In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 26 februari 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting Woonpunt en [gedaagde] q.q. over de ontruiming van een woning. De eisende partij, Woonpunt, vorderde de ontruiming van de woning van [onderbewindgestelde] vanwege ernstige overlast die door deze huurder werd veroorzaakt. De overlast bestond uit nachtelijke geluiden, bedreigingen aan omwonenden en andere verstoringen van de openbare orde. Woonpunt had eerder geprobeerd om in overleg met [onderbewindgestelde] tot een oplossing te komen, maar deze weigerde te communiceren en de huurovereenkomst op te zeggen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang is bij de ontruiming, gezien de impact van de overlast op de andere huurders en de gezondheid van omwonenden. De rechter heeft de vordering van Woonpunt toegewezen en [gedaagde] q.q. veroordeeld om de woning binnen vier weken te ontruimen. Tevens is [gedaagde] q.q. veroordeeld in de proceskosten van Woonpunt, die zijn begroot op € 817,01. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Woonpunt direct kan overgaan tot ontruiming indien nodig.