Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
- 25 november 2008: mr. Peek stelt zich als raadsman en vraagt de op de zaak betrekking hebbende stukken op. Volgens zijn informatie zou het gaan om artikel 225 Sr met betrekking tot de “overeenkomsten van Universum” en artikel 328 Sr.
- 3 december 2008: in opdracht van de officier van justitie en ter voorbereiding van het verhoor van 10 (en mogelijk 11 en 12 ) december 2008 worden het aanvangs-proces-verbaal van het onderzoek inclusief bijlagen (ordner 1 en 2) alsmede het proces-verbaal van ambtshandeling met betrekking het project Eurocenter inclusief bijlagen verstrekt.
- 10 en 11 december 2008: eerste verhoren verdachte.
- 6 januari 2010: de verdediging verzoekt te RC te Haarlem om te mogen aansluiten bij de verhoren van de getuigen betreffende de gang van zaken met betrekking tot het tappen van geheimhouder-gesprekken in andere Klimop zaken. Bij brief van 8 maart 2010 antwoordt de rechter-commissaris dat dit verzoek wordt afgewezen omdat deze getuigen inmiddels gehoord zijn.
- 2010: als gevolg van de afwikkeling van het onderzoek Klimop is er niet onmiddellijk ruimte voor onderzoek naar verdachte en aan hem gelieerde ondernemingen. Vanaf medio 2010 wordt het onderzoek opgepakt onder de naam Clematis aan de hand van de bevindingen binnen het Klimop onderzoek. De zaak wordt ter afdoening overgedragen aan officier van justitie mr. G.Th. Sta van het Functioneel Parket Den Bosch.
- 23 juni 2010 – 5 januari 2012: 22 vorderingen tot het verstrekken van gegevens
- 23 juni 2010- begin 2012 destilleren gegevens uit het Klimop onderzoek en verwerken en analyseren van de gevorderde (financiële) informatie.
- 6 september 2010: telefoongesprek tussen mrs. Peek en Sta over de afdoening van de gerezen verdenking jegens verdachte, dat per brief van 10 september 2010 door mr. Peek wordt bevestigd. Mr. Peek geeft hierin aan dat hij uit andere hoofde beschikt over meer recente stukken van het Klimop onderzoek, o.a. 4-OPV (opmerking rechtbank: dit betreft het onderzoek naar project Eurocenter).
- 15 oktober 2010: telefoongesprek tussen mrs. Peek en Sta over hetzelfde onderwerp, dat per brief van dezelfde datum door mr. Peek wordt bevestigd.
- 26 januari 2011: mr. Peek verzoekt mr. Sta om aan te geven bij welke rechtbank (Haarlem, Den Bosch of Amsterdam) hij namens cliënt een verzoek ex artikel 36 Sv kan indienen. Dit verzoek wordt op 18 februari 2011 herhaald.
- 13 mei 2011 indiening verzoek ex 36 Sv bij rechtbank Den Bosch.
- 15 juli 2011: brief waarin het Openbaar Ministerie aangeeft dat het zal overgaan tot vervolging.
- 27 januari 2012: behandeling verzoek ex 36 Sv door de rechtbank Den Bosch (standpunt Openbaar Ministerie: Den Bosch niet bevoegd)
- 31 januari 2012: telefoongesprek tussen mrs. Peek en Sta over de vraag welke rechtbank bevoegd is van het verzoek kennis te nemen.
- 7 februari 2012: het Openbaar Ministerie geeft schriftelijk aan dat bij nader inzien de rechtbank Den Bosch wel bevoegd is, omdat Eindhoven een van de pleegplaatsen zou kunnen zijn.
- 9 maart 2012: Rechtbank Den Bosch acht zich bevoegd en verzoekt het Openbaar Ministerie om nadere informatie.
- 21 september 2012: nadere zitting.
- 19 oktober 2012: De rechtbank Den Bosch acht zich bij nader inzien alsnog onbevoegd nu er nog Klimop-zaken aanhangig zijn bij de rechtbank Haarlem. Zij verwijst de zaak naar de rechtbank Haarlem.
- 25 oktober 2012: cassatieberoep verdachte tegen deze beslissing van de rechtbank Den Bosch.
- 25 juni 2013: Hoge Raad oordeelt cassatieberoep niet ontvankelijk
- 4 oktober 2013: eindproces-verbaal Clematis toegezonden naar RC Limburg
- 19 november 2013: indiening verzoek ex 36 Sv door mr. Peek bij rechtbank Limburg
- 21 november 2013: Aanvulling 1 op eindproces-verbaal ontvangen door RC
- 25 november 2013: de rechtbank Noord-Holland (voorheen Haarlem) heeft na de niet-ontvankelijk verklaring van het cassatieberoep het verzoek behandeld. Zij acht zich onbevoegd hiervan kennis te nemen (alle Klimopzaken zijn inmiddels afgehandeld).
- 2 december 2013: verzoek van het Openbaar Ministerie aan de rechter-commissaris Limburg om onderzoek ex 181 Sv te openen en regiezitting te bepalen.
- 5 december 2013: brief mr. Peek aan rechter-commissaris Limburg met het verzoek om eerst de beslissing van de rechtbank Limburg op het verzoek ex artikel 36 Sv af te wachten, waarop de rechter-commissaris geen regiezitting heeft belegd.
- 13 maart 2014: behandeling van het verzoek door de rechtbank Limburg.
- 2 april 2014: afwijzing van dit verzoek door de rechtbank Limburg.
- 9 april 2014: brief OM aan RC om zo spoedig mogelijk regiezitting te plannen.
- 28 april 2014: Aanvulling 2 op eind-proces-verbaal Clematis wordt ontvangen door de rechter-commissaris.
- 29 april 2014: verdachte doet aangifte bij de hoofdofficier van justitie te Maastricht wegens schending ambtsgeheim door mrs. Ter Hart en Leijen, advocaten-generaal en mrs. Sta en Loos, officieren van justitie.
- 8 mei 2014: rechter-commissaris verleent machtiging tot leggen conservatoir beslag tot een maximum van € 1.326.000,--.
- 15 augustus 2014: opgave onderzoekswensen door verdediging.
- 15 augustus 2014: indiening beklag ex artikel 12 Sv tegen weigering vervolging van de hiervoor genoemde advocaten-generaal en officieren van justitie.
- 21 augustus 2014: regiebijeenkomst rechter-commissaris.
- 16 september 2014: beschikking rechter-commissaris naar aanleiding van regiebijeenkomst. Verzoek tot horen van vier bij het onderzoek Klimop betrokken zaaksofficieren wordt afgewezen.
- 1 oktober 2014 bezwaar 182/183 Sv ingediend door mr. Peek tegen deze afwijzing
- 7 november 2014: mr. G.G.J. Knoops neemt de zaak over van mr. Peek en verzoekt de rechtbank vanwege een in te dienen derde verzoek artikel 36 Sv de behandeling van het bezwaar aan te houden.
- 12 november 2014: mr. Knoops dient een nieuw verzoek ex artikel 36 Sv in, onderzoek rechter-commissaris komt stil te liggen.
- 20 november 2014 het door mr. Peek op 1 oktober 2014 ingediende bezwaarschrift wordt door mr. Knoops ingetrokken.
- 8 januari 2015: Brief Openbaar Ministerie aan rechter-commissaris met het verzoek om zodra de weg daartoe openstaat voortvarend de regietaak weer op te pakken
- 4 maart 2015: verzoek ex artikel 36 Sv afgewezen
- 20 maart 2015: verdediging laat weten aan de rechter-commissaris dat de bijstand zich tot dusverre heeft geconcentreerd op de derde artikel 36 Sv procedure en maar ten dele kennis heeft genomen van het dossier en dus onvoldoende ingelezen om binnen de door de rechter-commissaris gegeven termijn onderzoekswensen te kunnen indienen. Verzoek nadere termijn door de rechter-commissaris afgewezen.
- 16 april 2015 verdediging dient enkele voorlopige onderzoekwensen in
- 23 april 2015: beschikking rechter-commissaris ex artikel 182 Sv: toewijzing verzoek horen getuigen [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 1] en [getuige 5] .
- 19 en 25 augustus, 23 september 2015: horen getuigen door rc.
- 4 september 2015: afwijzing klacht ex 12 Sv door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. (Verdachte werd gehoord als getuige in zaken van andere Klimop- verdachten en had zich daar op zijn verschoningsrecht beroepen. Het hof oordeelt dat de door de betrokken advocaten-generaal en officieren van justitie uitgewisselde informatie over het verloop van de procedure ex artikel 36 Sv en over de omvang van de verdenking tegen verdachte op dat moment niet anders kan worden uitgelegd dan het functioneel geven van informatie ter beoordeling van het door verdachte gedane beroep op zijn verschoningsrecht.)
- 18 november 2015: nogmaals tevergeefs getracht [getuige 1] te horen.
- 12 februari 2016: verzoek verdediging 7 aanvullende getuigen te horen.
- 3 maart 2016: beschikking rechter-commissaris ex 182 Sv, toewijzing verzoek horen getuigen [getuige 6] , [getuige 7] , [getuige 8] , [getuige 9] , [getuige 10] , [getuige 11] en [getuige 1] .
- 17 en 18 mei 2016 en 2 juni 2016: getuigen (m.u.v. [getuige 1] ) gehoord door rechter-commissaris.
- 19 juli 2016: beschikking rechter-commissaris beëindiging onderzoek ex 237 Sv ( [getuige 1] kan niet binnen redelijke termijn worden gehoord).
- 23 mei 2017: correspondentie rechtbank in verband met planning regiezitting, deze zou september 2017 kunnen plaatsvinden.
- 31 mei 2017: bericht van de verdediging dat deze pas voorjaar 2018 tijd heeft.
- 8 juni 2017: mail Openbaar Ministerie waarin het Openbaar Ministerie bezwaar maakt tegen een planning van de zitting op een dergelijke termijn.
- 2 maart 2018: mr. Knoops trekt zich terug als advocaat.
- 8 maart 2018: mr. M. ’t Sas stelt zich als advocaat.
- 11 april 2018: regiezitting wordt aangehouden op verzoek verdediging (ziekte advocaat)
- 21 juni 2018: regiezitting. Verdediging voert preliminair verweer (Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk) en verzoekt subsidiair tot het horen van getuige [getuige 1] .
- 9 juli 2018: beslissing op preliminair verweer (Openbaar Ministerie ontvankelijk) en toewijzing horen getuige [getuige 1] .
- 5 tot en met 9 november 2018: inhoudelijke behandeling.
- is gebleken dat de dagvaarding geldig is;
- is voorts gebleken dat de rechtbank krachtens de wettelijke bepalingen bevoegd is van het tenlastegelegde kennis te nemen;
- is niet van het bestaan van feiten of omstandigheden gebleken, welke een grond vormen voor de schorsing van de vervolging.
4.De beoordeling van het bewijs
- Universum Holding BV verkrijgt een deelname van 69%;
- [verdachte] verkrijgt een deelname van 26%;
- [getuige 3] verkrijgt een deelname van 5%.
- Universum Holding BV: 69%;
- [verdachte] : 25,5%;
- [getuige 3] : 4%;
- [getuige 10] : 1,5%.
- [getuige 2] (hierna: [getuige 2] ) verkrijgt 99 % van de aandelen;
- [getuige 3] verkrijgt 1% van de aandelen.
voor het tot stand komen van de (ontwikkelings)overeenkomst tussen Schootse Poort en het Bouwfonds is een bedrag door Durell aan Universum verschuldigd van
nadat de (ontwikkelings)overeenkomst tussen Schootse Poort en het Bouwfonds is getekend maakt Durell zich sterk en spant zich ervoor in dat de aangewezen aannemer een verplichting aangaat met Universum, welke verplichting wordt vastgelegd in een nadere overeenkomst tussen de aannemer en Universum, welke overeenkomst wordt gerealiseerd op het moment dat de aannemingsovereenkomst tussen de aannemer en het Bouwfonds wordt getekend.
In de nader te sluiten overeenkomst tussen de aannemer en Universum zullen onder meer de navolgende punten (3.1 en 3.2) opgenomen dienen te worden.
Bij start bouw van de woontoren/parkeergarage van de eerste fase is een bedrag verschuldigd van € 1.225.207 (f 2.700.000) zegge: één miljoen tweehonderd vijfentwintig duizend tweehonderd en zeven euro, welk bedrag wordt verhoogd met de wettelijke BTW;
Bij start bouw van de kantoortoren, zijnde de tweede fase (14.000 ,2 BVO) is een bedrag verschuldigd van € 680.670 (f 1.500.000) zegge: zeshonderd tachtigduizend zeshonderd en zeventig euro, welk bedrag wordt verhoogd met de wettelijke BTW;
Bij start bouw van de kantoortoren, zijnde de derde fase (10.000 m2 BVO) is een bedrag verschuldigd van € 680.670 (f 1.500.000) zegge: zeshonderd tachtigduizend zeshonderd en zeventig euro, welk bedrag wordt verhoogd met de wettelijke BTW.
- dat met bemiddeling en inspanning van Universum een ontwikkelovereenkomst tot stand is gekomen tussen Schootse Poort, gevestigd te Eindhoven en Bouwfonds Ontwikkeling BV, gevestigd te Hoevelaken, hierna te noemen “Bouwfonds”;
- dat Universum Vastgoed BV de in haar bezit zijnde bouwclaim terzake van het project Eurocenter te Amsterdam te gelde wenst te maken;
- dat deze bouwclaim voorziet in de bouw van:
een woontoren van 81 appartementen met bijbehorende parkeergarage, nader aan te duiden als fase 1;
een kantoortoren van ca. 14.000 m2 BVO, nader aan te duiden met fase 2;
een kantoortoren van ca. 10.000 m2 BVO, nader aan te duiden met fase 3;
- -dat Bouwfonds de gehele bouwopdracht als hiervoor bij a, b en c is vermeld, heeft verstrekt aan Drentepark;
- dat Universum en Drentepark de afhandeling van de bouwclaim in een overeenkomst wensen vast te leggen.
Drentepark heeft zich tegenover Universum verplicht terzake een bedrag te vergoeden ad € 2.586.547,- (f 5.700.000,-) zegge twee miljoen vijfhonderd zesentachtigduizend vijfhonderd zevenenveertig euro, exclusief BTW en wel als volgt:
van de woontoren en / of parkeergarage van de eerste fase is een bedrag door Drentepark verschuldigd van € 1.225.207,-- (f 2.700.000,--) zegge, één miljoen tweehonderd vijfentwintigduizend tweehonderd zeven euro, welk bedrag wordt verhoogd met de wettelijke BTW;
van de kantoortoren, zijnde de tweede fase (14.000 m2 BVO) is een bedrag door Drentepark verschuldigd van € 680.670,-- (f 1.500.000,--) zegge: zeshonderd tachtigduizend zeshonderd zeventig euro, welk bedrag wordt verhoogd met de wettelijke BTW;
van de kantoortoren, zijnde de tweede fase (10.000 m2 BVO) is een bedrag door Drentepark verschuldigd van € 680.670,-- (f 1.500.000,--) zegge: zeshonderd tachtigduizend zeshonderd zeventig euro, welk bedrag wordt verhoogd met de wettelijke BTW.”
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De straf en/of de maatregel
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
gevangenisstrafvan
negen (9) maanden.