ECLI:NL:RBLIM:2018:2931

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
27 maart 2018
Publicatiedatum
28 maart 2018
Zaaknummer
6684225 CV EXPL 18-1211
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Loonvordering en ziekmelding in kort geding tussen Doorwerk B.V. en Eagle Dienstverlening in Services en Veiligheid B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, vordert Doorwerk B.V. als bewindvoerder over de goederen van een onderbewindgestelde, betaling van achterstallig loon van Eagle Dienstverlening in Services en Veiligheid B.V. De werknemer, [naam onderbewindgestelde], heeft zich op 28 augustus 2017 ziekgemeld, maar Eagle heeft geweigerd deze ziekmelding te erkennen en heeft geen loon meer betaald na 23 augustus 2017. De kantonrechter heeft op 27 maart 2018 in kort geding uitspraak gedaan. De procedure omvatte een dagvaarding met producties, een conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling. De kantonrechter oordeelt dat er onvoldoende spoedeisend belang is bij de gevorderde voorzieningen, omdat Doorwerk pas zes maanden na de ziekmelding om loonbetaling vraagt. Dit tijdsverloop en de onduidelijkheid over de ziekmelding en de arbeidsovereenkomst maken het moeilijk om de vordering te onderbouwen. De kantonrechter wijst de vordering af en veroordeelt Doorwerk tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Eagle, die zijn begroot op € 600,00. Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.H.J. Otto.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6684225 CV EXPL 18-1211
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 27 maart 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOORWERK B.V.,
gevestigd te Brunssum,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan
[naam onderbewindgestelde],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. F.E.L. Teerling,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EAGLE DIENSTVERLENING IN SERVICES EN VEILIGHEID B.V.,
gevestigd Heerlen,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. J.A. Houben-Timmermans.
Partijen zullen hierna Doorwerk en Eagle genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met acht producties
  • de conclusie van antwoord met zeven producties
  • de nagezonden producties 9 en 10 van Doorwerk
  • de nagezonden productie van Eagle, behorend bij productie 5
  • de mondelinge behandeling op 22 maart 2018 waarbij Doorwerk haar vordering heeft verminderd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De goederen van [naam onderbewindgestelde] zijn door de kantonrechter bij beschikking van 17 februari 2011 onder bewind gesteld. Doorwerk is door de kantonrechter tot bewindvoerder benoemd.
2.2.
[naam onderbewindgestelde] is op 1 oktober 2012 op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden van Eagle in de functie van verkeersregelaar.
2.3.
[naam onderbewindgestelde] heeft met ingang van 25 april 2015 tot en met 31 juli 2016 als verkeersregelaar in dienst van Eagle (op oproepbasis) gewerkt op grond van twee elkaar (deels) overlappende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.
2.4.
Van 1 september 2016 tot en met 25 februari 2017 heeft [naam onderbewindgestelde] als verkeersregelaar voor Eagle gewerkt. In die periode was NettStaff B.V. zijn formele werkgever.
2.5.
Bij brief van 1 maart 2017 heeft [naam onderbewindgestelde] het volgende aan Nettstaff medegedeeld:
“Bij deze dien ik mijn ontslag in per 1maart 2017. Ik heb besloten mijn carrière in een ander bedrijf een nieuwe wending te geven. Per 1 maart 2017 zal ik daar in dienst treden.”
2.6.
[naam onderbewindgestelde] is met ingang van 1 maart 2017 weer in dienst getreden van Eagle in de functie van verkeersregelaar op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot 1 maart 2017. Het overeengekomen bruto-uurloon bedraagt € 10,00 inclusief 8% vakantiebijslag. De arbeidsovereenkomst vermeldt voorts (voor zover hier van belang) dat [naam onderbewindgestelde] op oproepbasis zal worden ingezet met een minimum van 20 uur tot een maximum van 1824 uur per jaar.
2.7.
[naam onderbewindgestelde] heeft voor het laatst op 23 augustus 2017 zijn werkzaamheden verricht. Hij is daarna niet meer opgeroepen door Eagle.
2.8.
Eagle heeft aan [naam onderbewindgestelde] tot en met 23 augustus 2017 loon betaald.
2.9.
De loonspecificatie van juli 2017 vermeldt een bruto uurloon van € 10,50.
2.10.
Bij brief van 15 november 2017 heeft de gemachtigde van [naam onderbewindgestelde] aan Eagle medegedeeld dat [naam onderbewindgestelde] zich op 28 augustus 2017 heeft ziekgemeld en dat Eagle weigert hem ziek te melden. Eagle is in die brief gesommeerd tot betaling van het achterstallige loon over de laatste drie dagen van augustus 2017 en over de volledige maanden september en oktober 2017, alsmede tot doorbetaling van het loon tot het einde van de arbeidsovereenkomst.
2.11.
De gemachtigden van partijen hebben daarna nog (confraterneel) gecorrespondeerd, maar dit heeft niet geleid tot enige loonbetaling aan [naam onderbewindgestelde] .
2.12.
Bij e-mailbericht van 7 februari 2018 heeft Eagle aan [naam onderbewindgestelde] medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege zal eindigen op 1 maart 2018.

3.Het geschil

3.1.
Doorwerk vordert - bij wijze van onmiddellijke voorziening bij voorraad - Eagle (na wijziging van eis):
te gelasten de ziekmelding van [naam onderbewindgestelde] door te voeren,
te veroordelen tot betaling van het achterstallige loon vanaf 28 augustus 2017, ook na 1 maart 2018, op basis van een arbeidsomvang van 37 uur per week en een bruto-uurloon van € 10,50 (excl. vakantiebijslag),
te veroordelen tot betaling van het verschil in uurloon tussen hetgeen in de periode over de periode van 1 maart 2017 tot en met 28 augustus 2017 op de loonstroken is vermeld en het van toepassing zijnde uurloon van € 10,50,
te veroordelen tot betaling van de wettelijke verhoging van 50% over het te laat betaalde loon,
te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten,
te veroordelen tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Eagle voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen zal hierna, voor zover relevant, nader ingegaan worden.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter oordeelt ten aanzien van het spoedeisend belang van de door Doorwerk gevorderde voorzieningen het volgende. In de kern gaat het om een conflict tussen werknemer en werkgever over de plicht tot doorbetaling van het loon na ziekmelding. Doorwerk voert daartoe aan dat [naam onderbewindgestelde] zich op 25 augustus 2017 heeft ziekgemeld bij Eagle en sindsdien geen loon meer ontvangen heeft. Eerst bij dagvaarding van 6 maart 2018, dus ruim zes maanden na de gestelde ziekmelding, vordert Doorwerk (onder meer) betaling van het loon tijdens ziekte. Door dit aanzienlijke tijdsverloop en de verder niet onderbouwde stelling dat [naam onderbewindgestelde] niet meer in zijn levensonderhoud kan voorzien, is onvoldoende aannemelijk geworden dat Doorwerk ( [naam onderbewindgestelde] ) een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen.
4.2.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter het volgende.
De voor de in deze zaak te nemen beslissing relevante vragen kunnen grotendeels niet in dit kort geding beantwoord worden. Zo twisten partijen over de vraag of [naam onderbewindgestelde] zich op 25 august 2017 heeft ziekgemeld bij Eagle. Die vraag zal eerst beantwoord kunnen worden na een getuigenverhoor, waarvoor in een kortgedingprocedure als deze geen plaats is.
4.3.
Voorts valt thans niet met voldoende mate van zekerheid vast te stellen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Doorwerk heeft in dat verband aangevoerd dat de laatste arbeidsovereenkomst tussen [naam onderbewindgestelde] en Eagle (op enig moment) van rechtswege wordt geacht voor onbepaalde tijd te zijn aangegaan aangezien [naam onderbewindgestelde] vanaf 25 april 2015 ononderbroken in dienst is geweest van Eagle. NetStaff en Eagle moeten volgens Doorwerk redelijkerwijs geacht worden elkaars opvolger te zijn. Ook dat valt in dit kort geding niet met voldoende mate van zekerheid vast te stellen gelet op de door partijen gevoerde discussie hierover. Eagle heeft aangevoerd dat [naam onderbewindgestelde] zelf de arbeidsovereenkomst met NettStaff heeft opgezegd. Eagle heeft er met een beroep op de wetsgeschiedenis terecht op gewezen dat in een dergelijk geval niet is voldaan aan het bepaalde in art. 7:668a lid 1 en lid 2 BW. Doorwerk heeft in reactie daarop aangevoerd dat de schriftelijke opzegging door [naam onderbewindgestelde] op aandringen van Eagle is geschied om zodoende het van rechtswege ontstaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd te voorkomen. Eagle heeft dat op haar beurt betwist en gesteld dat [naam onderbewindgestelde] na de opzegging daadwerkelijk (enkele dagen) voor een andere werkgever (CTC te Landgraaf) gewerkt heeft, waarna [naam onderbewindgestelde] eerst op 1 maart 2017 weer in dienst van Eagle is getreden. Doorwerk heeft daarop betwist dat [naam onderbewindgestelde] toen voor deze werkgever gewerkt heeft. Gelet op deze discussie tussen partijen bestaat thans zodanige onzekerheid over de vraag of de laatste arbeidsovereenkomst tussen [naam onderbewindgestelde] en Eagle van rechtswege (op enig moment) voor onbepaalde tijd is aangegaan, dat ook dit in de weg staat aan het toewijzen van de gevraagde voorziening in de vorm van doorbetaling van het loon met ingang van 1 maart 2018.
4.4.
Dat [naam onderbewindgestelde] vanaf 1 maart 2017 tot en met 28 augustus 2017 minder dan
€ 10,50 bruto per uur ontvangen heeft, is door Doorwerk niet onderbouwd.
4.5.
Tot slot overweegt de kantonrechter dat Doorwerk geen deskundigenoordeel als bedoeld in art. 7:629a lid 1 BW heeft overgelegd. Dat had wel op haar weg gelegen aangezien Eagle niet alleen betwist dat [naam onderbewindgestelde] zich ziekgemeld heeft, maar ook betwist dat [naam onderbewindgestelde] als gevolg van ziekte ongeschikt was de bedongen arbeid te verrichten. Dat Eagle de arbeidsongeschiktheid van [naam onderbewindgestelde] niet door een bedrijfsarts heeft laten beoordelen, leidt niet tot het oordeel dat daarom van art. 7:629a lid 1 BW kan worden afgeweken.
4.6.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Doorwerk worden veroordeeld tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van Eagle tot op heden begroot op € 600,00 salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt Doorwerk tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van Eagle tot op heden begroot op € 600,00,
5.3.
verklaart onderdeel 5.2. van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H.J. Otto en is in het openbaar uitgesproken.
Type: RW