In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 28 februari 2018, staat de vraag centraal of een kampeervoertuig dat gedurende meerdere jaren op dezelfde plek staat, kan worden aangemerkt als een vaste staanplaats, ondanks dat de camping gedurende een aantal maanden per jaar gesloten is. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. C.B. Ernst, vordert betaling van € 1.482,00 van de gedaagde partij, Comfort Parcs, vertegenwoordigd door mr. K. Roderburg. De procedure omvat een dagvaarding, conclusie van antwoord, repliek en dupliek, waarna het vonnis is bepaald.
De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van een vaste plaats, omdat het kampeermiddel van de eisende partij sinds 2004 niet is verplaatst en de standplaats gedurende het gehele jaar beschikbaar was, ondanks de sluiting van de camping van november tot en met maart. De Recron-voorwaarden, die van toepassing zijn op vaste plaatsen, worden in deze zaak ook ter discussie gesteld. De kantonrechter laat de eisende partij toe om bewijs te leveren dat de Recron-voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst tussen partijen. De zaak wordt verwezen naar een rolzitting voor verdere bewijslevering en het horen van getuigen, met een datum vastgesteld op 14 maart 2018.
Het vonnis benadrukt de noodzaak voor de eisende partij om bewijs te leveren van de toepasselijkheid van de Recron-voorwaarden, en stelt dat indien er geen bewijs wordt geleverd, de zaak op vonnis zal worden gesteld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de kantonrechter.