Op 13 maart 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan over de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een veroordeelde, die momenteel verblijft in FPC de Oostvaarderskliniek te Almere. De vordering, ingediend door het openbaar ministerie op 18 januari 2018, betreft de verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege voor de duur van twee jaar. De rechtbank heeft de vordering behandeld in een openbare zitting op 27 februari 2018, waar de veroordeelde, zijn raadsvrouw, de officier van justitie en deskundigen aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde lijdt aan een persoonlijkheidsstoornis en dat eerdere pogingen tot resocialisatie zijn mislukt. De deskundigen hebben aangegeven dat het recidiverisico bij het wegvallen van de terbeschikkingstelling als matig op de korte termijn en hoog op de lange termijn wordt ingeschat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaar eist. De rechtbank heeft het verzoek van de veroordeelde en zijn raadsvrouw om de verlenging te beperken tot één jaar afgewezen.
De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar verlengd, waarbij de noodzaak voor deze verlenging is onderbouwd door de adviezen van de kliniek en de deskundigen.