3.1.[eiseres] vordert, na schriftelijk ter zitting ingediende wijziging van eis, waar door de wederpartij geen bezwaar tegen is gemaakt, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde] te verbieden gedurende twee jaar, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, vanaf de dag der betekening van het te wijzen vonnis:
a) een beperkt deel, van het grondgebied van Zuid-Limburg, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen gebied te betreden. [gedaagde] heeft geen rechtens te respecteren belang om te zijn of te verblijven, hieronder begrepen opzichtig langsrijden in een auto, in de omgeving van de woning waar [eiseres] doorgaans verblijft aan de [adres 1] te [plaats 1] , en haar werkadres aan de [adres 2] te [plaats 1] , vanaf 1 januari 2019 [adres 3] in [plaats 2] . Het verbod wordt verzocht voor het gebied in een straal van 200 meter om voormelde adressen.
b) [eiseres] nog langer te benaderen, niet telefonisch, per SMS, per mail, sociale Media zoals Facebook, Twitter of WhatsApp, schriftelijk of fysiek, noch in of bij haar woning, noch op plaatsen in Zuid-Limburg, met name maar niet uitsluitend in de buurt van de woning van [naam partner] aan de [adres 1] te [plaats 1] , haar werkadres aan de [adres 2] te [plaats 1] , vanaf 1 januari 2019 [adres 3] in [plaats 1] , of elders waar hij haar kan verwachten en de route tussen een en ander, met name op de [adres 4] en bij Winkelcentrum [naam winkelcentrum] , of de [adres 5] en de [adres 5] , alle in [plaats 1] . Daaronder valt ook het hinderlijk opwachten, volgen en/of langsrijden met de auto.
c) [eiseres] en haar huidige partner [naam partner] , noch familieleden van [eiseres] bij naam te noemen op sociale media en foto’s van [eiseres] , haar partner en overige familieleden op sociale media te plaatsen,
het locatieverbod onder a en het contactverbod onder b en het uitingsverbod onder c op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,-, althans een in goede justitie te bepalen geldbedrag, voor iedere keer dat [gedaagde] nalatig blijft aan dit verbod te voldoen, tot een maximum van € 15.000,-,
2. [eiseres] te machtigen om bij overtreding door [gedaagde] van het onder 1 gevraagde verbod, verwijdering van [gedaagde] uit het hierboven genoemde gebied dan wel ontzetting van [gedaagde] uit de omgeving van [eiseres] te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
3. [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van de immateriële schade ad € 2.500,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.