Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
DIRECT PAY SERVICES B.V.
Casso”) te Barendrecht aan Oslo 15
1.De procedure
2.Het geschil
T-Mobile Netherlands B.V.’ te [plaats] (verder aan te duiden als ‘T-Mobile’). Zij legde aan de vordering ten grondslag dat zij door cessie zijdens T-Mobile eigenaar is van een vordering uit twee summier beschreven overeenkomsten van ongenoemde datum voor een abonnement op de levering van (mobiele) telecommunicatiediensten en voor een mobiel toestel. [opposerende, oorspronkelijk gedaagde] is volgens Direct Pay in de hoedanigheid van consument op enig moment met T-Mobile deze overeenkomsten voor een periode van 24 maanden aangegaan onder de werking van algemene voorwaarden T-Mobile ‘abonnee consument’ en/of de specifieke ‘toestelvoorwaarden’ in de zin van twee aan het exploot gehechte producties (vier respectievelijk twee gefotokopieerde pagina’s van een setje dat als datum van gelding ‘vanaf 13 juni 2014’ respectievelijk ‘vanaf 6 mei 2015’ vermeldt). Behoudens schriftelijke opzegging met inachtneming van een termijn van een maand wordt een abonnement als het onderhavige na afloop van de ‘initiële contractduur’ stilzwijgend voortgezet. De tijdens de looptijd maandelijks aan de afnemer in rekening te brengen kosten bestaan uit een vast bedrag voor het abonnement en een variabel bedrag voor ‘eventuele aanvullende diensten (
gebruikskosten)’. De actuele vordering van Direct Pay als cessionaris is gebaseerd op vijf volgens T-Mobile openstaande facturen uit het tweede halfjaar van 2015 tot een totaalbedrag van
€ 844,58, met inbegrip van een op de slotfactuur toegepaste creditering in verband met anticipatie op het rechterlijke matigingsrecht ten aanzien van een schadevergoeding in geval van ontbinding van een duurovereenkomst (in dit geval het abonnement). Conform de ‘toestelvoorwaarden’ heeft T-Mobile na ontbinding van de abonnementsovereenkomst per 3 december 2015 de resterende termijnen van de toestelvergoeding direct en volledig opeisbaar verklaard. Voor zover de kantonrechter niet meegaat in de redenering van contractueel bedongen opeising, claimt Direct Pay ‘de resterende toestelprijs’ op grond van ongerechtvaardigde verrijking van [opposerende, oorspronkelijk gedaagde] . Volgens Direct Pay weigert [opposerende, oorspronkelijk gedaagde] de facturen te betalen, terwijl zij op basis van de Algemene Voorwaarden van T-Mobile ‘na verloop van de betalingstermijn’ bij nalatigheid in de betaling zonder nadere ingebrekestelling in verzuim geraakte. Daarom heeft T-Mobile met een beroep op de voorwaarden de gebruiksovereenkomst met ingang van 3 december 2015 ontbonden en de resterende abonnementsbedragen bij wijze van schadevergoeding via een eindfactuur in rekening gebracht. Direct Pay zegt evenwel na de cessie en in het kader van het instellen van deze vordering de aanspraak op schadevergoeding te matigen conform de geldende norm bij ambtshalve rechterlijke toetsing. Zij suggereert in de exploottekst dat die matiging correspondeert met een bedrag van € 89,58 en dat het daarbij gaat om 50% exclusief btw onder aftrek van de post btw.
€ 126,69naast een rentebedrag van
€ 26,05over een tijdvak dat Direct Pay laat ingaan op de verder niet geadstrueerde noch geconcretiseerde ‘verzuimdatum’ en laat lopen tot of tot en met de datum van dagvaarding.