Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
DIRECT PAY SERVICES B.V.
Casso”) te Barendrecht aan Oslo 15
1.De procedure
2.Het geschil
T-Mobile Netherlands B.V.
h.o.d.n. Simpel’ te Den Haag (verder aan te duiden als ‘T-Mobile’ of ‘Simpel’). Zij legde aan de vordering ten grondslag dat zij door cessie zijdens T-Mobile eigenaar is van een vordering uit een overeenkomst van 6 januari 2014 voor een abonnement op de levering van (mobiele) telecommunicatiediensten. [opposerende, oorspronkelijk gedaagde] was volgens Direct Pay in de hoedanigheid van consument via de website van T-Mobile / Simpel deze overeenkomst voor een periode van 24 maanden aangegaan onder de werking van algemene voorwaarden zoals deze in kopie aan het exploot toegevoegd waren. Behoudens schriftelijke opzegging met inachtneming van een termijn van een maand wordt een abonnement als het onderhavige na afloop van de overeengekomen abonnementsperiode van 24 maanden stilzwijgend voortgezet. De tijdens de looptijd aan de afnemer in rekening te brengen kosten bestaan uit een vast bedrag voor het abonnement en een bedrag aan verbruikskosten. De ingestelde vordering van Direct Pay als cessionaris was gebaseerd op zes volgens T-Mobile openstaande facturen uit 2013 en 2014 alsmede een in 2015 op de slotfactuur toegepaste creditering in verband met anticipatie op het rechterlijke matigingsrecht ten aanzien van een schadevergoeding wegens voortijdige ontbinding van de duurovereenkomst (in dit geval het abonnement) per 28 mei 2014 wegens een aanhoudende betalingsachterstand. Volgens Direct Pay weigert [opposerende, oorspronkelijk gedaagde] de facturen te betalen en is zij - bij gebreke van een door T-Mobile zelf per factuur bepaalde termijn van betaling - zonder nadere ingebrekestelling in verzuim geraakt omdat ‘de wettelijke betaaltermijn van dertig dagen heeft te gelden’ (mogelijk is hier gedoeld op art. 6:119a BW, doch gesteld noch gebleken is dat het hier zou gaan om een handelsovereenkomst in de zin van dat wetsartikel). Daarom maakte Direct Pay met een beroep op de door T-Mobile bedongen algemene voorwaarden aanspraak op de contractuele rente naar 1% per maand over de achterstallige hoofdsom en op vergoeding van buitengerechtelijke kosten wegens noodzakelijk gebleken incassowerkzaamheden. Het ging daarbij ten tijde van dagvaarding om bedragen van € 10,97 aan vervallen rente en om een minimumbedrag van € 40,00 aan incasskosten. De bij wijze van schadevergoeding via een eindfactuur in rekening gebrachte ‘afkoopsom’ van het abonnement zegt Direct Pay na de cessie en in het kader van het instellen van deze vordering gematigd te hebben conform de geldende norm bij ambtshalve rechterlijke toetsing. Zij suggereerde in de exploottekst dat die matiging correspondeert met een bedrag van € 93,88 en dat het daarbij gaat om 50% exclusief btw. Berekeningen van de posten rente en ‘matiging’ zijn niet bijgevoegd.