Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding met vijf producties;
- de akte wijziging/vermeerdering van eis ex art. 130 Rv d.d. 17 mei 2017
- de zijdens [eiseres] genomen akte houdende overleggen productie met een productie;
- de conclusie van antwoord met twee producties, beiden genummerd als 1;
- de zijdens [eiseres] genomen akte overleggen producties met een productie;
- het proces-verbaal van comparitie gehouden op 27 september 2017;
- de zijdens [gedaagde] genomen akte overlegging productie met een productie;
- de akte wijziging/vermeerdering van eis ex art. 130 Rv d.d. 8 november 2017;
- de zijdens [gedaagde] genomen antwoordakte met een productie;
- de zijdens [eiseres] genomen antwoordakte;
- de zijdens de rechtbank aan partijen gestuurde brief d.d. 19 januari 2018. In die brief is meegedeeld dat de rechter ten overstaan van wie de comparitie is gehouden het vonnis niet zal wijzen en dat partijen recht hebben op een nieuwe comparitie na antwoord ten overstaan van de nieuwe rechter, mr. Sijmonsma. Partijen is gevraagd of zij een nieuwe comparitie wensen dan wel of zij zonder meer vonnis wensen;
- de brieven zijdens beide partijen waarin zij laten weten af te zien van een nieuwe comparitie.
2.De feiten
de veldwei [kadasternummer 1] groot 54 a en 15 ca voor € 4,61 m2 totaal € 25.000,-“ (productie 1 dagvaarding). Het gekochte is kadastraal bekend als [plaats 1] , [kadasternummer 1] en plaatselijk bekend als [naam 1] te [plaats 2] en zal hierna “de veldwei” worden genoemd. De in die koopovereenkomst neergelegde ontbindende voorwaarde is niet in werking getreden, waarmee de koopovereenkomst onherroepelijk is geworden.
(…)
zij mogen niets van mijn eigendommen (van de gebouwen en het land) verkopen/vervreemden aan de familie van [naam 2] , diens kinderen of kleinkinderen (…)
Ingeschreven ten hypotheekkantore te Landelijk kadaster op 29-9-2006 in deel 50705 nummer 197”.
van: Fischer en Van Thoor Notarissen Wittem (…)
3.De vordering
4.De beoordeling
[plaats 1] [kadasternummer 1] , grootte 54 a 15 ca, locatie [naam 1] , [plaats 2] , ontstaan op 8 september 2010”. De twee kadastrale aanduidingen zijn, ook gelet op de datum van inschrijving van de akte van scheiding en verdeling, 29 september 2006, en de vermelding in genoemde productie 7 van ontstaan op 8 september 2010, te verschillend om nu al tot het oordeel te kunnen komen dat [eiseres] met de veldwei een onroerende zaak heeft gekocht waarop de verplichting rust. De rechtbank zal [gedaagde] in de gelegenheid stellen om aan de hand van producties, waaronder in elk geval kadastrale bescheiden als bijvoorbeeld verklaringen van de houder van het kadaster, aan te tonen dat de veldwei en het perceel plaatselijk bekend als [naam 5] en kadastraal bekend als [plaats 1] , [kadasternummer 2] , groot vier en vijftig aren tachtig centiaren, dezelfde onroerende zaak betreft. [gedaagde] heeft wat dit betreft in nr. 7 van zijn antwoordakte aangevoerd dat tussen 22 september 2006 en 8 september 2010 de akte van ruilverkaveling voor de Wettelijke Herverkaveling Mergelland-Oost is gepasseerd. Op grond van die herverkaveling is de veldwei iets kleiner geworden en heeft de veldwei een nieuwe kadastrale aanduiding gekregen.