ECLI:NL:RBLIM:2018:12181
Rechtbank Limburg
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van een woning in kort geding met betrekking tot een huurovereenkomst en bewindvoering
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 20 december 2018, betreft het een kort geding waarin de verhuurder de ontruiming van een woning heeft gevorderd. De huurder, die onder bewind staat wegens problematische schulden, huurt de woning aan [adres 2] te [woonplaats 2]. De verhuurder heeft in de dagvaarding aangevoerd dat er gronden zijn voor ontruiming. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 december 2018 zijn de standpunten van beide partijen gehoord. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vorderingen, zoals gewijzigd tijdens de zitting, toewijsbaar zijn, met uitzondering van de beëindiging van de huurovereenkomst per 31 januari 2019, wat partijen reeds ter zitting zijn overeengekomen.
De kantonrechter heeft in zijn beslissing de bewindvoerder q.q. veroordeeld om de woning uiterlijk 31 januari 2019 te ontruimen en te verlaten, met alle personen en zaken die zich in en om het gehuurde bevinden. Daarnaast is de bewindvoerder q.q. veroordeeld tot betaling van € 300,00 aan de verhuurder voor elke keer dat de huurder na de comparitie nog overlast veroorzaakt. De veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken door mr. P. Hoekstra in het openbaar.