ECLI:NL:RBLIM:2018:2331

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 maart 2018
Publicatiedatum
13 maart 2018
Zaaknummer
03-704536-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van ontucht en verkrachting pleegdochter

Op 13 maart 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht en verkrachting van zijn minderjarige pleegdochter. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 februari 2018, waarbij de verdachte en zijn advocaat, mr. F.W. Oehlen, aanwezig waren. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten, die onder andere bestonden uit langdurige ontucht en verkrachting van de pleegdochter. De aangifte van het slachtoffer werd ondersteund door getuigenverklaringen en forensisch bewijs, zoals een spermaspoor op een deken.

De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was. De raadsvrouw betoogde dat de aangifte en verklaringen van het slachtoffer niet betrouwbaar waren, onder andere vanwege tegenstrijdigheden in de verklaringen en de mogelijkheid van een valse aangifte. De rechtbank stond voor een dilemma: enerzijds was er een ernstige aangifte met ondersteunend bewijs, anderzijds was er de ontkenning van de verdachte, die werd gesteund door zijn echtgenote en andere pleegkinderen.

Na zorgvuldige afweging van het bewijs concludeerde de rechtbank dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van het slachtoffer vertoonden inconsistenties en er waren aanwijzingen dat de aangifte mogelijk niet op waarheid berustte. De rechtbank oordeelde dat de overtuiging ontbrak dat de seksuele handelingen zoals tenlastegelegd hadden plaatsgevonden. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/704536-15
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 13 maart 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren te [geboortegegevens]
wonende te [adres]
De verdachte wordt bijgestaan door mr. F.W. Oehlen, advocaat kantoorhoudende te Beek.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 27 februari 2018. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1:gedurende langere tijd ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarige pleegdochter;
feit 2:meerdere malen zijn pleegdochter heeft verkracht;
feit 3:gedurende langere tijd zijn pleegdochter heeft gedwongen tot het plegen van dulden van ontuchtige handelingen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat alle feiten kunnen worden bewezenverklaard. De officier van justitie heeft daartoe – zakelijk weergegeven – verwezen naar de aangifte van [naam] , waarin zij consistent verklaart en de handelingen welke hebben plaatsgevonden specifiek beschrijft. De aangifte wordt bovendien ondersteund door de getuigenverklaringen van B. [getuige1 ] en L. [getuige2 ] , tegen wie [naam] een jaar voor haar aangifte al heeft verklaard over het seksueel misbruik door haar pleegvader, alsmede door het aangetroffen spermaspoor van verdachte op de deken van [naam] . Daarnaast acht de officier van justitie de sterk controlerende en beschermende houding van verdachte jegens [naam] zeer belastend.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Daartoe heeft de raadsvrouw betoogd dat de aangifte en verklaringen van aangeefster niet als betrouwbaar kunnen worden aangemerkt. Op zijn minst genomen kan – door de geconstateerde tegenstrijdigheid tussen de aangifte (waarin gezegd wordt dat verdachte jegens haar geweld gebruikte) en het Telegram-gesprek met [getuige 3] (waarin gezegd wordt dat er geen sprake was van mishandeling) – de betrouwbaarheid van de verklaringen niet meer worden vastgesteld. Voorts leidt de enkele aanwezigheid van het spermaspoor er niet toe dat de verklaringen over het misbruik wel betrouwbaar geacht moeten worden, nu het spoor is aangetroffen op een verplaatsbaar object en het sperma ook op andere wijze op de deken gekomen kan zijn. De verklaringen van de getuigen [getuige1 ] en [getuige2 ] komen uit dezelfde bron, namelijk aangeefster. De getuigen verklaren over de gemoedstoestand van aangeefster, maar dat zegt niets over haar betrouwbaarheid. De verklaringen van getuige [getuige 3] zijn aantoonbaar onjuist met betrekking tot de Watsapp-berichten en verschillen op cruciale punten met de verklaringen van aangeefster. Voorts zijn er meerdere motieven denkbaar die kunnen hebben geleid tot een valse aangifte: de beschadigde achtergrond van aangeefster, het zien van een mogelijkheid om een groot geldbedrag binnen te halen en/of een manier om speciale aandacht te krijgen van haar omgeving.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte wordt ervan verdacht – kort gezegd – dat hij met zijn pleegdochter (aangeefster) van haar 13e tot haar 20e jaar ontucht heeft gepleegd, en dat hij haar vanaf haar 18de ook heeft gedwongen tot seksuele gemeenschap. Verdachte ontkent zowel bij de politie als ter terechtzitting stellig dat er seksueel contact tussen hem en aangeefster zou zijn geweest.
Op grond van het onderzoek ter terechtzitting dient de rechtbank te beoordelen of de bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewijsmateriaal opleveren om tot een bewezenverklaring te kunnen komen.
De rechtbank ziet zich voor een groot dilemma geplaatst. Enerzijds is er een aangifte van zeer ernstig seksueel overschrijdend handelen. Die aangifte wordt ondersteund door verklaringen van twee vriendinnen en een vriend. Daarnaast is er ook sperma op een door aangeefster aan de politie overhandigde deken aangetroffen.
Anderzijds is er de hardnekkige ontkenning van verdachte, die daarin ondersteund wordt door zijn echtgenote en ook door zijn andere pleegkind.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de verklaringen van de getuigen [getuige1 ] en [getuige2 ] dat hun wetenschap uitsluitend afkomstig is van aangeefster. Hetzelfde geldt voor de verklaringen van getuige [getuige 3] . De verklaringen van getuige [getuige 3] komen bovendien op cruciale punten niet overeen met de verklaringen van aangeefster en zijn met betrekking tot de Whatsapp-berichten aantoonbaar onjuist.
Het aangetroffen sperma van verdachte op de door aangeefster aan de politie overhandigde deken hoeft niet op die deken gekomen te zijn tijdens seksueel contact tussen verdachte en aangeefster. Het kan ook heel goed op andere wijze (via masturbatie of anderszins) op die deken gekomen zijn.
Voorts merkt de rechtbank ook op dat uit de zich in het dossier bevindende Whatsapp-gesprekken weliswaar blijkt dat verdachte een bovenmatig controlerende houding richting aangeefster had, maar hieruit geen rechtstreeks bewijs volgt dat de seksuele handelingen waarover aangeefster heeft verklaard, hebben plaatsgehad.
Het voornaamste rechtstreekse bewijs voor seksuele handelingen is te ontlenen aan de verklaringen van aangeefster. De rechtbank stelt echter vast dat zich in het dossier aanwijzingen bevinden om aan de juistheid van deze verklaringen te twijfelen. De rechtbank stelt vast dat aangeefster heeft verklaard over seksuele handelingen door verdachte vanaf 2012, terwijl uit de Whatsapp-berichten blijkt dat zij in december 2014 nog tegen anderen heeft verteld dat zij maagd was. Voorts blijkt uit deze berichten dat aangeefster verschillende onwaarheden vertelde, zoals met betrekking tot plekken waar zij zich bevond. Voorts is aangevoerd dat aangeefster wellicht een geldelijk motief had voor de aangifte tegen verdachte.
Een andere ‘ongerijmdheid’ is dat aangeefster tijdens het verblijf in het pleeggezin herhaaldelijk is gehoord of zij in dat gezin wilde blijven en toen, ondanks dat volgens haar het seksuele misbruik toen al begonnen was, aangaf dat zij dat wilde. Hetzelfde geldt voor toen aangeefster 18 jaar oud werd. Ondanks gesprekken over zelfstandig wonen, heeft zij toen uitdrukkelijk verzocht om langer in het pleeggezin te mogen blijven wonen. Haar eigen verklaring dat zij dat wilde om voor haar pleegzusjes te kunnen opkomen, wordt door in elk geval één pleegzus weersproken in de zin dat aangeefster zich naar haar vertrek niet meer om haar bekommerd heeft.
Gezien het voorgaande komt de rechtbank tot het oordeel, dat er grond is voor twijfel aan de verklaringen van het slachtoffer, zodat – hoewel in beginsel sprake is van wettig bewijs – bij de rechtbank de overtuiging ontbreekt dat en welke seksuele handelingen (zoals tenlaste-gelegd) hebben plaatsgevonden. Verdachte dient derhalve geheel te worden vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.

4.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. Dethmers, voorzitter, mr. V.P. van Deventer en
mr. J.M.G. Gunsing, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Y.L.J. Damoiseaux, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 maart 2018.
Mr. V.P. van Deventer en mr. J.M.G. Gunsing zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 19 augustus 2007 tot en met 18 augustus 2012 te [Woonplaats] ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig pleegkind, te weten [persoonsgegevens] hebbende hij verdachte, telkens ontuchtig, die [naam] - (over haar kleren) betast aan haar armen en/of haar borsten en/of haar kruis
- ( onder haar kleren) gevingerd, althans betast aan en/of in haar vagina en/of
- ( terwijl die [naam] geheel of gedeeltelijk ontkleed was) gevingerd en/of gebeft en/of betast aan haar borsten;
2.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 19 augustus 2012 tot en met 27 december 2014 te [Woonplaats] en/of [plaats] , door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [naam] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen (mede) bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam, hebbende hij, verdachte, telkens, terwijl hij in de daaraan voorafgaande periode, te weten van 19 augustus 2007 tot en met 18 augustus 2012 ontucht had gepleegd met die [naam] , bestaande uit het (over haar kleren) betasten aan haar armen en/of haar borsten en/of haar kruis en/of het (onder haar kleren) vingeren, althans betasten aan en/of in haar vagina en/of het (terwijl die [naam] geheel of gedeeltelijk ontkleed was) vingeren en/of beffen en/of betasten aan haar borsten,
- ondanks verbaal en/of lichamelijk verzet die [naam] vastgepakt en met haar gehandeld zoals door hem voorgenomen en/of
- die [naam] geslagen (met de vuist en/of de platte hand) tegen de armen en/of het gezicht en/of de borst en/of (vervolgens)
- zijn penis in haar vagina gebracht.
3.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 19 augustus 2012 tot en met 27 december 2014 te [Woonplaats] en/of [plaats] , door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [naam] heeft gedwongen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, hebbende hij, verdachte, telkens, terwijl hij in de daaraan voorafgaande periode, te weten van 19 augustus 2007 tot en met 18 augustus 2012 ontucht had gepleegd met die [naam] , bestaande uit het (over haar kleren) betasten aan haar armen en/of haar borsten en/of haar kruis en/of het (onder haar kleren) vingeren, althans betasten aan en/of in haar vagina en/of het (terwijl die [naam] geheel of gedeeltelijk ontkleed was) vingeren en/of beffen en/of betasten aan haar borsten,
- ondanks verbaal en/of lichamelijk verzet die [naam] vastgepakt en met haar gehandeld zoals door hem voorgenomen
- en/of die [naam] geslagen (met de vuist en/of de platte hand) tegen de armen en/of het gezicht en/of de borst en/of (vervolgens)
- haar hand gepakt en/of op zijn penis gelegd en/of zich door die [naam] laten aftrekken