ECLI:NL:RBLIM:2018:12485
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek na einduitspraak in bestuursrechtelijke procedure
Op 24 mei 2018 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker op 9 mei 2018, na een einduitspraak door de rechter op 29 maart 2018 in een bestuursrechtelijke procedure. De rechter had in die procedure uitspraak gedaan zonder behandeling ter zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking kennelijk niet ontvankelijk was, omdat het was ingediend na de einduitspraak in de hoofdzaak. Dit is in overeenstemming met artikel 9.1, aanhef en onder c, van het wrakingsprotocol van de rechtbank Limburg, dat bepaalt dat een verzoek tot wraking na de einduitspraak niet meer in behandeling kan worden genomen. De wrakingskamer benadrukte dat het indienen van verzet tegen de einduitspraak niet van invloed was op de ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek, aangezien de rechter niet betrokken wordt bij de behandeling van het verzet. De beslissing om het verzoek af te wijzen werd genomen door de meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat geen gewoon rechtsmiddel open.