
Zzz Ok
Oke laten we ons voor dat gaan organiseren
[medeverdachte 10] om te weten of hun vakanties gaan nemen als het zo is dan alleen voor 1 maand
we zijn gebeleven dat we nog een keer samenkomen
want je weet dat komen de maand vakanties zijn
Tijdens de doorzoeking van de woning van [persoon 4] , werd een document aangetroffen met de navolgende geschreven tekst: [333]
Maand oktober:
Pakistan 2 x = 50.000 x 2=100.000
Equador 1 x = 50.000 x 1 = 50.000
Mexico 1 x = 50.000 x 1 = 50.000
Van alle bestelling(en) of vrachten, krijgt je
1 week op voorhand op zijn minst.
+ de kosten van inklaring en zal bekostigt worden door de “ [aliasnaam 11] GROUPE”
SUCCES.
Uit het hiervoor reeds aangehaalde OVC gesprek tussen [medeverdachte 3] en [persoon 2] van 30 december 2012 volgt dat [medeverdachte 3] middels tussenkomst van [persoon 2] € 200.000,- betaalde aan [aliasnaam 11] , zijnde [persoon 1] . [334] Uit het gesprek volgt dat dit slechts een deel was van het te betalen bedrag. Hieruit in combinatie met de hierboven aangehaalde ping wisseling tussen [medeverdachte 10] en Zzz van 29 mei 2013 concludeert de rechtbank dat voor iedere container die op een bedrijf van [persoon 4] en [persoon 1] binnenkwam 50.000 euro betaald moest worden en dat [medeverdachte 3] een keer 50.000 euro uit eigen zak heeft betaald.
Op 30 mei 2013 pingt [medeverdachte 10] het volgende naar zijn contact Zzz:
‘Ik was bij de vrienden en die gaan me een andere bedrijf geven’
Op 3 juni 2013 is er het volgende berichtenverkeer tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 8] : [335]
[medeverdachte 8] En wat zegt [aliasnaam 1] ( [aliasnaam 1] )
[medeverdachte 10] Hij gaat mij een nieuwe maatschappij geven
[medeverdachte 8] Jij hebt niets kunnen doen met [aliasnaam 1] ?
[medeverdachte 10] Ik ben ‘ [aliasnaam 13] ’ ( [aliasnaam 13] ) aan het proberen
[medeverdachte 8] Hij heeft niets?
[medeverdachte 10] Ik zie hem en [aliasnaam 2] morgen
[medeverdachte 8] verdomme
Ja ik ben daar mee bezig in geval ik wat wil ‘picar’ (verdienen)
Uit de peilbakengegevens van de Audi [kenteken 9] in gebruik bij [medeverdachte 5] blijkt dat deze auto op 4 juni 2013 tussen 9.22 en 10.40 uur in de [adresgegevens verdachte] te Heeze-Leende geweest. Aan deze weg is de woning van [verdachte] gelegen. [336]
Op 4 juni 2013 is omstreeks 14.36 en 15.09 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [verdachte] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] op het terras van cafetaria ’ [naam] te Uden. [337]
Op 6 juni 2013 is er omstreeks 01.00 uur het volgende ping-verkeer tussen [medeverdachte 10] en ‘ [persoon 23] ’: [338]
[medeverdachte 10] ja, ik en de vrienden zijn eergisteren hier bij elkaar gekomen en ik heb hen gezegd dat wij met godswil jullie spoedig zien.
[persoon 23] Oke ik ben mij aan het organiseren om weer naar u toe te gaan.
[medeverdachte 10] Men (wij) voelt zich slecht naar u toe.
[persoon 23] Ja als god wil spoedig/snel
Rustig wij zijn al goed, nu als god dat wil
[medeverdachte 10] met god
Bereid u zich goed voor want zij ginder maken bij ons altijd een slechte indruk, wij kunnen ons hetzelfde niet meer veroorloven
Ik moet een aantal details aan [persoon 19] geven en nieuwe gegevens van hier. Ik zit te wachten tot dat zij het mij geven om ze dan aan u te geven
Help mij hier aan de slag te gaan met wat dan ook of in het moederland, waarschuw mij voor de rente
Wees voorzichtig, ik ben hier bezig om alles op de lijn te houden voor wanneer wij klaar zijn
[persoon 23] oke rustig wij gaan aan de slag
[medeverdachte 10] Dus wij zien elkaar spoedig hier ergens. Succes ginder en wij spreken elkaar.
Rond diezelfde tijd (6 juni 2013 is er omstreeks 01.00 uur) pingen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 8] : [339]
[medeverdachte 10] Ik ben hier met [aliasnaam 3] ( [aliasnaam 3] ) aan het praten/onderhandelen
Hij heeft mij gebeld
[medeverdachte 8] Hij heeft altijd in die van [aliasnaam 1] willen zetten, maar [persoon 18] maakt hem
duizelig.
[medeverdachte 10] Oke ik ben mij aan het organiseren om weer naar u toe te gaan.
(…)
[medeverdachte 10] Voor dat van [aliasnaam 1] en [aliasnaam 3]
Hij heeft mij gegevens gegeven die ik telefonisch aan [persoon 18] moet
geven
Ik heb het je al gezegd
Helemaal veranderd, helemaal anders
Dat is voor over een week
Laten we zien wat er gebeurt
Maar ik ga me zetten (ik ga het doen)
[medeverdachte 8] maar dezelfde ‘comp’ van [persoon 18] (compania=maatschappij)
[medeverdachte 10] 100%
[medeverdachte 8] Natuurlijk
[medeverdachte 10] De [aliasnaam 1] (van [aliasnaam 1] )
[medeverdachte 8] Dat is het meest solide wat er is
[medeverdachte 10] Van maatschappij van de blik
[medeverdachte 8] oke
Maar men moet naar de ‘patio’ toe of ik ga. Je weet [persoon 18] is erg
onbeschaafd.
Er kunnen geen fouten zijn.
[medeverdachte 10] En zij moeten aankomen vanaf de ‘pina’ 700 bij de ‘pina’ 736
Dat daar zijn de bazen van dat van de onze
Ik heb tegen [aliasnaam 3] gezegd mij te waarschuwen als hij voor mij aan de slag kan gaan.
Oke rustig wij gaan aan de slag
Later die dag (6 juni 32013 omstreeks 23.00 uur) is er de volgende ping-wisseling tussen [medeverdachte 10] en ‘Zzz’: [340]
[medeverdachte 10] Ik moet jou wat nieuwe gegevens/informatie geven die ze van de mensen hier eisen
Ze hebben vrienden binnen chef/baas gemaakt waar de [X] aankomen
En ‘a’ het aan boord zetten van een ‘guagua’ (vervoermiddel) die het afzet en de ‘pina’ van [X] dat van de 700 a 736 is
Dus wat we moeten doen is die blikken-lijn (maatschappij) huren
Zzz ok
[medeverdachte 10] Het is het bedrijf daar die dat verzoekt als zij de blik huurt dat ze haar blik aan boord van een ‘guagua’ zetten die direct naar een van die pinas gaat
Want daar zijn we de baas
Als we goed vertrekken zij zijn daar de baas ze zetten het nog ‘deo’ en zij zorgen ervoor dat het schoon aankomt
Alleen dat/of het iets is al bellende
Zzz ok
[medeverdachte 10] Zij gaven 99 %
Het kan vanaf 20 juli vertrekken
Zzz Ok
[medeverdachte 10] Ze hebben een maand vakantie
En ze beginnen op 1 augustus
Zzz ok
Wel laat me dat gaan uitzoeken.
[medeverdachte 10] ja ja
Zeg het daar aan hem
Dat zij op die manier hier zonder hoofdpijn zijn/haar spul er uit haalt
Zzz ok
[medeverdachte 10] Dat die mensen er bijna 3 weken over doen om de laatste uit te halen en ze willen de service van die blik niet meer en ze willen dat men daar hun blik aan boord zet van de ‘guagua’ dat ze het voor hem moeten laten (plaatsen) bij/in 700 a 736 het is waar de [X] aankomen
Tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] aan de [adresgegevens verdachte] is in een antieke kast een verborgen ruimte aangetroffen. In deze ruimte werden onder meer de hierna genoemde bescheiden aan getroffen: [341]
Een notitieblaadje van ‘Golden Tulip hotels-suites-Resorts met daarop de tekst:
Invoice (factuur) 3 voud
Packinglist (pakbon) 3 voud
Certicate of origine) 1
Bill of loading 1 (1org. 4 door druk)
A-formulier (alleen voor Z-Amerika)
2 pgp’s
Geen email en bankoverdracht
7-36 vrouw
Music
Op dit Golden Tulip notitieblaadje zijn vingerafdrukken van [verdachte] aangetroffen. [342]
Een A4 papier met daarop getypte Spaanse tekst die als volgt is vertaald:
‘Goedendag, sorry voor het oponthoud/vertraging, kijk, de brief/kaart vertrekt, komt aan in Antwerpen België, bij de kaaien van 700 tot 736 door smc, ok.’
In de woning van [persoon 2] is op 20 juni 2013 door de Belgische autoriteiten een Duitstalige poster van ‘ [X] ’ aangetroffen met op de achterzijde handgeschreven aantekeningen: [343]
700-736
1700-1710 (?)
Leverancier moet lijst vragen aan [X] waar bak aankomt
Bak moet aankomen op 700-736 ( [X] kade)
Number of port must be…
In de BlackBerry van [medeverdachte 5] is de volgende ping-wisseling van 11 juni 2013 aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 10] : [344]
[medeverdachte 10] Heb je al [aliasnaam 1] en [aliasnaam 8] toegevoeg?
Ik zal hem jou adress dan geven. Gr.
[medeverdachte 5] dank je.gr
Op 14 juni 2013 is er het volgende OVC gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] : [345]
[medeverdachte 2] “Hoe gaat het bij jullie?”
[medeverdachte 5] “Ja, ook redelijk, ik kan niet zegen slecht, maar redelijk.”
[medeverdachte 2] “Maar nog altijd niets te verdienen.”
[medeverdachte 5] “Ja, we zijn nog in een, ja hoe noem je dat?”
[medeverdachte 2] “Startfase.”
[medeverdachte 5] “Ja, startfase. (…) maar we zien wel, dus het is allemaal een test.”
[medeverdachte 2] “Ja dan zien we maar. Voor de rest niks bijzonders?”
[medeverdachte 5] “Je wordt niet vergeten.”
[medeverdachte 2] “Nee, dat weet ik wel… Voor de rest niks bijzonders?”
[medeverdachte 5] “(ntv) positief gemeld, maar dat hoor je te zijner tijd wel.”
[medeverdachte 2] “Van welke kant?”
[medeverdachte 5] “Ja, waar we normaal mee spreken, dus die met die eh, [aliasnaam 1] , [aliasnaam 8] en die [aliasnaam 7] .”
De BlackBerry die bij [medeverdachte 3] is aangetroffen werd eind juni 2013 actief. [346] In de BlackBerry van [medeverdachte 10] werd de volgende berichtenwisseling van 24 en 25 juni 2013 aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 3] : [347]
[medeverdachte 3] Yoo man. Dit is mijn nieuwe pgp. Ons bakken verhaal
[medeverdachte 10] Wie is dit!!!
[medeverdachte 3] De koning van de lege bakken. Wij zitten altijd in U.
[medeverdachte 10] Hahahhaa ok, we zullen we volle krijgen incha ala. Wanner zien we. Elkaar!
In de BlackBerry van [medeverdachte 5] is de volgende berichtenwisseling met [medeverdachte 3] van 24 juni 2013 aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 3] : [348]
[medeverdachte 3] Yoo man. Dit is mijn nieuwe pgp. Vriend horlogeman op boerderij. Snap je?
[medeverdachte 5] Jazeker, zal m meteen opslaan. Nog wat van [aliasnaam 7] gehoord? Gr
[medeverdachte 3] Ja toevallig gister. Afspr van de week.
[medeverdachte 5] Kan dus nu ander adres wissen?
[medeverdachte 3] Ja
In de agendafunctie van de BlackBerry van [medeverdachte 3] is voorts de volgende melding aangetroffen: [349]
Begintijd: 28-06-2013 13.00 uur (UTC+0)
Eindtijd:28-06-2013 13.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: [aliasnaam 7] parkh
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 10] blijkt dat de auto op 28 juni 2013 van 15.22 tot 16.40 uur op de Alberdingk Thijmlaan te Eindhoven is geweest. Aan deze straat ligt Hotel [naam] Eindhoven.
Uit voorstaande concludeert de rechtbank dat er die dag een bespreking heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] .
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] zijn de volgende e-mails van [medeverdachte 10] aangetroffen: [350]
29-6-2013 Ik heb al de koppie van de laasten 2bakken, geeft door aan mocro zo kan hij het komen en halen en laat hem gelijk 2ladys meenemen kan meteen gaan laten zien aan mijn mensen. Gr.
1-7-2013 Ik heb docu al aan mocro gegeven en hij me die ladys. Heb je nieuws van oudTuks. Gr.
Op 1 juli 2013 heeft [medeverdachte 10] rond 21.25 uur het volgende OVC gesprek met [medeverdachte 8] in de Opel Astra [kenteken 4] : [351]
[medeverdachte 10] “We zitten al in juli en er is nog niets concreets met dat van [persoon 18]
Want men heeft het nagetrokken. De lata’s zijn hier. Ik heb al de papieren aan de jongen gegeven. Ik ga hem, [persoon 18] , straks zeggen… om hem te zeggen.. om hem te zeggen.. dat .. Niet [persoon 18] maar [aliasnaam 1] .. Dat hij de lata er uit moet halen… dat als hij de lata er niet uithaalt een andere kan worden gestuurd vanaf ginder.”
[medeverdachte 8] “Ga je hem dat zeggen?”
[medeverdachte 10] “Natuurlijk… dat is raar… je stuurt meer latas terwijl wij jou vanaf hier bellen, daar staan twee latas van jou stil of een.. of wat dan ook. Men moet in Santo Domingo van bedrijf veranderen.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] is de volgende emailwisseling met [medeverdachte 3] van 9 juli 2013 aangetroffen: [352]
[medeverdachte 10] Dag vriend wanner kunnen we afspreken, over die bak.kan je vrijdag
vroeg?
[medeverdachte 3] Ja kan. Zeg maar.
Op 10 juli 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] : [353]
[medeverdachte 2] “Voor de rest, he ja, had je nog wat van die [aliasnaam 7] gehoord?”
[medeverdachte 5] “Die heb ik maandag nog even gezien
En ja, de bal ligt nog altijd bij die eh…, daar met die [aliasnaam 8] en die andere.
Die hebben hun werk niet goed gedaan, en eh… daardoor staat het eigenlijk een beetje stop nou.”
[medeverdachte 2] “Hebben die hun werk niet goed gedaan?”
[medeverdachte 5] “Nee. Die hadden gezegd dat ze iets gedaan hadden en dat hebben ze
blijkbaar niet
gedaan en eh.. ja daarvoor is het weer vertraagd.”
[medeverdachte 2] “Ja wat is dat dan voor…”
[medeverdachte 5] “Dat zijn heel domme fouten wat ze gemaakt hebben.”
(…)
[medeverdachte 5] “Kijk het is nou al de vierde keer die vijfhonderd vierkante meter hè.”
[medeverdachte 2] “Ja.”
[medeverdachte 5] “En die laatste twee vijfhonderd vierkante meter die staan er nog
Die hebben ze nooit opgehaald, snap je.
Dat is het probleem.”
In de agendafunctie van de BlackBerry van [medeverdachte 3] is voorts de volgende melding aangetroffen: [354]
Begintijd: 12-7-2013 08.00 uur (UTC+0)
Eindtijd:12-7-2013 09.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: [aliasnaam 7] U
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 10] en de BMW [kenteken 7] in gebruik bij [medeverdachte 3] blijkt dat beide auto’s op 12 juli 2013 van ongeveer 10.00 tot 11.30 uur op de Leeuweriksweg te Uden waren [355] . Hieruit concludeert de rechtbank dat er die ochtend een bespreking heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] .
Op 13 juli 2013 is er de volgende ping-wisseling tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 8] : [356]
[medeverdachte 10] [persoon 18] is mij aan het bellen
Dat [persoon 42] daar was
Om de lata’s op te vragen
Ik heb hem gezegd dat het niet anders kan dat hij gewoon op zoek moet gaan naar een ander bedrijf.
[medeverdachte 8] Ah ja, dat heeft hij me daarnet gezegd.
De volgende emailwisseling tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 5] van 15 juli 2013 is aangetroffen in de BlackBerry van [medeverdachte 5] : [357]
[medeverdachte 10] Ja ik heb hem gezien hij kan de bak hier niet eruit halen dus moeten mijn mensen daar terugvragen. Gr
[medeverdachte 5] Kann dat? Zonder dat dat problemen opleverd.hebben we dan niet een ander adres nodig bij de volgende?
[medeverdachte 10] Wij gaan kijken of daar gewoon d normale kunnen gebruiken of moet een nieuwe zoeken [aliasnaam 1] heeft wel een nieuwe voor hier.
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] is de volgende emailwisseling met [medeverdachte 3] van 16 juli 2013 aangetroffen: [358]
[medeverdachte 3] Ik stuur je gegevens per pgp
[medeverdachte 10] Ok wat moet ik tegen [aliasnaam 3] zeggen als je terug bent hebben we de
lijst dan?
[medeverdachte 3] maar is nu moeilijk. Belangrijkere mensen zijn nog op vakantie.
De volgende emailwisseling tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 5] van 23 juli 2013 is aangetroffen in de BlackBerry van [medeverdachte 5] : ·
[medeverdachte 5] Dag vriend, wanneer kann ik je zien? Liefst zo snel mogelijk.gr.
[medeverdachte 10] Dag vriemd sorry was ff niet bij telf, ik ben nu tot volgende week in spanje laat je meeten wete als ik terug bent om afspraak te maken. Gr.
[medeverdachte 5] Ok, wanneer ong ben je terug?begin of eind van de week.gr
[medeverdachte 10] Eind denk ik, maar oom is nu daar wil je hem zien of gewoon alS ik terug bent.
In de Blackberry van [medeverdachte 10] is de volgende emailwisseling met ‘ [persoon 24] ’ van 5 augustus 2013 aangetroffen: [359]
[medeverdachte 10] ik ben aan het berichte zodat je weet dat [persoon 19] een nieuwe
‘comp’ heeft gevonden en dat we bijna klaar zijn.
[persoon 24] ok voor wanneer zal het ongeveer zijn
[medeverdachte 10] hij gaat vragen naar de begroting van deze zodat we gelijk mee aan de slag kunnen.
[persoon 24] ok doe maar ik wacht/hoop alleen voor jou
[medeverdachte 10] morgen zal hij de begroting vragen dat zal het zo zijn dat jij met hem gaat ontmoeten en het gaat afspreken
het min met hun is 150 en het is weer hetzelfde als hij het in de hand hebben dan zakken we voor je zoals ik hier met hun heb afgesproken
en van daar uit zet je wat je denkt en kan
maar je moet weten dat wij degene zijn die daar mislukt zijn
[persoon 24] ok dat is wat we zullen doen. Ik ga proberen dat we het met 200 doen zodat je daarna weet we geven 800 en ‘ [X] ’ zal niet praten over hoeveelheid.
[medeverdachte 10] zij zijn de baas zoals ik je gezegd heb van waar de ‘guagua’ aankomt zij hebben het totale beheer.
Op 7 augustus 2013 stuurt [medeverdachte 10] de volgende e-mail naar [medeverdachte 3] : [360]
‘Drukke man jejejej, laat me weten als je de rest van de info hebt ze wachten op dat om te kunnen gaan naar dat bedrijft. Gr’
Op 11 augustus 2013 voeren [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] het volgende OVC gesprek: [361]
[medeverdachte 2] “Ja, dat is allemaal weer rechtgezet met die [aliasnaam 7] .”
[medeverdachte 5] “Ja ja.”
[medeverdachte 2] “Hh, goed zo, goed zo.”
[medeverdachte 5] “Dus die gegevens zijn …ntv… onderweg, dus eh..”
[medeverdachte 2] “Dan…”
[medeverdachte 5] “Dus dat eh… dat eh…ntv… op vakantie hè?”
[medeverdachte 2] “Ja ja, dat is het probleem nou hè?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
Op 20 augustus 2013 stuurt [medeverdachte 10] de volgende berichten naar ‘ [persoon 18] ’: [362]
En dat ik je altijd schrijf/bel om last te vallen (+D
Maar het is namelijk dat je mijn man van de logistiek bent
Want ik was op internet
Aan het zoeken kijken of ik lijst met schepen kon vinden
Die van ginder hierheen komen
Een lijst bijvoorbeeld de [X] die van daarginder hier komen
[X]
Ik wil weten van/over dat bedrijf
De lijst van de komende 2 weken die van ginder naar hier vertrekken
Het Is namelijk zo at ze mij om een lijst vragen
En ze doen er lang oer om hem aan mij te geven
Die van daaruit rechtstreeks naar België gaan
Ze moeten [X] zij of met vrouwennamen
Normaal gesproken doen ze er 15 dagen over
Ga op [sitenaam]
En ga/zet die van daar en de ene van hier
Zodat je die lijst kunt zien die ik wilde
Volgens mij heb ik hem gevonden zodat je voor mij kunt bevestigen of ze rechtstreeks zijn
Laat me weten of je het hebt
Yeah primo that’s it.
Diezelfde dag (20 augustus 2013) stuurt [medeverdachte 10] tussen 15.46 en 20.15 uur de volgende berichten naar ‘Zzz’: [363]
Ik ben vandaag vroeg aangekomen en ik heb een ontmoeting gehad
Geef me een nummer om weg te gaan (dan ga ik weg) en ik bel jou
Dan kan ik je uitleggen
Kut, ik heb het niet maar laat me vragen of ze eentje voor mij kunnen halen
Het is om jou beter uit te kunnen leggen
Wat die meneer tegen me zei
Ja stuur me de fax gegevens om dat voor je te sturen voordat ze sluiten
Vraag of ze hem aan hebben staan
Want ze sturen hier maar daar wordt hij niet ontvangen
Ze gaan hier sluiten
Ik zal het morgen voor je moeten sturen
Goed ik ben vertrokken om opnieuw met die meneer te vergaderen
Want ik moet hem iets geven
Ik laat je weten zodra ik er ben
In de agendafunctie van de BlackBerry van [medeverdachte 3] is voorts de volgende melding aangetroffen: [364]
Begintijd: 20-8-2013 19.00 uur (UTC+0)
Eindtijd:20-8-2013 20.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: [aliasnaam 7] parh.
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 10] en de BMW [kenteken 7] in gebruik bij [medeverdachte 3] blijkt dat beide auto’s op 20 augustus 2013 van ongeveer 21.00 tot 21.30 uur op de Alberdingk Thijmlaan te Eindhoven zijn geweest. Aan deze straat ligt Hotel [naam] Eindhoven.
Uit voorstaande concludeert de rechtbank dat er die avond een bespreking heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] en dat [medeverdachte 10] iets aan [medeverdachte 3] heeft overhandigd.
In de woning van [medeverdachte 3] is een print van [sitenaam] d.d. 20 augustus 2013 aangetroffen. Deze print betrof een overzicht van vaarschema’s van containerschepen van Caucedo (Dominicaanse Republiek) naar Antwerpen. [365] Gelet op de berichten aan ‘ [persoon 18] ’ en ‘Zzz’ van 20 augustus 2013 en de ontmoeting met [medeverdachte 3] van diezelfde dag concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 10] dit overzicht van vaarschema’s aan [medeverdachte 3] heeft overhandigd.
Na de ontmoeting met [medeverdachte 3] op 20 augustus 2013 voert [medeverdachte 10] een telefoongesprek met een onbekende man in de Dominicaanse Republiek: [366]
Zakelijk weergegeven spreekt [medeverdachte 10] over een lijst die hij gaat sturen. Hij had het daarnet al willen sturen maar toen leek het erop alsof ze hem niet aan hadden staan. Faxen is beter dan scannen en mailen. Per fax krijgt hij immers het papier zelf terug en houden ze op kantoor niets. Er moet in ieder geval gewacht worden tot maandag, omdat de baas van daar dan pas terug is van vakantie. Op die lijst zijn een aantal die de naam van een vrouw dragen. Het gaat om de namen van de ‘guagua’.
Die baas heeft gezegd dat alles wat rechtstreeks daar vandaan komt en een vrouwennaam draagt, komt allemaal in zijn zone binnen. Maandag zal [medeverdachte 10] de onbekende man een bevestiging sturen.
Op 22 augustus 2013 is er de volgende ping-wisseling tussen [medeverdachte 10] en ‘Zzz’: [367]
[medeverdachte 10] de meneer heeft mij gevraagd met ongeveer hoeveel u dat gaat doen
Zzz ik weet nog niet
[medeverdachte 10] ik heb tegen [aliasnaam 3] gezegd minimum 2 en hij zei tegen mij ‘goed’
maar hij zegt hier tegen mij dat hij met die van binnen voor 250 heeft afgesproken
Zzz deze mensen zijn dat nummer aan het bellen maar niemand neemt op
[medeverdachte 10] en hoe laat
want hier sluit men om 5 pm en het is iets meer dan 6 uur
Zzz ‘s avonds
[medeverdachte 10] nee ik heb de bb van de meneer niet bij me
zodra ik thuis ben zeg ik u
Zzz denkt u dat deze mensen contact kunnen maken via de email met de mensen van hier
om hem een email te sturen zodat zij het zien
[medeverdachte 10] natuurlijk
maar geef mij de naam van de vertegenwoordiger
Zzz [persoon 3]
[email-adres 2]
die van de vrouw die met [persoon 19] onderhandelt/praat
[medeverdachte 10] u kunt mij het nummer geven
van de vrouw of van haar kantoor ginder
Zzz [telefoonnummer] ext 221 [getuige]
[medeverdachte 10] in het geval dat de email niet aankomt of zo iets dergelijks. Den belt men regelrecht.
maakt u zich geen zorgen over dat. Hier is alles geregeld. En dat regel ik morgen voor u.
Zzz de oude lijn heeft de goedkeuring al gegeven. Het gaat erop dat zij zien dat er mensen zijn. heeft u me begrepen?
Het genoemde telefoonnummer is het nummer van [bedrijf 11] , gevestigd op de Dominicaanse Republiek. Het bedrijf handelt onder andere in GAT-PLUS en GAT CARB, zijnde een vorm van calcium-carbonaat (een soort kalk). [368]
In de agendafunctie van de BlackBerry van [medeverdachte 3] is voorts de volgende melding aangetroffen: [369]
Begintijd: 23-8-2013 11.00 uur (UTC+0)
Eindtijd: 23-8-2013 12.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: [aliasnaam 7] hotel
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 10] en de BMW [kenteken 7] in gebruik bij [medeverdachte 3] blijkt dat beide auto’s op 23 augustus 2013 van ongeveer 13.00 tot 14.20 uur op de Alberdingk Thijmlaan te Eindhoven zijn geweest. Aan deze straat ligt Hotel [naam] Eindhoven.
Uit voorstaande concludeert de rechtbank dat er wederom een ontmoeting is geweest tussen [medeverdachte 10] en [medeverdachte 3] . Gedurende deze ontmoeting is er het volgende ping-verkeer tussen [medeverdachte 10] en Zzz: [370]
[medeverdachte 10] Verifieer of de email zo is, want ze gaan het vandaag sturen
[email-adres 2]
Zzz Jaa!
[medeverdachte 10] Vandaag sturen u/hem dat.
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] is de volgende ping-wisseling met ‘Zzz’ van 24 augustus 2013 tussen 15.09 en 17.33 uur aangetroffen: [371]
Zzz zij bellen zo
[medeverdachte 10] zegt tegen mij dat [persoon 19] zegt dat als zij vragen wat zij willen om te zeggen Gat Carb of gat plus
Dat, dat is hetzelfde want ik heb het hem reeds kalk gezegd
Dat zij hen/u zullen zeggen dat de producten en de hele leiding daar , de heer [persoon 3] is degene die dat zal aanvragen en dat hij de vertegenwoordiger is van ginder in de Caribe
Wij zijn ons aan het voorbereiden, om te kijken of het vertrekt aan het eind van de komende
Het zijn twee soorten kalk
Zij belden al vanaf 4 uur
Maar het antwoordapparaat neemt op. Dat er niemand is, om maandag te bellen
Bel maandag
Op 24 augustus 2013 is er de volgende e-mailwisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] : [372]
[medeverdachte 3] Het wat info nodig.
1) hoe weet jij dat mail niet is aangekomen?
2) H
[medeverdachte 10] Ja had contact opgenomen
Had gevraagt of zijn bedrijft hier al iemal of gebelt had om te bevestigen dat hij vertegewordig is.
Goederen zijn bij deze Bedrift Kalk, maar kan algemeen bouwmateriaal zijn natuurlijk.
[medeverdachte 3] Ok . We gaan om 15u onze tijd bellen. Zijn ze dan open?
[medeverdachte 10] Ja het is open tot 17u nl tijd.
[medeverdachte 3] Ok
Op 26 augustus 2013 pingt [medeverdachte 10] aan Zzz: [373]
Zij zullen om 9.00 uur bellen
De meneer zei dat zodra hij klaar is hij mij belt
Op 26 augustus 2013 wordt er tussen 16.00 uur en 16.45 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 3] , [verdachte] en een onbekende man (die wegrijdt in een auto met Belgisch kenteken) in het Golden Tulip Hotel aan de [adres 2] te Leende. Gezien wordt dat tijdens deze ontmoeting [medeverdachte 3] en [verdachte] dicht naast elkaar zitten en de hoofden naar elkaar toebuigen. Ook toont [medeverdachte 3] meerdere keren zijn telefoon aan [verdachte] . Tijdens deze ontmoeting werd de communicatie opgenomen. [374]
Tijdens dit gesprek wordt gesproken over containers, havens, bedrijven, strepen en kosten (de man van de kraan vraagt 30 procent). Op een geven moment wordt het volgende gezegd:
[medeverdachte 3] “… is bijna aan het eindje.’
[verdachte] “Geloof me nou dat je bepaalde energie’s niet in die man moet steken hier.”
[medeverdachte 3] “Ach, word er gek van. Kijk, kijk, kijk.”
[verdachte] “Ge wordt er gek van op het laatst. Kijk ge bent zijn dingen aan het doen.
Dat moet je niet doen hoor.”
[medeverdachte 3] “Zijn spullen kwijt, dat wijf spreekt geen Engels en hij geen Spaans.”
Vanaf 16.45 uur (op 26 augustus 2013) pingt [medeverdachte 10] met ‘zzz’: [375]
Ze hebben al gebeld
dat ze in slechts Spaans hebben
moeten praten
want die vrouw spreekt geen Engels
Ze hebben afgesproken dat [persoon 3] vandaag
contact met haar zou opnemen
In de Dominicaanse Republiek is getuige [getuige] gehoord. [376] Zakelijk weergegeven verklaarde zij dat zij hoofd is van de afdeling export van het bedrijf [bedrijf 11] . Een Dominicaan die zich [persoon 3] noemde, informeerde voor een prijsopgave om materiaal met een 40 voet container naar België te sturen. Hij specificeerde niet welk materiaal hij wilde hebben. Dat was ongebruikelijk. Met betrekking tot deze zaak heeft zij wel een mail ontvangen van ene [persoon 25] . Deze mail werd door [getuige] overhandigd aan de Dominicaanse autoriteiten. Uit deze mail bleek dat [persoon 3] vertegenwoordiger was van het bedrijf [bedrijf 12] en dat deze persoon gemachtigd was tot het maken van beslissingen en het plaatsen van orders namens dit bedrijf. Deze mail was ondertekend door [persoon 25]
[bedrijf 12]
[adres 10]
3650 Dilsen-Lanklaar
Belgium
Tel [telefoonnummer]
Email: [email-adres 3]
Tel [telefoonnummer]
VAT number [VAT-nummer]
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] zijn notities aangetroffen: [377]
Titel: [bedrijf 12] [aliasnaam 7]
Inhoud: [bedrijf 12] nv
[adres 10]
3650 dilsen-lanklaar
Email:
[email-adres 3](passw: [wachtwoord] )
BTW [VAT-nummer]
Tel [telefoonnummer]
Contact pers. [persoon 25]
Mail sturen naar:
[email-adres 2]
t.a.v. [getuige]
tel [telefoonnummer]
Om te zeggen dat [persoon 3] ons bedrijf vertegenwoordigd in [aliasnaam 7] . [persoon 3] nr.: [telefoonnummer] .
Soortgelijke notities zijn aangetroffen in de BlackBerry van [medeverdachte 10] : [378]
Label: Comp
Inhoud:
[bedrijf 12] INDUSTRIETERREIN TEUTELBERG
[adres 10]
3650 Dilsen-lanklaar.Belgica
Email:
[email-adres 3]BTW [VAT-nummer]
Dhr. [persoon 26]
Telf [telefoonnummer]
Met dit Belgische prepaid nummer is op 24 augustus 2013 drie maal en op 26 augustus 2013 twaalf maal telefonisch contact tot stand gekomen met het nummer van [bedrijf 11] . Dit telefoonnummer, noch het IMEI-nummer van het toestel waarmee dit nummer gebruikt was, was bekend bij de Belgische autoriteiten. [379]
In de woning van [medeverdachte 3] worden eveneens documenten aangetroffen met betrekking tot het bedrijf [bedrijf 12] : [380]
  • Een document van de rechtbank van koophandel te Tongeren met betrekking tot de herbenoeming van de bestuurders van de NV [bedrijf 12] te Dilsen-Stokkem.
  • Een visitekaartje van [bedrijf 12] : de contactgegevens zijn doorgestreept en komen niet overeen met de contactgegevens zoals vermeld in de BB’s van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] .
  • Een gmailadres van [bedrijf 12] met wachtwoord.
Uit onderzoek in België is gebleken dat de naam [persoon 25] in het geheel niet bekend was binnen het bedrijf. Het gebruikte telefoonnummer was onbekend bij het bedrijf en dat nummer kwam ook verder niet voor in de geautomatiseerde bestanden van de Belgische autoriteiten. [381]
In de BlackBerry van [medeverdachte 5] zijn de volgende berichten van 31 augustus 2013 aangetroffen: [382]
[medeverdachte 5] ok vriend, nog wat van [aliasnaam 1] gehoord?
[medeverdachte 10] Als goed is hij zie vandaag pet over die lijst want ze wachten op me al 2 weken.
In de agendafunctie van de BlackBerry van [medeverdachte 3] is voorts de volgende melding aangetroffen: [383]
Begintijd: 31-8-2013 11.30 uur (UTC+0)
Eindtijd: 31-8-2013 12.30 uur (UTC+0)
Onderwerp: [X]
Uit onderzoek van de agendafunctie van deze BlackBerry bleek dat het onderwerp ‘ [X] ’ een keer eerder voorkwam. Op 9 augustus 2013 stond er tussen 13.00 en 14.00 uur een afspraak gepland met als onderwerp: ‘ [aliasnaam 14] ’. [384]
In de BlackBerry van [medeverdachte 5] zijn de volgende berichten van 2 september 2013 aangetroffen: [385]
[medeverdachte 5] Vriend heb je al contact gehad met [aliasnaam 1] ? Gr
[medeverdachte 10] ja maar hij heeft nog nieks dus en in d over kand aan het flippen.
[medeverdachte 5] Wat ik begrijp van [aliasnaam 8] is dat de petjes in staking zijn.dus hoop dat dat snel voorbij is. Mischien zie ik je deZe week nog ok. Gr
Uit het pv bevindingen identificatie ‘petje’ als Antwerpse douanemedewerker, volgt dat met petje een corrupte douane medewerker wordt bedoeld. Voorts blijkt hieruit dat de douane in Antwerpen medio september 2013 staakte. [386]
In de BlackBerry van [medeverdachte 5] is de volgende email-wisseling met [medeverdachte 3] van 6 september 2013 aangetroffen: [387]
[medeverdachte 5] Dag vriend, zijn de problemen al opgelost? Petjes weer aan t werk of niet? Grtjs
[medeverdachte 3] Ja alles opgelost en kleintje staat zo goed als klaar. Nog ong 7 dgn en dan weg.
[medeverdachte 5] Ok, super,zien ons snel. Grtjs
In de BlackBerry van [medeverdachte 5] is de volgende email-wisseling met [medeverdachte 10] van 6 september 2013 aangetroffen: [388]
[medeverdachte 5] Dag vriend nog wat van [aliasnaam 1] gehoord? Gr
[medeverdachte 10] Hij zou vandaag of morgen streep zien.
[medeverdachte 5] Ik had [aliasnaam 1] ook gevraagd wat er nu is, en kreeg als antwoord, alles is nu opgelost en over 7 dagen werd vertrokken. gr
[medeverdachte 10] Wanner want nieks is opgelost, ik heb nog geen lijst of een spesifiek naam van hem gekrijgen, mijn mensen zelf zijn daar aan het kijken als ze kunnen schieten o een boot met vrouwe naam. Maar eigenlijk moet [aliasnaam 1] een naam geven of een lijst. Maar tot nu toe heb ik t nieks van hem gekrijgen.
[medeverdachte 5] Wanneer heb je hem de laatste keer gesproken?
[medeverdachte 10] Woensdag
En als het goed is zou hij vandaag of morgen pet zien om de lijst of een Naam te vragen van boot waar we kunnen schieten.
Als hij mij dat stuurd neem ik toch aan dat ie met strepen gespreken heeft.dan zou ik eens contact met m opnemen.
[medeverdachte 5] Wanneer had hij dat gezegd dan
[medeverdachte 10] Vandaag, ong 2 uur geleden
Ok ik zal hem vragen of hij al iets weet van streep. Laat je zo weten.
Nieuws is weer dat streep hier moet wachten tot 18sep want er is onderzoek niet aan hun maar ze willen afwachten tot dan. Klotte shit weer er is altijd op de laaste moment een verhaal.
[medeverdachte 5] Hebben we een keus?is inderdaad kut, en weer op et laatste moment.ik ga morgen weer met [aliasnaam 6] praten dat hij haast maakt.
In de agendafunctie van de BlackBerry van [medeverdachte 3] is voorts de volgende melding aangetroffen: [389]
Begintijd: 6-9-2013 08.00 uur (UTC+0)
Eindtijd: 6-9-2013 09.00 uur (UTC+0)
Onderwerp: vandaag [aliasnaam 14] of morgen
Hieruit leidt de rechtbank af dat ‘pet’of ‘streep’ dezelfde persoon, althans iemand met een soortgelijke functie, was als ‘ [aliasnaam 14] ’. Uit het proces-verbaal bevindingen identificatie [aliasnaam 14] als [persoon 20] blijkt dat de persoon die door [medeverdachte 3] als ‘ [aliasnaam 14] ’ werd aangeduid [persoon 20] was. Dit volgt uit een koppeling van afspraken in de BlackBerry met ‘ [aliasnaam 14] ’ aan observaties en camerabeelden van die afspraken waarop [persoon 20] herkend is. [390]
In de BlackBerry van [medeverdachte 3] is ook een notitie aangetroffen met bedragen met daarachter een naam vermeld en een datum. Uit deze notitie blijkt dat hij deze ‘ [aliasnaam 14] ’ in de periode van 4-7 tot 7-9 in totaal 407.000 had betaald. De datum van betaling kwam overeen met de data van afspraken in de BlackBerry. Tevens werden enkele afspraken bevestigd middels opgevraagde camerabeelden en een observatie. [391]
BB lijstje met bedragen BB afspraken observatie of camerabeelden
100.000 [aliasnaam 14] 4-7 [aliasnaam 14] Breda 13.00 uur Observatie [X] Breda
&
herkenning [persoon 20]
90.000 [aliasnaam 14] 10-7
26.000 [aliasnaam 14] 30-7 [aliasnaam 14] Breda
39.000 [aliasnaam 14] 1-8 [aliasnaam 14] [naam] Lokeren
9-8 (geen bedrag wel afspraak) [aliasnaam 14] [X]
52.000 [aliasnaam 14] 15-8: (geen afspraak in BB) camerabeelden [naam] :
te zien is dat [medeverdachte 3] en [persoon 20] elkaar ongeveer een half uur spreken
50.000 [aliasnaam 14] 30-8 ca, dy [aliasnaam 14]
40.000 [aliasnaam 14] 3-9: Mac [aliasnaam 14] beelden [naam] en herkenning
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] is de volgende email aan [medeverdachte 5] aangetroffen van 17 september 2013: [392]
Mijn oude man aan de overkant komt misschien morgen naar nl om met ons allemaal koffie te gaan drinken. Laat je dan meteen weten, zo kan je ook [aliasnaam 8] meenemen. Ik zorg dat [aliasnaam 1] komt.
Diezelfde dag wordt er een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 10] en een man die gelijkenis vertoonde met [medeverdachte 8] in ‘ [naam] te Uden. [393]
Na deze ontmoeting vindt er een OVC gesprek plaats in de auto van [medeverdachte 10] tussen hem en [medeverdachte 8] . Hieruit leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 8] de persoon was, die aanwezig was bij de ontmoeting met [medeverdachte 3] in ’ [naam] . Het gesprek gaat over [aliasnaam 3] , [persoon 18] en [persoon 19] . [394] Kennelijk heeft [medeverdachte 8] iets goed te maken, omdat er iets is mislukt dat in de miljoenen pesos loopt. Volgens [medeverdachte 10] zou [aliasnaam 3] gezien hebben dat [medeverdachte 8] met zwakte tegen [persoon 18] praatte en hem daarom niet serieus nemen. Kennelijk liet [medeverdachte 10] zich de schuld in de schoenen schuiven dat hij geld achtergehouden zou hebben. [medeverdachte 8] ontkent dat hij geld heeft achtergehouden: hij had alles aan [persoon 18] gestuurd, maar ene [persoon 27] zou de notities daarvan hebben weggegooid. Volgens [medeverdachte 10] is [aliasnaam 3] in elk geval erg boos. Ook gaat het gesprek over de blikken waarvan afgesproken was dat die daar zouden blijven staan omdat het bedrijf al super heet was en het te veel geld was. Kennelijk wilde [persoon 18] daar 30.000 voor in rekening brengen terwijl de kosten maar 13.000 waren. Voorts had [aliasnaam 3] volgens [medeverdachte 10] aangegeven dat hij sowieso niet meer met dat oude bedrijf wilde werken, ook al zou de blik (lata) worden uitgehaald. Het risico was gewoon te groot omdat dat bedrijf al de aandacht op zich gevestigd had door de blikken zolang te laten staan. [medeverdachte 8] geeft aan dat hij hem dat ook gezegd heeft. [medeverdachte 10] vertelt verder dat hij daarom [aliasnaam 1] gevraagd had voor een nieuw bedrijf om aan de slag te gaan omdat [aliasnaam 3] hier klaar was, waarop [aliasnaam 1] had gezegd dat hij er mee bezig was. Daar was [aliasnaam 3] ook boos om, die vond dat geen antwoord. [medeverdachte 8] geeft aan dat hij hem al twee weken geleden verteld heeft dat hij dat bedrijf had. Daarna gaat het over de komst van [aliasnaam 3] naar Nederland.
[medeverdachte 8] “Je kan hem [aliasnaam 1] laten ontmoeten.”
[medeverdachte 10] “Natuurlijk wil ik hem [aliasnaam 1] laten ontmoeten, maar ik wil dat [aliasnaam 1] hem brengt bij die met het brilletje, toch? [aliasnaam 1] zei: nee alleen ik, zodat we niet te veel mensen hebben. Maar ik wil dat [aliasnaam 3] deze oudere mensen ziet.”
[medeverdachte 8] “Natuurlijk.”
[medeverdachte 10] “Dat ze op leeftijd zijn, begrijp je? Dat het formele mensen zijn en geen jonge gasten.”
(…)
[medeverdachte 10] “Ik wil dat [aliasnaam 3] ziet dat we met mensen werken die niet met dat van hem gaan spelen.”
[medeverdachte 8] “Is [aliasnaam 2] hier?”
(…)
[medeverdachte 10] “Ik zei tegen [aliasnaam 2] dat [aliasnaam 3] gaat komen, dat hij het tegen die met de [aliasnaam 8] moeten zeggen en dat ze daar moeten zijn. Ik zorg er wel voor dat [aliasnaam 1] komt.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 5] is een email-wisseling met [verdachte] van 21 september 2013 aangetroffen: [395]
[medeverdachte 5] Sorry vriend,maar had een paar verjaardagen in dit weekend.wanneer ben je weer in nl? Grote baas van [aliasnaam 7] is hier en wilde ons alle zien maandag. Ben je dan al terug?’
[verdachte] Nee nog net niet, kzie je dinsdag. [aliasnaam 1] zal er zijn , hebben al wat teveel verlies en het zit tegen bij S. maar beter dit dan met pijn ondeweg. !!!!!!!!!! Wat thuis slaapt, slaapt zonder verlies.
In de BlackBerry van [medeverdachte 10] zijn email-wisselingen aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] van 22 en 23 september 2013. [396] Het gaat over de afspraak met de [aliasnaam 3] ( [aliasnaam 3] ). Uiteindelijk wordt afgesproken voor 24 september 2013 om 13.00 uur in het [naam] hotel Amsterdam. [medeverdachte 10] mailt [medeverdachte 3] dat hij moet zeggen dat die man van die 2 bakken spoorloos is, en niet dat die vast zit.
Uit de peilbakengegevens blijkt dat op 24 september 2013 zowel de Audi [kenteken 9] van [medeverdachte 5] als de Opel Astra [kenteken 4] van [medeverdachte 10] in Amsterdam zijn geweest.
Op 25 september 2013 emailt [medeverdachte 10] aan [medeverdachte 3] en aan [medeverdachte 5] dat de [aliasnaam 3] tevreden was met de afspraak en hij wacht op goed nieuws van [aliasnaam 1] in het weekend. [397]
In de BlackBerry van [medeverdachte 5] is een email-wisseling aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 10] van 29 en 30 september 2013. [398]
[medeverdachte 5] - [verdachte] :
[medeverdachte 5] ok vriend, dank je voor moeite.heb je [aliasnaam 1] niet meer gesproken?zou toch vandaag praten met strepen.grtjs
[verdachte] Ja zou vandaag zijn heb ik al een bericht gestuurt maar krijg niks terug. Probeer je dan hem te vragen of hij iets al weet en laat me weten. Gr
[medeverdachte 5] - [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 5] Dag vriend,hoe is het gesprek verlopen vandaag? Maak ons vrolijk. Gr
[medeverdachte 3] Hey man, we moeten nog wachten helaas. Ze geven nog geen groen
[medeverdachte 3] Dat is nou juist wat ze niet weten. Zie ze einde van de week weer vrijdag. Hopelijk dan beter,
[medeverdachte 5] Ok vriend, ik hoor dan van je, grtjs
[medeverdachte 5] - [medeverdachte 10] :
[medeverdachte 5] Vriend, had [aliasnaam 1] gisteren gevraagd hoe gesprek verlopen is, krijg net antwoord dat nog geen groen licht is, vrijdag spreekt ie hun weer.gr
[medeverdachte 10] Ok. Gr
Uit de gang van zaken vanaf ongeveer 17 mei 2013 concludeert de rechtbank dat de groepering weer doende was met het organiseren van een nieuw transport cocaïne vanuit de Dominicaanse Republiek. Dit transport zou een hoeveelheid van in elk geval 200 kg cocaïne bevatten (e-mailwisseling van [medeverdachte 10] met [persoon 24] van 5 augustus 2013). [medeverdachte 10] en [medeverdachte 8] onderhielden de contacten met de leveranciers op de Dominicaanse Republiek (onder wie [aliasnaam 3] , [persoon 18] en [persoon 19] ) en organiseerden (al dan niet via hun contacten onder wie ‘ [persoon 3] ’) voor de bestelling een passende deklading. Aan de Europese kant onderhield [medeverdachte 3] met name de contacten met een corrupte (douane) medewerker (petje, streep, [aliasnaam 14] : [persoon 20] ). Uit de bewijsmiddelen volgt voorts dat [verdachte] en [medeverdachte 5] dermate goed geïnformeerd werden over de stand van zaken, dat daaruit geconcludeerd kan worden dat zij bij dit voorgenomen transport betrokken waren.
Conclusies van de rechtbank
Uit de bewijsmiddelen met betrekking tot zaaksdossier 2 blijkt dat [verdachte] vanaf april 2012 tot 1 oktober 2013 nauw betrokken was bij de (pogingen tot) invoer van cocaïne uit de Dominicaanse Republiek.
Op 15 november 2012 heeft hij besprekingen gevoerd met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] , waarin ‘tegels’, ‘ [aliasnaam 7] ’, het willen voorkomen ‘dat het allemaal weer verpest wordt’ en ‘500’ genoemd wordt. En vervolgens op 6 februari 2013, wederom in een bespreking met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 10] , waarbij hij informeerde naar ‘Petje’ en hij duidelijk betrokken was bij de bespreking van prijzen en handelshoeveelheden, en hij in dezelfde fase van dit gesprek de te verhandelen stof, namelijk ‘cocaïne’, benoemt.
Als de partij cocaïne op 15 april 2013 in beslag is genomen, gaan [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] (die net terug is uit de Dominicaanse Republiek) langs bij [verdachte] om hem, naar de rechtbank concludeert, hiervan op de hoogte te stellen. [medeverdachte 3] (die in verband met een bestelling van een nieuw soort deklading contact op moet nemen met [getuige] die geen Engels spreekt, terwijl [medeverdachte 3] nauwelijks Spaans spreekt) wordt door [verdachte] op de vingers getikt dat hij andermans werk zit te doen (OVC 26 augustus 2013).
[verdachte] acteerde als spin in het web. Veelal liepen de contacten tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] enerzijds via [verdachte] naar [medeverdachte 3] en [medeverdachte 7] . Zowel [verdachte] als [medeverdachte 3] onderhielden rechtstreeks contact met [medeverdachte 7] . Ook [medeverdachte 10] , die via [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] met [verdachte] in contact was gekomen onderhield op een gegeven moment rechtstreeks contact met hem. [medeverdachte 10] ziet hem als een van de grote mannen van de organisatie en dringt er dan ook op aan dat zowel [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 5] de grote man uit de Dominicaanse Republiek ( [aliasnaam 3] ) op 24 september 2013 ontmoeten in Amsterdam. [medeverdachte 10] wendt zich blijkens de voorbereiding en ontmoeting van 30 januari 2013 ook tot [verdachte] en [medeverdachte 3] als hij geld nodig heeft. Uit de OVC van 22 mei 2013 blijkt dat er grote sommen geld van honderdduizenden euro’s beschikbaar werden gesteld, als je maar liet zien dat je wilde werken.
Hieruit volgt dat de rechtbank de als feit 1 tenlastegelegde medeplegen van de poging tot invoer van 550 kg cocaïne wettig en overtuigend bewezen acht en tevens de als feit 7 tenlastegelegde deelname aan een criminele organisatie.
Feit 4 (zaaksdossier 10 – Wet wapens en munitie)
Aantreffen pistool en munitie in een verborgen ruimte achter de badkamerkast
Tijdens de doorzoeking op de [adresgegevens verdachte] werd op 2 oktober 2013 in de woning achter een kast in de badkamer een geheime bergplaats ontdekt. Deze bergplaats kon worden bereikt door het wegduwen van de achterwand van deze kast. [399] Na opening van de kast trof de politie onder meer een pistool, merk Zastava, aan (SIN-code [SIN-code] , IBN-code: ST24X.04.01.001 ). [400] Het pistool werd vervolgens inbeslaggenomen. [401]
Uit onderzoek van het Regionaal Bureau Wapens en Munitie (hierna: RWBM) bleek dat het wapen een semi automatisch pistool, merk Zastava, model CZ 999 Scorpion, van het kaliber 9mm Para met bijbehorend patroonmagazijn betrof. In het patroonmagazijn bevonden zich 12 kogelpatronen. Het kaliber 9mm Para is synoniem aan het kaliber 9x19 en 9mm Luger. Aan de linkerzijde van de slede waren het fabriekslogo en de tekst: “Zastava Arms” zichtbaar. Hieronder op de kast stond de tekst: “Zastava Oruzje SERBIA”. Aan de rechterzijde van de slede was de tekst: “CZ 999 scorpion” zichtbaar. Op de kamer was de tekst: “9mm PARA” zichtbaar. Het RWBM heeft vervolgens geconcludeerd dat dit voorwerp is bestemd en geschikt is om projectielen of stoffen door een loop af te schieten en de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing of een andere scheikundige reactie. Dit voorwerp is daarom een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º, gelet op artikel 2, lid 1, categorie III, onder 1º van de Wet Wapens en Munitie. Op de 12 kogelpatronen was het bodemstempel “S&B 9mm LUGER” zichtbaar. De letters S&B staan voor Sellier & Bellot. De slaghoedjes en de lakseals op de hulsbodems waren onbeschadigd en ongedeukt. Dit impliceert dat deze patronen “scherp” zijn. Het RWBM heeft vervolgens geconcludeerd dat de bij het vuurwapen in beslag genomen kogelpatronen munitie zijn in de zin van artikel 1, onder 4º, gelet op artikel 2, lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie. [402]
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij een pistool bewaarde in de verborgen ruimte achter de badkamerkast. [403]
Gelet op de bekennende verklaring van [verdachte] en de resultaten van het onderzoek aan het aangetroffen pistool van het merk “Zastava”, kaliber 9mm Para, met in het patroonmagazijn 12 kogelpatronen “S&B 9 mm LUGER”, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] op 1 oktober 2013 dit vuurwapen en deze munitie voorhanden heeft gehad.
Wapens en munitie, aangetroffen op het buitenterrein
Tijdens de doorzoeking werd op het buitenterrein, links naast de loods, een in de grond begraven pakketje gevonden. De inhoud van het pakketje is eveneens onderzocht door het RWBM. Uit dit onderzoek volgt dat daarin een tweeloops pistool van het merk Röhm, een vierloops Flobertpistool, 50 kogelpatronen van het merk Indumil, 10 hagelpatronen van het merk Fiocchi en 50 hagelpatronen van het merk American Eagle zaten. [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat deze wapens en munitie niet van hem zijn.
Onder verwijzing naar hetgeen de rechtbank hiervoor onder feit 3 reeds heeft overwogen, is de rechtbank van oordeel dat ook ten aanzien van deze vuurwapens en munitie geldt dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat [verdachte] daarvan wetenschap had. Evenmin kan worden vastgesteld dat deze wapens en munitie aan [verdachte] toebehoorden of dat hij daarover beschikkingsmacht had. De rechtbank zal [verdachte] dan ook partieel vrijspreken ter zake van deze wapens en munitie.
Zaaksdossier 7 - criminele organisatie m.b.t. synthetische drugs
Inleiding
Zaaksdossier 7 concentreert zich op de criminele organisatie(s). Hiervoor onder feit 1 heeft de rechtbank bewezen verklaard dat [verdachte] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich bezighield met de invoer van cocaïne. In zaaksdossier 1 beschrijft de politie deelonderzoeken naar de handel in (grondstoffen voor) synthetische drugs. De politie vermeldt dat CIE-informatie de aandacht vestigde op de betrokkenheid van een aantal verdachten onder wie [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [verdachte] bij synthetische drugs.
Stemherkenningen
De betrokkenheid van [medeverdachte 1] [404] , [medeverdachte 5] [405] en [verdachte] [406] bij de tenlastegelegde criminele organisatie heeft de politie mede afgeleid uit de opgenomen gesprekken waarin verbalisanten de stemmen van verdachten herkennen. De stemmen in de telefoongesprekken en/of de OVC-gesprekken kwamen overeen met de stemmen van de verdachten tijdens hun verhoor. De rechtbank heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de stemherkenningen in het dossier en neemt de bevindingen van de politie over.
Bijnaam [medeverdachte 1] : [aliasnaam 6]
De verdachten in het onderzoek Wolf Beretta maken onderling gebruik van bijnamen. [medeverdachte 1] wordt daarbij aangeduid als ‘ [aliasnaam 6] ’. De politie onderbouwt aan de hand van een aantal aanwijzingen waarom deze bijnaam aan [medeverdachte 1] toebehoort:
  • Op 21 januari 2013 stopt de auto van [medeverdachte 5] blijkens het peilbaken aan de [adres 4] in Landgraaf, het adres van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 5] vraagt aan een onbekende man die buiten de auto staat of ‘ [aliasnaam 6] ’ er is.
  • Op 30 januari 2013 schrijft [medeverdachte 5] in een sms aan [verdachte] : “Ik kom morgen vroeg met [aliasnaam 6] op de koffie ok.” Op 31 januari 2013 om 8.17 uur stopt de auto van [medeverdachte 5] aan de [adres 4] in Landgraaf. Tijdens een observatie om 9.08 uur ziet de politie [medeverdachte 5] met [medeverdachte 1] als passagier rijden in de richting van Eindhoven. Tussen 9.26 en 10.26 uur staat de auto stil aan de [adresgegevens verdachte] in Heeze-Leende, waar [verdachte] woont.
  • Op 15 mei 2013 stuurt [medeverdachte 5] een sms naar [persoon 9] , zijn (ex)-partner: “Ben bij [aliasnaam 6] ”. Het peilbaken aan zijn auto geeft aan dat die zich in de nabijheid van de woning van [medeverdachte 1] in Landgraaf bevindt.
Daarnaast werd tijdens de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 5] in oktober 2013 een BlackBerry aangetroffen. Nader onderzoek wees uit dat deze een contactlijst en met PGP (‘pretty good privacy’) gecodeerde e-mailberichten bevatte. Ook aan de hand van de inhoud van een aantal berichten komt de politie tot de conclusie dat ‘ [aliasnaam 6] ’ de bijnaam van [medeverdachte 1] is [408] :
  • In een e-mail van 17 juni 2013 geeft [medeverdachte 5] aan dat hij samen met ‘hem’ morgenvroeg naar [verdachte] komt. Op 18 juni 2013 in de ochtend blijkt uit het peilbaken dat de auto van [medeverdachte 5] stopt bij de woning van [medeverdachte 1] . Uit het opgenomen gesprek in de auto blijkt dat [medeverdachte 1] bij [medeverdachte 5] in de auto zit. Om 9.32 uur komt de auto aan bij de woning van [verdachte] aan de [adresgegevens verdachte] in Leende.
  • Op 24 juli 2013 maakt [medeverdachte 5] per mail een afspraak voor [aliasnaam 6] met [verdachte] . Vrijdag 11.00 uur komt uit. [verdachte] maakt er 10.30 uur van. Op vrijdag 26 juli 2013 blijkt uit peilbakengegevens dat de auto van [medeverdachte 5] zich bij het [naam] bevindt waar de politie observeert dat [medeverdachte 1] contact heeft met [medeverdachte 5] en [verdachte] .
Op 23 oktober 2012 is er een getapt telefoongesprek tussen [medeverdachte 5] en een man, vermoedelijk [persoon 28] . [medeverdachte 5] zegt dat hij contact probeert te krijgen met die [aliasnaam 6] . “Contact met wie?”, vraagt [persoon 28] . “ [medeverdachte 1] ”, zegt [medeverdachte 5] . [409] [medeverdachte 1] is de voornaam van [medeverdachte 1] .
Bijnaam [verdachte] : [aliasnaam 8]
In een proces-verbaal van bevindingen legt de politie uit waarom de bijnaam ‘ [aliasnaam 8] ’ toebehoort aan [verdachte] . In een tapgesprek op 27 juli 2013 wordt [verdachte] gebeld door ene [persoon 29] . [persoon 29] komt [verdachte] ophalen in een café in Sittard. [verdachte] zegt zelf dat [persoon 29] in het café naar ‘de man met [aliasnaam 8] ’ moet vragen. Daarnaast is er op 30 mei 2013 nog een OVC-gesprek in een auto tussen [medeverdachte 3] en een onbekend gebleven man. De onbekende man zegt: “We zaten toen in deze dorp, weet je wel, met [aliasnaam 8] , met die vriend van je.” “Ja”, zegt [medeverdachte 3] , dat was hier…” (…) “Zie je terras zaten we buiten toen.” En even later “Hier komen we zo dadelijk langs het stadhuis dat afgebrand is.” Uit bakengegevens blijkt dat de auto in Waalre rijdt in de buurt van het [naam] . Schuin daartegenover ligt het afgebrande gemeentehuis. Het [naam] bleek in het onderzoek Beretta één van de ontmoetingsplaatsen van [medeverdachte 3] . [410] Ook in zaaksdossier 1F is een aanwijzing te vinden. Op 17 juni 2013 vraagt [medeverdachte 5] per sms aan [medeverdachte 1] of hij nu tijd heeft want ‘ [aliasnaam 8] ’ moet hem voor heel iets anders hebben. Er wordt afgesproken voor de volgende morgen, [medeverdachte 5] zal [medeverdachte 1] ophalen. Op 18 juni 2013 blijkt uit de OVC en bakengegevens dat [medeverdachte 5] met [medeverdachte 1] naar de woning van [verdachte] rijdt. [411]
Gelet op het bovenstaande gaat de rechtbank er vanuit dat met ‘ [aliasnaam 6] ’ verdachte [medeverdachte 1] wordt bedoeld en met ‘ [aliasnaam 8] ’ verdachte [verdachte] .
Redengevende feiten en omstandigheden
Zaaksdossier 1F
De aanvangsperiode van de onderzoeksbevindingen in zaaksdossier 1F is mei 2012.
Op 19 mei 2012 worden gesprekken opgenomen in de auto van [medeverdachte 5] tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] zegt dat hij op BMK had gerekend. Hij spreekt over BMK die per 200 gaat en heeft het over het bestellen van 200. [412]
Op 6 juni 2012 vindt een aantal OVC gesprekken plaats. [medeverdachte 5] zegt tegen [medeverdachte 2] : “Misschien horen we nou ook of [persoon 30] succesvol is geweest. [medeverdachte 2] antwoordt: “Ja, maar die zou toch die draai maken, die moet toch die spullen hebben. Dus die zou toch wachten met dat demonstreren. Hij zou dat toch demonstreren met die spullen?” [413]
De politie vermeldt ambtshalve dat hiermee vermoedelijk het ‘afdraaien’ van amfetamineolie wordt bedoeld. [414]
Eveneens op 6 juni 2012 is er een OVC-gesprek tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [persoon 31] . [persoon 31] vertelt dat er zaterdagavond 10.000 stuks weg gaan en woensdag daarop ook 10.000: “Maar dat waren heel veel losse [medeverdachte 5] , echt.” [medeverdachte 5] vraagt: “Hoe losse?”. [persoon 31] zegt: “Je weet wel wat… verpoederd zijn. Ik neem je het zakje mee. Is echt geen flauwekul. Die waren… een paar zakjes waren niet goed vacuüm getrokken.” [415]
Er wordt over formamide, zoutzuur, mierenzuur en BMK gesproken. De verbalisanten vermelden in het proces-verbaal dat dit stoffen zijn die worden gebruikt bij de productie van synthetische drugs [416] . Een passage uit het gesprek:
[persoon 31] : “(…) als je iets anders nodig hebt van grondstoffen hè. Kan ik heel goedkoop krijgen. Echt heel goedkoop. Ik kan nu formamide krijgen voor 20 euro. Dan breng ik je met die man zelf in contact. Het is geen bullshit wat ik vertel. Zoutzuur, mierenzuur. Alles, ook de B. Zijn Polen die rijden. Is geen flauwekul.”
[medeverdachte 2] : “Waar komen die vandaan?”
[persoon 31] : “Ik breng je zelf met die mens”
[medeverdachte 5] : “He, maar die B is niet van die korrels hè?”
[persoon 31] : “Nee, is niet van die korrels.”
[medeverdachte 2] : “Gewoon echte BMK?”
[persoon 31] : “Echte B, echte BMK.”
[medeverdachte 2] : “Waar wonen die als ze hier zijn die Polen. In Maastricht?”
[persoon 31] : “Dat weet ik niet [medeverdachte 2] , kijk hij maakt meestal een afspraak, want gisteren, misschien uh iets over gehoord over zoutzuur, 12.000 liter zoutzuur die overgebracht. Drie vijfentwintig verkocht. Wel farmaceutische zoutzuur hè. De sterkste zoutzuur krijg je niet meer.”
[medeverdachte 5] : “En 500 hier geleverd. (…) kun je daar een proef van regelen?”
[persoon 31] : “Heb ik gevraagd. Ik zeg luister we kunnen nu wel praten zo lang als we willen. Ik wil eerst een liter hebben, ik zeg die wordt afgedraaid en dan wordt de beslissing genomen. (…) hij zegt hoe zit het met het geld, ik zeg luister ik weet die mensen daar zit geld ik zeg maar er is geen troep als het uit de korrel komt. Nee zegt hij, zuivere B.”
[medeverdachte 5] : “Ja geef dan gas.”
[medeverdachte 2] : “Neem in ieder geval geen risico, als er risico aan zit dan…”
[medeverdachte 5] : “Laat het.”
[medeverdachte 2] : “Niet doen, denk eraan niet doen.”
[medeverdachte 2] : “Dit achter de rug.”
[medeverdachte 5] : “Dan ben je klaar.”
[persoon 31] : “Ja?”
[medeverdachte 2] : “Dan wil je geen B meer zien.”
[medeverdachte 5] : “Nee dan ga je fijn ergens liggen en dan je nooit meer iets.”
[medeverdachte 2] : “Dan vertrek je uit Maastricht.”
[medeverdachte 5] : “Dan koop je je maar een eiland.”
Op 6 juli 2012 stuurt [medeverdachte 5] een sms naar [verdachte] met de mededeling: ‘Ok dinsdag 12.00 tegenover [naam] ’. Een paar minuten later schrijft hij: ‘Ik net een nieuwe foto gekregen’. [verdachte] laat weten: ‘Ok, zie’t dinsdag wel’. De politie vermeldt dat met een foto veelal een monster van verdovende middelen wordt bedoeld. [417]
Op dinsdag 10 juli tussen ongeveer 12.00 en 14.00 uur neemt het observatieteam in Valkenswaard een ontmoeting waar tussen onder anderen [medeverdachte 5] en [verdachte] . [418]
Dezelfde dag om 20.57 uur spreekt [medeverdachte 5] de voicemail van [persoon 31] in. Hij vraagt hem zo snel mogelijk terug te bellen ‘omdat het zover is’. Op 11 juli 2012 wordt vanuit de telefoon van [medeverdachte 5] een sms-bericht verstuurd naar de telefoon van [verdachte] : ‘Ik ben op de voorbeelden aan het wachten’. De politie merkt daarbij op dat met ‘een voorbeeld’ in het verdovende middelen circuit een monster wordt bedoeld. Op 14 juli 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [verdachte] waarin [medeverdachte 5] aangeeft maandag (16 juli 2012) een voorbeeld te hebben. ‘Ben ook afhankelijk van hun’, schrijft [medeverdachte 5] . Op 19 juli 2012 is er een tapgesprek tussen [persoon 31] en [medeverdachte 5] . “Dat voorbeeld” zegt [medeverdachte 5] , “dat was waardeloos”. [persoon 31] zegt: “Ja, ik ken toevallig mensen die daar wel mee werken”. [medeverdachte 5] : “Nou als ik de test zie, is het zeer beangstigend. We hebben het laten testen en hij was allesbehalve blij”. [persoon 31] vindt het raar. “Ja”, zegt [medeverdachte 5] , ‘een hele simpele test, komt op een drama uit gewoon.” [persoon 31] zegt dat hij een keer wat meepakt, wat zij ervan maken. [419]
In het relaasproces-verbaal beschrijft de politie dat [medeverdachte 5] een brief van de politie heeft gekregen. Op 4 september 2012 sms’t [persoon 9] aan [medeverdachte 5] : ‘He lekkere brief van politie Kerkrade openen:)’. Op 10 september 2012 vraagt [verdachte] per sms aan [medeverdachte 5] waar hij is, waarop [medeverdachte 5] antwoordt dat hij voorlopig niet meer in beeld is: ‘Ik laat [aliasnaam 6] nu zo snel mogelijk contact met je opnemen. Gooi dit nr weg aub.’ Aan [persoon 30] sms’t hij: ‘Vriend mij niet meer bellen. Ik stuur die [aliasnaam 6] wel. Ben heet en: ‘Ze wilden me vanmorgen opladen’ [420]
In een tapgesprek op 11 oktober 2012 tussen [medeverdachte 5] en [persoon 31] vraagt [medeverdachte 5] : “Hoe zit dat eigenlijk met dat spul van mij?” [persoon 31] antwoordt dat het iets is veranderd, maar wel goed. “Het was veranderd, die B is veel mooier”. [421]
Op 29 oktober 2012 sms’t [medeverdachte 5] aan [verdachte] om 17.19 uur dat hij [aliasnaam 6] vanavond nog ziet. Daarna zal hij aangeven ‘wanneer we ons zien’. Om 19.31 stuurt [medeverdachte 5] een sms naar [verdachte] : ‘Kun je morgen rond half twee. Ben ik met [aliasnaam 6] .’ [422] Op 30 oktober 2012 tussen 14.48 en 15.21 observeert de politie een ontmoeting tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en [verdachte] in een lunchcafé in Stein. [423]
Op 16 november 2012 is er een OVC-gesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] .
[verdachte] heeft het over ‘mier’ achterhouden want die zit toch in zijn berekening. Het getal 212 wordt genoemd en 3 liter minder. [medeverdachte 1] heeft het over ‘betalen en die andere meteen maken als dat effe kan’. Hij spreekt ook over ‘kannen’ die zo deze kant op komen.
[verdachte] vraagt of het niet vroeger kan en [medeverdachte 1] antwoordt dat het om 4 uur kan. Bij de kerk bij een viskraam. Er moet 50 ruggen worden betaald. Het komt hem niet zo goed uit maar het moet maar, zegt [medeverdachte 1] daarover. [verdachte] zegt: “We moeten iets gaan verzinnen want dan hebben we in ieder geval hele goeie en zijn we van iedereen concurrent.” [medeverdachte 1] zegt: “Beter achteraf 75 ruggen vragen.” [verdachte] heeft een litertje of 5 nodig waar hij mee uitroert. [medeverdachte 1] moet dan maar zeggen wat hij voor die olie moet geven.
De verbalisanten vermelden ambtshalve dat met ‘mier’ mierenzuur wordt bedoeld en dat mierenzuur gebruikt wordt bij de productie van synthetische drugs. Met ‘olie’ wordt waarschijnlijk amfetamineolie bedoeld. [424]
Op 8 december 2012 is er een OVC-gesprek tussen [medeverdachte 5] en [persoon 30] waarin onder meer het volgende is te horen:
[persoon 30] : “Enne, die ene nog gezien. Zie je die niet meer voor maandag?”
[medeverdachte 5] : “Weet ik niet. Weet ik niet. Misschien met een beetje geluk.”
[persoon 30] : “Oh en anders, ik ben gewoon maandag om zeven uur daar.”
[medeverdachte 5] : “Ja en laat je niet afschepen.”
[persoon 30] : “Nee ik laat me niet afschepen maar het geen zin om meteen beginnen te meppen daar ouwehoer.”
[medeverdachte 5] : “Nee maar die jongen zegt ook dat klopt niet zegt die. Die het bakken met geld, zegt die. Want we leveren daar geregeld olie zegt die binnen een minuut komt die met de schoenendoos met geld zegt die. Dus dat klopt niet wat die zegt. Dus die heeft pieken zat. Dus dan snap ik niet dat die met een betalingsregeling komt van een rooitje per keer.”
(…)
[medeverdachte 5] : “Ik heb gezegd ik wil dat iedereen, dat iedereen mij betaalt voordat oud en nieuw is geweest. En zo niet stuur ik iemand anders.”
(…)
[persoon 30] : Ik bedoel.. mee oké goed nog een keer maandag ben ik daar. Dan ik hem even onder handen nemen.”
[medeverdachte 5] : “Dat die maar van mijn part in twee keer betaalt.”
(…)
[medeverdachte 5] : “Want ik had het zo gezegd. Kijk die [aliasnaam 6] komt daar ook geregeld. En ik had het al met iemand anders erover en eh, zeg die laat [aliasnaam 6] dat regelen zeg die vijf minuten heb je je geld. Die gaat daarheen en zegt gewoon jongen [persoon 30] heeft dat in mijn opdracht verkocht. Je komt niet met die centen. Dan komt die meteen met de centen zegt die.”
[persoon 30] : “Nou misschien is dat wel makkelijk straks hè. Ik bedoel eh, ik heb hier in dat dorp natuurlijk eh een beetje weet je wel en ja als ik zeik moet gaan schoppen… ik bedoel wil ik wel daar gaat het zich niet om maar ja is natuurlijk een beetje kut.”
[medeverdachte 5] : “Kijk als ik hem nog tegen kom dit weekend dan eh dan heb ik het even met hem erover. Dan laat ik hem even erheen gaan.”
[persoon 30] : “Ah ik bedoel als het op die manier zo snel gaat ik bedoel eh.”
[medeverdachte 5] : “Ja dan heb ik het binnen vijf minuten
[persoon 30] : ‘Mij om het even.”
[medeverdachte 5] : ”Kijk wat hij zegt wordt geregeld, olie verdienen zegt die. Dus wat is het probleem.”
[persoon 30] : “Ik weet het niet, maandag hoor ik het wel.”
[medeverdachte 5] : “Ja, maandag moet je vangen niks horen.” [425]
Op 18 december 2012 is er een OVC-gesprek tussen [medeverdachte 5] en een man met de naam [persoon 32] . [persoon 32] vraag van hoeveel procent de speed wordt gemaakt. [medeverdachte 5] zegt van honderd. “Honderd procent?”, vraagt [persoon 32] . “Ja”, zegt [medeverdachte 5] , “dat is pure pasta. Moet je zelf versnijden, want dat doen wij niet. Houden wij ons niet aan op.” [426]
Op 22 januari 2013 is er een OVC-gesprek tussen [medeverdachte 5] en iemand met de naam ‘ [persoon 33] ’. [medeverdachte 5] noemt apaan en [persoon 33] vraagt: “Moeten jullie dat ook hebben?”. [medeverdachte 5] spreekt ook over een vriend die A-olie moet hebben. [medeverdachte 5] vraagt in hetzelfde gesprek naar de prijs van linksdraaiende efedrine, ‘voor ice te maken’. Hij vertelt dat je ‘voor linksdraaiende efedrine het drie, vierdubbele betaalt dan voor gewone efedrine’. [427]
In de auto van [medeverdachte 5] vindt op 24 januari 2013 een OVC-gesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [persoon 34] . De politie hoort bij het afluisteren het geritsel van een plastic zak. [persoon 34] zegt: “Effe kijken, 3… 16 dan doen we dat weer in de zak. Die ziet wel super uit he.”
[medeverdachte 5] : “Ik doe het onder mijn zitting. Hartstikke bedankt. Heb jij morgen met [aliasnaam 6] afgesproken of wat?” [persoon 34] bevestigt dat. [medeverdachte 5] spreekt over grondstoffen en [persoon 34] vraagt of er een totaalprijs is gemaakt. [medeverdachte 5] bevestigt dat en zegt dat hij het ook apart heeft laten opschrijven, dus weet wat alles apart kost. Het staat op een briefje en hij kan het [persoon 34] geven. “Effe kijken”, zegt [medeverdachte 5] , “dat is heel gemakkelijk mierenzuur 550, 1750 voor de forma en 3, 450 voor de dinge, dat is 35%. En die caustic soda is 2 euro per kilo. En dan moet je een volle pallet pakken en dat is 2 ton dan kom je op hetzelfde neer. Dat is 70 keer 25 kilo. En hij kwam op een bedrag van 44.600 of 700 en nog wat.” “Dan geef hem dat morgen”, zegt [persoon 34] . [medeverdachte 5] : “Maar dan heb ik nog niets hè. Dat zijn de prijzen die ze mij hebben gegeven dan heb ik nog niets verdiend. (…) En ja, dat ze willen brengen waar je het hebben wilt. Maar dan moet een derde van tevoren worden aanbetaald. Dan is alle risico voor hun. Snap je en die jongen zegt ik houd dat geld bij me totdat ik hoor dat alles goed is gegaan en dan pas krijgen die dat geld.” “Top”, zegt [persoon 34] , “Ik geeft hem dat door en dan hoor je het wel van hem.” [428]
In een OVC-gesprek op 28 januari 2013 zijn [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] te horen. Er wordt gesproken over honderdveertigers. [medeverdachte 5] wil zich niet vastpinnen op de prijs maar houd het maar op 90, 95 cent. [medeverdachte 10] vindt dat duur. [medeverdachte 5] zegt: “Ja, maar er is nergens wat te krijgen, dat is het probleem. Tegenwoordig willen ze alleen maar honderdveertigers. Dat wordt allemaal in Ibiza verkocht.” [medeverdachte 10] : “Ik zei toch tegen jou ze willen gewoon de sterkste.” [medeverdachte 5] : ”Ja, honderdveertig moeten echte knallers zijn.” [429]
De verbalisanten voegen er ambtshalve aan toe dat 140 staat voor 140 milligram werkzame stof per tablet. [430]
Op 1 februari 2013 rond 14.00 uur is er een OVC-gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] .
[medeverdachte 5] vraagt aan [medeverdachte 1] of hij hulp nodig heeft en [medeverdachte 1] zegt ja.
[medeverdachte 5] : “Twee vierenvijftig form. Dan wordt het 27 meer.”
[medeverdachte 1] : “Ja.”
[medeverdachte 5] : “57 150?”
[medeverdachte 1] : “150.”
[medeverdachte 5] : : “150 zout en 150 (niet te verstaan)”
[medeverdachte 1] : “Kilo.”
[medeverdachte 5] : “Ja ok.”
[medeverdachte 1] : “Maar dat is niet zo’n probleem, dat kan ook (…) we moeten iets afspreken die telefoon gooi ik onderweg weg, we moeten morgen iets afspreken meteen.” [431]
Dezelfde dag is er om 17.49 uur een OVC gesprek waaraan [medeverdachte 5] , [persoon 35] en een onbekende man deelnemen. [medeverdachte 5] laat weten dat er nog 14.000 zijn en waarschijnlijk zijn er volgende week weer nieuwe. De onbekende man vraagt wat de prijs is en [medeverdachte 5] zegt daarover te willen onderhandelen. Hij zegt: 140’ers, 95 cent en geeft aan dat hij nog met ‘die mensen’ aan het onderhandelen is. Als het met die aantallen gaat, wil hij iets van de prijs af en hij wil vermijden om boven een euro uit te komen. [432]
In een OVC-gesprek op 6 februari 2013 tussen [medeverdachte 5] en [persoon 32] wordt het volgende gezegd:
[medeverdachte 5] : “MDMA.”
[persoon 32] : “Ja.”
[medeverdachte 5] : “Zevenenveertig half”
[persoon 32] : “Ok”
[medeverdachte 5] : “Zevenveertig half. Er is 130 kilo. Je moet heel snel zijn want het kan ook zijn dat het morgen nog maar 80 is.” [medeverdachte 5] geeft aan dat hij om vijf uur nog iemand heeft die ook interesse heeft. Hij zegt: “En die man wil nou de rest van de poeder kopen snap je. Want die heeft er 400 of 500.000 nodig.” [433]
In een OVC-gesprek op 8 februari 2013 tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] is het volgende te horen.
[medeverdachte 1] : “Moet nog wat doen nu maar ik heb geen zin…
[medeverdachte 5] : Uhhhhm…
[medeverdachte 1] : “olie.”*
[medeverdachte 5] : “Is die er nog?”
[medeverdachte 1] : Nee
[medeverdachte 1] : “Dat gaat als de brandweer, dat is niet normaal.”
[medeverdachte 5] : “Dat vind ik niet gek, maar ook voor de dinge?
[medeverdachte 1] : “Jow.. niet normaal.”
[medeverdachte 5] : “Daar schrokken ze wel van toen ik dat zei.”
[medeverdachte 1] : “Maar dan zijn ze niet up to date als ze daarvan schrikken.” [434]
*De raadsman van [medeverdachte 1] heeft betwist dat het woord ‘olie’ werd uitgesproken. Na beluistering van de opname van het gesprek heeft de rechtbank geen reden te twijfelen aan de weergave van de politie. Het woord olie wordt in Limburgs dialect zoals dat in de omgeving Heerlen/Landgraaf/Kerkrade wordt gesproken, uitgesproken.
Op 18 maart 2013 is er sms-verkeer tussen de telefoon in gebruik bij [medeverdachte 5] [435] en een telefoon in gebruik bij [persoon 36] . [persoon 36] bericht: “Hoor net dat er 150 is in plaats van 200. Is dat oké?”
[medeverdachte 5] bericht terug dat hij het morgen om half 12 laat weten als het oké is. [436]
De volgende dag is de auto van [medeverdachte 5] volgens het peilbaken tussen 10.52 en 11.25 uur bij de sportschool aan de [naam] in Brunssum. Volgens de verbalisant een ontmoetingsplaats van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] . [437] Tijdens deze bakenstop wordt met de telefoon van [medeverdachte 5] een sms gestuurd naar [verdachte] met de mededeling dat de BB (de rechtbank begrijpt BlackBerry) van [aliasnaam 6] het niet doet en dat die wil dat [verdachte] ’s middags om 15.00 uur ook bij een afspraak aanwezig is. Om 11.30 uur stuurt [medeverdachte 5] een sms naar [persoon 36] dat 150 goed is. Op 19 maart 2013 tussen 19.19 en 20.30 uur en op 21 maart 2013 tussen 19.49 en 22.06 uur stopt de auto van [medeverdachte 5] in de nabijheid van de woning van [medeverdachte 1] en ook op 21 maart 2013 is de auto van [medeverdachte 5] in de buurt van de woning van [medeverdachte 1] . Iets na middernacht op 22 maart 2013 vraagt [medeverdachte 5] per sms aan [persoon 36] : “Kun je half tien broodje?” Om 7.21 uur antwoordt [persoon 36] dat hij er om half tien zal zijn. Op 22 maart 2013 ziet de politie een ontmoeting tussen [medeverdachte 5] en [persoon 36] tussen 9.30 en 9.45 uur bij een lunchroom in Obbicht. In een telefoongesprek rond 11.00 uur vraagt [persoon 36] aan [medeverdachte 5] of deze nog bij ‘hem’ is of dat [medeverdachte 5] hem dadelijk ziet. [medeverdachte 5] zegt dat hij hem al gezien heeft. [persoon 36] zegt dat hij dan even moet wachten want er wordt gewacht op een sleutel. Om 11.27 uur laat [persoon 36] weten dat hij vertrekt. De politie observeert [persoon 36] met een onbekende man. Als de onbekende man uitstapt, wordt de observatie op hem voortgezet en rond 12.42 uur wordt gezien dat deze man in een Peugeot rijdt in Brunssum en stopt bij vier garageboxen, een flat inloopt en even later weer vertrekt. Rond 13.00 uur stopt de Peugeot op de [adres 11] in Brunssum waar de man met een sleutel op nr [adres 11] of [adres 11] naar binnen gaat. [438]
Op 30 maart 2013 sms’t [medeverdachte 5] een bericht naar [medeverdachte 1] : ‘Vriend kun je man met [aliasnaam 8] bellen heeft mij gezegd is dringend’. Op 10 april 2013 stuurt [medeverdachte 1] een sms-bericht naar [medeverdachte 5] en vraagt of hij een afspraak kan maken met [aliasnaam 8] voor die dag. Het is dringend. [medeverdachte 5] gaat het proberen te regelen. [439]
Op 27 mei 2013 zoekt [medeverdachte 5] per sms contact met [persoon 36] . Er wordt afgesproken in Urmond en tussen 11.36 en 12.40 uur is er een bakenstop van de auto van [medeverdachte 5] in Urmond. Rond 15.15 uur is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] . Dan is er op 28 mei 2013 sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [persoon 36] . Ze spreken de volgende ochtend af bij broodje en op 29 mei 2013 in de ochtend is er een bakenstop van de auto van [medeverdachte 5] in Obbicht. [medeverdachte 5] krijgt in de loop van de dag sms-berichten van [medeverdachte 1] . Ze spreken de volgende dag (30 mei) af om 8.30 uur. Op 29 mei rond 20.00 uur sms’t [medeverdachte 5] aan [persoon 36] dat het vrijdag 8.00 uur wordt. Op 30 mei wil [persoon 36] echter een uur eerder, om 7 uur. [medeverdachte 5] geeft dit weer door aan [medeverdachte 1] . [persoon 36] vraagt per sms of [medeverdachte 5] aan ‘die jongen’ de nieuwe tijd heeft doorgegeven. Het volgende sms-verkeer is op 31 mei 2013:
[persoon 36] om 7.08 uur: is hij onderweg?
[medeverdachte 5] : Ja blijf wachten. Je kunt hem. Zelfde van vorige keer.
[persoon 36] : Ok moet wel voor half 8 daar zijn.
Om 7.15 uur meldt [persoon 36] : is er. [440]
Uit een OVC gesprek op 31 mei 2013 tussen [medeverdachte 5] en [persoon 9] blijkt dat het laat komen [medeverdachte 5] ergert. “Ze moeten gewoon op tijd zijn, zeker voor zoiets moet je zelfs 5 minuten te vroeg zijn.” Als [persoon 9] moet lachen en vraagt of [medeverdachte 5] dat ook is, zegt hij: “Als ik gewoon een afspraak heb maakt dat niet uit, maar ik ga niet met gevaarlijke waar rijden en ben niet op tijd… dat is heel wat anders.” [441]
Op 17 juni 2013 vraagt [medeverdachte 5] per sms aan [medeverdachte 1] of hij nu tijd heeft want [aliasnaam 8] moet hem voor heel iets anders hebben. Ze spreken de volgende morgen af, [medeverdachte 5] zal [medeverdachte 1] ophalen. Op 18 juni 2013 blijkt uit de OVC en bakengegevens dat [medeverdachte 5] met [medeverdachte 1] in de auto naar de woning van [verdachte] reed. [442] Op 26 juli 2013 neemt het observatieteam een ontmoeting waar tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] in Stein.
Op 31 juli 2013 spreken [medeverdachte 5] en [persoon 36] met elkaar af en de politie registreert een bakenstop van de auto van [medeverdachte 5] in Obbicht aan de Ecrivissenstraat. Hier zit de lunchroom die eerder is gebruikt als plek om af te spreken. Direct daarna sms’t [medeverdachte 5] [medeverdachte 1] met het verzoek om hem te zien. Daarna ontmoet [medeverdachte 5] [medeverdachte 1] bij de manege in Landgraaf. Direct na die ontmoeting maakt [medeverdachte 5] per sms een afspraak met [persoon 36] voor de volgende dag bij het Roda stadion. De volgende dag (1/8/13) om 8.30 uur observeert de politie ze daar en [medeverdachte 5] zegt dat hij iets goeds moet hebben: “Dat wat je broer heeft hè, dat moeten we hebben, maar ik moet zeker weten dat het goeie is.” Vervolgens ontmoeten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] elkaar. Rond 11.00 uur neemt [persoon 36] telefonisch contact op met [medeverdachte 5] . [persoon 36] gaat een en ander aanhoren en duidelijke afspraken maken. [medeverdachte 5] zegt: “Ja precies en als je die hebt bel je me even op en dan kijk ik even wat geregeld kan worden.” [persoon 36] vraagt: “Wil je zeggen we doen dat dinsdag?”. [medeverdachte 5] antwoordt: “Ja, heeft hij het dan nog?” en zegt dan: ”Rij daar naar toe en regel het voor dinsdag.”
Om 11.19 uur sms’t [persoon 36] aan [medeverdachte 5] : ‘Moet vandaag! Is dat haalbaar? Ophalen in de buurt van Eindhoven!’ [medeverdachte 5] sms’t terug: “Laat je zo weten, rij er nu naar toe. De politie beschrijft in het proces-verbaal dat [medeverdachte 5] op zoek is naar [medeverdachte 1] omdat het peilbaken aan de auto van [medeverdachte 5] in buurt van het woonadres van [medeverdachte 1] in Landgraaf is en [medeverdachte 5] [medeverdachte 1] ook per sms probeert te bereiken. Tegen 12.00 uur laat hij [persoon 36] telefonisch weten dat hij slechts één iemand heeft kunnen bereiken. De rest is allemaal weg, dus niks voor dinsdag. [persoon 36] laat weten dat hij het doorgeeft en dat ze dinsdag wel verder zien. Rond 14.00 uur is in een OVC-gesprek tussen [medeverdachte 5] en [persoon 9] te horen dat [medeverdachte 5] vandaag nog wat geld had kunnen verdienen maar dat ‘ [aliasnaam 6] ’ niet genoeg geld in huis had. [persoon 9] vraagt: “Wanneer kun je nu dan?” En [medeverdachte 5] zegt: “Dinsdag”. [443] Op 5 augustus 2013 spreekt [medeverdachte 5] de volgende morgen om 8.00 uur af met [medeverdachte 1] . Hij laat [persoon 36] per sms weten dat hij ‘ze morgen om 8 uur ziet en meteen iets laat weten’. Uit een observatie op 6 augustus blijkt dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] elkaar rond 8 uur ontmoeten bij het tankstation in Landgraaf. Daarna neemt [medeverdachte 5] contact op met [persoon 36] . In een sms staat: ‘Sorry moet aanbod even afslaan omdat we de papieren nog niet terug hebben van een vorige zaak’.
[persoon 36] informeert per sms zijn broer [persoon 37] : ‘Kutzooi, gaat niet door, geen geld.’ Even later vraagt [persoon 36] per sms aan [medeverdachte 5] of ze ook niet met minder aantallen kunnen beginnen. [medeverdachte 5] sms’t terug dat dat dat wel kan, maar dat ze toch eerst die papieren moeten krijgen, anders gaat ’t niet. Die middag sms’t [persoon 36] nog naar [medeverdachte 5] : ‘Denk je dat het goed komt met papieren op korte termijn’. [medeverdachte 5] laat weten dat hij daarvan uit gaat en dat ‘hun’ niet hoeven te stressen, want dan moeten ze het gewoon weg doen. [444]
Op 21 augustus 2013 vindt een OVC-gesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [persoon 38] .
[persoon 38] zegt dat ‘snelle’ ook helemaal niks meer waard is. [medeverdachte 5] vraagt wat je nu voor olie en voor ‘M’ betaalt. Hij zegt dat ze nog 4.500 liter zout en 3.000 of 4.000 liter formaline hebben staan. [persoon 38] vraagt wat [medeverdachte 5] voor formaline moet hebben. Twintig euro, zegt [medeverdachte 5] . Het zijn vaten van 200 liter. En zoutzuur staat ook nog 4500 liter van. Alles staat klaar. “Laat je het ook niet afdraaien?”, vraagt [persoon 38] . [medeverdachte 5] : “Dat doet een vriend van mij regelen. Die heb je ook gezien. Die [aliasnaam 6] ”. [445]
Een materiedeskundige op het gebied van synthetische drugs bij de Nationale Politie heeft bovenstaand gesprek geïnterpreteerd. In dit proces-verbaal staat dat ‘snelle’ een woord is dat wordt gebruikt voor amfetamine. ‘Olie’ is een term die staat voor amfetamine olie of BMK-olie (BMK is de precursor voor amfetamine). MDMA wordt wel aangeduid met ‘M’. Zoutzuur is een zuur dat bij vele productieprocessen van (synthetische) drugs wordt gebruikt. Met formaline wordt waarschijnlijk formamide bedoeld, een essentiële chemicalie voor de productie van amfetamine. ‘Afdraaien’ is een term die wordt gebruikt voor het maken van synthetische drugs zoals amfetamine en MDMA. [446]
Doorzoeking auto [medeverdachte 5]
Het observatieteam zag dat [medeverdachte 5] in de periode van 10 januari 2012 tot en met 28 februari 2012 gebruikmaakte van een Audi A4 met het valse kenteken [kenteken 10] . De auto is op 29 februari 2012 in beslag genomen. Op die dag trof de politie in de auto aantekeningen aan die te relateren zijn aan de productie van synthetische drugs. Na onderzoek door het expertisecentrum synthetische drugs & precursoren bleek het te gaan om zeven lijstjes van grondstoffen en juiste hoeveelheden om BMK (benzylmethylketon) - de grondstof voor amfetamine - te maken en de opbrengst van de beoogde synthese en om een handgeschreven recept om via de Leuckartsynthese amfetamine te maken en de laboratoriumbenodigdheden om de verschillende processtappen van die synthese uit te voeren waarbij de benodigde hoeveelheden chemicaliën in verhouding werden genoemd. [447]
Doorzoeking woning [verdachte] (zaaksdossier 1D)
De politie heeft op 1 oktober en 2 oktober 2013 de woning van [verdachte] aan de [adresgegevens verdachte] doorzocht. Tijdens de doorzoeking van de garage werden door het personeel van het tactisch team in een stelling bij binnenkomst via de roldeur links tegen de muur zes potjes met vloeistof aangetroffen. Deze werden op 7 oktober 2013 bemonsterd en de inhoud werd vastgesteld. Het betrof onder meer de potjes met SIN-nummer: AAFP3248NL, AAFP3249NL en AAFP3246NL. [448]
Tijdens deze doorzoeking werden in een schuur, achter de woning, op een schap, onder meer onderstaande sporen aangetroffen:
  • AAFP3248NL ST024.15.01.006 ‘fles opschr. Lagavulin inh. verm. BMK’
  • AAFP3249NL ST024.15.01.007 ‘potje Calve inh. verm. BMK’
  • AAFP3246NL ST024.15.01.008 ‘flesje Bären Marke inh. verm. BMK’
Op 7 oktober 2013 werden bovenstaande vloeistoffen indicatief getest, de hoeveelheid bepaald en bemonsterd. De vloeistoffen werden indicatief getest met de “Thermo Scientific Trunarc Analyzer”.
Het spoor AAFP3248NL, inhoud Lagavulin, werd getest met genoemde Trunarc. Deze test was positief op BMK. De inhoud van deze fles bedroeg 350 ml. Hiervan werd een monster genomen van 10 ml en gewaarmerkt met SIN: AAGG0497NL.
Het spoor AAFP3249NL, inhoud van het potje Calvé, werd getest met genoemde Trunac. Deze test was positief op BMK. De inhoud van het potje bedroeg 78 ml. Hiervan werd een monster genomen van 10 ml en gewaarmerkt met SIN: AAGG0283NL.
Het spoor AAFP3246NL, inhoud flesje Bären Marke, werd getest met genoemde Trunarc. Deze test was positief op PMK. De inhoud van dit flesje bedroeg 150 ml. Hiervan werd een monster genomen van 10 ml en gewaarmerkt met SIN: AAGG0498NL. [449]
Uit de rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 24 oktober 2013 volgt, zakelijk weergegeven, het navolgende resultaat:
  • AAGG0497NL, monster gele vloeistof: bevat BMK.
  • AAGG0498NL, monster gele vloeistof: bevat PMK.
  • AAGG0283NL, monster gele vloeistof: bevat PMK.
Benzylmethylketon (BMK; 1-fenyl-2-propanon) en piperonylmethylketon (PMK; 3,4-methyleendioxyfenylpropaan-2-on) staan vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. [450]
In een kast met een verborgen bergruimte in een paneel van één van de deuren werden documenten aangetroffen met schetsen. Een materiedeskundige op het gebied van synthetische drugs heeft gerapporteerd dat de tekeningen mogelijk bedoeld zijn om een ketel te bouwen, indien geëmailleerd, bestemd voor de productie van amfetamine. [451] Op diverse andere plekken werd een groot aantal documenten in beslag genomen waarvan er 53 zijn beschreven door het NFI. [452] Een expert verdovende middelen (synthetische) drugs van de landelijke recherche heeft daarover de volgende conclusie geschreven: de bezitter en/of de opstellers van deze documenten zochten informatie en/of hadden de inhoud ter beschikking voor:
  • productiemethoden van verschillende synthetische drugs
  • productiemethoden van chemicaliën bestemd voor deze productie
  • precursors en pre precursors voor de productie van synthetische drugs
  • chemicaliën ten behoeve van productiemethoden van verschillende synthetische drugs
  • productiemethoden van pre precursors naar precursors voor synthetische drugs
  • optimale methoden voor deelprocessen (bv. destillatie/kristallisatie) van de productie van synthetische drugs
  • (internationale) wegen om (pre)precursoren te verkrijgen
  • hardware voor de productiemethoden van synthetische drugs
  • grondstoffen voor en stoffen die gebruikt worden als Nieuwe Psychoactieve Stoffen
  • indicatieve testen voor drugs
Daarnaast is het duidelijk dat sommige documenten met (deel) productie omschrijvingen zijn opgemaakt naar aanleiding van in de praktijk uitgevoerde productieprocessen. Dit gelet op de gedetailleerdheid van de beschrijvingen van temperaturen, hoeveelheden, tijden en de omschrijvingen van de processen. Er worden ook termen en afkortingen gebruikt in de zelf opgestelde documentatie die veelvuldig gebruikt worden door en vrij specifiek is voor het criminele circuit dat bezig is met de illegale productie van synthetische drugs. [453]
Zaaksdossier 1G
De milieurecherche heeft gerelateerd dat zij op 28 april 2013 [
noot griffier: de rechtbank verstaat op grond van de overige processtukken dat hiermee ‘28 maart 2013’ werd bedoeld] container 11 (met containernummer 346231) hebben geopend op het perceel [naam] te Brunssum. [454] In deze stalen 40 voets zeecontainer werd een onderzoek ingesteld. Er werd in de container 1 gasfles van 50 liter met waterstofgas inbeslaggenomen, 1 gasfles van 10 liter met waterstofgas en 1 gasfles van 50 liter met zoutzuur. [455] In de container bevonden zich naast een waterstofgascilinder met aangesloten drukregelaar, ook witte en blauwe tonnen en vaten van verschillende inhoudsmaten, diverse dozen met glaswerk en ander laboratoriummaterialen, diverse zakken met inhoud en een groot aantal gevulde jerrycans van verschillende inhoudsmaten. De navolgende monsters werden (onder meer) genomen:
SIN Nummer Omschrijving stukken
AAEI9569NL monster uit een blauwe 25L jerrycan geheel gevuld met heldere kleurloze vloeistof
AAEI9570NL monster uit een zwarte emmer met daarin witte zak met opschrift 25kg caustic soda, geheel gevuld
AAEI9571NL monster uit blauwe 20L jerrycan geheel gevuld met heldere kleurloze vloeistof
AAEI9575NL monster uit aangebroken 2,5L fles (voor 1.3 gevuld) met opschrift 96% acetic acid uit een partij van 4 flessen waarvan 3 onaangebroken
AAEI9577NL doos met daarin 2x 1L fles met opschrift methanol (1 vol en 1 leeg) Philips Fugato lamp, emmertje met vuilniszak en een 5L jerrycan met opschrift Aceton gevuld met donkerbruine heldere vloeistof geur aceton. Deze bemonsterd.
AAEI9581NL monster uit blauw 60L vat opschrift M uit een partij van 7 vaten, waarvan 4 vol
AAEI9582NL zwarte sporttas met glaswerk: 3hals rondbodemkolven, Buchnertrechter, spiraalkoeler, koppelstukken, vacuümpompje en doppen. Vervuilde 3hals rondbodemkolf (geur amfetamine) uitgespoeld met methanol.
AAEI9583NL wit opengesneden 220L vat met 2 witte speciekuipen, roze emmer, bak voor de mop, 10 witte emmers, verstuiver, scharen, pH teststrips, rekenmachine, 2,5L fles zonder etiket voor 1.2 gevuld met verm. zoutzuur, kleine maatbeker, 3x2L waterkannen. Monster uit 2,5L fles zonder etiket voor 1,2L gevuld met verm. zoutzuur
AAEI9584NL monster uit één van de twee blauwe 25L jerrycans geheel gevuld met heldere vloeistof, etiket 24,5% ammonia
AAEI9587NL 27 witte 25L jerrycans zonder opschrift (FD MEK) 85 witte 25L jerrycans opschrift AM. Monster uit één van de 85 witte 25L jerrycans opschrift AM [456]
Uit het rapport van het NFI volgt, zakelijk weergegeven, het navolgende:
  • AAEI9569NL: monster kleurloze viskeuze vloeistof bevat zwavelzuur
  • AAEI9570NL: monster witte korrels negatief (bevat natriumhydroxide)
  • AAEI9571NL: monster kleurloze vloeistof bevat zoutzuur
  • AAEI9575NL: monster kleurloze vloeistof negatief (bevat azijnzuur)
  • AAEI9577NL: monster donkerbruine vloeistof bevat methamfetamine en
BMK in aceton
  • AAEI9581NL: monster kleurloze vloeistof bevat methylethylketon
  • AAEI9582NL: monster bruine vloeistof bevat methamfetamine
  • AAEI9583NL: monster kleurloze vloeistof bevat zoutzuur
  • AAEI9584NL: monster kleurloze vloeistof negatief (bevat ammonia)
  • AAEI9587NL: monster kleurloze vloeistof bevat methylethylketon.
Cocaïne en methamfetamine zijn vermeld op lijst I, behorende bij de Opiumwet. Benzylmethylketon (BMK, 1-fenyl-2-propanon), methylethylketon (MEK, 2-butanon), aceton, zwavelzuur en zoutzuur staan vermeld op bijlage I van de Verordening (EG) nummer 273/2004 inzake drugsprecursoren en de bijlage behorende bij Verordening (EG) nummer 111/2005 betreffende voorschriften voor het toezicht op de handel tussen de Gemeenschap en derde landen in drugsprecursoren. BMK is een grondstof voor onder ander amfetamine en methamfetamine. [457]
De milieurecherche heeft samenvattend gerelateerd dat in de container onder meer de navolgende goederen en chemicaliën werden aangetroffen: 220 liter vaten, methylethylketon, hexaan, aceton, azijnzuur, zoutzuur, zwavelzuur, caustic soda (opmerking rechtbank: caustic soda is natriumhydroxide), ammonia, 2 gascilinders met waterstofgas en 1 gascilinder met zoutzuurgas. In totaal betrof het circa 4.000 liter licht ontvlambare stoffen. Door het op elkaar stapelen van de jerrycans waren een groot aantal jerrycans beschadigd en sommige lek. [458]
De milieurecherche heeft voorts gerelateerd dat diverse monsters methamfetamine bevatten. Daarnaast zijn de overige chemicaliën - te weten BMK, zwavelzuur, zoutzuur en natriumhydroxide - op basis van de samenstelling te relateren aan het produceren van methamfetamine. Op basis van de in de container aangetroffen apparatuur en voorwerpen zoals: mengbakken, emmers, teilen, speciekuipen, filters, filterdoek, kussenslopen, schenkkan, maatbekers, (fijn)weegschalen, plaat van een vacuümsealmachine, vacuümpomp, glazen maatcilinders van 100 ml, 250 ml, 500 ml en 2000 ml, vloeistofpomp, 3 halsrondbodemkolven van 5000 ml, spiraalkoeler, doppen, koppelstukken, thermometers, buchnertrechter, centrifuge, magnetron, gelaatsmaskers en pH strips kan worden gesteld dat dit apparaten en voorwerpen zijn welke veelvuldig in met name amfetamine en/of methamfetamine laboratoria worden aangetroffen. Bij de extractie en omzetting van cocaïne kunnen een aantal chemicaliën gebruikt worden zoals benzine (aardoliedistilaat), methylethylaceton, aceton, ammonia, zwavelzuur en zoutzuur. Veelal worden deze chemicaliën in plastic containers zoals flessen, jerrycans, en vaten opgeslagen. In de zeecontainer waren een groot aantal plastic jerrycans opgeslagen welke waren gevuld met de bovengenoemde vloeistoffen. Tevens werden een aantal andere chemicaliën aangetroffen welke geen relatie hadden met betrekking tot de extractie en omzetting van cocaïne maar wel konden gebruikt bij de productie van andere (synthetische) drugs waaronder methamfetamine. [459]
Uit onderzoek is gebleken dat de container met het unieke kenmerk WHTU 346231-6 sinds 21 december 2011 door de eigenaar [bedrijf 13] werd verhuurd aan de natuurlijk persoon [persoon 39] . [460] [persoon 39] heeft bij de politie verklaard dat hij de container heeft gehuurd voor [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] heeft hem dat gevraagd. [persoon 39] heeft tegen hem gezegd dat er containers op [naam] waren. [medeverdachte 5] zei dat hij daar niet kon komen, waarna [persoon 39] in goed vertrouwen een container voor hem heeft gehuurd. Voor zover [persoon 39] weet, heeft alleen [medeverdachte 5] een sleutel van deze container. [461]
Deelname aan een criminele organisatie; juridisch kader
Eerst moet kunnen worden vastgesteld of sprake is van een ‘organisatie’. Onder een organisatie in de zin van art. 11a (oud) (thans art. 11b) van de Opiumwet (als logische specialis van art. 140 Sr) moet worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Voor het bewijs van zo’n structureel samenwerkingsverband is niet noodzakelijk dat binnen de groep gemeenschappelijke regels en een gemeenschappelijke doelstelling hebben bestaan, waaraan individuele leden gebonden waren en door welke gemeenschappelijkheid op die deelnemers druk werd, of kon worden, uitgeoefend zich aan die regels te houden en aan die doelstelling gebonden te achten. Toepassing van geweld of dreiging met geweld binnen de groep is voor het bewijs geen factor van doorslaggevend belang. Evenmin is vereist dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Gezagsverhoudingen (hiërarchie), rolverdeling, regels en een onder een gemeenschappelijke naam of gemeenschappelijk optreden tegenover derden zijn ook niet vereist.
Een organisatie in deze zin wordt pas een criminele als vast komt te staan dat deze organisatie het oogmerk heeft op het plegen van misdrijven. Dat oogmerk moet zijn gericht op een pluraliteit van misdrijven. Het gaat hier niet om het gepleegd zijn van misdrijven, maar om het oogmerk tot het plegen van meerdere misdrijven. Voor het bewijs van dat oogmerk zal onder meer betekenis kunnen toekomen aan de misdrijven die al in het kader van de organisatie zijn gepleegd en aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, te weten aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op het gemeenschappelijk doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Van het oogmerk van de organisatie moet worden onderscheiden het oogmerk van de deelnemer. Om vast te kunnen stellen of iemand deelnemer is aan de organisatie geldt het volgende. In het deelnemen ligt het opzet besloten. Voor wat betreft het opzet van de deelnemer aan de organisatie geldt dat hij in zijn algemeenheid moet weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Niet is nodig enige vorm van opzet op de door de organisatie beoogde, laat staan gepleegde, concrete misdrijven, ook niet als het gaat om misdrijven van verschillende aard. Voorwaardelijk opzet is niet voldoende: de betrokkene moet in zijn algemeenheid weten dat de organisatie een misdadig oogmerk heeft. Voor deelnemen is verder nodig dat men behoort tot de organisatie en dat de deelnemer betrokken is geweest (een aandeel hebben in dan wel ondersteunen) bij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Niet is vereist dat komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt, moet hebben samengewerkt met, althans bekend zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie en evenmin dat deze persoon in structurele zin gedragingen als hiervoor bedoeld heeft gepleegd c.q. daarbij betrokken is geweest.
Beoordeling rechtbank
De rechtbank komt tot het oordeel dat er sprake is geweest van een organisatie zoals hierboven bedoeld. Zij stelt aan de hand van de bewijsmiddelen daartoe het volgende vast.
Uit de bewijsmiddelen volgt in de eerste plaats dat zowel [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] als [verdachte] zich op aanzienlijke schaal bezighielden met criminele activiteiten met betrekking tot synthetische drugs, bestaande uit in ieder geval de inkoop en verkoop van grondstoffen. De aard en inhoud van de onderschepte communicatie laat redelijkerwijs geen andere conclusie toe, zeker nu elke adequate verklaring van de zijde van verdachten volstrekt is uitgebleven.
Zo blijkt van inkoop al sprake in mei en juni 2012 in de OVC-gesprekken van [medeverdachte 5] met leverancier [persoon 31] . In juli 2012 komt [verdachte] in beeld. [medeverdachte 5] treedt op als intermediair tussen [verdachte] en [persoon 31] als het gaat om monsters. Via [medeverdachte 5] ging een monster naar [verdachte] . Enkele dagen later berichtte [medeverdachte 5] terug hoe het was beoordeeld. De conclusie dat [verdachte] doende is met (het beoordelen van) monsters wordt tevens ondersteund door de vondst van daarbij passende hoeveelheden BMK en PMK in zijn woning.
Het gesprek op 16 november 2012 tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] is naar het oordeel van de rechtbank eveneens een belangrijke aanwijzing dat zij grondstoffen inkopen en geeft tevens een idee van de geldbedragen die daarmee zijn gemoeid. Bovendien heeft [verdachte] zelf ook 5 liter nodig om uit te roeren. Dat gaat ook op voor het gesprek dat [medeverdachte 5] heeft met een mogelijke leverancier in januari 2013 die vraagt of ‘ze’ ook apaan (opmerking rechtbank: een pre-precursor voor synthetische drugs, grondstof voor BMK) moeten hebben en waarin [medeverdachte 5] belangstelling toont voor efedrine.
Een belangrijke aanwijzing dat grondstoffen worden verkocht, ziet de rechtbank in het gesprek dat [medeverdachte 5] op 24 januari 2013 met [persoon 34] voert over hoeveelheden mierenzuur, formaline (vermoedelijk werd bedoeld: formamide) en caustic soda voor een bedrag van ruim 44.000 euro. In dit gesprek laat [medeverdachte 5] ook de naam van [aliasnaam 6] ( [medeverdachte 1] ) vallen.
Dat men zich bezighoudt met de productie van synthetische drugs, althans in ieder geval met voorbereidingshandelingen daarvoor, maakt de rechtbank onder andere op uit de twee gesprekken van [medeverdachte 5] met [persoon 32] over pure pasta die [persoon 32] zelf zal moeten versnijden en over MDMA poeder (respectievelijk op 18 december 2012 en op 6 februari 2013) en uit het gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] op 8 februari 2013 waarin zij onderling spreken over de voorraad amfetamine-olie die op is. Die gevolgtrekking wordt ondersteund door de aantekeningen in [medeverdachte 5] auto over de productie van synthetische drugs en de grote hoeveelheid documentatie die bij [verdachte] over dit onderwerp is aangetroffen. De rechtbank verwerpt het verweer van [verdachte] dat de documenten een oud archief betreffen uit 1989. De documenten maken deel uit van het dossier en in de documenten zelf zijn bronvermeldingen te zien die in ieder geval lopen tot 2011. Wat uit de bewijsmiddelen ook kan worden afgeleid ten aanzien van de voorbereidingshandelingen voor synthetische drugs, is het gebruik van een opslagcontainer voor grondstoffen ten behoeve van drugsproductie en voor hardware voor drugslaboratoria die aan [medeverdachte 5] kan worden toegeschreven.
Vervolgens concludeert de rechtbank op basis van de bewijsmiddelen dat [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en [verdachte] intensief met elkaar samenwerkten. Het gaat hier niet om individuen die ieder voor zich strafbare feiten pleegden, dit gebeurde in groepsverband waarbij taken zichtbaar werden. Wat bijvoorbeeld opvalt is dat veel in de ‘wij-vorm’ en in het meervoud wordt gesproken: “We hebben het laten testen.” “Dat is pure pasta, moet je zelf versnijden, want dat doen wij niet”. “Dat wat je broer heeft hè, dat moeten we hebben.” Verder wijst de rechtbank op de versluierde inhoud en criminele context van de communicatie (zowel in OVC- en tapgesprekken als sms-verkeer) waaraan zowel [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] deelnemen en waarin termen vallen als ‘snelle’, ‘afdraaien’, ‘voorbeelden’, ‘mier’, ‘olie’, ‘form’, ‘versnijden’ terwijl men elkaar moeiteloos begrijpt. Wat daarbij ook illustratief is, is dat ‘ [aliasnaam 6] ’ ( [medeverdachte 1] ) in september 2012 [medeverdachte 5] zal waarnemen wanneer die kennelijk door de politie wordt gezocht. [medeverdachte 5] laat dat weten aan [verdachte] en aan [persoon 30] , een persoon die zich kennelijk bezighoudt met het afdraaien van amfetamineolie. Normaal gesproken leggen [verdachte] en [medeverdachte 1] geen rechtstreeks contact. Dat is bij uitstek de coördinerende taak die bij [medeverdachte 5] ligt. Als intermediair maakt hij de afspraken voor gezamenlijke ontmoetingen.
De onderlinge verhoudingen worden verder duidelijk bij een levering door [persoon 36] in maart 2013. [persoon 36] vraagt aan [medeverdachte 5] of het akkoord is als minder wordt geleverd (150 in plaats van 200). [medeverdachte 5] moet dat eerst afstemmen met [medeverdachte 1] . In mei 2013 is er opnieuw sprake van een levering. Dat blijkt onder meer uit de uitspraak van [medeverdachte 5] dat er met ‘gevaarlijke waar wordt gereden’. Wat opvalt is dat [medeverdachte 5] voortdurend details terug rapporteert aan [medeverdachte 1] . Als [persoon 36] een uur eerder wil afspreken, geeft [medeverdachte 5] dit weer door aan [medeverdachte 1] .
In juli 2013 wordt [medeverdachte 1] rol als (mede)financier helder. Een beoogde levering chemicaliën kan na overleg met [medeverdachte 1] niet doorgaan omdat er onvoldoende financiële middelen beschikbaar zijn. [medeverdachte 1] betekenis wordt ook duidelijk wanneer op 21 augustus 2013 [medeverdachte 5] aan [persoon 38] laat weten dat [medeverdachte 1] het afdraaien van grondstoffen regelt. Die rol van [medeverdachte 1] blijkt ook uit het OVC gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] van 8 februari 2013 waarin [medeverdachte 1] aangeeft dat hij nog wat moet doen met ‘olie’ (die als de brandweer gaat).
De rechtbank constateert verder dat de verdachten professioneel te werk gingen en er veel aan deden om het zicht op hun activiteiten te bemoeilijken. Er werd gebruik gemaakt van encrypted BlackBerry’s, [medeverdachte 1] besluit op enig moment zelfs een telefoon weg te gooien (zie het hiervoor aangehaalde OVC gesprek van 1 februari 2013 tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] ), men gaf de voorkeur aan persoonlijke ontmoetingen en [medeverdachte 5] maakte gebruik van een auto met vals kenteken.
Naar het oordeel van de rechtbank vond dit allemaal plaats binnen een gestructureerd samenwerkingsverband tussen [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] als uitvoerder/intermediair en rechterhand van [medeverdachte 1] . Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de samenwerking duurzaam en frequent is geweest. Zo was [medeverdachte 1] niet altijd op de voorgrond, maar zeker op de achtergrond steeds nadrukkelijk aanwezig. Het oogmerk van de organisatie was gericht op voorbereidings- en bevorderingshandelingen in het kader van de productie van synthetische drugs.
Naar het oordeel van de rechtbank hebben [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [verdachte] een substantieel aandeel gehad in de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Tot slot wordt uit de bewijsmiddelen hun bewuste betrokkenheid bij de organisatie en het opzet op het oogmerk van de organisatie om opiumwetmisdrijven te plegen afgeleid.
Feit 6 (zaaksdossier 17 - witwassen)
Onder feit 7 heeft de rechtbank bewezen geacht dat [verdachte] van april 2012 tot en met 1 oktober 2013 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. Gelet op deze bewezenverklaring zal de rechtbank ook ten aanzien van onderhavig feit aansluiting zoeken bij de periode van april 2012 tot en met 1 oktober 2013. Er is immers niet vastgesteld dat [verdachte] zich tussen 1 januari 2000 tot en met 31 maart 2012 heeft schuldig gemaakt aan het plegen van strafbare feiten.
Mercedes 280SE (kenteken [kenteken 11] ) en Mercedes (kenteken [kenteken 12] )
Uit het procesdossier volgt dat de politie diverse malen heeft geobserveerd dat [verdachte] gebruik heeft gemaakt van een Mercedes met het Belgische kenteken [kenteken 12] . Deze Mercedes staat op naam van [persoon 40] . De enkele omstandigheid dat [verdachte] herhaaldelijk in deze auto is geobserveerd terwijl deze niet op zijn naam stond, is onvoldoende om te concluderen dat deze auto op naam van [persoon 40] is gesteld om de eigendom van de verdachte te verhullen. Er is geen bewijs dat deze auto – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig is.
Aan [verdachte] wordt voorts het witwassen van de Mercedes 280SE met kenteken [kenteken 11] verweten, maar van deze auto wordt door de politie in het zaaksdossier 16 geen gewag gemaakt. Uit het procesdossier volgt evenmin dat deze Mercedes op naam van [verdachte] stond geregistreerd. De rechtbank kan niet vaststellen of [verdachte] gebruik maakte van deze auto, laat staan dat deze van enig misdrijf afkomstig is.
Woning, gelegen aan de [adresgegevens verdachte] en de Audi A6 (kenteken [kenteken 5] )
Uit de gegevens van het Kadaster blijkt dat de woning aan de [adresgegevens verdachte] op naam staat van de medeverdachte [medeverdachte 11] , zijnde de partner van de verdachte. Ook staat de Audi A6 (kenteken [kenteken 5] ) op haar naam geregistreerd. Zowel [medeverdachte 11] als de verdachte hebben verklaard dat [medeverdachte 11] de eigenaar is van deze goederen en deze uit eigen middelen heeft voldaan. Met de officieren van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat er geen bewijs is dat deze goederen op naam van [medeverdachte 11] zijn gesteld om de eigendom van de verdachte te verhullen. Uit de processtukken en het verhandelde ter terechtzitting volgt dat [medeverdachte 11] de woning heeft betaald van haar rekening en dat haar moeder haar ten behoeve van de aankoop en afbetaling van de woning diverse malen schenkingen heeft gedaan waaruit zij de woning in zijn geheel kon financieren. Haar moeder heeft haar in totaal
€ 546.268,58 geschonken waarvan een bedrag van € 432.642,23 ten behoeve van de woning. Uit de geschonken gelden heeft [medeverdachte 11] niet alleen de auto maar ook de woning kunnen financieren. De rechtbank kan dan ook niet vast stellen dat er gelden van [verdachte] zijn witgewassen door de woning en de Audi die op naam staan van [medeverdachte 11] te financieren. De rechtbank kan dan ook niet vast stellen dat er gelden van [verdachte] zijn witgewassen door de woning en de Audi die op naam staan van [medeverdachte 11] te financieren zodat [verdachte] hiervan moet worden vrijgesproken.
Storting van € 50.000,- aan [X]
De tenlastegelegde storting van € 50.000,- aan [X] te Hongarije heeft plaatsgevonden in 2007 en valt derhalve buiten de periode van april 2012 tot en met 1 oktober 2013. Reeds om deze reden zal de rechtbank [verdachte] van dit bestanddeel vrijspreken.
Contante betalingen ad € 28.183,-
Tijdens de doorzoeking van de woning van [verdachte] op 1 oktober 2013 heeft de politie een aantal facturen en acceptgiro’s aangetroffen. In haar proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 september 2014 (zaaksdossier 17, bijlage 24, pagina 440 tot en met 443) heeft de politie gerelateerd welke contante betalingen [verdachte] in de periode tussen 1 januari 2006 tot en met 1 oktober 2013 heeft verricht. Nu de rechtbank aansluiting zoekt bij de bewezenverklaarde pleegperiode van feit 7 zal de rechtbank de contante betalingen, die buiten de periode van april 2012 tot en met 1 oktober 2013 zijn verricht, buiten beschouwing laten.
Dit brengt met zich mee dat uit voornoemd proces-verbaal volgt dat [verdachte] van april 2012 tot en met 1 oktober 2013 € 12.732,63 aan contante betalingen en € 720,00 aan transactiekosten, zijnde in totaal een bedrag van € 13.452,63, heeft voldaan.. Dit betekent dat hij in die periode per maand ongeveer € 600,- aan contante betalingen heeft verricht.
Bij de Belastingdienst waren van [verdachte] ten tijde van het opsporingsonderzoek nog geen gegevens inkomstenbelasting bekend over de jaren 2012 en 2013. [verdachte] heeft daarover ter terechtzitting evenwel verklaard dat hij werkzaam is als zelfstandig handelaar in auto’s en horloges. Zijn handel gaat grotendeels in contanten en hij heeft ook altijd contant handelsgeld in huis. Zijn inkomen bedraagt ongeveer € 1.000,- per maand. De contante betalingen zien op de betalingen van zijn vaste lasten.
De rechtbank is van oordeel dat de door [verdachte] verrichte contante maandelijkse betalingen van circa € 600,- niet dermate exorbitant zijn dat deze niet kunnen worden verklaard door de opbrengsten van de handel in auto’s en horloges. De verklaring van [verdachte] vindt geen weerlegging in het dossier. Om deze reden is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat de gelden waarmee deze contante betalingen werden verricht – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig waren.
Geldbedragen van € 9.300,-
[verdachte] heeft verklaard dat de in een verborgen ruimte van zijn woning aangetroffen € 9.300,- aan contanten handelsgeld betreft. Gelet op hetgeen de rechtbank ten aanzien van de contante betalingen door [verdachte] heeft overwogen, acht zij deze verklaring van [verdachte] niet onaannemelijk. De opmerkelijke vindplaats van dit geldbedrag doet hieraan niet af. Om deze reden is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat dit geldbedrag – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig was.
Geldbedrag van € 2.480,-
Van de geldsom van € 2.480,-, aangetroffen in een tas in een struik onder zijn slaapkamerraam, kan [verdachte] zich niet herinneren of dit van hem is. De rechtbank overweegt dat de omstandigheden, waaronder dit geldbedrag is aangetroffen, opmerkelijk zijn. Gelet op de vindplaats onder het slaapkamerraam van [verdachte] is de rechtbank van oordeel dat het meer dan aannemelijk is dat dit contante geldbedrag van de verdachte is. Dit wordt door [verdachte] overigens ook niet betwist. Ondanks de opmerkelijke vindplaats van het geld is de rechtbank van oordeel dat het, gelet op hetgeen de rechtbank hiervoor reeds heeft overwogen, niet onaannemelijk is dat dit ook handelsgeld van [verdachte] betreft. Ook ter zake van dit geldbedrag is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat dit geldbedrag – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig was.
Horloges (waaronder een Breitling en/of een Rolex) en 6 sieraden
In en rondom de woning van [verdachte] zijn horloges en sieraden aangetroffen. [verdachte] heeft ter zitting verklaard dat de horloges zijn eigendom zijn en bestemd waren voor de verkoop. Deze horloges hadden tezamen een waarde van € 3.000,- tot € 4.000,-. Gelet op de verklaring van [verdachte] en de vindplaats van de horloges en sieraden, acht de rechtbank het aannemelijk dat deze goederen eigendom van [verdachte] zijn. Niet is gebleken dat deze horloges en sieraden een exorbitant hoge waarde vertegenwoordigen. Bovendien acht de rechtbank het aannemelijk, gelet op hetgeen hiervoor reeds is overwogen, dat de horloges deel uitmaken van de handelsvoorraad van de verdachte. Er zijn geen aanwijzingen dat deze horloges en sieraden – onmiddellijk of middellijk – uit enig misdrijf afkomstig waren.
Conclusie
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat [verdachte] in de periode van april 2012 tot en met 1 oktober 2013 de in de tenlastelegging genoemde goederen heeft gefinancierd met gelden die uit misdrijf afkomstig zijn of dat de in de tenlastelegging genoemde geldbedragen afkomstig zijn uit misdrijf. Er is dan ook geen sprake van witwassen. Om deze reden zal de rechtbank [verdachte] vrijspreken van hetgeen aan hem onder feit 6 is tenlastegelegd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat [verdachte]
1.
in de periode tussen november 2012 tot en met april 2013, in Nederland en/of in België en/of in de Dominicaanse Republiek, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door hem en zijn medeverdachten voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen en/of vervoeren van 550 kilogram cocaïne, een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, meermalen (telefonische) contacten en/of ontmoetingen gehad en/of besprekingen gevoerd en/of afspraken gemaakt met een of meer (mogelijke) leverancier(s), transporteur(s), tussenperso(o)n(en), verlener(s) van hand- en spandiensten en/of ander(en) met betrekking tot de hoeveelheid, prijs, levering, betaling, verpakking, opslag en/of het vervoer van (een) (grote) hoeveelheid/heden cocaïne
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
op 1 oktober 2013 te Leende, een wapen van categorie III, te weten een semi automatisch pistool merk Zastava, kaliber 9 mm Para en munitie van categorie III, te weten 12 patronen S&B 9 mm LUGER voorhanden heeft gehad;
7.
in de periode van april 2012 tot en met 1 oktober 2013 in Nederland en/of in België heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband van een aantal natuurlijke personen (waartoe onder andere behoorden [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 10] en [medeverdachte 8] en [persoon 2] en [persoon 1] en [persoon 4] en/of een of meerdere tot nu toe onbekend gebleven perso(o)n(en)), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, als genoemd in de Opiumwet, namelijk
- het binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of het aanwezig hebben van een middel als bedoeld op lijst I van de Opiumwet (cocaïne)
en
- voorbereidings- of bevorderingshandelingen gericht op het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of vervaardigen van (een) middel(en) als bedoeld op lijst I van de Opiumwet; (synthetische drugs)
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
Ten aanzien van 1 primair:
medeplegen van een poging tot opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A en/of B van de Opiumwet gegeven verbod
Ten aanzien van feit 4:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
Ten aanzien van feit 7:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde lid, vierde lid en vijfde lid, en 10a, eerste lid van de Opiumwet
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

[verdachte] is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De redelijke termijn

6.1
Het standpunt van de officier van justitie
Het onderzoek Wolf / Beretta betreft een zeer omvangrijk dossier, met vele verdachten en met als basis niet één, maar twee grote en langdurige opsporingsonderzoeken. Gelet op de grote samenhang en verwevenheid tussen de zaken, acht het Openbaar Ministerie het niet meer dan logisch dat allereerst werd gekozen voor het in elkaar schuiven van de onderzoeken Wolf en Beretta en vervolgens voor een gelijktijdige afdoening van de zaken van de verdachten. Daarnaast acht het Openbaar Ministerie van belang dat het een criminele organisatie betrof die niet alleen ‘functioneerde’ op het Europese continent, maar onder meer ook in het Caribisch gebied en Zuid-Amerika. Volgens het Openbaar Ministerie is dit een reden voor verlenging van de redelijke termijn. Voorts stelt het Openbaar Ministerie zich op het standpunt dat ook de vele onderzoekswensen van de verdediging in deze zaak een vertragende factor zijn geweest. Niet zozeer de hoeveelheid onderzoekswensen dient mee te wegen bij de beantwoording van de vraag of de redelijke termijn moet worden opgerekt, dit is immers inherent aan de omvang van de zaak, maar het feit dat die onderzoekswensen tevens betrekking hadden op nader onderzoek buiten de Europese Unie dient wel mee te wegen bij de oprekking van de termijn.
Het Openbaar Ministerie stelt zich dan ook op het standpunt dat sprake is van bijzondere omstandigheden, die een redelijke termijn van om en nabij de vier jaar rechtvaardigen. Dit betekent dat met het wijzen van vonnis op 29 maart 2018 deze termijn met enkele maanden wordt overschreden, maar het Openbaar Ministerie vindt niet dat die overschrijding tot strafreductie zou moeten leiden.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging wijst op het standaardarrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2008:BD2578), waaruit volgt dat bij een overschrijding van de redelijke termijn tot twaalf maanden een strafkorting van 10% op zijn plaats is en bij een overschrijding met meer dan twaalf maanden de rechter naar bevind van zaken dient te handelen.
Volgens de verdediging is geen sprake van een ingewikkelde zaak. Immers, de omvang van het dossier en het aantal verdachten maakt een zaak nog niet ingewikkeld. De verdediging benadrukt hierbij dat het bovendien het Openbaar Ministerie zelf is dat voor deze wijze van opbouw en vervolging heeft gekozen. Voorts is de lange duur niet aan de houding van [verdachte] dan wel diens raadsman te wijten. Dat de verdediging onderzoekswensen heeft en deze door de rechtbank zijn ingewilligd, is een recht en belang dat rechtstreeks voortvloeit uit artikel 6 van het Europees Verdrag voor de bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden. Bij het stellen van een redelijke termijn op twee jaar is bovendien met de uitvoering van onderzoekswensen rekening gehouden.
Op de datum van de uitspraak zijn ongeveer vier jaren verstreken. Dit betekent dat de redelijke termijn met maar liefst twee jaar is overschreden en hiervoor geen afdoende rechtvaardiging bestaat. Een strafvermindering met meer dan 10% is volgens de verdediging dan ook op zijn plaats.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Voor de beoordeling of er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn geldt als uitgangspunt dat een strafzaak in eerste aanleg dient te zijn afgerond met een vonnis binnen twee jaar vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse staat jegens een verdachte een handeling is verricht waaraan deze redelijkerwijs de verwachting kan ontlenen dat tegen hem strafvervolging kan worden ingesteld. Deze termijn van twee jaar kan verlengd worden indien sprake is van bijzondere omstandigheden. Die bijzondere omstandigheden kunnen zien op de ingewikkeldheid en omvang van de zaak, de invloed van de verdachte(n) en/of de raadslieden op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank weegt als bijzondere omstandigheden die rechtvaardigen dat de redelijke termijn wordt opgerekt mee dat de zaak Wolf-Beretta zeer omvangrijk is. Op verzoek van de verdediging van de verdachte en/of de medeverdachten zijn middels rechtshulpverzoeken getuigen gehoord in de Dominicaanse Republiek, Curaçao, België en Duitsland. Voor de afhandeling van deze rechtshulpverzoeken is men afhankelijk van de buitenlandse autoriteiten en daarmee gaat doorgaans veel tijd gemoeid.
Het Openbaar Ministerie stelt dat de overschrijding van de redelijke termijn in belangrijke mate te wijten is aan de inwilliging van de onderzoekswensen van de verdediging, hetgeen voor rekening en risico van de verdediging komt. In de optiek van de rechtbank heeft de verdediging geen onderzoekswensen opgevoerd die de voortgang onevenredig of onredelijk hebben vertraagd. De verdediging heeft het recht onderzoekswensen op te geven en bij de vaststelling van een algemene redelijke termijn van twee jaar, is dit in bepaalde mate ook verdisconteerd. De rechtbank volgt het Openbaar Ministerie dan ook niet in de stelling dat in dit geval de onderzoekswensen als bijzondere omstandigheid gelden die rechtvaardigen dat de redelijke termijn dusdanig wordt opgerekt dat er geen sprake meer zou zijn van een overschrijding.
De rechter-commissaris was eind 2016 nagenoeg gereed. Vanwege de vele verdachten, raadslieden en officieren van justitie die bij deze zaak betrokken waren heeft het plannen van de inhoudelijke behandeling van deze zaak de nodige voeten in de aarde gehad. Voor de behandeling waren vele zittingsdagen nodig. Het is niet gelukt om in 2017 data te vinden waarop alle betrokkenen beschikbaar waren. Om verder uitstel te voorkomen is daarom besloten de zaken deels vanaf medio november 2017 op zitting te behandelen en deels vanaf januari 2018.
Omdat de rechtbank van oordeel is dat deze gang van zaken -die het gevolg is van het onderdeel uitmaken van een grote zaak- niet volledig voor rekening en risico van de verdachten mag komen, houdt zij hier in het kader van de redelijke termijn in het voordeel van de verdachten rekening mee.
De rechtbank concludeert dat, onder de gegeven omstandigheden, een overschrijding van de redelijke termijn met 12 maanden gerechtvaardigd is.
[verdachte] is op 1 oktober 2013 aangehouden. Dat is het beginpunt van de redelijke termijn. Het eindvonnis is gewezen op 29 maart 2018. Het tijdsverloop tussen de aanvang van de redelijke termijn en de uitspraak bedraagt ongeveer 4 jaar en 6 maanden.
Alles afwegende brengt dat met zich mee dat er sprake is van een termijnoverschrijding voor de duur van 18 maanden. Als gevolg hiervan zal de rechtbank een strafkorting toepassen van 15%.

7.De straf en/of de maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
Harddrugsgebruik levert grote gevaren op voor de gezondheid en gaat gepaard met allerlei soorten criminaliteit. Om aan geld voor drugs te komen, plegen gebruikers hinderlijke en soms ook ernstige strafbare feiten. Criminele organisaties die zich richten op de handel in verdovende middelen bevorderen deze criminaliteit. Hun enige doel is veel geld verdienen ten koste van de gezondheid van anderen en de samenleving in het algemeen. Dealende organisaties zouden niet bestaan zonder organisaties als die in het onderzoek Wolf-Beretta: het begint met de import van harddrugs en pas daarna kan de handel ontstaan. Om de harddrugs veilig op het continent te krijgen, kocht de organisatie overheidspersoneel om. Dat is bij uitstek ondermijning van de rechtsstaat. De houding die de verdachten hebben ten aanzien van dit soort omkoping en de import van verdovende middelen is stuitend. Het Openbaar Ministerie zal tussen de leden van de criminele organisatie slechts een beperkt onderscheid in strafmaat maken. Aan de ene kant omdat ieder lid voor de organisatie van waarde was, aan de andere kant om te voorkomen dat de personen die zelf op de achtergrond bleven en de uitvoerende werkzaamheden inclusief bijbehorende risico’s overlieten aan anderen minder hard worden gestraft.
Met inachtneming van de bewezen verklaarde feiten, vordert het Openbaar Ministerie ten aanzien van [verdachte] een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
[verdachte] was volgens het Openbaar Ministerie op de achtergrond belangrijk. De gevorderde straf is volgens de verdediging niet zozeer gebaseerd op het “overweldigende bewijs”, maar juist het kennelijk ontbreken daarvan. Omdat dientengevolge volgens de verdediging op veel punten vrijspraak zal volgen, moet de strafmaat aanzienlijk lager uitvallen dan zoals deze door het Openbaar Ministerie is geëist.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewezen is verklaard het medeplegen van een poging tot invoer van 550 kilo cocaïne, overtreding van de Wet wapens en munitie en deelname aan een criminele organisatie gericht op cocaïne en synthetische drugs.
[verdachte] heeft gedurende een lange periode deel uit gemaakt van een crimineel samenwerkingsverband gericht op de invoer van cocaïne en de handel daarin. Hij acteerde als spin in het web: veelal verliepen contacten tussen verschillende leden via hem en hij was betrokken bij de bespreking van prijzen en de hoeveelheid in te kopen cocaïne. Dit criminele samenwerkingsverband stelde alles in het werk om een geslaagd transport te realiseren: overheidspersoneel werd omgekocht voor grof geld en middels dekladingen, katvanger bedrijven, versluierd en verhullend taalgebruik, het gebruik van bijnamen en geëncrypte Blackberries werd getracht eventuele risico’s af te dekken en ontdekking te voorkomen.
[verdachte] heeft ook deel uitgemaakt van een crimineel samenwerkingsverband gericht op de vervaardiging van en de handel in synthetische drugs en de grondstoffen daarvoor. Het is algemeen bekend dat synthetische drugs grote gezondheidsrisico’s met zich brengen voor de gebruikers ervan. Het gebruik van deze drugs kan leiden tot geestelijke of lichamelijke verslaving en, bij overdosis, zelfs tot de dood van de gebruiker. Daarnaast wordt het chemisch afval dat ontstaat bij de productie vrijwel altijd illegaal gedumpt, waardoor het milieu schade ondervindt en belast wordt en waarbij er in de regel veel geld, tijd en energie geïnvesteerd moet worden om de negatieve gevolgen voor het milieu zoveel mogelijk ongedaan te maken. Bovendien legt het opsporen, ontmantelen en vervolgen van de producenten van synthetische drugs een fors beslag op het opsporingsapparaat, als gevolg waarvan de opsporing van andere misdrijven in het gedrang kan komen. Kortom, de productie van synthetische drugs heeft op meerdere niveaus van de maatschappij een forse negatieve invloed.
[verdachte] heeft zijn eigen geldelijke gewin boven het maatschappelijk belang geplaatst door deel te nemen aan een tweetal criminele organisaties die de samenleving ondermijnen. Dit wordt hem zwaar aangerekend.
Daarnaast is bij [verdachte] in een verborgen ruimte in de badkamer een vuurwapen met munitie aangetroffen. In combinatie met zijn lidmaatschap van criminele organisaties die doorgaans geweld niet schuwen, is dit zeer verontrustend.
De rechtbank constateert dat niet gebleken is dat [verdachte] sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis de schorsingsvoorwaarden heeft overtreden. Deze omstandigheid weegt in positieve zin mee voor [verdachte] , maar is op zichzelf onvoldoende om af te zien van een gevangenisstraf van langere duur. Daarvoor zijn de door [verdachte] gepleegde feiten te ernstig. [verdachte] is in het verleden reeds eerder veroordeeld voor zijn lidmaatschap van een criminele organisatie waarvoor hem een langdurige gevangenisstraf is opgelegd. Dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw ernstige strafbare feiten te plegen.
De straf
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank aan [verdachte] in beginsel een gevangenisstraf van 8 jaar opleggen. Vanwege de hiervoor genoemde termijnoverschrijding zal de straf 15% lager uitvallen. Dit betekent dat een
gevangenisstraf van 6 jaar en 9 maandenwordt opgelegd, met aftrek van het voorarrest.
De straf van 8 jaar is, ondanks dat de rechtbank minder bewezen acht dan het Openbaar Ministerie, conform de door het Openbaar Ministerie geëiste straf, omdat de rechtbank bepaalde bewezen feiten anders beoordeelt. Omdat de rechtbank daarnaast van oordeel is dat de redelijke termijn wél is overschreden, valt de uiteindelijke straf lager uit dan de door het Openbaar Ministerie gevorderde straf.

8.Ad informandum feit

Niet alleen heeft [verdachte] zich schuldig gemaakt aan de bewezenverklaarde feiten, maar hij heeft ook toegegeven een feit te hebben gepleegd dat
ad informandumop de dagvaarding gevoegd is. Ten aanzien van dit feit, vervat in het zaaksdossier 24 van het Wolf Beretta dossier, heeft de officier medegedeeld dat [verdachte] daarvoor niet afzonderlijk is of zal worden vervolgd. Het betreft hier:
- 1 oktober 2013, Leende, opzettelijke overtreding van artikel 1.1.2 van het Vuurwerkbesluit.
Met het gepleegd hebben van dit feit heeft de rechtbank rekening gehouden bij de bepaling van de straf.

9.De voorlopige hechtenis

De voorlopige hechtenis van [verdachte] is aanvankelijk geschorst met ingang van 4 juli 2014 tot aan de dag van de inhoudelijke behandeling. De onderliggende overwegingen hiertoe waren dat [verdachte] destijds inmiddels geruime tijd (9 maanden) in voorlopige hechtenis verbleef, het definitieve eindproces-verbaal en een definitieve tenlastelegging nog niet beschikbaar waren, de regiezitting voorzien was voor oktober 2014 en te verwachten was dat de inhoudelijke behandeling pas eind 2015 aan de orde zou zijn.
Bij de aanvang van de inhoudelijke behandeling op 13 november 2017 is de schorsing verlengd tot aan de einduitspraak op 29 maart 2018. De verdediging heeft verzocht deze schorsing te verlengen voor onbepaalde tijd.
Uit de bewezenverklaring en de veroordeling tot een gevangenisstraf van 6 jaar en negen maanden volgt dat de rechtbank nog immer ernstige bezwaren en gronden aanwezig acht voor de voorlopige hechtenis voor de in het vonnis van heden bewezenverklaarde feiten. Dit was ook in juli 2014 het geval. Een afweging van de belangen van de maatschappij tegenover die van [verdachte] leidde er toen echter toe dat de voorlopige hechtenis moest worden geschorst, omdat er nog geen datum bekend was waarop de inhoudelijke behandeling van de zaak zou plaatsvinden. Die situatie is nu niet langer aan de orde. De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden en [verdachte] is bij vonnis van heden schuldig bevonden aan ernstige strafbare feiten. Een hernieuwde afweging van de belangen van de maatschappij en [verdachte] leidt tot de conclusie dat de belangen van de maatschappij bij de detentie van [verdachte] nu zwaarder moeten wegen dan de belangen van [verdachte] en dat aan de schorsing van de voorlopige hechtenis daarom een einde moet komen.

10.Het beslag

10.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft de onttrekking aan het verkeer gevorderd van het inbeslaggenomen pistool (4-loops). Van de overige inbeslaggenomen goederen heeft de officier van justitie de verbeurdverklaring gevorderd.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bij pleidooi geen standpunt ingenomen ter zake van de inbeslaggenomen goederen.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven wapen, dient te worden onttrokken aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit van dit voorwerp in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De rechtbank is van oordeel dat de overige op de beslaglijst vermelde inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven goederen, zoals hierna genoemd in het dictum, dienen te worden teruggegeven aan [verdachte] .

11.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36b, 36d, 45, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10, 10a en 11a (oud) van de Opiumwet en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

12.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt [verdachte] vrij van het tenlastegelegde onder de feiten 2, 3, 5 en 6;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt [verdachte] vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart [verdachte] strafbaar;
Straf
  • veroordeelt [verdachte] voor de feiten 1 primair, 4 en 7 tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Voorlopige hechtenis
  • wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis;
  • verstaat dat de schorsing van de voorlopige hechtenis is opgeheven;
Beslag
- onttrekt aan het verkeer het volgende in beslag genomen voorwerp:
49 1.00 STK Pistool
-
4 loops pistool ibn-code ST024.03.01.003.003
- gelast de teruggave van de volgende in beslag genomen voorwerpen aan [verdachte] :
1 Geld Euro
- EURO 1.760,00 ibn-code ST024.02.01.001
2 Geld EURO
- EURO 500,00, ibn-code ST024.14.01.001
3 Geld EURO
- EURO 2.480,00 ibn-code ST024.18.01.001
4 Geld EURO
- EURO 6.000,00 ibn-code STX04.01.003
5 Geld EURO
- EURO 3.400,00 ibn-code ST24X.04.01.004.001
7 1 STK Personenauto [kenteken 11]
MERCEDES 280 SE 3,5 Kl:grijs ibn-code ST024.001
22 1 STK Personenauto [kenteken 13]
MERCEDES BENZ R320 CDI 4 Kl: zilver ibn-code 07.01.001
23 1 STK Personenauto [kenteken 5]
AUDI A6 Kl:zilver ibn-code ST024.13.01.001
25 1 STK Horlogeband Kl:zilv./blau
- ibn-code ST024.07.01.001.014
28 1 STK Horloge
ROLEX St24X.04.01.002
30 1.00 STK Ring Kl:zilver
- ring ibn-c ST024.18.01.004.002
31 1.00 STK Ring Kl:goud
- ibn-c ST024.18.01.004.003
32 1.00 STK Ring Kl:goud
- ring ibn-c ST024.18.01.004.004
33 1.00 STK Ring Kl:goud
- ring ibn-c ST024.18.01.004.005
34 1.00 STK ring Kl:zilver
- ring ibn-c ST024.18.01.004.006
35 1.00 STK Sieraad Kl:zilver
ketting ketting ibn-c ST024.18.01.004.007
65 1.00 STK Geldautomaat
GELD TELMACHINE
geld telmachine ibn-code ST024.02.01.003
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. A.M. Koster-van der Linden en mr. L. Feuth, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I.K. Bakker en
mr. Y.L.J. Damoiseaux, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 29 maart 2018.
BIJLAGE I: De tenlastelegging (na wijziging)
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
(zaaksdossier 2)
hij in of omstreeks de periode gelegen in de maand(en) tussen november 2012
tot en met april 2013, in elk geval op of omstreeks 15 april 2013, te
Eindhoven en/of Leende, in elk geval in Nederland en/of te Antwerpen, in elk
geval in België en/of in de Dominicaanse Republiek, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem
en/of zijn medeverdachten voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het
grondgebied van Nederland te brengen en/of vervoeren van 550 kilogram
cocaïne, althans 360 kilogram, in elk geval een hoeveelheid cocaïne, in elk
geval een of meer hoeveelheden van (een) materi(a)al(en) bevattende (een)
middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
(meermalen) (telefonische ) contact(en) en/of (een) ontmoeting(en) gehad
en/of (een) bespreking(en) gevoerd en/of (een) afspra(a)k(en) gemaakt met een
of meer (mogelijke) producent(en), leverancier(s), transporteur(s),
financier(s), afnemer(s), tussenperso(o)n(en), verlener(s) van hand-en
spandiensten en/of ander(en) met betrekking tot de hoeveelheid, prijs,
kwaliteit, levering, betaling, verpakking, opslag en/of het vervoer van (een)
(grote) hoeveelheid/heden cocaïne
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Art. 2 onder A van de Opiumwet jo. art 45 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode gelegen in en/of tussen de maand(en) november
2012 tot en met mei 2013, te Eindhoven en/of te Leende, in elk geval in
Nederland en/of te Antwerpen, in elk geval in België en/of in de Dominicaanse
Republiek, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of
vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden,
bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen
het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, in elk geval een
hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of (telkens) (een)
middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden
en/of te bevorderen,
-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen,
te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen
en/of
-zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
te verschaffen en/of
-voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad waarvan hij wist of ernstige
reden had te vermoeden, dat dat/die zij bestemd was/waren tot het plegen van
dat/die feit(en)
immers heeft verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
(meermalen)
-(telefonische) contact(en) en/of (een) ontmoeting(en) gehad en/of (een)
bespreking(en) gevoerd en/of afspra(a)k(en) gemaakt met een of meer
(mogelijke) producent(en), leverancier(s), transporteur(s), financier(s),
afnemer(s), tussenperso(o)n(en), verlener(s) van hand- en spandiensten en/of
ander(en) met betrekking tot de hoeveelheid, prijs, kwaliteit, levering,
betaling, verpakking, opslag en/of het vervoer en/of verkoop van (een) (grote)
(hoeveelheid/-heden) cocaïne en/of
-gebruik heeft/hebben gemaakt van geencrypte blackberry's en/of dergelijke
geencrypte blackberry's heeft/hebben aangekocht en/of (vervolgens) dergelijke
geencrypte blackberry's ter beschikking heeft/hebben gesteld aan [medeverdachte 3]
en/of [medeverdachte 9] en/of [persoon 2] en/of [medeverdachte 5] en/of bills of lading
verstrekt heeft/hebben en/of (grote) geldbedragen heeft/hebben betaald;
art. 10A Opiumwet
2.
(zaaksdossier 5)
hij in of omstreeks de periode gelegen in de maand(en) december 2012 tot en
met april 2013, in elk geval op of omstreeks 25 april 2013, te Eindhoven en/of
Leende, in elk geval in Nederland en/of te Antwerpen, in elk geval in België
en/of te Ecuador, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, ter uitvoering van het door hem en/of zijn medeverdachten voorgenomen
misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen en/of
vervoeren van 1059 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid cocaïne, in
elk geval een of meer hoeveelheden van (een) materi(a)al(en) bevattende (een)
middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
(meermalen) (telefonische ) contact(en) en/of (een) ontmoeting(en) gehad en/of
(een) bespreking(en) gevoerd en/of afspra(a)k(en) gemaakt met een of meer
(mogelijke) producent(en), leverancier(s), transporteur(s), financier(s),
afnemer(s), tussenperso(o)n(en), verlener(s) van hand-en spandiensten en/of
ander(en) met betrekking tot de hoeveelheid, prijs, kwaliteit, levering,
betaling, verpakking, opslag en/of het vervoer van (een) (grote)
hoeveelheid/heden cocaïne
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art. 2 onder A van de Opiumwet jo. art 45 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode gelegen in en/of tussen de maand(en) december
2012 tot en met april 2013 te Eindhoven en/of te Leende, in elk geval in
Nederland en/of te Antwerpen, in elk geval in België en/of te Ecuador,
tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) om een feit,
bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten
het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren,
verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van
ongeveer 1059 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne en/of (telkens) (een) middel(en) vermeld op de bij de
Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
-een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen,
te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te
zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen
en/of
-zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen
tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
te verschaffen en/of
-voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere
betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad waarvan hij wist of ernstige
reden had
te vermoeden, dat dat/die zij bestemd was/waren tot het plegen van dat/die
feit(en)
immers heeft verdachte en/of (een of meer van) verdachtes mededader(s)
(meermalen)
-(telefonische) contact(en) en/of (een) ontmoeting(en) gehad en/of (een)
bespreking(en) gevoerd en/of afspra(a)k(en) gemaakt met een of meer
(mogelijke) producent(en), leverancier(s), transporteur(s), financier(s),
afnemer(s), tussenperso(o)n(en), verlener(s) van hand- en spandiensten en/of
ander(en) met betrekking tot de hoeveelheid, prijs, kwaliteit, levering,
betaling, verpakking, opslag en/of het vervoer en/of verkoop van (een) (grote)
(hoeveelheid/-heden) cocaïne en/of
- gebruik heeft/hebben gemaakt van geencrypte blackberry's en/of dergelijke
geencrypte blackberry's heeft/hebben aangekocht en/of vervolgens dergelijke
geencrypte blackberry's ter beschikking heeft/hebben gesteld aan [medeverdachte 3]
en/of [medeverdachte 9] en/of [persoon 2] en/of [medeverdachte 5] en/of bills of lading
verstrekt heeft/hebben en/of (grote) geldbedragen heeft/hebben betaald;
art. 10A Opiumwet
3.
(zaaksdossier 29)
hij op of omstreeks 01 oktober 2013 te Leende, gemeente Heeze-Leende, tezamen
en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig
heeft gehad ongeveer 1500 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30
gram hasjiesj, zijnde hasjiesj een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II;
art. 3 onder C Opiumwet
4.
(zaaksdossier 10)
hij op of omstreeks 1 oktober 2013 te Leende, gemeente Heeze-Leende, een of
meer wapen(s) van categorie III, te weten
- een enkelschots-meerloops pistool kaliber .38 met twee lopen, gefabriceerd
door Röhm GMBH Sontheim/Brenz, Duitsland en/of
- een enkelschots-meerloops pistool, kaliber 9 mm Flobert met vier lopen,
gefabriceerd door Fa BE Bo LLuch Eibar, Spaans Baskenland en/of
- een semi automatisch pistool merk Zastava, kaliber 9 mm Para
en/of munitie van categorie III, te weten
- 50, althans een aantal, kogelpatronen met bodemstempel INDUMIL .39 special
en/of
- 10, althans een aantal, Flobert patronen 9 mm, merk/type Fiocchi Munizione
Spa en/of
- 50, althans een aantal, kogelpatronen met bodemstempel FC 9mm LUGER en/of
- 12, althans een aantal, patronen S&B 9 mm LUGER
voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
5.
(zaaksdossier 1)
hij als marktdeelnemer op of omstreeks 1 oktober 2013 te Leende, gemeente
Heeze-Leende, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, athans
alleen, opzettelijk, een geregistreerde stof van categorie 1 van bijlage 1
van de Verordening 273/2004 van het Europese Parlement en de Raad, te weten
1-Fenyl-2-propanon (BMK) (een hoeveelheid van 428 milliliter) en/of
3,4-methyleendioxyfenylpropan-2-on (PMK) (een hoeveelheid van 150
milliliter), zonder een door de bevoegde instanties afgegeven vergunning, in
zijn bezit heeft gehad en/of in de handel heeft gebracht;
artikel 2 onder a van de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën juncto artikel 3
lid 2 van de EG verordening nr 273/2004
6.
(zaaksdossier 17)
hij tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, op
een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode gelegen tussen 1
januari 2000 tot en met oktober 2013, te Leende, althans in Nederland en/of
in België en/of in Hongarije van het plegen van witwassen een gewoonte
heeft/hebben gemaakt, immers
heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), van (een) voorwerp(en),
te weten
  • horloges (waaronder een Breitling en/of een Rolex) en/of
  • 6 sieraden, althans een of meer ringen en/of een ketting en/of
  • een of meer personenauto’s waaronder een Mercedes 280SE
(kenteken [kenteken 11] ) en/of
  • Mercedes (kenteken [kenteken 13] ) en/of
  • een Audi A6 (kenteken [kenteken 5] ) en/of
  • onroerend goed, te weten een woning en bijgebouwen behorende bij
betreffende woning, gelegen aan de [adresgegevens verdachte] en/of
- een geldbedrag van € 50.000, althans enig geldbedrag (storting aan
[X] en/of
- contante betaling(en) (t.b.v. facturen en/of acceptgiro’s) tot een bedrag
van €28.183,-, althans enig(e) geldbedrag(en) en/of
- een bedrag van €9.300,-, althans enig€ geldbedrag(en), aangetroffen
in de woning aan de [adresgegevens verdachte] en/of
- een bedrag van € 2.480,-, althans enig€ geldbedrag(en) aangetroffen
in een tas onder een struik bij de woning [adresgegevens verdachte]
de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de
vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld, althans
heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s)
verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die voorwerp(en) en/of
die/dat geldbedrag(en) was/waren of wie bovenomschreven voorwerp(en)
en/of
geldbedrag(en) voorhanden had(den), terwijl hij en/of zijn mededader(s)
wist(en) dat dat/die voorwerp(en)
en/of geldbedragen - onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit
misdrijf en/of heeft hij, verdachte en of zijn mededader(s), bovenomschreven
voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) verworven, voorhanden gehad,
overgedragen en/of omgezet, althans van bovenomschreven voorwerp(en)
en/of geldbedrag(en) gebruik gemaakt, terwijl hij en/of zijn mededader(s)
wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) –
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
art. 420ter Wetboek van Strafrecht
art. 420 bis lid1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
7.
(zaaksdossier 7)
hij in of omstreeks de periode gelegen in en/of tussen de maand(en) april 2012
tot en met 1 oktober 2013 te Eindhoven en/of te Leende, in elk geval in
Nederland en/of te Antwerpen, in elk geval in België heeft deelgenomen aan een
organisatie, te weten een samenwerkingsverband van een aantal natuurlijke
personen (waartoe onder andere behoorden [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 13]
en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 10]
en/of [medeverdachte 8] en/of [persoon 2] en/of [persoon 1] en/of [persoon 4]
en/of een of meerdere tot nu toe onbekend gebleven
perso(o)n(en)), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer
misdrijven, als genoemd in de Opiumwet, namelijk
- het binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het
verwerken en/of verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of het
aanwezig hebben en/of vervaardigen van (een) middel(en) als bedoeld op lijst I
van de Opiumwet danwel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de
Opiumwet
en/of
- voorbereidings- of bevorderingshandelingen gericht op het bereiden,
bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of
vervaardigen en/of het binnen en/of buiten Nederland brengen van (een)
middel(en) als bedoeld op lijst I van de Opiumwet dan wel aangewezen krachtens
artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet en/of
- het binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of het
verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren en/of het aanwezig
hebben en/of vervaardigen van (een) middel(en) als bedoeld op lijst II van de
Opiumwet, danwel(een) middel(en) aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van de Opiumwet;
(art. 11A Opiumwet)
(zaaksdossier 24)
Ad informandum wordt tenlastegelegd dat
hij op of omstreeks 1 oktober 2013 te Leende al dan niet opzettelijk
professioneel vuurwerk, te weten lawinepijlen en/of een flowerbed en/of
knalvuurwerk, voorhanden heeft gehad, terwijl dat vuurwerk bestemd was voor
particulier gebruik;
(art. 1.1.2 Vuurwerkbesluit)

Voetnoten

1.Zie hieronder de noot bij de naam van de verdachte.
2.Proces-verbaal van bevindingen PGP telefoons, zaaksdossier 2, bijlage 220, pagina 2330.
3.Proces-verbaal van stemherkenning [medeverdachte 3] , zaaksdossier 2, bijlage 11, pagina 74.
4.Beslagdossier Beretta, Bijlage 96, pagina 1760 tot en met 2488.
5.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. bijnaam van [medeverdachte 3] , persoonsdossier [medeverdachte 3] , bijlage 5, pagina 78.
6.Proces-verbaal van stemherkenning [medeverdachte 4] , personsdossier [medeverdachte 4] , pagina 5.
7.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 5] , zaaksdossier 2, bijlage 8, pagina 65.
8.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek ‘veilige BlackBerry’ [medeverdachte 5] , zaaksdossier 2, bijlage 174,
9.Proces-verbaal van bevindingen PGP telefoons, zaaksdossier 2, bijlage 220, pagina 2327.
10.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 5] , persoonsdossier [medeverdachte 5] , bijlage 5, pagina 28.
11.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 5] , persoonsdossier [medeverdachte 5] , bijlage 5, pagina 27.
12.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 5] , persoonsdossier [medeverdachte 5] , bijlage 5, pagina 27.
13.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 5] , persoonsdossier [medeverdachte 5] , bijlage 5, pagina 27.
14.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 2] , zaaksdossier 2, bijlage 9, pagina 68.
15.Proces-verbaal van bevindingen aanvulling bijnamen [medeverdachte 2] ‘ [aliasnaam 3] ’, persoonsdossier [medeverdachte 2] , bijlage 3, pagina 8.
16.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 2] ‘ [aliasnaam 3] / [aliasnaam 3] ’, persoonsdossier [medeverdachte 2] , bijlage 4, pagina 14.
17.Proces-verbaal van identificatie [medeverdachte 6] , persoonsdossier [medeverdachte 6] , bijlage 3, pagina 8.
18.Beslagdossier Beretta, pagina 3139 en 3240.
19.Proces-verbaal van bevindingen, vaststelling identiteit [aliasnaam 4] , persoonsdossier [medeverdachte 6] , bijlage 4, pagina 17.
20.Proces-verbaal van bevindingen, vaststelling identiteit [aliasnaam 4] , persoonsdossier [medeverdachte 6] , bijlage 4, pagina 17.
21.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 7] , persoonsdossier [medeverdachte 7] , bijlage 2, pagina 5.
22.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 8] , persoonsdossier [medeverdachte 8] , pagina 4.
23.Proces-verbaal van stemherkenning [medeverdachte 9] , persoonsdossier [medeverdachte 9] , bijlage 2, pagina 5.
24.Beslagdossier Beretta, bijlage 164, pagina 2865 en 3017.
25.Proces-verbaal pv identificatie bijnaam ‘ [aliasnaam 5] ’, persoonsdossier [medeverdachte 9] , bijlage 3, pagina 8.
26.Proces-verbaal van bevindingen identificatie van [aliasnaam 5] zijnde [medeverdachte 9] , persoonsdossier [medeverdachte 9] , pagina 14.
27.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 1] , persoonsdossier [medeverdachte 1] , pagina 5.
28.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. bijnaam van [medeverdachte 1] , persoonsdossier [medeverdachte 1] , pagina 8.
29.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 10] , zaaksdossier 2, bijlage 10, pagina 71.
30.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek ‘veilige BlackBerry’ telefoon [medeverdachte 10] , zaaksdossier 2, bijlage 175, pagina 1357 tot en met 1488.
31.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. bijnaam [medeverdachte 10] , persoonsdossier [medeverdachte 10] , bijlage 3, pagina 9.
32.Proces-verbaal van bevindingen PGP telefoons, zaaksdossier 2, bijlage 220, pagina 2330.
33.Proces-verbaal van stemherkenning [verdachte] , persoonsdossier [verdachte] , bijlage 2, pagina 5.
34.Proces-verbaal van bevindingen ‘ [aliasnaam 8] ’, 1 augustus 2013, bzaaksdossier 2, bijlage 6, pagina 47.
35.Proces-verbaal van bevindingen ‘ [aliasnaam 8] ’, persoonsdossier [verdachte] , bijlage 5, pagina 20.
36.Proces-verbaal van observatie, nr. 2011.050-20-01-2012-300 d.d. 24 januari 2012, zaaksdossier 2, bijlage 18, pagina 97.
37.Proces-verbaal van bekijken videobeelden, nr. 30-468933 d.d. 7 november 2013, zaaksdossier 2, bijlage 19, pagina 104.
38.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 21.
39.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 21.
40.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 20 tot en met 24.
41.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 24.
42.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 25.
43.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 25.
44.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, telefoontap, pagina 26.
45.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 27.
46.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 27.
47.Proces verbaal van bevindingen identificatie gebruiker 31-6-16032268 [medeverdachte 7] , zaaksdossier 2, bijlage 26, pagina 237 tot en met 240.
48.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 27 en 28.
49.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 28.
50.Proces-verbaal van bevindingen skypenaam en skypecontacten van [medeverdachte 10] , zaaksdossier 2, bijlage 27, pagina 242 tot en met 244.
51.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 29 en 30
52.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 29.
53.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 30.
54.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 31.
55.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 31.
56.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 32.
57.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 32.
58.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 32.
59.Proces-verbaal van observatie 5 april 2012, zaaksdossier 2, bijlage 28, p. 245 tot en met 248.
60.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 34
61.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 35.
62.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 35.
63.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 36.
64.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 37.
65.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 37.
66.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 38.
67.Proces-verbaal van bevindingen inzake documentenonderzoek [X] d.d. 19 juni 2014, zaaksdossier 2, bijlage 195, pagina 1883 tot en met 2032.
68.Documenten [bedrijf 4] , zaaksdossier 2, bijlage 30, pagina 252 en 253.
69.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 71 en 129.
70.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 39.
71.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 39.
72.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 40.
73.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 41.
74.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 41.
75.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 42.
76.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 43.
77.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 43.
78.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 44.
79.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 44.
80.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 45.
81.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 46.
82.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 47.
83.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 47 en 48.
84.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 48.
85.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 48.
86.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 49.
87.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50.
88.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50.
89.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50.
90.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50.
91.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50 en 51.
92.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50 tot en met 65.
93.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 51.
94.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 51 en 52.
95.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 51 en 52.
96.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 52.
97.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 52 en 53.
98.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 52.
99.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 53.
100.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54.
101.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54.
102.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54.
103.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54 en 55.
104.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54.
105.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 55.
106.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 55.
107.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 55.
108.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 56.
109.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 56.
110.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 56.
111.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 57.
112.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 57.
113.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 57.
114.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 57.
115.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 58.
116.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 58.
117.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 59.
118.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 59 tot en met 63.
119.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 63.
120.E-mailbericht d.d. 2 mei 2012, zaaksdossier 2, bijlage 74, pagina 442.
121.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 64.
122.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 64 en 66.
123.Document [bedrijf 5] , zaaksdossier 2, bijlage 35, pagina 275.
124.E-mailbericht d.d. 3 mei 2012, zaaksdossier 2, bijlage 42, pagina 333.
125.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 66
126.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 70.
127.Proces verbaal beluisteren OVC gesprek 20 februari 2013, zaaksdossier 2, bijlage 3, pagina 284 tot en met 316.
128.Proces verbaal van bevindingen identificatie NN-petje als Antwerpse douanemedewerker, zaaksdossier 2, bijlage 40, pagina 318 tot en met 325.
129.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 71 en 103.
130.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 72.
131.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 72.
132.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 73.
133.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 73.
134.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 73 en 74.
135.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 74.
136.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 75.
137.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 76.
138.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 76.
139.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 76 en 77.
140.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 77.
141.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 77.
142.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 78 en 79.
143.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 78;
144.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 79.
145.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 79 en 80.
146.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 80.
147.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 80.
148.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 80 en 81.
149.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 81.
150.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 81.
151.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 82.
152.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 83
153.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 83 en 84.
154.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 83.
155.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 84.
156.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 84 en 85.
157.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 85.
158.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 85.
159.Proces-verbaal van bevindingen, pv nummer 30-522415, persoonsdossier [persoon 1] , bijlage 2, pagina 4.
160.Beluisteren open OVC-gesprek d.d. 28 februari 2013, zaaksdossier 2, bijlage 39, pagina 284 tot en met 316.
161.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 85.
162.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 86.
163.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 86.
164.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 87.
165.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 88.
166.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 87.
167.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 88.
168.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 89.
169.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 88.
170.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 88.
171.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 89 en 90.
172.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 91.
173.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 90.
174.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 90.
175.Proces-verbaal van stemherkenning [medeverdachte 7] , geboren te [plaats] , persoonsdossier 12,
176.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 91.
177.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 92.
178.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 93.
179.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 94.
180.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 94.
181.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 95.
182.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 95.
183.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 95.
184.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 95.
185.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 97.
186.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 96.
187.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 97 en 98.
188.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 98.
189.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 99.
190.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 19.
191.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 99.
192.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 100 en 101.
193.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 101.
194.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 101 en 102.
195.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 101 en 102.
196.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 102.
197.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 102.
198.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 103.
199.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 104.
200.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 104.
201.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 104.
202.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105.
203.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105.
204.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105.
205.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105.
206.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105 en 106.
207.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 106 en 107.
208.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 107.
209.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 107.
210.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 108.
211.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 108 en 109.
212.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 109 en 110.
213.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 110.
214.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 111.
215.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 115.
216.Proces-verbaal 4e verhoor verdachte [persoon 12] d.d. 14 oktober 2013, zaaksdossier 2, bijlage 97, pagina 543.
217.Beluisteren OVC-gesprek d.d. 6 augustus 2013, zaaksdossier 2, bijlage 96, pagina 534 tot en met 538.
218.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 111.
219.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 112.
220.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 116.
221.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 117.
222.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 118.
223.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 117.
224.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 121 tot en met 123.
225.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 118.
226.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 119.
227.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 120.
228.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 120 en 121.
229.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 253.
230.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 121.
231.Beluisteren OVC gesprek, pv nr. 60-348195 d.d. 28 januari 2013, zaaksdossier 2, bijlage 124, pagina 680 tot en met 689.
232.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 123.
233.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 124.
234.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 124.
235.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 125.
236.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 125.
237.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 124 en 125.
238.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 125 en 126.
239.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 127.
240.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 133.
241.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 134.
242.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 134.
243.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 135.
244.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 135.
245.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 135.
246.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 137.
247.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 137.
248.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 137.
249.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 138.
250.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 139.
251.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 139.
252.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 140.
253.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 141.
254.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 145.
255.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 145.
256.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 145.
257.Beluisteren OVC gesprek, pv nummer 60-419363, d.d. 30 januari 2013, zaaksdossier 2, bijlage 126, pagina 699 en 700.
258.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 146.
259.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 147 en 148.
260.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 148.
261.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 149.
262.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 149 tot en met 151.
263.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 151.
264.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 151.
265.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 151.
266.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 152.
267.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 152.
268.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 153.
269.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 153.
270.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 155.
271.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 157.
272.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 159.
273.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 159 tot en met 162.
274.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 162.
275.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 163.
276.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, p. 158.
277.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 164.
278.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 173.
279.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 164.
280.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 165.
281.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 165 tot en met 167.
282.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 167.
283.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 167.
284.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 167 tot en met 171.
285.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 172.
286.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 174.
287.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 174.
288.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 175.
289.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 175.
290.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 175.
291.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 176.
292.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 177.
293.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 177.
294.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 177.
295.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 178 en 179.
296.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 180.
297.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 180 tot en met 182.
298.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 182.
299.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 183
300.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 183.
301.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 184.
302.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 185.
303.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 185 en 186.
304.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 186.
305.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 187.
306.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 187.
307.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 188.
308.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 188 en 189.
309.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 189.
310.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 189.
311.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 191.
312.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 200.
313.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 201.
314.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 200.
315.Document Formulering tenlastelegging en verzoek tot opening van de rechtszaak, zaaksdossier 2, pagina 1943.
316.Onderzoekscertificaat Forensische Chemie d.d. 15 april 2013, zaaksdossier 2, pagina 1941.
317.Verzoek om kopie van de Verklaring van INACIF d.d. 4 oktober 2013, zaaksdossier 2, pagina 1940.
318.Onderzoekscertificaat Forensische Chemie d.d. 15 april 2013, zaaksdossier 2, pagina 1941.
319.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 192.
320.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 192 en 193.
321.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 194.
322.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 194.
323.Beluisteren OVC gesprek, pv nummer 30-399178, d.d. 29 mei 2013, zaaksdossier 2, pagina 987 tot en met 1039.
324.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-346041, d.d. 3 juni 2013, zaaksdossier 2, bijlage 158, pagina 1041 tot en met 1047.
325.Beluisteren OVC gesprek, pv-nummer 60-400730, d.d. 2 juli 2013, zaaksdossier 2, bijlage 186, pagina 1831 tot en met 1834.
326.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 193.
327.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 204 tot en met 206.
328.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 206 en 207.
329.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 207.
330.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 208.
331.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 208.
332.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 208.
333.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 209.
334.Beluisteren OVC-gesprek d.d. 14 maart 2013, zaaksdossier 2, bijlage 117, pagina 639 tot en met 642.
335.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 210.
336.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 211.
337.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 211.
338.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 2014 en 2015.
339.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 211 en 212.
340.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 215 en 216.
341.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 2013.
342.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 214.
343.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 214.
344.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 217.
345.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 217.
346.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 217.
347.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 217.
348.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 218.
349.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 219.
350.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 219.
351.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 220.
352.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 219.
353.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 200 en 201.
354.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 220.
355.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 221.
356.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 222.
357.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 223.
358.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 223.
359.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 224.
360.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 224.
361.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 225.
362.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 228.
363.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 229.
364.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 229.
365.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 230.
366.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 230 tot en met 233.
367.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 234.
368.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 234.
369.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 234.
370.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 235 en 236.
371.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 235.
372.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 235.
373.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 236.
374.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 237.
375.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 238.
376.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 239.
377.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 240.
378.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 240.
379.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 238.
380.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 241.
381.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 241.
382.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 241.
383.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 242.
384.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 242.
385.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaakdossier 2, pagina 242.
386.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 242.
387.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 243.
388.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 243.
389.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 244.
390.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 244.
391.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 244.
392.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 245.
393.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 245.
394.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 245.
395.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 247.
396.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 247 tot en met 249.
397.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 250.
398.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 250.
399.Proces-verbaal aantreffen geheime bergplaats d.d. 9 oktober 2013, zaaksdossier 10, bijlage 2, pagina 39 tot en met 42.
400.Proces-verbaal forensische opsporing t.z.v. doorzoeking [adresgegevens verdachte] (ST024 en ST24X) d.d. 18 februari 2014, zaaksdossier 10, bijlage 3, pagina 44 tot en met 50.
401.Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 7 oktober 2013, zaaksdossier 10, bijlage 1, pagina 30 tot en met 32.
402.Proces-verbaal Wet Wapens en Munitie d.d. 22 oktober 2013, zaaksdossier 10, bijlage 4, pagina 71 tot en met 79.
403.De verklaring van de verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 21 november 2017.
404.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 1] , pv-nummer 60-414791, persoonsdossier 4 ( [medeverdachte 1] ), bijlage 2, pagina 5 tot en met 6.
405.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 5] , pv-nummer 60-414924, persoonsdossier 1 ( [medeverdachte 5] ), bijlage 4, pagina 24 tot en met 25.
406.Proces-verbaal van stemherkenning [verdachte] , pv-nummer 30-442393, persoonsdossier 6 ( [verdachte] ), bijlage 2, pagina 5 tot en met 7.
407.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. bijnaam van [medeverdachte 1] , pv-nummer 60-468193, persoonsdossier 4 ( [medeverdachte 1] ), bijlage 3, pagina 8 tot en met 13.
408.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek “veilige blackberry” telefoon [medeverdachte 5] , pv-nummer 60-514044, zaaksdossier 1, bijlage 140, pagina 1168 tot en met 1193.
409.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 147.
410.Proces-verbaal van bevindingen, pv nummer 30-437211, persoonsdossier 6 ( [verdachte] ), bijlage 4, pagina 13 tot en met 18.
411.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs) pv nummer 2012001505, pagina 94.
412.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, zaaksdossier 1F, bijlage 114, pv nummer 60-515151, d.d. 5 februari 2013, pagina 1035 en 1036.
413.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, zaaksdossier 1F, bijlage 115, pv nummer 60-366986, d.d. 6 augustus 2013, pagina 1038 en 1039.
414.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 19.
415.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, zaaksdossier 1F, bijlage 116, pv nummer 60-372283, d.d. 12 augustus 2013, pagina 1041 tot en met 1046.
416.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 20.
417.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs, pv nummer 2012001505, pagina 88 en 89.
418.Proces-verbaal observatie, pv nummer 2012071006A_A, d.d. 11 juli 2012, zaaksdossier 1F, bijlage 142, pagina 1201 tot en met 1203.
419.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 28 tot en met 30.
420.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 97 tot en met 100.
421.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 35 en 36.
422.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 101.
423.Proces-verbaal observeren 30 oktober 2012, pv nummer 30183722, d.d. 9 november 2012, zaaksdossier 1F, bijlage 150, pagina 1237 en 1238.
424.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 30-271645, d.d. 21 februari 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 62, pagina’s 465 tot en met 469.
425.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-464268, d.d. 27 november 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 119, pagina 1061 tot en met 1065.
426.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-465583, d.d. 26 februari 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 121, pagina 1073 tot en met 1076.
427.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, OV nummer 60-464238, d.d. 27 november 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 123, pagina 1082 tot en met 1088.
428.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-464323, d.d. 26 november 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 124, pagina 1090 tot en met 1092.
429.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-348195, d.d. 16 juli 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 125, pagina 1094 en 1095.
430.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 52.
431.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-371785, d.d. 12 augustus 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 152, pagina 1244 tot en met 1246.
432.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-465748, d.d. 26 november 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 126, pagina 1105 tot en met 1110.
433.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-531663, d.d. 12 februari 2014, zaaksdossier 1F, bijlage 161, pagina 1299 tot en met 1302.
434.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 108 en 109 en Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-371926, d.d. 12 augustus 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 153, pagina 1251 en 1252.
435.Proces-verbaal WOLF BOB-dossier BOB-60-095996, pagina 1898.
436.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 65.
437.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 65.
438.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 66 tot en met 69.
439.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 92.
440.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 69 tot en met 74.
441.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-539179, d.d. 20 februari 2014, zaaksdossier 1F, bijlage 135, pagina 1153 en 1154.
442.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs) pv nummer 2012001505, pagina. 94.
443.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-472323, 03-12-2013, zaaksdossier 1F, bijlage 138, pagina 1161 tot en met 1163.
444.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs) pv nummer 2012001505, pagina 76 tot en met 86.
445.Proces-verbaal beluisteren OVC-gesprek, pv nummer 60-464771, d.d. 27 november 2013, zaaksdossier 1F, bijlage 155, pagina 1259 tot en met 1263.
446.Proces-verbaal van bevindingen, interpretatie OVC-gesprekken, pv nummer 30-446007, zaaksdossier 1F, bijlage 156, pagina 1265 tot en met 1270.
447.Proces-verbaal zaaksdossier ZD01.F (onderzoek synthetische drugs), pv nummer 2012001505, pagina 116-118 en proces-verbaal van bevindingen, pv nummer 29985937, d.d. 14 maart 2012, bijlage 159, pagina 1284 en 1285.
448.Proces-verbaal forensische opsporing t.z.v. doorzoeking [adresgegevens verdachte] (ST024 en ST24X) d.d. 18 februari 2014, zaaksdossier 1D, bijlage 64, pagina 478 tot en met 484.
449.Proces-verbaal testen/wegen en indicatieve test locatie [adresgegevens verdachte] d.d. 8 oktober 2013, zaaksdossier 1D, bijlage 79, pagina 719 en 720.
450.Rapport identificatie van drugs en precursoren d.d. 24 oktober 2013, zaaksdossier 1D, bijlage 80, pagina 722 en 723.
451.Proces-verbaal van bevindingen, pv nummer 30-447605, d.d. 14 oktober 2013, zaaksdossier 1D, bijlage 67, p. 530-532.
452.NFI-rapport ‘vraag over inhoud van documentatie, aangetroffen op locatie [adresgegevens verdachte] ’, rapporteur Dr. J.D.J. van den Berg, d.d. 27 februari 2014, bijlage 221, p. 1776 tot en met 1791.
453.Proces-verbaal van bevinden, nadere verklaring NFI-rapport, pv nummer 30609377, d.d. 16 juni 2014, bijlage 222, p. 1792 tot en met 1797.
454.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 april 2013, zaaksdossier 1G, bijlage 177, pagina 1368 tot en met 1370.
455.Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 12 april 2013, zaaksdossier 1G, bijlage 180, pagina 1386 en 1387.
456.Proces-verbaal bevindingen Brunssum d.d. 6 februari 2014, zaaksdossier 1G, bijlage 192, pagina 1441 tot en met 1451.
457.Rapport NFI d.d. 3 mei 2013, zaaksdossier 1G, bijlage 192, pagina 1452 tot en met 1454.
458.Proces-verbaal juridisch kader d.d. 23 januari 2014, zaaksdossier 1G, bijlage 184, pagina 1403 tot en met 1410. Geschrift ‘Huurovereenkomst’, zaaksdossier 1G, bijlage 187, pagina 1423.
459.Proces-verbaal bevindingen Brunssum d.d. 6 februari 2014, zaaksdossier 1G, bijlage 192, pagina 1441 tot en met 1451.
460.Proces-verbaal juridisch kader d.d. 23 januari 2014, zaaksdossier 1G, bijlage 184, pagina 1403 tot en met 1410. Geschrift ‘Huurovereenkomst’, zaaksdossier 1G, bijlage 187, pagina 1423.
461.Proces-verbaal verhoor inzake milieu verdachte [persoon 39] d.d. 15 januari 2014, zaaksdossier 1G, bijlage 195, pagina 1490 tot en met 1498.