Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
- [verdachte] en [medeverdachte 1] komen aan bij de woning, [medeverdachte 1] draagt een wapen waarvan de loop recht vooruit wijst;
- [verdachte] maakt een raam van de woning kapot met een stoeprand om 03:01:39 uur;
- een vrouw schreeuwt vanaf 03.01.40 uur;
- [verdachte] gaat door het kapotte raam de woning binnen om 03:01:45 uur;
- [medeverdachte 1] houdt het vuurwapen gericht op de raamopening om 03:01:45 uur;
- [medeverdachte 1] klimt achter [verdachte] aan de woning binnen door het raam om 03:01:49 uur;
- de vrouw schreeuwt nog, maar ook een mannelijk stem is hoorbaar vanaf 03.01.49 uur, gevolgd door een andere mannelijke stem: “bek houden, bek houden” om 03.01.53 uur;
- om 03.01.57 is ook een knal hoorbaar;
- een mannelijke stem schreeuwt: “what the fuck!” om 03.02.03 uur;
- een harde knal (vermoedelijke en schot) klinkt om 03:02:04 uur;
- een man zegt: “kom, kom, kom!” om 03.02.06 uur;
- [medeverdachte 1] klimt door het raam naar buiten om 03:02:10 uur;
- [verdachte] klimt door het raam naar buiten om 03:02:13 uur.
cherrypicking:een selectie van het bewijsmateriaal waarbij alleen die onderdelen gebruikt worden die passen. Dat is niet wat de rechtbank wil.
nietafkomstig is van één van deze verdachten. Het gaat dan om:
- De lezing van [medeverdachte 3] komt vrijwel geheel overeen met hetgeen uit die gegevens blijkt. Het gaat dan in het bijzonder om de tijden zoals die blijken uit de telefoongegevens en de plaatsbepalingen van die telefoongegevens in vergelijk met de door [medeverdachte 3] aangegeven tijdsaanduidingen en afgelegde autoritten. De rechtbank zal zijn verklaring dan ook voor het bewijs gebruiken, maar ook bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de andere lezingen betrekken. Daarbij heeft de rechtbank ook gekeken naar de tijdstippen waarop [medeverdachte 3] heeft verklaard. Zo heeft hij al vrijwel direct na zijn aanhouding bij de rechter-commissaris op 24 maart 2017 verteld over details die te maken hadden met [medeverdachte 1] , terwijl [medeverdachte 1] toen nog niet eens was aangehouden.
- De lezing van [medeverdachte 2] , vastgelegd in een summiere schriftelijke verklaring die [medeverdachte 2] drie maanden na zijn aanhouding heeft opgeschreven, laat zich niet of nauwelijks verifiëren. Voor zover dat wel kan, blijkt die lezing op meerdere punten
- De lezing van [verdachte] over wat er die avond en nacht in het voortraject is gebeurd, komt redelijk overeen met de historische verkeersgegevens en de verklaring en telefoongegevens van [medeverdachte 3] . Dit deel van de lezing van [verdachte] lijkt dan ook voldoende betrouwbaar.
- De lezing van [medeverdachte 1] over wat er voor de overval is gebeurd kan kloppen wanneer die wordt vergeleken met zijn telefoongegevens. Dit deel van zijn lezing lijkt dan ook betrouwbaar.
- De lezing van [medeverdachte 1] dat hij als tweede met een groot wapen de woning van [slachtoffer] is binnengegaan en, nadat het schot gevallen was, als eerste naar buiten kwam, wordt bevestigd door de camerabeelden. Zijn verklaring dat hij binnen in de slaapkamer bij het raam heeft gestaan terwijl [verdachte] in gevecht was met [slachtoffer] en deze laatste de overhand kreeg, stemt overeen met de verklaring van [naam vriendin slachtoffer] . Maar dat hij eerst een tijdje buiten heeft gestaan en pas naar binnen is gegaan toen [slachtoffer] in het gevecht met [verdachte] de overhand kreeg, komt daarmee
- De lezing van [verdachte] dat hij een ruit kapot heeft geslagen, als eerste naar binnen ging, en als laatste de woning via het raam verliet, komt overeen met de camerabeelden en de verklaring van [naam vriendin slachtoffer] . Dat [verdachte] na binnenkomst meteen in gevecht raakte met [slachtoffer] wordt door de verklaring van [naam vriendin slachtoffer] bevestigd.
- Uit de verklaringen van de genoemde buren valt af te leiden dat zij twee in het zwart geklede en van bivakmutsen voorziene mannen hebben zien lopen. Een van die twee hield een shotgun vast. Twee van de drie buren menen meerdere schoten te hebben gehoord. De verklaringen van de buren komen, met uitzondering van het aantal schoten, overeen met de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte 1] . Overigens is op de camerabeelden vlak voor het schot (om 03.01.57 uur) een harde knal te horen. De rechtbank kan zich voorstellen dat de buren dit geluid (ook) als een schot hebben geduid.
nietvan die van [medeverdachte 2] voor het bewijs gebezigd kunnen worden.
nietals het gaat om wat zich ná de woningoverval en het dodelijke schot heeft afgespeeld. De lezingen die [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] hierover hebben gegeven roepen stuk voor stuk de nodige vraagtekens op. Geen van de verdachten heeft bijvoorbeeld een aannemelijke verklaring kunnen geven voor het feit dat er vanuit Geleen weer terug naar Maastricht werd gereden. Wat moesten ze daar? En waarom hebben ze daar meerdere uren doorgebracht? Ze waren pas tussen 6.00 en 7.00 uur ’s ochtends weer thuis. De lezing van [medeverdachte 1] dat hij met [verdachte] midden in de nacht in Maastricht bij verschillende bekenden van [verdachte] heeft aangebeld, met de bedoeling om zich om te kleden, gelooft de rechtbank niet. De lezing van [verdachte] dat hij is doorgereden naar België, daar de vluchtauto heeft achtergelaten, zijn kleding heeft verbrand en in zijn reservekleding en – schoenen (die hij al de hele avond in een plastic tasje bij zich droeg) deels achterop een voorbij komende scooter en deels lopend terug gegaan is naar Maastricht, waar hij toevallig [medeverdachte 1] weer tegen kwam, gelooft de rechtbank evenmin. Dat geldt ook voor de lezing van [medeverdachte 2] : waarom ging hij vanuit Geleen naar Maastricht, terwijl hij in Heerlen woont? En dan zijn er nog de mysterieuze telefoontjes naar [verdachte] , [medeverdachte 1] en de twee taxi’s.
Dit gegeven, in combinatie met de ongeloofwaardige verklaringen van [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] , maakt dat de rechtbank ervanuit gaat dat alle verdachten bewust willen verhullen wat zich in deze periode heeft afgespeeld, wat er met het wapen is gebeurd waarmee [slachtoffer] is gedood en waar de vluchtauto is gebleven. Hoewel dat voor de bewezenverklaring op zich niet van belang is, zal de rechtbank daar in de strafmotivering op terug komen.
niet.
nietop een beweging waarbij de schutter naar achteren struikelt en de loop van het wapen naar beneden beweegt of recht blijft. Bij een dergelijke struikelen zal de loop van het wapen juist naar boven of naar achteren bewegen met een ander schotkanaal als gevolg.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
- reiskosten naar de psycholoog en naar de advocaat ter hoogte van € 273,00;
- verlies aan arbeidsvermogen van in totaal € 15.000,00 bestaande uit:
- het 8 maanden doorbetalen van een sportabonnement ter hoogte van € 236,00;
- behandelingen door een psycholoog conform de factuur d.d. 7 februari 2018 ter hoogte van € 2.389,75;
- de toekomstige behandelingen door een psycholoog conform de offerte d.d. 7 februari 2018 ter hoogte van € 1.784,75;
- smartengeld ter hoogte van € 22.000,00.
- behandelingen door psycholoog ter hoogte van € 640,00;
- kosten opgelopen door vertraging van studie ter hoogte van € 2.219,60;
- opgelopen extra studieschuld ter hoogte van € 12.133,68;
- gemist inkomen gedurende de duur van één jaar door studievertraging, vermeerderd met 8 procent vakantiegeld, ter hoogte van in totaal € 31.104,00;
- shockschade ter hoogte van € 40.000,00.
8.De vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling
9.De vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
10.De wettelijke voorschriften
11.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- verklaart de benadeelde partij [naam broer slachtoffer] voor zover zijn vordering is gericht op het verlies bij de verkoop van de shisha lounge en het verlies aan verdienvermogen
- wijstde vordering van de benadeelde partij voor het overige
af; - veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij van
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen.
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- verklaart de benadeelde partij [naam vriendin slachtoffer] voor zover haar vordering is gericht op extra studieschuld, extra studievertraging, misgelopen inkomsten en immateriële schade
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij van
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen.
- wijst de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling toe;
- gelast dat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat als gevolg van de voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd alsnog geheel moet worden ondergaan, te weten
De vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
2 weken, alsnog zal worden tenuitvoergelegd.