3.3Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het bewijs
Inleiding
Op 21 mei 2015 meldde de getuige [getuige 1] (hierna te noemen: [getuige 1] ) zich aan het politiebureau te Etten-Leur. [getuige 1] verklaarde dat op het adres [adres 1] te
Etten-Leur mogelijk illegale praktijken plaatsvonden, met betrekking tot het dealen, produceren en/of vervaardigen van drugs. Nadat de politie ter plaatse kwam, werd in de loods aan de [adres 1] te Etten-Leur, in de achterste ruimte op de begane grond, een afgeschermd amfetaminelaboratorium en een in werking zijnde productieruimte aangetroffen.
Ter plaatse
De verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn naar aanleiding van de melding van [getuige 1] naar vorengenoemd adres gegaan. Toen zij ter plaatse kwamen, trof verbalisant [verbalisant 1] , zo heeft hij aangeven, een bestelbus van het merk Mercedes Sprinter met het kenteken [kenteken 1] aan. De bus stond open en met de achterzijde gericht naar de loods. In de bus stonden jerrycans met vermoedelijk chemicaliën. Volgens een indicatief onderzoek waren de jerrycans gevuld met het formamide. Verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben vervolgens het bedrijfspand betreden. [verbalisant 1] heeft aangegeven dat hij in de loods een penetrante chemische lucht rook, die hij ambtshalve herkende als de geur van een drugslaboratorium. Op de zolderverdieping van de loods was een afzuiginstallatie aanwezig, boven de afgesloten ruimte op de begane grond.
Verbalisant [verbalisant 4] heeft ter plaatse in het pand eveneens een chemische lucht geroken, welke chemische lucht sterker werd naarmate hij verder het pand betrad. In het achterste gedeelte van het pand was een wand geplaatst, met daarin een deur. Deze deur was afgesloten. De verbalisant is hierop naar de achterzijde van het pand gelopen. Via de achterzijde is de verbalisant vervolgens achterlangs naar de rechterzijkant gelopen. De verbalisant zag dat aan de rechterzijde, bijna tegen de achterwand, een toegangsdeur naar het pand was. Deze deur stond open. Uit deze deur kwam een chemische walm. Aan de achterzijde van het pand was het bedrijfsterrein afgezet met een gaashekwerk. Dit gaashekwerk was kapot getrokken, kennelijk doordat iemand in grote haast erover heen was geklommen. Er lag een bruine werkschoen van het merk Cat onder het hek. Kennelijk had een persoon, die vanuit de achterdeur over het hekwerk was gevlucht, een schoen verloren.
Het LFO heeft op 21 mei 2015 een onderzoek ingesteld op de betreffende locatie. Het LFO heeft geconcludeerd dat in de loods aan de [adres 1] te Etten-Leur in de achterste ruimte op de begane grond een afgeschermd amfetaminedrugslaboratorium ofwel een productieruimte in bedrijf was. In deze ruimte was de tweede fase van het amfetamineproductieproces in twee 200-liter gevulde vaten gaande. Mogelijk dat enkele honderden liters amfetamineolie in de vaten dan wel jerrycans aanwezig waren. De aanwezigheid van een professioneel laboratorium van deze (grote) schaalgrootte in een loods zeer nabij belendende percelen van buurbedrijven en dichtbij gelegen woningen aan de overzijde is zeer risicovol in verband met brand, explosie, explosie en het vrijkomen van grote hoeveelheden giftige en bijtende dampen, aldus de verbalisant van het LFO. Indicatief onderzoek van de inhoud van jerrycans in een Mercedes Vito die bij de loods stond, wees uit dat deze formamide bevatten.
Het NFI heeft geconcludeerd dat in het onderzoeksmateriaal -te weten: monsters van de ter plaatse aangetroffen (vloei)stoffen - BMK, PMK, safrol, isosafrol, APAAN, aceton, zwavelzuur, zoutzuur, diëthylether en piperonal is aangetoond. Een groot deel van het onderzoeksmateriaal is kenmerkend voor de vervaardiging van BMK uit APAAN en/of de vervaardiging van amfetamine uit BMK met de Leuckartmethode. Een beperkt deel van het onderzoeksmateriaal is te relateren aan de vervaardiging van PMK en/of MDMA.
Aan het procesdossier is een plattegrond van de loods toegevoegd, waarbij in ‘
ruimte A’ en
‘
ruimte B’ de drugslaboratoria zijn aangetroffen. Daarnaast is aan het procesdossier een fotomap toegevoegd. Op deze foto’s is overzichtelijk in beeld gebracht wat de verbalisanten ter plaatse hebben aangetroffen. Op foto 14 is de deur naar het lab in ruimte A zichtbaar. Op foto 36 is de toegang naar laboratoriumruimte B zichtbaar. Op de foto’s 38 en 39 is de nooduitgang aan de zijkant van de loods zichtbaar.
De rol van de verdachte
In de loods werd medeverdachte [medeverdachte 3] en naast de loods werd medeverdachte
[medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) door de politie aangetroffen. Beiden werden aangehouden. Op de vraag van de politieman of hij daar alleen was, had antwoordde [medeverdachte 2] dat er binnen nog drie personen in het pand aanwezig waren. Hij verklaart later dat hij op donderdagochtend 21 mei 2015 de medeverdachten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en een ander ventje in de loods trof. Dat ventje had hij één keer eerder gezien.
Verbalisant [verbalisant 5] is naar aanleiding van deze melding in de omgeving gaan zoeken. Naar aanleiding van een Burgernet-melding heeft verbalisant [verbalisant 5] in het park twee mannen aangetroffen die voldeden aan het signalement van de melding. De mannen roken naar een chemicaliën, een penetrante chemische geur die werd herkend als de geur van amfetamine. Beiden verdachten werden vervolgens aangehouden, zijnde de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . Laatstgenoemde droeg ten tijde van zijn aanhouding geen schoenen.
Door verbalisant [verbalisant 6] is op 22 mei 2015 sporenonderzoek verricht naar de aangetroffen Mercedes bestelbus met het kenteken [kenteken 2] . Aan de binnenzijde van de linker achterdeur is een vingerafdruk van de verdachte aangetroffen.
De verdachte heeft zich bij de politie telkens op zijn zwijgrecht beroepen.
De beoordeling van het bewijs door de rechtbank
De rechtbank stelt op basis van het bovenstaande bewijsmiddelen vast dat ten tijde van het betreden van de loods door de politie de deur naar de ruimtes A en B was afgesloten. Aannemelijk is dat de in deze ruimtes aanwezige personen via de nooddeur zijn gevlucht voor de politie, nu deze nooddeur open stond, het gaashekwerk kapot was getrokken en een schoen op deze vluchtroute werd aangetroffen.
De verdachte is korte tijd later tezamen met de medeverdachte [medeverdachte 1] aangetroffen, terwijl [medeverdachte 1] geen schoenen droeg en er een geur van amfetamine om de mannen heen hing. De rechtbank is dan ook van oordeel dat op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het de verdachte en de medeverdachte [medeverdachte 1] zijn geweest die in de afgesloten laboratorium-/productieruimte aanwezig waren en dat zij samen voor de politie zijn gevlucht. De verdachte kan dan ook in relatie worden gebracht met de laboratoriumruimte in de loods en met de medeverdachten. Dit wordt bevestigd door de vingerafdruk van de verdachte aangetroffen aan de binnenzijde van een bestelbus, met daarin jerrycans met (vermoedelijk) formamide. Deze bestelbus was gehuurd door medeverdachte [medeverdachte 2] naar zijn zeggen voor de medeverdachte [medeverdachte 3] .
De rechtbank is echter van oordeel dat de vaststelling dat de verdachte betrokken is bij het aangetroffen drugslaboratorium onvoldoende is om de rol van de verdachte te kunnen vaststellen in de zin van medeplegen of medeplichtigheid. Daarom is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde vervaardigen, verkopen, afleveren, verstrekken of vervoeren van amfetamine en/of MDMA. Met betrekking tot het tenlastegelegde opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine en/of MDMA overweegt de rechtbank dat het aannemelijk is dat de verdachte, gelet op de zichtbaarheid van het drugslaboratorium en het gegeven dat de verdachte in de betreffende ruimte aanwezig is geweest, wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van verdovende middelen. Naar het oordeel van de rechtbank kan echter niet worden vastgesteld dat de verdachte ook daadwerkelijk de beschikkingsmacht heeft gehad over deze verdovende middelen. Gelet daarop moet de verdachte ook van het tenlastegelegde opzettelijk aanwezig hebben worden vrijgesproken.
De verdachte zal dan ook van de gehele tenlastelegging worden vrijgesproken.