In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 10 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Maaskant Wonen en een huurder. De eisende partij, Maaskant Wonen, vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een aanzienlijke huurachterstand. De huurder had door financiële problemen, waaronder het verlies van een baan, niet aan zijn betalingsverplichtingen voldaan. Ondanks het feit dat de huurder per 1 september 2017 weer een nieuwe baan had, was de huurachterstand op dat moment opgelopen tot € 3.726,65, wat meer dan 6,5 maanden huur vertegenwoordigde. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De vordering van Maaskant Wonen werd toegewezen, met een redelijke ontruimingstermijn van twee weken. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en buitengerechtelijke incassokosten, evenals de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Maaskant Wonen direct kon overgaan tot ontruiming indien nodig.