Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
mr. P.W. Schreursin zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
Favini Meerssen B.V.,
mr. P.M.C. Brounsin zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
Favini Meerssen B.V.,
1.Het verloop van de procedure
- het proces-verbaal van de voortzetting van de verificatievergadering gehouden op 21 september 2017 met Faillissementsnummer F 03/08/57;
- de brief van de griffier van deze rechtbank van 16 november 2017 aan [eiser tot verificatie] met als kenmerk F 03/08/57 Faillissement Favini Meerssen BV;
- de brief van de griffier van deze rechtbank van 14 december 2017 aan de rolgriffier van deze rechtbank met als kenmerk F 03/08/57 met daarin de mededeling dat tijdens de voortgezette verificatievergadering van 21 september 2017 in het faillissement van Favini Meerssen BV onder meer door de curatoren mrs. Schreurs en Brouns is betwist de preferente vordering van [eiser tot verificatie] te Klimmen;
- de conclusie van eis houdende vordering tot verificatie met 16 producties;
- de conclusie van antwoord met vier producties;
- de akte houdende indiening producties met de producties 17 tot en met 20;
- het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 23 april 2018;
- de conclusie van repliek met productie 21;
- de conclusie van dupliek met een brief d.d. 24 augustus 2018 waarin is meegedeeld dat het een herziene conclusie betreft omdat in het eerder ingezonden exemplaar enkele passages waren weggevallen.
2.De feiten
3.De vordering
4.De beoordeling
De vorderingen jegens Brouns
Wijziging grondslag vordering?
“de in de CAO aanhangsel 8 (prepensioenregeling) toegekende garantie bepaling onder de Prepensioenregeling zijnde een bedrag van € 33.093,97”(zie rov. 2.1 onder e). De curator heeft op 23 april 2009 laten weten dat [eiser tot verificatie] naar zijn oordeel geen aanspraak kan maken op de garantiebepaling, omdat hij op 63-jarige leeftijd niet meer in dienst was van Favini (zie rov. 2.1 onder f). Op 22 februari 2017 heeft [eiser tot verificatie] vervolgens – zonder nadere toelichting of onderbouwing – zijn vordering van € 59.739,08 ter verificatie ingediend (zie rov. 2.1 onder i). De curator – die er kennelijk vanuit ging dat de grondslag van de vordering ongewijzigd was – heeft in reactie hierop zijn eerdere motivering voor afwijzing (uit 2009) herhaald (zie rov. 2.1 onder j). [eiser tot verificatie] heeft hierop niet gereageerd. Vervolgens is dezelfde grondslag (‘garantieregeling prepensioen’) en dezelfde betwisting opgenomen in het proces-verbaal van de verificatievergadering van 21 september 2017 (zie rov. 2.1 onder k). Bij conclusie van eis stelt [eiser tot verificatie] echter dat zijn vordering is gebaseerd op een op 12 oktober 2007 tot stand gekomen individuele overeenkomst met Favini (conclusie van eis, punt 3.1 en 4.6). [eiser tot verificatie] heeft daarbij erkend dat hij de brief van 12 oktober 2007 eerst bij conclusie van eis ter kennisname van de curator heeft gebracht en daarmee voor het eerst zijn vordering daarop heeft gebaseerd.
- griffierecht: € 287,-
- salaris: € 1.629,-(3 punten tarief II)
- totaal: € 1.916,-