ECLI:NL:RBLIM:2018:1528

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 februari 2018
Publicatiedatum
15 februari 2018
Zaaknummer
03/855009-15
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Marktplaats-oplichting zonder strafoplegging wegens eerdere veroordeling

Op 12 februari 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van oplichting via Marktplaats. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. P.E. van Zon, werd beschuldigd van het oplichten van een slachtoffer door middel van een valse naam en hoedanigheid. De rechtbank heeft de zaak inhoudelijk behandeld op 29 januari 2018, waarbij zowel de verdachte als de officier van justitie hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank oordeelde dat de oplichting wettig en overtuigend bewezen was, maar dat de verdachte niet kon worden veroordeeld tot een straf of maatregel. Dit was te wijten aan een eerder vonnis van gelijke datum in een andere zaak, waarin de verdachte al was veroordeeld tot een onvoorwaardelijke taakstraf en voorwaardelijke jeugddetentie voor soortgelijke oplichtingen. De rechtbank overwoog dat het opleggen van een straf in dit geval niet gerechtvaardigd was, gezien de omstandigheden van de eerdere veroordeling. De rechtbank concludeerde dat de verdachte weliswaar schuldig was aan oplichting, maar dat er geen straf of maatregel opgelegd zou worden, in overeenstemming met artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. De beslissing werd genomen op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij de rechtbank ook rekening hield met de geestelijke toestand van de verdachte, die enigszins verminderd toerekeningsvatbaar werd geacht.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/855009-15
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer voor jeugdstrafzaken d.d. 12 februari 2018
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adres verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.E. van Zon, advocaat kantoorhoudende te Eindhoven.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 29 januari 2018. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
al dan niet in vereniging [slachtoffer] heeft opgelicht.
3
De beoordeling van het bewijs [1]
Evenals de officier van justitie en de verdediging, acht de rechtbank de oplichting van
[slachtoffer] wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting op 29 januari 2018;
- de aangifte van [slachtoffer] d.d. 4 januari 2012. [2]
In het bijzonder overweegt de rechtbank nog als volgt.
De verdachte heeft ter zitting van 29 januari 2018 verklaard dat hij oplichtingen pleegde samen met zijn toenmalige vriendin [naam 1] . Hij verklaarde over de rol van [naam 1] in het bijzonder dat het plegen van onderhavige oplichtingen haar idee was, dat zij minimaal de helft van de Markplaats-accounts zou hebben aangemaakt en dat zij minimaal de helft van de communicatie omtrent de advertenties voerde en dat zij meegeprofiteerd heeft.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Deze verklaring van de verdachte staat haaks op de verklaring van [naam 1] zelf (pg. 123‑129), welke onder meer inhoudt - kort gezegd - dat zij niet betrokken was bij oplichtingen. De verdachte heeft, uitgezonderd zijn gesprekken met de reclassering en de psycholoog, voor het eerst op de zitting van 29 januari 2018 verklaard over de rol die [naam 1] zou hebben gehad, zodat daarnaar geen verder onderzoek heeft kunnen plaatsvinden. Voorts blijkt in de specifieke onderhavige zaak gebruik gemaakt te zijn van het bankrekeningnummer van de verdachte zelf en heeft het slachtoffer telefonisch contact gehad met een manspersoon. Van enige actieve betrokkenheid van [naam 1] bij onderhavige oplichting is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet gebleken. Daarom acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen niet wettig en overtuigend bewezen.
3.1
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
in het tijdvak van 20 december 2011 tot en met 23 december 2011 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en valse hoedanigheid, [slachtoffer] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • op de internetsite www.marktplaats.nl een advertentie geplaatst waarin een jas te koop werd aangeboden en
  • zich [naam 2] genoemd en
  • meegedeeld dat hij, verdachte, in Groningen woonachtig was en
  • gebruik gemaakt van het mail adres [amailadres] ,
waardoor [slachtoffer] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
oplichting.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De psycholoog [naam 3] (hierna: de psycholoog) heeft over de geestvermogens van de verdachte op 25 september 2017 een rapport uitgebracht. De rechtbank komt op basis van de in dat rapport vervatte bevindingen en het daarin vervatte advies tot de conclusie dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is voor het bewezenverklaarde. Nu het gaat om een vermindering van de toerekeningsvatbaarheid, betreft het geen omstandigheid die de strafbaarheid van de verdachte geheel uitsluit. Wel zal de rechtbank dit aspect betrekken bij het oordeel omtrent de op te leggen straf.
De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen voorwaardelijke jeugddetentie van 1 maand met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en ambulante woonbegeleiding.
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen over de op te leggen straf voor zover betrekking hebbend op alleen onderhavig feit/parketnummer.
De rechtbank overweegt als volgt.
De verdachte heeft het slachtoffer via Marktplaats.nl opgelicht. Zodoende heeft hij het slachtoffer 50 euro afhandig gemaakt en in teleurstelling achtergelaten. Oplichtingspraktijken als de onderhavige schaden het vertrouwen in eerlijke handel en verstoren de werking van dergelijke toegankelijke en populaire handelsforums. De oplichting getuigt van brutaliteit en egoïsme. De verdachte heeft zich uitsluitend laten leiden door persoonlijk financieel gewin en heeft zich niet bekommerd om de gevolgen voor de betrokken koper.
De rechtbank acht strafoplegging in beginsel gerechtvaardigd, doch houdt rekening met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Verdachte is immers bij vonnis van gelijke datum (parketnummer 03/721218-13) veroordeeld tot – kort gezegd – een onvoorwaardelijke taakstraf van 150 uren alsmede voorwaardelijke jeugddetentie van 2 maanden wegens soortgelijke oplichting van ruim 100 personen. De rechtbank is – anders dan de officier van justitie – van oordeel dat indien onderhavig feit gevoegd zou zijn bij de overige oplichtingen dit niet zou leiden tot een hogere straf. Gelet hierop zal de rechtbank toepassing geven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht en verdachte geen straf of maatregel opleggen.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Geen straf of maatregel
- bepaalt dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H. Dethmers, voorzitter, mr. C. Wapenaar, rechter, en
mr. E.J.M. Boogaard-Derix, rechter en tevens kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. N. Geene en mr. O.A.G. Corten, griffiers, en uitgesproken ter openbare zitting van
12 februari 2018.
Buiten staat
mr. C. Wapenaar, mr. E.J.M. Boogaard-Derix en de griffier O.A.G. Corten zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks het tijdvak van 20 december 2011 tot en met 23 december 2011 te Roermond, althans in het arrondissement Roermond, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
  • op de internetsite www.marktplaats.nl een advertentie geplaatst waarin een jas te koop werd aangeboden en
  • zich op genoemde internetsite en/of in e-mailberichten [naam 2] genoemd en/of
  • meegedeeld dat hij, verdachte, in Groningen woonachtig was en/of
  • gebruik heeft gemaakt van het mail adres [amailadres] ,
waardoor [slachtoffer] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie-eenheid Limburg, proces-verbaalnummers 2012116187, 2013006399, 2014102965, 2014006145, 2012001351, gesloten d.d. 6 maart 2015, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1893.
2.Proces-verbaal aangifte d.d. 4 januari 2012, pagina 904 tot en met 906.