ECLI:NL:RBLIM:2018:1100

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 februari 2018
Publicatiedatum
5 februari 2018
Zaaknummer
C/03/245310 / KG ZA 18-20
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil over de verdeling van een nalatenschap en de verkoop van onroerend goed

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een executiegeschil, vordert de eiseres in conventie, die tevens verweerster in reconventie is, schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van 3 januari 2018. Dit vonnis betreft de verdeling van de nalatenschap van hun overleden moeder, waarbij de woning en een banksaldo van € 10.000,00 aan de gedaagde in conventie, die ook eiser in reconventie is, zijn toegewezen. De eiseres stelt dat het vonnis berust op een juridische en feitelijke misslag, omdat zij de woning zelf wil verwerven en de gedaagde misbruik maakt van recht door de executie voort te zetten. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van een juridische of feitelijke misslag en dat de belangen van de gedaagde bij de executie niet in redelijkheid te respecteren zijn. De vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis wordt afgewezen, behalve voor het gedeelte dat betreft de betaling van € 5.000,00, waarvoor de schorsing wordt toegewezen. In reconventie wordt de eiseres veroordeeld om de gedaagde toegang te geven tot de woning en om een afschrift van de huurovereenkomst en een overzicht van de huurinkomsten te overhandigen. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor het geval de eiseres in gebreke blijft.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/245310 / KG ZA 18-20
Vonnis in kort geding van 5 februari 2018
in de zaak van:
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie],
wonende te [woonplaats 1] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. A. Schmidt,
tegen
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats 2] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. J.P.C.M. van Riet.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het exploot van de dagvaarding van 15 januari 2018, met producties
  • de conclusie van eis in reconventie, met producties
  • de brief van 22 januari 2018 van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] , met productie
  • de mondelinge behandeling van 23 januari 2018
  • de pleitnota van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie]
  • de pleitnota / conclusie van antwoord in conventie van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

in conventie en in reconventie

2.1.
Partijen zijn de enige erfgenamen van hun moeder, [erflater] , overleden te Heerlen op [overlijdensdatum] , en zij zijn ieder tot de helft van haar nalatenschap gerechtigd.
2.2.
Tot de nalatenschap behoort:
  • het onroerend goed aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning),
  • inboedelgoederen,
  • een saldo op de bankrekening van € 10.000,00,
  • een hypothecaire geldlening bij Obvion, ter waarde van € 99.831,65.
2.3.
De woning is per 1 juli 2017 verhuurd.
2.4.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft in een procedure bij deze rechtbank met zaaknummer C/03/235267 / HAZA 17-240 [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gedagvaard en gevorderd de nalatenschap van hun moeder te verdelen. In die procedure kwamen partijen ter comparitie van 12 oktober 2017 (productie 1 conclusie van eis in reconventie) - in verband met de nog te verrichten taxatie van de woning - onder meer overeen dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vóór 1 december 2017 zou beslissen of zij de woning voor het getaxeerde bedrag toegedeeld wilde krijgen. Ook moest zij voor die datum aantonen dat zij die overname kon financieren. Een taxatie is uiteindelijk niet verricht.
2.4.1.
Bij vonnis van 3 januari 2018 (hierna: het vonnis) heeft de rechtbank in die procedure overwogen:
4.7.
De rechtbank zal ook de primaire vorderingen c en d, gericht op het verkrijgen van medewerking van de zus, toewijzen, nu de zus bij herhaling afspraken en toezeggingen niet is nagekomen; (…) De rechtbank zal om deze reden ook overgaan tot de gevorderde koppeling van een dwangsom aan de medewerking van de zus, zij het dat deze wordt gematigd.
2.4.2.
Met betrekking tot het banksaldo van € 10.000,00 overweegt de rechtbank:
4.10. (…)
(…) Bij gebreke van een deugdelijk verweer zal de rechtbank de vordering van de broer in zoverre toewijzen dat zal worden bepaald dat de zus aan hem ter zake het banksaldo een overbedelingsvergoeding van € 5.000 verschuldigd is, zij het dat de rechtbank tevens zal voorzien in de grondslag voor deze vordering, namelijk de toedeling van het banksaldo aan de zus. Voor de door broer gevorderde veroordeling om het bedrag van € 5.000 (nu al) aan hem te betalen, bestaat geen grond, nu de vergoeding verschuldigd wordt in het kader van de verdeling, en die nog niet is afgerond. (…).
2.4.3.
De rechtbank gelast, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de (wijze van) verdeling van de onverdeelde nalatenschap als volgt:
“(…)
a. de onroerende zaak aan de [adres] te [plaats] , kadastrale aanduiding [kadasternummer] , wordt door de partijen verkocht aan een derde,
(…)
d. dat de zus verleent haar medewerking aan de totstandkoming van (a) de opdracht aan de makelaar, (b) de voorlopige koopovereenkomst, alsmede (c) het verlijden van de leveringsakte,
(…)
g. het banksaldo van € 10.000 wordt toegedeeld aan de zus, die zij in verband daarmee aan de broer een overbedelingsvergoeding van € 5.000 verschuldigd is,
(…)
2. veroordeelt de zus tot betaling van een dwangsom aan de broer van € 100 per dag voor elke dag na de dag van betekening van dit vonnis dat zij in gebreke blijft aan het in de beslissing onder 1 onder d bepaalde te voldoen, zulks tot een maximum van € 50.000,”
2.5.
Bij deurwaardersexploot van 12 januari 2018 is het vonnis van 3 januari 2018 aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] in persoon betekend (productie 2 bij exploot). In voornoemd deurwaardersexploot is aan [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het volgende bevel gedaan:
“1) om aan de daarbij uitgesproken veroordeling te voldoen en mitsdien binnen 1 dag na vandaag medewerking te verlenen aan de totstandkoming van (a) de opdracht aan de makelaar, (b) de voorlopige koopovereenkomst, alsmede (c) het verlijden van de leveringsakte, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag dat gerekwireerde in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van € 50.000,
2) om aan de daarbij uitgesproken veroordeling te voldoen en mitsdien binnen twee dagen na vandaag ten behoeve van verzoek(st)er aan mij, gerechtsdeurwaarder, als houder van de titel, tegen kwijting te betalen, het ingevolge voormelde titel verschuldigde, te weten:
hoofdsom € 5.000,00
de kosten van dit exploot € 96,22
(…)”

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] vordert om bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. te bepalen dat de reeds aangevangen executie van het vonnis van 3 januari 2018 wordt geschorst totdat in deze kwestie onherroepelijk zal zijn beslist, dan wel een voorlopige voorziening te treffen zoals de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
Subsidiair
II. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te ontzeggen om de aangevangen executie op deze wijze voort te zetten, in ieder geval voor wat betreft de gevorderde betaling van een bedrag van € 5.000,-, dan wel een voorlopige voorziening te treffen zoals de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
III. de opgelegde dwangsom – vide r.o. 5.2. van het vonnis van 3 januari 2018 – op te heffen, althans op te schorten, dan wel te verminderen tot nihil, totdat op de onderhavige kwestie onherroepelijk zal zijn beslist, dan wel een voorlopige voorziening te treffen zoals de voorzieningenrechter in goede justitie zal vermenen te behoren;
Zowel primair, als subsidiair
IV. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt dat het vonnis van 3 januari 2018 voor zover het de beslissing over de woning betreft op een feitelijke en juridische misslag berust. Deze bestaat daarin dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar medewerking moet verlenen aan de verkoop van de woning aan een derde, terwijl zij het pand nog steeds zelf wil verwerven. De rechtbank is er in het vonnis van
3 januari 2018 aan voorbij gegaan dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] geen verwijt gemaakt kan worden van het feit dat er geen taxatie is verricht. Zij wil alsnog uitvoering geven aan de tussen partijen gemaakte afspraken. De rechtbank heeft de belangen niet juist gewogen. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] maakt misbruik van recht door het vonnis te executeren omdat hij weet dat zij de woning wil overnemen. Door executie van het vonnis komt haar belang in hoger beroep in het gedrang en wordt haar een feitelijke instantie ontnomen. Executie van het bedrag van € 5.000,00 is niet mogelijk omdat de rechtbank geen veroordeling tot betaling van dit bedrag heeft uitgesproken.
3.3.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] vordert om bij vonnis [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de toegangssleutels van het woonhuis staande en gelegen aan de [adres] te [plaats] aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te overhandigen, evenals een origineel exemplaar van de door gedaagde gesloten huurovereenkomst, evenals een overzicht van de huur die zij heeft ontvangen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag dat zij in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen.
3.6.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] legt aan zijn vordering ten grondslag dat hij mede gerechtigd is tot de woning en recht heeft op toegang tot de woning. Verder was [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] niet betrokken bij het sluiten van de huurovereenkomst, waardoor hij niet weet aan wie de woning is verhuurd en op basis van welke condities.
3.7.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] voert verweer.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
Het spoedeisend belang vloeit voort uit de aard van de zaak.
in conventie
4.2.
De voorzieningenrechter stelt het volgende voorop. In een executiegeschil kan de voorzieningenrechter de tenuitvoerlegging van een vonnis slechts schorsen, indien hij van oordeel is dat de executant ( [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] ) mede gelet op de belangen aan de zijde van de geëxecuteerde ( [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ) die door de executie zullen worden geschaad - geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dat zal het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien de tenuitvoerlegging op grond van na dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van de geëxecuteerde ( [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] ) een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard.
4.3.
Met betrekking tot de woning verwerpt de voorzieningenrechter het standpunt van [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] dat het vonnis berust op een feitelijke, dan wel juridische misslag. Haar mening dat de rechtbank de belangen in het vonnis anders had moeten wegen, kan in een hoger beroep procedure op juistheid worden getoetst. Het is niet aan de voorzieningenrechter om die weging van de rechtbank integraal over te doen. Het enkele feit dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] het niet eens is met de feitelijke weging van de rechtbank, kan niet tot de conclusie leiden dat het vonnis op een feitelijke dan wel juridische misslag berust. [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] stelt verder niet dat er een noodtoestand is. Gelet op het voorgaande is er geen sprake van misbruik van recht door [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . Grond voor schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis voor zover het de woning betreft, is er dan ook niet.
4.3.1.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft subsidiair opheffing, dan wel opschorting of vermindering (tot nihil) van de opgelegde dwangsommen gevorderd. De voorzieningenrechter begrijpt dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] deze vordering baseert op artikel 611d Rv. Dit artikel kent een bevoegdheid toe aan de rechter die de dwangsom heeft opgelegd - in dit geval de rechtbank - en niet aan de voorzieningenrechter die oordeelt in een executiegeschil.
4.4.
Voor wat betreft de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] gevorderde schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis met betrekking tot de betaling van het bedrag van
€ 5.000,00 erkent [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] dat het vonnis nu geen mogelijkheid biedt tot het afdwingen van die betaling, maar dat die mogelijkheid pas bestaat na afronding van de verdeling van de nalatenschap. De gevorderde schorsing zal op dit onderdeel daarom worden toegewezen.
in reconventie
4.5.
[eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzet zich niet tegen afgifte aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van (een kopie van) de huurovereenkomst. Ook heeft zij toegezegd een overzicht van de huurinkomsten en uitgaven ten behoeve van woning te zullen verstrekken. De voorzieningenrechter zal [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] daarom veroordelen een afschrift van het originele exemplaar van de huurovereenkomst van de woning, alsmede een overzicht van de huurinkomsten aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te overhandigen.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft geen bezwaren geuit tegen de door [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] verzochte termijn van vier weken na betekening van dit vonnis om aan de veroordeling te voldoen, zodat de voorzieningenrechter deze termijn toekent.
4.6.
Volgens [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] geen belang bij afgifte van de sleutels van de woning. De voorzieningenrechter verwerpt dit verweer. [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] is mede gerechtigd tot de woning en heeft op die grond het recht zich de toegang tot de woning te (kunnen) verschaffen, met dien verstande dat [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] gehouden is de rechten van de huurder daarbij te respecteren. Derhalve dient [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] zorg te dragen voor afgifte van een set sleutels van de woning aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . De vordering zal in die zin worden toegewezen. De voorzieningenrechter acht een termijn van zeven dagen na betekening van onderhavig vonnis daartoe redelijk.
4.7.
[gedaagde in conventie, eiser in reconventie] heeft belang bij het opleggen van een dwangsom omdat op voorhand niet vastgesteld kan worden dat [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] haar toezegging omtrent afgifte van een afschrift van het originele exemplaar van de huurovereenkomst en het overzicht van de huurinkomsten aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] zal nakomen. Bovendien heeft zij bezwaren geuit tegen afgifte van de sleutels aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] . De voorzieningenrechter zal een dwangsom van
€ 100,00 per dag opleggen, maar deze wel maximeren.
in conventie en in reconventie
4.8.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten in conventie en in reconventie tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
5.1.
schorst de tenuitvoerlegging van het vonnis van 3 januari 2018 met zaaknummer C/03/235267 / HA ZA 17-249, voor zover het betreft het bevel om binnen twee dagen na betekening van het vonnis het bedrag van € 5.000,00 aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te voldoen,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.5.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om binnen vier weken na betekening van dit vonnis aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] te overhandigen een afschrift van het originele exemplaar van de huurovereenkomst van de woning, alsmede een overzicht van de huurinkomsten,
5.6.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] een set sleutels van de woning te overhandigen,
5.7.
veroordeelt [eiseres in conventie, verweerster in reconventie] tot betaling van een dwangsom aan [gedaagde in conventie, eiser in reconventie] van
€ 100,00 per dag voor elke dag na de dag van betekening van dit vonnis dat zij in gebreke blijft aan het in de beslissing onder 5.5. en 5.6. bepaalde te voldoen, zulks tot een maximum van € 5.000,00,
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
compenseert de kosten van deze procedure in reconventie tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken.
type: RJ