Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
gevestigd te Keulen (Duitsland),
7 de vennootschap naar buitenlands rechtBRT S.P.A.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 14 maart 2018 en de daarin genoemde processtukken
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie van gedaagden sub 3,4 en 5
- de conclusie van antwoord in reconventie
- de rolberichten van 15 november 2018 waarin door [eisende partij sub 1] c.s. en gedaagden sub 1 tot en met 6 wordt verzocht de zaken tussen hen door te halen op de rol, waarbij [eisende partij sub 1] c.s. tevens verzoekt een verstekvonnis tegen BRT te wijzen.
- het tegen BRT verleende verstek.
2.De feiten
3.De vordering en de beoordeling daarvan
voldoende’ belang: het belang moet voldoende zijn om de rechtsvordering te rechtvaardigen (evenredigheidscriterium). De rechter dient terughoudend te zijn met het afwijzen van een vordering op de grond dat er niet voldoende belang bestaat (HR 17 september 1993, NJ 1994).