Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- dagvaarding € 85,21
- griffierecht 470,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 14 februari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BEKRO B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V. h.o.d.n. [Y]. De eiser, BEKRO B.V., vorderde betaling van een onbetaalde factuur van € 2.994,75 voor de vervanging van een defecte waterpomp die op 16 februari 2017 was uitgevoerd. De gedaagde partij betwistte dat de juiste pomp was geleverd en stelde dat een verkeerde pomp was geplaatst, waarvoor zij een hogere capaciteit had besteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar verweer en dat er een overeenkomst was gesloten over de levering van de pomp. De kantonrechter heeft de vordering van de eiser toegewezen, inclusief de gevorderde handelsrente en proceskosten. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 3.504,08, vermeerderd met de wettelijke handelsrente en de proceskosten, die zijn begroot op € 905,21. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.