ECLI:NL:RBLIM:2018:1110

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 februari 2018
Publicatiedatum
5 februari 2018
Zaaknummer
6284116 cv expl 17-7099
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van energieverbruik en rechtsgeldige cessie

In deze zaak vordert de eiseres, Direct Pay Services B.V., betaling van een bedrag van € 1.325,70 aan hoofdsom, € 17,65 aan reeds verschenen rente en € 213,86 aan buitengerechtelijke incassokosten van de gedaagde partij. De gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat er een contractuele relatie bestaat met Energiedirect B.V., de oorspronkelijke schuldeiser. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde op het adres waar het energieverbruik heeft plaatsgevonden stond ingeschreven, maar dit betekent niet automatisch dat er een overeenkomst met Energiedirect B.V. is gesloten. De gedaagde heeft een betalingsregeling voorgesteld, maar heeft deze niet nagekomen, wat heeft geleid tot de huidige procedure.

De kantonrechter heeft de rechtsgeldigheid van de cessie van de vordering van Energiedirect B.V. aan eiseres beoordeeld. De rechter concludeert dat de cessie rechtsgeldig is, omdat aan de vereisten van artikel 3:94 van het Burgerlijk Wetboek is voldaan. Echter, de kantonrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is dat de gedaagde een contractuele relatie met Energiedirect B.V. heeft gehad. De eiseres heeft nagelaten om de overeenkomst te overleggen die de basis vormt voor haar vordering. Hierdoor kan de kantonrechter niet vaststellen dat de vordering toewijsbaar is op basis van onverschuldigde betaling of ongerechtvaardigde verrijking.

Uiteindelijk wijst de kantonrechter de vordering van eiseres af en veroordeelt haar in de proceskosten van de gedaagde partij, die zijn begroot op € 300,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. J.W. Rijksen op 7 februari 2018.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6284116 \ CV EXPL 17-7099
Vonnis van de kantonrechter van 7 februari 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIRECT PAY SERVICES B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde Webcasso B.V.,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend [adres gedaagde partij] ,
[woonplaats gedaagde partij] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. G.H.J. Schreven.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Eiseres vordert - samengevat - veroordeling van gedaagde tot betaling van
€ 1.325,70 aan hoofdsom, € 17,65 aan reeds verschenen rente en € 213,86 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met rente en kosten.
2.2.
Gedaagde voert verweer.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat gedaagde met Energiedirect B.V. een overeenkomst tot levering van energie heeft gesloten. Op deze overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van Energiedirect B.V. van toepassing. De levering heeft plaatsgevonden op het adres [adres] te [plaats] .
Gedaagde heeft een aantal facturen van Energiedirect B.V. niet betaald. Energiedirect heeft de onderhavige vordering op gedaagde middels een akte van cessie verkocht en in eigendom overgedragen aan eiseres.
Gedaagde heeft de onderhavige vordering erkend en heeft eiseres verzocht om een betalingsregeling, waarmee eiseres akkoord is gegaan. Gedaagde is de betalingsregeling niet (geheel) nagekomen, waardoor deze is komen te vervallen.
3.2.
Gedaagde voert bij antwoord aan dat zij tot 1 november 2016 op het adres [adres] te [plaats] ingeschreven stond als niet-eigenaar en inwonend, terwijl het eigendom toebehoorde aan een vriend en zijn nog niet gescheiden partner. Gedaagde erkent dat zij een schriftelijk voorstel tot een betalingsregeling heeft gedaan maar daarmee heeft zij de vordering van eiseres niet erkend. Uit angst voor represailles heeft zij dit voorstel laten doen om zo ook tijd “te kopen” om een en ander door een juridisch expert uit te laten zoeken.
Meerdere partijen zijn betrokken bij het onderhavige dossier en hebben gedaagde benaderd, maar zonder dat het haar duidelijk werd waar het nu eigenlijk over ging.
Gedaagde wenst onder andere een afschrift van de overeenkomst te ontvangen waaruit blijkt dat zij is overeengekomen om energie van Energiedirect af te nemen en waaruit blijkt dat zij akkoord is gegaan met de algemene voorwaarden. Zij wenst eveneens de akte van cessie van eiseres te ontvangen. Bij dupliek stelt gedaagde dat de door eiseres bij repliek overgelegde akte van cessie onvoldoende bepaalbaar is. Eiseres kan onvoldoende staven dat zij daadwerkelijk rechtsopvolger is van Energiedirect B.V.
3.3.
De kantonrechter overweegt het volgende.
Gedaagde heeft als meest verstrekkende verweer aangevoerd dat er met betrekking tot de vordering van eiseres geen rechtsgeldige cessie heeft plaatsgevonden.
In artikel 3:94 Burgerlijk Wetboek (BW) staat vermeld aan welke eisen een cessie moet voldoen. Volgens artikel 3:94 BW kan een vordering op twee manieren worden geleverd.
In het onderhavige geval is gekozen voor de wijze als bedoeld in lid 1 van voornoemd artikel, dat wil zeggen door middel van een akte en mededeling van die akte aan de schuldenaar.
De kantonrechter overweegt dat in de cessieakte dient te worden vermeld de verklaring van de vervreemder dat hij de in de akte bedoelde vordering of vorderingen levert aan de in de akte genoemde persoon. De kantonrechter is van oordeel dat aan dit vereiste is voldaan.
Verder dient ingevolge artikel 3:84 lid 2 BW het over te dragen goed bij de titel met voldoende bepaaldheid te zijn omschreven. Aan de akte d.d. 25 augustus 2016 is een vorderingenlijst gehecht. Op deze lijst staat Energiedirect B.V. als opdrachtgever vermeld, de naam van gedaagde als debiteur, de factuurnummers, de factuurdata, de factuurbedragen, het debiteurnummer van gedaagde en de aanleverdatum (25 augustus 2016). Deze gegevens hebben betrekking op de facturen waarvan eiseres in deze zaak betaling vordert, en worden door de kantonrechter voldoende specifiek geacht, zodat is voldaan aan het voor de levering van de vordering op gedaagde aan eiseres geldende bepaalbaarheidsvereiste.
Voor zover de brief van 29 augustus 2016, waarin de cessie aan gedaagde is medegedeeld, gedaagde niet heeft bereikt, dient de mededeling in de dagvaarding als de in artikel 3:94 BW vereiste mededeling te worden beschouwd.
De kantonrechter komt op grond van het vorenstaande tot de conclusie dat de vorderingen van Energiedirect B.V. op gedaagde rechtsgeldig aan eiseres zijn overgedragen.
3.4.
De kantonrechter stelt vast dat de onderhavige facturen betrekking hebben op energieverbruik ten behoeve van het adres [adres] te [plaats] gedurende de periode 30 juli 2015 tot en met 31 mei 2016. Vast staat dat gedaagde in die periode op dit adres stond ingeschreven. Dit houdt echter niet in dat gedaagde ook als contractpartij van Energiedirect B.V. heeft te gelden.
Gedaagde heeft nadrukkelijk betwist dat zij een overeenkomst met Energiedirect B.V. is aangegaan en heeft bij antwoord gevraagd om de overeenkomst die eiseres aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd. Hoewel eiseres bij dagvaarding heeft aangegeven op eerste verzoek een kopie van de overeenkomst en/of aanmeldbevestiging te overleggen, heeft zij dit niet gedaan. De kantonrechter acht geen termen aanwezig eiseres hiertoe alsnog in de gelegenheid te stellen.
Naar het oordeel van de kantonrechter is niet komen vast te staan dat er sprake is geweest van een contractuele relatie tussen gedaagde en Energiedirect B.V. Het feit dat gedaagde een betalingsregeling heeft getroffen, maakt dit niet anders.
Eiseres baseert haar vordering subsidiair op onverschuldigde betaling en meer subsidiair op ongerechtvaardigde verrijking. Dat de vordering toewijsbaar is op een van deze grondslagen, kan de kantonrechter niet vaststellen, nu immers niet kan worden uitgesloten dat er een contractuele relatie heeft bestaan tussen Energiedirect B.V. en een van, of beide, daar eveneens woonachtige, eigenaren van de woning, gelegen aan de [adres] te [plaats] .
De kantonrechter komt dan ook tot de slotsom dat de vordering van eiseres dient te worden afgewezen.
3.7.
Eiseres zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van gedaagde worden begroot op een bedrag van € 300,00 (2 x tarief € 150,00) aan gemachtigdensalaris.
3.8.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vordering af,
4.2.
veroordeelt eiseres in de proceskosten aan de zijde van gedaagde gevallen en tot op heden begroot op € 300,00,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: em
coll: