ECLI:NL:RBLIM:2018:1378
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Ontslag testamentair bewindvoerder op eigen verzoek met betrekking tot minderjarige erfgenamen
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 8 februari 2018 een beschikking gegeven in een verzoek tot ontslag van de testamentair bewindvoerder. Verzoekster, die in haar hoedanigheid als testamentair bewindvoerder optreedt in de nalatenschap van erflaatster, heeft verzocht om haar ontslag als bewindvoerder. De procedure is gestart op 2 januari 2018 met een verzoekschrift dat door Metis Notarissen is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 februari 2018 zijn de erfgenamen en hun vader, bijgestaan door mr. S.T.L.A. Mulders, verschenen. Verzoekster is niet verschenen.
De erflaatster is overleden op [overlijdensdatum] en heeft bij testament haar kleinkinderen, [erfgenaam 1] en [erfgenaam 2], als erfgenamen benoemd. Verzoekster is benoemd tot bewindvoerder over de erfdelen van haar kinderen, met de bepaling dat het bewind eindigt wanneer de kinderen 23 jaar oud zijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verstandhouding tussen verzoekster en haar kinderen verstoord is en dat de belangen van de minderjarige erfgenaam [erfgenaam 2] voldoende gewaarborgd zijn. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen noodzaak is voor de benoeming van een opvolgend bewindvoerder, aangezien het testament hierin al voorziet.
De beslissing van de kantonrechter is dat verzoekster wordt ontslagen als bewindvoerder over de aan de erfgenamen vermaakte verkrijging in de nalatenschap van de erflaatster. Deze beschikking is gegeven door mr. P. Hoekstra, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.