ECLI:NL:RBLIM:2018:12044
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap met betrekking tot diverse vermogensbestanddelen
In deze beschikking van de Rechtbank Limburg, uitgesproken op 4 december 2018, wordt de verdeling van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap tussen de verzoekster (de vrouw) en de verweerder (de man) behandeld. De rechtbank heeft eerder op 29 januari 2018 de echtscheiding uitgesproken en de zaak aangehouden voor de verdeling van de gemeenschap. De partijen hebben geprobeerd om in der minne tot een regeling te komen, maar dit is niet gelukt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het Nederlandse recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime, en dat de peildatum voor de verdeling 28 april 2016 is, de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding.
De beschikking behandelt verschillende vermogensbestanddelen, waaronder de woning, hypothecaire schulden, kapitaalpolissen, en inboedel. De rechtbank heeft bepaald dat de woning aan de vrouw wordt toebedeeld voor een waarde van € 105.000,00, onder de verplichting om de hypothecaire leningen volledig voor haar rekening te nemen. De man wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor deze leningen. Daarnaast zijn de kapitaalpolissen aan de vrouw toebedeeld, waarbij de waarde van deze polissen tot het moment van de scheiding in aanmerking wordt genomen.
Verder is er een regeling getroffen voor de verdeling van de inboedel, waarbij de man de inboedel onder zich heeft genomen. De rechtbank heeft ook de verdeling van de auto’s en de saldi van de bankrekeningen behandeld. De rechtbank heeft bepaald dat de man 100% draagplichtig is voor een opname uit het doorlopend krediet na de peildatum en dat de overige schulden 50/50 door partijen moeten worden gedragen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en elke partij draagt zijn eigen kosten van de procedure.