Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
advocaat mr. G.B. Honders, gevestigd te Rotterdam;
advocaat mr. C.L.J.M. Wilhelmus, gevestigd te Sittard-Geleen.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de man, die mogelijk de biologische vader is van het ongeboren kind van de vrouw, vorderingen ingesteld in kort geding. Hij verzocht om vervangende toestemming voor erkenning van het ongeboren kind en om de vrouw te verplichten mee te werken aan een DNA-test. De vrouw, die nog gehuwd is, heeft verweer gevoerd en stelde dat de man niet ontvankelijk is in zijn vorderingen. De voorzieningenrechter overwoog dat zolang het huwelijk van de vrouw nog bestaat, erkenning door een andere man niet rechtsgeldig is. De man heeft geen spoedeisend belang aangetoond voor zijn vorderingen, en de kort gedingprocedure is niet de juiste procedure voor deze zaken. De voorzieningenrechter verklaarde de man niet ontvankelijk in zijn vorderingen en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.