Op 14 februari 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. De verzoekster, De Heus Voeders B.V., had verzocht om schorsing van een voorschrift verbonden aan een revisievergunning, dat een geurverwijderingsrendement van 90% van een Aerox-installatie vereiste. De verzoekster stelde dat de fabrieksgarantie slechts 80% bedraagt en dat er geen reden was om aan te nemen dat het rendement van 90% niet haalbaar zou zijn. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat uit onderzoeken blijkt dat een rendement van 90% haalbaar is en dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat het stellen van het voorschrift leidt tot een onevenredig nadeel voor de verzoekster.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij opmerkte dat het oordeel voorlopig is en de rechtbank in een eventueel bodemgeding niet bindend is. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat de verzoekster geen spoedeisend belang heeft aangetoond dat het noodzakelijk maakt om het voorschrift te schorsen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.