ECLI:NL:RBLIM:2018:2316

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 maart 2018
Publicatiedatum
12 maart 2018
Zaaknummer
6652761 CV EXPL 18-903
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot ontruiming van huurwoning en betaling huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter op 12 maart 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en [gedaagde]. [eiser] vorderde de ontruiming van de huurwoning door [gedaagde] en betaling van een huurachterstand van € 3.500,00. De procedure begon met een dagvaarding en mondelinge behandelingen op 1 en 8 maart 2018, waarbij [eiser] zijn vordering wijzigde. De kantonrechter oordeelde dat [gedaagde] geen verweer had gevoerd tegen de vordering van [eiser]. Daarom werd de vordering toegewezen. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld om de woning vóór 8 april 2018 te ontruimen, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per dag tot een maximum van € 5.000,00. Daarnaast is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand in maandelijkse termijnen van € 250,00, te beginnen op 1 mei 2018. Voor het geval [gedaagde] niet tijdig betaalt, moet hij het resterende bedrag ineens voldoen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 6652761 CV EXPL 18-903
Vonnis in kort geding van de kantonrechter van 12 maart 2018
in de zaak van:
[eiser],
wonend te [woonplaats] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. K.J.P. Roufs,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. R.W.J.L. Loonen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met acht producties
  • de mondelinge behandeling op 1 maart 2018, waarbij de zaak is aangehouden en een voortzetting van de mondelinge behandeling is bepaald op 8 maart 2018,
  • de negen door [gedaagde] ingediende producties,
  • de drie door [eiser] nagezonden producties
  • de mondelinge behandeling op 8 maart 2018, waarbij [eiser] zijn vordering heeft gewijzigd.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1.
[gedaagde] huurt een woning van [eiser] aan het adres [adres] te [woonplaats] . [eiser] vordert (kort gezegd) [gedaagde] te veroordelen de woning te ontruimen en te verlaten vóór 8 april 2018 (op straffe van verbeurte van een dwangsom) en de huurachterstand van € 3.500,00 te betalen in maandelijkse termijnen van 250,00 te beginnen op uiterlijk 1 mei 2018. [eiser] vordert voorts voorwaardelijk, voor het geval [gedaagde] niet tijdig deze termijnen betaalt, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van voornoemde huurachterstand ineens.
De vordering zal, nu [gedaagde] daar geen verweer tegen gevoerd heeft, worden toegewezen. Partijen zijn voorts ter zitting overeengekomen dat [eiser] niet is gehouden tot terugbetaling van de door [gedaagde] betaalde waarborgsom.
2.2.
De kantonrechter acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woonruimte aan het adres [adres] te [woonplaats] onder afgifte van de sleutels vóór 8 april 2018 te ontruimen en te verlaten, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag dat [gedaagde] daarmee in gebreke blijft tot een maximum van € 5.000,00,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van de huurachterstand van
€ 3.500,00, te betalen in maandelijkse termijnen van € 250,00, telkens uiterlijk te betalen op de eerste dag van de maand en te beginnen op (uiterlijk) 1 mei 2018,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] , voor het geval hij niet tijdig de maandelijkse termijnen als bedoeld in 3.2. aan [eiser] betaalt, tot betaling ineens aan [eiser] van het alsdan resterende bedrag aan huurachterstand,
3.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
compenseert de proceskosten in die zin, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Hoekstra en is in het openbaar uitgesproken.
Type: RW