Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[eisende partij],
[X],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- de ten behoeve van de comparitie door eisende partij overgelegde productie 6
- het schrijven d.d. 21 oktober 2017 van gedaagde partij, waarin wordt aangegeven dat zij niet ter zitting zal verschijnen
- de comparitie van partijen op 23 oktober 2017, waarbij alleen eisende partij is verschenen
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
afgetekendeleverbonnen en
ondertekendeurenlijsten. Gedaagde partij heeft dit laatste verweer ook niet anderszins aangetoond of aannemelijk gemaakt. Als productie 8 bij conclusie van repliek heeft eisende partij een e-mail aan gedaagde partij overgelegd met daarin de gewerkte uren. Gedaagde partij heeft niet betwist deze e-mail te hebben ontvangt. Gesteld noch gebleken is dat gedaagde partij om urenlijsten heeft gevraagd die door hem konden worden afgetekend dan wel dat gedaagde partij heeft geprotesteerd tegen het opgegeven aantal gewerkte uren. Ook na ontvangst van de facturen is een dergelijk verzoek c.q. protest uitgebleven. Het op dit punt door gedaagde partij gevoerde verweer wordt daarom verworpen. Dit kan derhalve niet aan betaling van de facturen in de weg staan.
[eisende partij] , ik start langzaam weer op en jij staat voor begin volgende week voor betaling. Gr. [gedaagde partij] ”.Dit bericht kan niet anders worden beschouwd dan als een toezegging voor de betaling en dit impliceert een erkenning van de vordering. Gedaagde partij heeft voormeld Whatsapp-bericht niet betwist dan wel de inhoud daarvan in twijfel getrokken. De inhoud daarvan moet daarom voor juist worden gehouden
- dagvaarding € 85,21
- griffierecht 470,00
- salaris gemachtigde