ECLI:NL:RBLIM:2018:1390

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
9 februari 2018
Publicatiedatum
9 februari 2018
Zaaknummer
6054935 BR VERZ 17-153
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot vaststelling vereffenaarsloon in nalatenschappen

Op 9 februari 2018 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, uitspraak gedaan in een civiele zaak met zaaknummer 6054935 BR VERZ 17-153. Het betreft een verzoek van een vereffenaar in de nalatenschappen van twee erflaatsters. De vereffenaar had op 23 januari 2018 een verzoekschrift ingediend, waarin zij vroeg om goedkeuring van een tussentijdse factuur voor verrichte werkzaamheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek niet voldoet aan de eisen van artikel 278 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Bovendien ontbeert het verzoek de noodzakelijke instemming met het concept van de tussentijdse factuur, waardoor het verzoek geen wettelijke grondslag heeft. De kantonrechter heeft daarom besloten het verzoek af te wijzen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht / Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer 6054935 BR VERZ 17-153
Beschikking van 9 februari 2018
op een verzoek van
[verzoekster],
kantoor houdend te [vestigingsplaats] aan de [adres] ,
verzoekster, in haar hoedanigheid van vereffenaar in de nalatenschappen van [erflaatster 1] en van [erflaatster 2] (verder: de erflaatsters).

1.Verloop van de procedure

1.1.
Op 23 januari 2018 is een verzoekschrift met een bijlage ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
1.2.
Vervolgens is beschikking bepaald en wordt vandaag uitspraak gedaan.

2.Het verzoek en de beoordeling

2.1.
Uit het verzoekschrift en de bijlagen blijkt het volgende.
2.2.
Bij beschikking van 2 augustus 2016 is verzoekster door de Rechtbank Limburg benoemd tot vereffenaar in de nalatenschappen van:
- [erflaatster 1] , overleden te [plaats] op [overlijdensdatum 1] , laatstelijk gewoond hebbend te [woonplaats 1] , en
- [erflaatster 2] , overleden te [plaats] op [overlijdensdatum 2] , laatstelijk gewoond hebbend te [woonplaats 2] .
2.3.
Het verzoek voldoet niet aan het bepaalde in art. 278 lid 1 Rv. Daarnaast ontbeert het verzoek - instemming met het concept van verzoekster van een tussentijdse factuur ter zake verrichte werkzaamheden - wettelijke grondslag waardoor het zal worden afgewezen.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.W.M.A. Staal, kantonrechter, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken.
YT