Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.Het geschil
- (Primair) zodanige toepassing van het oude bij Mosae toegepaste sociaal plan (art. 3.2), dat aan [eiser] maandelijks ook na 1 mei 2018 tot (in) september 2020 een persoonlijke toelage voldaan wordt die op dit moment € 471,83 bruto bedraagt, te vermeerderen met emolumenten zoals (maar niet uitsluitend) ‘vakantiegeld’, eindejaarsuitkering en ‘pensioenafdrachten’;
- (Subsidiair) zodanige toepassing van het nieuwe bij Mosae toegepaste sociaal plan (art. 7.5 onder d.) dat aan [eiser] maandelijks na 1 mei 2018 gedurende twee jaren het loon met een bedrag van € 471,83 bruto aangevuld wordt, gedurende het daaropvolgende jaar met de helft van dat bedrag en gedurende het vierde jaar met een kwart, eveneens te vermeerderen met de hiervoor bedoelde emolumenten.
3.De beoordeling
nietafgesproken dat de werking daarvan (of van de financiële paragrafen) zich mede zou uitstrekken tot ‘lopende gevallen’. Het is dan ook inconsequent (en zoals Mosae dit typeert: een geval van ‘cherrypicking’) dat [eiser] zich enerzijds verenigt met de in het Sociaal Plan 2016 voorziene eerste fases van het interne mobiliteitsproces dat moest leiden én geleid heeft tot interne herplaatsing bij Mosae in een aanvaardbare, voldoende passend geachte andere functie, maar anderzijds de financiële gevolgen wenst te onttrekken aan de werking van datzelfde plan. Evenzeer geforceerd is de eerst bij repliek ontplooide redenering dat het met de ondernemingsraad overeengekomen ‘oude’ plan de werknemer [eiser] in geen enkel opzicht bindt. Als het al niet zo is, zoals Mosae in haar dupliek verdedigt, dat de ondernemingsraad handelde overeenkomstig een bij cao gedelegeerde bevoegdheid, zodat hij met het aangaan van een sociaal plan (als ondernemingsovereenkomst) werknemers die aan de cao gebonden waren, ook onder de werking van aan een dergelijke overeenkomst bracht, dan moet uit vrijwillige medewerking van [eiser] aan de persoonlijke implementatie van onderdelen van dat plan afgeleid worden dat hij ook de consequentie dient te aanvaarden: niet het latere sociaal plan, maar het plan van 2016 reguleert de wijze van financiële compensatie van een achteruitgang in beloningsniveau in de aanvaarde nieuwe functie.