ECLI:NL:RBLIM:2018:1206

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 februari 2018
Publicatiedatum
6 februari 2018
Zaaknummer
6218736 CV EXPL 17-6491
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gelijke beloning en functiewaardering van spreekuurassistentes in ziekenhuis

In deze zaak vordert de eisende partij, een spreekuurassistente, dat het ziekenhuis VieCuri haar in moet schalen in een hogere functiegroep (FWG 35/6) en dat het ziekenhuis haar achterstallig salaris moet betalen vanaf 1 januari 2015. De eisende partij stelt dat er ongelijkheid bestond in de beloning van spreekuurassistentes op verschillende afdelingen binnen het ziekenhuis, en dat de recente gelijktrekking van salarissen deze ongelijkheid erkent. De kantonrechter oordeelt dat de functies van spreekuurassistente op de verschillende afdelingen niet gelijk waren en dat de eisende partij niet kan bewijzen dat haar functie onterecht was gewaardeerd. De kantonrechter wijst de vordering van de eisende partij af en veroordeelt haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van functiewaardering en de toepassing van cao-bepalingen in arbeidsrelaties.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6218736 \ CV EXPL 17-6491
Vonnis van de kantonrechter van 7 februari 2018
in de zaak van:
[eisende partij],
wonend [adres eisende partij] ,
[woonplaats eisende partij] ,
eisende partij,
verder te noemen [eisende partij] ,
gemachtigde mr. C.M.C. Hendriks (DAS Rechtsbijstand),
tegen:
de stichting STICHTING VIECURI, MEDISCH CENTRUM VOOR NOORD-LIMBURG,
gevestigd te Venlo,
gedaagde partij,
verder te noemen Viecuri,
gemachtigde mr. D. den Heeten.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] is op 2 mei 2011 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst getreden bij VieCuri, in de functie van spreekuurassistente FWG30/01 voor 12 uren per week.
2.2.
Met ingang van 2 mei 2012 is voornoemde arbeidsovereenkomst verlengd voor de duur van 1 jaar en wel tot 2 mei 2013.
2.3.
Op 7 maart 2013 is met ingang van 18 februari 2013 de arbeidsovereenkomst gewijzigd. De arbeidsduur bedraagt gemiddeld 20 uur per week en de salarisschaal 35/04. Deze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde tijd en wel tot 19 februari 2014.
2.4.
Op 16 mei 2013 is de arbeidsovereenkomst wederom gewijzigd in die zin dat deze is aangegaan voor onbepaalde tijd in FWG 30/04.
2.5.
De cao Ziekenhuizen is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten.
2.6.
Met ingang van 18 februari 2013 heeft [eisende partij] de overstap gemaakt van de poli reumatologie naar de poli longgeneeskunde. [eisende partij] kon op deze afdeling niet aarden en wenste terug te keren naar de afdeling reumatologie. Op de afdeling reumatologie was aanvankelijk geen formatie beschikbaar, en een “beëindiging arbeidsovereenkomst” is opgesteld. Uiteindelijk is toch formatie vrijgekomen op de afdeling reumatologie, waardoor de arbeidsovereenkomst tussen partijen niet behoefde te worden beëindigd.
2.7.
Op 20 november 2014 hebben de spreekuurassistentes van het Preoperatief Bureau van VieCuri een herwaarderingsonderzoek ingediend bij de FWG-commissie. Hierna zijn er vanuit andere delen van het ziekenhuis soortgelijke verzoeken door de FWG-commissie ontvangen. De herwaarderingsaanvraag is vervolgens op alle spreekuurassistentes FWG 30 van toepassing verklaard.
2.8.
De FWG-commissie heeft besloten alle functies van spreekuurassistente per 1 maart 2015 in te schalen in FWG 35.
2.9.
Artikel 7.1.5. lid 2 van de cao bepaalt dat wanneer ten gevolge van een herindelingsbesluit een hogere functie van kracht wordt, de salarisschaal behorend bij die hogere functiegroep van kracht wordt, waarbij bij de inpassing in die nieuwe salarisschaal tenminste het bedrag dat overeenkomt met het oude salaris geldt. Wanneer het bedrag van het oude salaris niet in de nieuwe salarisschaal voorkomt, dan geldt het naast hogere bedrag van die salarisschaal.
2.10.
[eisende partij] is per 1 maart 2015 ingeschaald in FWG 35/4 (was 30/6).
2.11.
In FWG 35 kan een medewerker langer doorgroeien.

3.Het geschil

3.1.
[eisende partij] vordert – samengevat – een verklaring voor recht dat VieCuri gehouden is [eisende partij] in te schalen in FWG 35/6 en daarnaast veroordeling van VieCuri tot betaling van achterstallig salaris vanaf 1 januari 2015, vermeerderd met wettelijke verhoging, rente en kosten.
3.2.
Aan haar vordering legt [eisende partij] ten grondslag het beginsel van gelijke arbeid, gelijk loon, werkervaring en de redelijkheid en billijkheid.
3.3.
VieCuri voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
[eisende partij] stelt dat de functies van spreekuurassistente op de verschillende afdelingen binnen VieCuri ongelijk beloond werden. Uit de stellingen van [eisende partij] begrijpt de kantonrechter vervolgens dat [eisende partij] zich op het standpunt stelt dat VieCuri, door nu alle spreekuurassistentes gelijkelijk te belonen, deze ongelijkheid in het verleden erkent en [eisende partij] daarom recht heeft op inschaling in FWG 35 met terugwerkende kracht, waardoor zij per 1 maart 2015 in FWG 35/6 hoort te zitten.
4.2.
VieCuri betwist dat steeds sprake is geweest van gelijke functies op de verschillende afdelingen, hetgeen zich in het verleden ook heeft geuit in verschillende waarderingen (FGW 30/FGW35). In het functiewaarderingssysteem wordt een functiebeschrijving opgesteld die de feitelijke werkzaamheden van de functie beschrijft. Deze wordt vervolgens gewaardeerd en geanalyseerd aan de hand van een negental gezichtspunten, waaruit een bepaalde score volgt en deze wordt vergeleken met andere functies. Toen [eisende partij] in dienst trad was de functie van spreekuurassistentie op de poli reumatologie gewaardeerd op FWG 30.
In de loop der tijd kan een functie in de praktijk zodanig wijzigen dat de werkzaamheden niet meer goed aansluiten bij de functiebeschrijving, waarvoor de in de cao beschreven procedure van herbeschrijving en herwaardering in het leven is geroepen. Deze procedure is in onderhavig geval ook gevolgd.
4.3.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Bij conclusie van antwoord heeft VieCuri de stellingen van [eisende partij] weersproken en uitvoerig beschreven hoe een functiewaardering tot stand komt. Door [eisende partij] is deze wijze van het tot stand komen van een functiewaardering niet weersproken.
Gesteld noch gebleken is dat de functie van spreekuurassistente poli reumatologie op 2 mei 2011 (aanvang dienstverband) onjuist werd gewaardeerd. [eisende partij] is in de functie van spreekuurassistente poli reumatologie in dienst getreden en heeft in
diefunctie haar treden verdiend en ook gekregen (FWG 30/6 op 1 maart 2015). Dat per 1 maart 2015 dan de functie van spreekuurassistente voor alle poli’s gelijk wordt getrokken, maakt nog niet automatisch dat de functie die [eisende partij] tot die tijd vervulde (dus) ondergewaardeerd was. Bovendien staat vast dat niet op alle poli’s de werkzaamheden van de spreekuurassistente gelijk waren. Zo heeft [eisende partij] de functie van spreekuurassistente verricht op de poli longgeneeskunde en naar zij zelf stelt was dit wat betreft werkzaamheden een enorme omschakeling. Niet onmogelijk is aldus dat de onderlinge verschillen in de functie van spreekuurassistente bij de waardering en analyse aan de hand van de negen gezichtspunten net kunnen zorgen voor een waardering in de ene, dan wel de andere functiewaarderingsgroep.
4.4.
Vervolgens heeft VieCuri conform artikel 7.1.5. lid 2 cao, de functie van [eisende partij] horizontaal ingepast in de hogere salarisschaal, waardoor [eisende partij] per 1 maart 2015 is ingeschaald in FWG 35/4. Dit heeft verder niets te maken met verdiende treden, zoals [eisende partij] wenst te schetsen. In haar initiële functie (FWG 30) heeft [eisende partij] zes treden verdiend (FWG 30/6), echter door het herindelingsbesluit is de daarbij horende salarisschaal gelijk te stellen met FWG 35/4. Vanuit hier kan [eisende partij] vervolgens weer verder, en langer, doorgroeien.
4.5.
Op [eisende partij] rust de stelplicht en – indien aan de orde – de bewijslast van haar vordering. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eisende partij] – overigens behoudens hetgeen hierboven werd beoordeeld – niet voldaan aan haar stelplicht. De kantonrechter komt daarom niet toe aan nader onderzoek in de vorm van bewijslevering.
Terzijde tekent de kantonrechter nog aan dat een door [eisende partij] niet geaccepteerde – kennelijk rechtstreeks uit een standaard-cao voortvloeiende – indeling na functiewaardering, alleen dáármee nog niet met zich brengt dat dat “ook objectief” onredelijk en onbillijk zou moeten zijn.
4.6.
Gelet op het voorgaande dienst de vordering van [eisende partij] te worden afgewezen. [eisende partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van VieCuri worden begroot op € 350,00 (2 x tarief € 175,00) ter zake salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eisende partij] in de proceskosten aan de zijde van VieCuri gevallen en tot op heden begroot op € 350,00,
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: ksf
coll: