Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] ,wonend [adres gedaagden] ,[woonplaats gedaagden] ,
[gedaagde sub 2],
wonend [adres gedaagden] ,
[woonplaats gedaagden] ,
1.De procedure
2.Het geschil
1 april 2006 een abonnement hebben afgesloten voor de aansluiting van de winkel van [gedaagden] op een alarmcentrale. Op de overeenkomst zijn de door SMC gebruikte algemene voorwaarden van toepassing. Het abonnement is afgesloten voor een periode van een jaar en wordt telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzegging dient per aangetekende brief te geschieden met inachtneming van een opzegging van twee maanden. Volgens SMC hebben [gedaagden] het abonnement per email van 25 april 2017 opgezegd zodat het abonnement op 31 maart 2018 is geëindigd. Dat betekent dat [gedaagden] het abonnementsgeld tot 31 maart 2018 is verschuldigd. [gedaagden] zijn in gebreke gebleven met de betaling van de abonnementsgelden over de periode van 1 april 2016 tot 1 april 2017 ad € 549,10 en over de periode van 1 april 2017 tot 1 april 2018 ad € 557,22. Vanwege de te late betaling zijn [gedaagden] de wettelijke rente verschuldigd alsook de buitengerechtelijke incassokosten.