ECLI:NL:RBLIM:2018:12456

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
21 november 2018
Publicatiedatum
12 maart 2019
Zaaknummer
7247896 / CV EXPL 18-6767
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenkomst in huurovereenkomst en verstekverlening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 21 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap VIVADA PROPERTIES III B.V. en meerdere gedaagden. VIVADA, vertegenwoordigd door mr. E. Doornbos, vorderde ontbinding van een huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde door de gedaagden. De gedaagden, waarvan er één niet verschenen was, hebben geen verweer gevoerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij sub 3 verstek heeft laten verlenen, omdat deze niet op de dagvaarding heeft gereageerd.

Daarnaast heeft een tussenkomende partij verzocht om in de procedure te mogen tussenkomen, omdat hij stelt dat hij partij is in de huurovereenkomst en niet de thans gedagvaarde gedaagden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de tussenkomende partij een voldoende belang heeft om tussen te komen, aangezien de vordering van VIVADA tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming nadelige gevolgen voor hem kan hebben. De vordering tot tussenkomst is dan ook toegewezen.

De proceskosten van het incident zijn aangehouden tot het eindvonnis. De zaak is vervolgens verwezen naar de rolzitting voor conclusie van antwoord aan de zijde van de tussenkomende partij, waarbij de verdere beslissingen zijn aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.W. Rijksen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 7247896 \ CV EXPL 18-6767
Vonnis van de kantonrechter van 21 november 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VIVADA PROPERTIES III B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
verder te noemen Vivada,
gemachtigde mr. E. Doornbos,
tegen:

1.[gedaagde partij sub 1] ,wonend [adres gedaagde partijen sub 1 en 2] ,[woonplaats gedaagde partijen sub 1 en 2] ,

2.
[gedaagde partij sub 2],
wonend [adres gedaagde partijen sub 1 en 2] ,
[woonplaats gedaagde partijen sub 1 en 2] ,
3.
[gedaagde partij sub 3],
wonend [adres gedaagde partij sub 3] ,
[woonplaats gedaagde partij sub 3] ,
gedaagde partij,
partij [gedaagde partij sub 1] en partij [gedaagde partij sub 2] verder te noemen [gedaagde partijen sub 1 en 2] (mannelijk enkelvoud),
gemachtigde mr. R.A. Wijnands,
partij [gedaagde partij sub 3] ,
niet verschenen,
niet geantwoord.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding;
de incidentele conclusie tot tussenkomst;
de conclusie van antwoord;
de conclusie van antwoord in het incident.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Vivada heeft op gronden als omschreven in de dagvaarding gevorderd, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, dat de daar vermelde huurovereenkomst ontbonden zal worden verklaard en dat [gedaagde partijen sub 1 en 2] zal worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling aan Vivada van de bedragen en rente als in de dagvaarding vermeld, kosten rechtens.
2.2.
[gedaagde partij sub 3] heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uiterlijk op de zitting (als in de dagvaarding vermeld) te antwoorden en heeft ook niet om uitstel verzocht. Nu de voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, zal tegen [gedaagde partij sub 3] verstek worden verleend. Tussen alle partijen zal vonnis worden gewezen, dat als een vonnis op tegenspraak wordt beschouwd.
2.3.
Voordat tegen de vordering van Vivada inhoudelijk verweer is gevoerd, heeft [tussenkomende partij] verzocht om hem toe te staan in onderhavige procedure tussen te komen en hem als zelfstandige procespartij te beschouwen in het verdere verloop van de procedure. Vivada heeft zich aan het oordeel van de kantonrechter gerefereerd. Ten aanzien van de door [tussenkomende partij] gevorderde proceskostenveroordeling in het incident stelt Vivada zich op het standpunt dat deze dient te worden afgewezen nu [tussenkomende partij] zelf wenst tussen te komen.
2.4.
De kantonrechter is van oordeel dat de stellingen van [tussenkomende partij] voldoende aannemelijk maken dat hij een belang heeft om tussen te komen in het tussen partijen aanhangige geding. Voor toewijzing van een verzoek tot tussenkomst moet immers blijken van een belang van de verzoeker om benadeling of verlies van een hem toekomend recht te voorkomen. In de incidentele vordering tot tussenkomst heeft [tussenkomende partij] gesteld dat hij partij in de huurovereenkomst is en niet de thans gedagvaarde [gedaagde partijen sub 1 en 2] . Wanneer veronderstellenderwijze ervan wordt uitgegaan dan deze stelling juist is, heeft [tussenkomende partij] een (woon)belang bij zijn vordering tot tussenkomst. Vivada vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, hetgeen bij een toewijzing van die vordering (zeer) nadelige gevolgen voor [tussenkomende partij] zal hebben.
De vordering tot tussenkomst zal derhalve worden toegestaan.
2.5.
De proceskosten van dit incident zullen worden aangehouden tot het eindvonnis. Wanneer inderdaad blijkt dat niet [gedaagde partijen sub 1 en 2] maar [tussenkomende partij] de juiste gedaagde partij is, zal niet ontvankelijkheid van Vivada in haar vordering tegen [gedaagde partijen sub 1 en 2] volgen. Vivada is dan enkel gebaat bij de thans gevorderde tussenkomst, omdat zij dan niet een geheel nieuwe procedure tegen [tussenkomende partij] behoeft op te starten.

3.De beslissing

De kantonrechter
in het incident
3.1.
wijst de vordering tot tussenkomst van
[tussenkomende partij] ,
wonende te [woonplaats tussenkomende partij] , gemeente [gemeente woonplaats tussenkomende partij] ,
toe.
3.2.
houdt de beslissing ten aanzien van de proceskosten van dit incident aan tot aan het eindvonnis,
in de hoofdzaak
3.3.
verleent verstek ten aanzien van [gedaagde partij sub 3] ,
3.4.
verwijst de zaak naar de rolzitting van woensdag 19 december 2018 voor conclusie van antwoord aan de zijde van [tussenkomende partij] ,
3.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: ksf
coll: