Op 28 december 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte, die momenteel verblijft in FPC dr. [naam 3] te Groningen. De vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege werd ingediend door het openbaar ministerie op 1 november 2018. De rechtbank heeft de vordering behandeld tijdens een openbare zitting op 14 december 2018, waar de officier van justitie, de verdachte, zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, en deskundigen uit de kliniek aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis en obsessief-compulsieve trekken. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen, maar de rechtbank heeft besloten om de termijn met één jaar te verlengen. Dit besluit is genomen omdat de kliniek een second-opinion heeft aangevraagd over de voortgang van het resocialisatietraject van de verdachte. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist, gezien het recidiverisico dat als matig tot hoog wordt ingeschat bij beëindiging van de maatregel.
De rechtbank heeft in haar beoordeling ook rekening gehouden met de recente overplaatsing van de verdachte naar de resocialisatieafdeling en de noodzaak voor de verdachte om vaardigheden in de praktijk toe te passen. De rechtbank heeft de beslissing om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, genomen om de voortgang van het resocialisatietraject te kunnen monitoren en om over een jaar opnieuw te kunnen beoordelen op basis van de uitkomsten van het onafhankelijke onderzoek van de gedragsdeskundigen.