ECLI:NL:RBLIM:2018:1870

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
28 februari 2018
Publicatiedatum
27 februari 2018
Zaaknummer
C/03/233387/ HA ZA 17-160
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake staatssteun en de realisatie van het Centrumplan Bunde

Op 28 februari 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht een vonnis gewezen in de zaak tussen verschillende eiseressen, waaronder V.O.F. [handelsnaam], Bakkerij [naam 1] B.V. en Supermarkt [naam 2] B.V., en de Provincie Limburg en de Gemeente Meerssen. De eiseressen vorderden dat de rechtbank zou verklaren dat de ISV-subsidie van € 978.158,- die door de Provincie aan de Gemeente is verleend, onverenigbaar is met de interne markt en dat deze staatssteun onrechtmatig is. De eiseressen stelden dat zonder deze subsidie de realisatie van het Centrumplan Bunde niet mogelijk zou zijn, en dat de subsidie leidt tot oneerlijke concurrentie met Supermarkt [naam 2]. De rechtbank heeft de zaak behandeld en verzocht om informatie over een klacht die door de eiseressen bij de Europese Commissie was ingediend. De rechtbank heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden en partijen verzocht om zich uit te laten over de stand van zaken met betrekking tot de klacht. De zaak is verwezen naar de rol van 11 april 2018 voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/233387 / HA ZA 17-160
Vonnis van 28 februari 2018
in de zaak van

1.V.O.F. [handelsnaam] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
Bakkerij [naam 1] B.V.,
gevestigd te Meersen,
3.
Supermarkt [naam 2] B.V.,
gevestigd te Meersen,
4.
Marmini Meerssen B.V., handelend onder de naam
Jumbo,
gevestigd te Meersen,
eiseressen,
advocaat mr. R.H.G.M. Kerckhoffs;
tegen:

1.Provincie Limburg,

zetel houdend te Maastricht,
2.
Gemeente Meerssen,
zetel houdend te Meerssen,
gedaagden,
advocaat mr. R.G.J. Gehring.
Eiseressen zullen hierna conform hun eigen aanduiding [eiseressen] c.s. genoemd worden. Gedaagde sub 1zal hierna de Provincie worden genoemd, gedaagde sub 2 de Gemeente en gezamenlijk zullen zij Limburg c.s. genoemd worden.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties;
  • de conclusie van antwoord met producties en de bij brief van 23 mei 2017 gestuurde aanvullende productie 10;
  • de conclusie van repliek met producties;
  • de conclusie van dupliek, tevens akte overlegging producties met producties;
  • de akte uitlating productie 11 zijdens [eiseressen] c.s;
  • de akte na akte uitlating productie 11 zijdens Limburg c.s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
De rechtbank gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
a. De eiseressen [handelsnaam] , Bakkerij [naam 1] en Supermarkt [eiseressen] voeren een winkel aan het [adres 1] te Bunde, gemeente Meerssen dan wel in de zeer korte nabijheid daarvan. Eiseres Marmini Meerssen voert een winkel in Meerssen op ongeveer 6 minuten autorijden van het [adres 1] .
b. Bij besluit van 6 oktober 2016 heeft de gemeente Meerssen het bestemmingsplan [adres 2] – [adres 1] Bunde vastgesteld (productie 1 conclusie van antwoord).
In dit besluit is op pag. 5 vermeld:
“(…)
Om de leefbaarheid van Bunde ook in de toekomst te waarborgen, heeft het gemeentebestuur besloten om het centrumgebied van Bunde op te waarderen. Het gemeentebestuur van Meerssen doet dat door samen met Wonen Meerssen en de Provincie Limburg en in goed overleg met betrokken burgers en ondernemers een centrumgebied te realiseren waar je goed kunt wonen, winkelen en wandelen. (…)
In 1999 heeft het gemeentebestuur de Integrale Beleidsvisie Bunde opgesteld met voorstellen voor toekomstig behoud en leefbaarheid van Bunde en met name de realisatie van een vitaal centrumgebied. (…)”
Op pagina 10 is vermeld:

De nieuwe plannen voor de locatie zijn van een beperktere omvang en bestaan uit:
● 600 m2 gezondheidscentrum in 2 bouwlagen aan de [adres 2] ;
● 1.250 m2 winkelvoorziening (supermarkt) bruto vloeromvang excl laden en lossen aan het [adres 1] ;
● 20 appartementen in 2 of 3 bouwlagen aan het [adres 1] ;
● 85 parkeerplaatsen op binnenterrein en 20 extra parkeerplaatsen op het [adres 1] .
Wonen Meerssen heeft Bemog (…) aangezocht voor deze planontwikkeling. De ontwikkelaar heeft Linders Supermarkten gecontracteerd als huurder van de supermarkt. De appartementen worden na oplevering sociale huurappartementen in eigendom van Wonen Meerssen. (…)”
Op pagina 18-19 is vermeld:
“(…)
Voor de appartementen, supermarkt en het gezondheidscentrum is de parkeervraag zonder gecombineerd gebruik berekend. De totale parkeervraag van het plan na realisatie van de ruimtelijke ontwikkelingen bedraagt 98 parkeerplaatsen. In onderstaande tabel is de parkeervraag weergegeven.
Parkeercijfers parkeervraag
20 huurappartementen 1,1 per appartement (bewoners) 22,0 pp.
0,3 per appartement (bezoekers) 5,4 pp.
Supermarkt à 1.250m2 bvo 4,6 per 100m2 bvo 57,5 pp.
Gezondheidscentrum (…) 2,1 per behandelkamer 12,6 pp.
(…)
Op basis van de parkeerbalans (…) kan worden geconcludeerd dat het maatgevende moment (…) de zaterdagmiddag is. Op dat moment is de parkeervraag het hoogst met 74 parkeerplaatsen. Echter zijn er dan nog 11 parkeerplaatsen beschikbaar. In het ontwerp is namelijk rekening gehouden met 85 openbare parkeerplaatsen op het nieuwe parkeerterrein en 20 extra parkeerplaatsen op het [adres 1] . (…)”.
c. De als productie 2 dagvaarding overgelegde “Samenwerkingsovereenkomst Centrumplan Bunde” van 15 augustus 2014 houdt in dat de Gemeente, Assenberg Projecten B.V. (hierna AP, inmiddels genaamd Bemog Projectontwikkeling B.V., hierna Bemog) en Wonen Meerssen (hierna WM) zullen samenwerken voor de ontwikkeling van een supermarkt en woningen aan het [adres 1] . De samenwerkingsovereenkomst houdt verder onder meer in:
“(…)
-
dat de Gemeente in de samenwerking met WM in 2011 een ISV-subsidie van € 978.158 van de Provincie Limburg heeft ontvangen;
(…)
-
dat AP een economisch haalbaar plan heeft ontwikkeld voor de realisering van 2.260 m2 commerciële ruimte inclusief supermarkt, winkels, kantoren, 18 huurwoningen en infrastructurele voorzieningen (…)
2.2
het te realiseren plan bestaat uit:
a. circa 18 sociale huurwoningen;
b. circa 1.560 m2 commerciële ruimte ten behoeve van een supermarkt;
c. ca. 700 m2 voor nader in te vullen functies (…);
d. bijbehorende parkeervoorzieningen aan of nabij het [adres 1] ; (…)
7.2
De ISV-subsidie ad € 978.158,- van de Provincie Limburg zal, tot ten hoogste van het nadelig saldo van vorenstaande exploitatiebegroting worden uitgekeerd aan WM indien en voor zover de Provincie Limburg dit subsidiebedrag bij de eindafrekening (…) ter beschikking stelt. De drie partijen zullen zich inspannen om het totale subsidiebedrag daadwerkelijk uitgekeerd te krijgen (…)”.
d. De als productie 3 bij dagvaarding overgelegde brief van de Provincie aan de Gemeente van 9 februari 2015 houdt in, voor zover van belang:
“(…)
Project: Centrumplan Bunde
(…)
In onze beschikking van 22 november 2011 (…) hebben wij u in het kader van de Algemene Subsidieverordening 2004 en de Subsidieverordening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing ISV3 Wonen voor bovengenoemd project een subsidie verleend van maximaal € 978.158,00 (…)
Het stedenbouwkundig ontwerp is gestart met de volgende bijgestelde fysieke indicatoren:
- 18 sociale huurappartementen;
- 1.560 m2 supermarkt;
- 700 m2 zorg of commercieel;
- parkeertuin binnenterrein;
- infrastructurele aanpassingen [adres 1] o.a. (…)
Aangezien met de afronding van het project op een later tijdstip het oorspronkelijk beoogde provinciale beleidsdoel (…) wel bereikt wordt, (…) gaan wij akkoord met het wijzigen van de einddatum naar 1 april 2019. (…)”.
e. In de als productie 5 bij dagvaarding overgelegde brief van de Provincie aan de Gemeente van 22 november 2011 is onder meer het volgende vermeld: de totale kosten van het Project Centrumplan Bunde bedragen € 4.793.488,-, waarbij € 1.660.172,- is voorzien aan grondopbrengsten. Er resteert een totaal tekort van € 3.133.316,-. De Gemeente heeft een bedrag van € 1.177.000,- gereserveerd, zodat nog een tekort resteert van € 1.956.316,-. De Provincie besluit om 50% van dat tekort, € 978.158,-, te financieren. De brief vermeldt verder dat de Provincie op de subsidieverlening een eerste voorschot zal overmaken van 50% binnen zes weken na de verzenddatum van de brief. Dit bedrag van € 489.079,- is overgemaakt.
f. Overeengekomen is verder dat na uitvoering van het bestemmingsplan WM de sociale huurwoningen zal kopen van Bemog en dat de Gemeente van Bemog tegen een koopprijs van € 1,- de eigendom van het parkeerterrein verkrijgt. Bemog behoudt de (exploitatie)verantwoordelijkheid van de supermarkt en het gezondheidscentrum (2.8-2.9 conclusie van antwoord).
g. Het besluit van de Gemeente van 11 mei 2017 (door Limburg c.s. overgelegd bij brief van 23 mei 2017) gericht aan WM houdt onder meer in:
“(…)
Onderwerp: Verlening incidentele subsidie ten behoeve van DAEB-activiteiten in het kader van realisatie van het Project Centrumplan Bunde
(…)
In de realiserings-Overeenkomst die op 6 september 2016 is gesloten tussen (…) Wonen Meerssen en de Gemeente (…) zijn afspraken gemaakt over de toekenning van een financiële bijdrage aan het project [adres 2] – [adres 1] .
Het College van Gedeputeerde Staten van Limburg (…) heeft (…) aan de gemeente Meerssen een subsidie verleend (…) maximaal € 978.158,- (…).
In de Realiserings-Overeenkomst is de afspraak gemaakt dat het door GS aan de gemeente ter beschikking gestelde bedrag aan Wonen Meerssen toekomt, (…).
Gelet daarop besluiten wij als volgt.
(…)
Met inachtneming van de artikelen 14 en 106 lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (…) verlenen wij aan Wonen Meerssen in hoedanigheid van toegelaten instelling in de zin van artikel 19 van de Woningwet, een incidentele subsidie van maximaal € 978.158,- (…).
De subsidie wordt uitsluitend verleend als compensatie van de nettokosten die rechtstreeks voortvloeien uit de DAEB-activiteiten die Wonen Meerssen verricht in het kader van artikel 47 van de Woningwet ter uitvoering van het project ‘Centrumplan Bunde’.
De subsidie wordt uitsluiten verleend voor:
● het doen huisvesten van personen die door hun inkomen of door andere omstandigheden moeilijkheden ondervinden bij het vinden van hun passende huisvesting in de zin van artikel 47, eerste lid, onder a van de Woningwet;
● het doen bouwen en verwerven van sociale huisvesting in de zin van artikel 47, eerste lid, onder b van de Woningwet;
● het doen sloten van voor sociale huisvesting te verhuren objecten in de zin van artikel 47, eerste lid, onder c van de Woningwet; en
● alle werkzaamheden welke noodzakelijkerwijs voortvloeien uit of rechtstreeks verband houden met het verrichten van de activiteiten in het kader van artikel 47 van de Woningwet ter uitvoering van het project ‘Centrumplan Bunde’. (…)”.

3.De vordering

3.1.
[eiseressen] c.s. vorderen dat de rechtbank, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor zover de wet zulks toelaat,
primair
voor recht verklaart dat de genoemde steunmaatregelen ter waarde van € 2.155.158,-, althans de ISV subsidie ad € 978.158,-, steunmaatregelen betreffen welke onverenigbaar zijn met de interne en/of gemeenschappelijke markt, alsmede
1. de Provincie verbiedt de ISV subsidie ad € 978.158,-, deels of volledig uit te betalen aan de Gemeente;
2. de Provincie veroordeelt de reeds uitbetaalde steunmaatregelen, minimaal ter waarde van € 489.079,--, terug te vorderen bij de Gemeente, te vermeerderen met de daarover van toepassing (zoals de rechtbank telkens “toepasselijk” leest) zijnde rente;
alsmede,
1. de Gemeente verbiedt de ISV subsidie ad € 978.158,-, zowel deels als volledig, door te betalen aan Wonen Meerssen, Bemog Projectontwikkeling of eventuele rechtsopvolgers;
2. de Gemeente verbiedt de gemaakte reservering ad € 1.177.00,-, zowel deels als volledig, uit te betalen aan Wonen Meerssen, Bemog Projectontwikkeling of eventuele rechtsopvolgers;
3. de Gemeente veroordeelt eventueel reeds betaalde steunmaatregelen, minimaal ter waarde van € 489.079,-, te vermeerderen met de daarover van toepassing zijnde rente, terug te vorderen van Wonen Meerssen en/of Bemog Projectontwikkeling;
4. de Gemeente veroordeelt het reeds uitbetaalde deel van de ISV subsidie, minimaal ter waarde van € 489.079,-, te vermeerderen met de daarover van toepassing zijnde rente, terug te betalen aan de Provincie;
en subsidiair,
1. het uitbetalen van de ISV subsidie ad € 978.158,- door de Provincie, zowel deels
als volledig, verbiedt, althans opschort totdat de Europese Commissie uitspraak heeft gedaan;
2. de Provincie veroordeelt de reeds uitbetaalde steunmaatregelen, minimaal ter waarde van € 489.079,-, terug te vorderen bij de Gemeente, te vermeerderen met de daarover van toepassing zijnde rente;
alsmede,
1. het doorbetalen van de ISV subsidie ad € 978.158,- door de Gemeente, zowel deels als volledig, aan Wonen Meerssen, Bemog Projectontwikkeling of diens eventuele rechtsopvolgers verbiedt, althans opschort totdat de Europese Commissie uitspraak heeft gedaan;
2. het uitbetalen door de Gemeente van de gemaakte reservering ad € 1.177.00,- zowel deels als volledig, aan Wonen Meerssen, Bemog Projectontwikkeling of diens eventuele rechtsopvolgers verbiedt, althans opschort totdat de Europese Commissie uitspraak heeft gedaan;
3. de Gemeente veroordeelt eventueel reeds betaalde steunmaatregelen, minimaal ter waarde van € 489.079,-, terug te vorderen van Wonen Meerssen en/of Bemog Projectontwikkeling te vermeerderen met de daarover van toepassing zijnde rente;
4. de Gemeente veroordeelt het voorschot op de ISV subsidie ad € 489.079,- terug te betalen aan de Provincie (zoals de rechtbank “bij de gemeente” leest), te vermeerderen met de daarover van toepassing zijnde rente,
alsmede zowel primair als subsidiair Limburg c.s. veroordeelt in de kosten van de procedure.
[eiseressen] c.s. voeren aan dat met de subsidieverlening Limburg c.s. onwettige staatssteun verlenen in de zin van art. 107 lid 1 VWEU (nr. 11 dagvaarding). Die staatssteun is onverenigbaar met de interne markt. Zonder die subsidies, die de interne markt verstoren, kan het Centrumplan Bunde niet worden gerealiseerd, terwijl door de subsidieverlening in elk geval supermarkt Jan Linders een lagere huur zal gaan betalen dan zonder die subsidieverlening, terwijl Jan Linders ook nog eens de beschikking krijgt over parkeerplaatsen zonder daarvoor te betalen. Het Centrumplan Bunde is verder een zodanig geheel en ondeelbaar project dat niet kan worden gezegd dat de verleende subsidie alleen betrekking heeft op DAEB-activiteiten. Zonder de staatssteun is het onmogelijk om de sociale huurwoningen te realiseren en die woningen laten zich niet realiseren zonder de komst van Jan Linders (4.1 conclusie van repliek).
3.2.
De vorderingen worden gemotiveerd betwist door Limburg c.s.

4.De beoordeling

4.1
[eiseressen] c.s. hebben naar eigen zeggen omtrent de subsidieverlening in of omstreeks september 2016 een klacht ingediend bij de Europese Commissie (nr. 2 dagvaarding en de daarbij overgelegde productie 1). In die klacht voeren zij aan dat door de projectsubsidie van de Provincie van € 978.158,- voor de realisatie van een vitaal centrumgebied in Bunde oneerlijke concurrentie ontstaat ten opzichte van Supermarkt [naam 2] omdat met deze subsidie onder meer de bouw van een supermarkt met parkeerplaatsen wordt gefinancierd. [eiseressen] c.s. hebben subsidiair onder meer gevorderd een verbod op of opschorting van de uitbetaling van de ISV subsidie ad € 978.158,- totdat de Europese Commissie uitspraak heeft gedaan.
4.2
Gelet op onder meer het hiervoor genoemde deel van de subsidiaire vordering van [eiseressen] c.s. en gelet op het feit dat de Europese Commissie bij uitstek geëquipeerd is om zich een oordeel te vormen over de vraag of er sprake is van onrechtmatige staatssteun, acht de rechtbank het geraden dat [eiseressen] c.s. de rechtbank nader inlichten over de stand van zaken met betrekking tot de ingediende klacht. De rechtbank verzoekt [eiseressen] c.s. erop in te gaan of zij inmiddels een reactie hebben ontvangen van de Europese Commissie en zo ja deze reactie over te leggen. Voorts verzoekt de rechtbank [eiseressen] c.s. in dat geval tevens mee te delen of zij op die reactie hebben gereageerd, in welk geval [eiseressen] c.s. tevens deze reactie dienen over te leggen, alsmede een eventueel daarop ontvangen reactie van de Europese Commissie.
4.3
Volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie zijn de nationale rechterlijke instanties niet bevoegd om een steunmaatregel verenigbaar met het Verdrag te verklaren (zie o.a. de Mededeling van de Commissie over de handhaving van de staatssteun door de nationale rechterlijke instanties (2009/C 85/01), §20). De rechterlijke instanties hebben wel tot taak de rechten van de justitiabelen te beschermen die door een onwettige uitvoering van een steunmaatregel worden geschaad (de Mededeling van de Commissie over de handhaving van de staatssteun door de nationale rechterlijke instanties (2009/C 85/01), §21 aanhef en onder a). Gelet daarop overweegt de rechtbank om, indien de reactie van [eiseressen] c.s. daartoe aanleiding geeft, bij de Europese Commissie om inlichtingen te verzoeken als bedoeld in de Mededeling van de Commissie over de handhaving van de staatssteun door de nationale rechterlijke instanties (2009/C 85/01), §83 aanhef en onder a. Volgens die bepaling kan de nationale rechter aan de Europese Commissie inlichtingen vragen over de vraag of ter zake van een bepaalde steunmaatregel bij de Commissie een procedure aanhangig is, of de Commissie een formele onderzoekprocedure heeft ingeleid, en of de Commissie reeds een beschikking heeft gegeven, terwijl bovendien - wanneer nog geen beschikking is gegeven - de nationale rechter de Commissie kan verzoeken aan te geven wanneer deze waarschijnlijk zal worden gegeven.
Partijen kunnen zich over dit voornemen uitlaten.
4.4
De rechtbank zal de verdere behandeling van deze zaak aanhouden en de zaak naar de rol verwijzen, opdat partijen zich uitlaten over hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 4.2 en 4.3.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verwijst de zaak naar de rol van 11 april 2018 alwaar [eiseressen] c.s. bij akte:
moeten vermelden de stand van zaken met betrekking tot de door hen ingediende klacht bij de Europese Commissie als in rov. 4.1 vermeld;
antwoord moeten geven op de vraag of zij inmiddels een reactie hebben ontvangen van de Europese Commissie en, indien een reactie is ontvangen, deze reactie over te leggen;
in staat worden gesteld om mee te delen of zijn op de eventueel door hen ontvangen reactie van de Europese Commissie hebben gereageerd, in welk geval [eiseressen] c.s. tevens deze reactie dienen over te leggen, alsmede een eventueel daarop ontvangen reactie van de Europese Commissie;
mogen reageren op het voornemen van de rechtbank om, indien de reactie van [eiseressen] c.s. daartoe aanleiding geeft, bij de Europese Commissie om inlichtingen te verzoeken als bedoeld in de Mededeling van de Commissie over de handhaving van de staatssteun door de nationale rechterlijke instanties (2009/C 85/01), §83 aanhef en onder a;
5.2
Bepaalt dat Limburg c.s. zes weken nadat [eiseressen] c.s. de hiervoor genomen akte hebben genomen, een antwoordakte mogen nemen, waarbij, voor zover mogelijk, de hiervoor onder a. tot en met d. genoemde punten aan de orde moeten komen;
5.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesproken.