Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling ter zitting van 13 november 2018.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die op 20 november 2018 door de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding en de mondelinge behandeling vond plaats op 13 november 2018. Eiseres vorderde medewerking van gedaagde aan de verkoop van een onroerende zaak, waar zij gezamenlijk eigenaar van zijn. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagde.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiseres grotendeels toegewezen. Gedaagde is veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis een schriftelijke opdracht tot verkoop van zijn aandeel in de onroerende zaak aan de makelaar te verstrekken. Daarnaast is gedaagde verplicht om medewerking te verlenen aan de aanbieding en verkoop van het onroerend goed, en om het pand open te stellen voor bezichtigingen door potentiële kopers. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat gedaagde een dwangsom van € 1.000,-- per dag moet betalen voor iedere dag dat hij niet aan de veroordelingen voldoet, met een maximum van € 50.000,--.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat eiseres direct gebruik kan maken van de uitspraak, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in de hoofdzaak gedaan. Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kluin en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.