ECLI:NL:RBLIM:2018:10866

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
20 november 2018
Publicatiedatum
20 november 2018
Zaaknummer
C/03/256134 / KG ZA 18-581
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan verkoop van onroerende zaak in kort geding

In deze zaak, die op 20 november 2018 door de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding en de mondelinge behandeling vond plaats op 13 november 2018. Eiseres vorderde medewerking van gedaagde aan de verkoop van een onroerende zaak, waar zij gezamenlijk eigenaar van zijn. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet en heeft verstek verleend tegen de niet verschenen gedaagde.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiseres grotendeels toegewezen. Gedaagde is veroordeeld om binnen vijf dagen na betekening van het vonnis een schriftelijke opdracht tot verkoop van zijn aandeel in de onroerende zaak aan de makelaar te verstrekken. Daarnaast is gedaagde verplicht om medewerking te verlenen aan de aanbieding en verkoop van het onroerend goed, en om het pand open te stellen voor bezichtigingen door potentiële kopers. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat gedaagde een dwangsom van € 1.000,-- per dag moet betalen voor iedere dag dat hij niet aan de veroordelingen voldoet, met een maximum van € 50.000,--.

De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat eiseres direct gebruik kan maken van de uitspraak, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in de hoofdzaak gedaan. Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kluin en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
zaaknummer / rolnummer: C/03/256134 / KG ZA 18-581
Vonnis in kort geding van 20 november 2018
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats eiseres] ,
eiseres,
advocaat mr. S.J.C. Vaessen te Panningen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de mondelinge behandeling ter zitting van 13 november 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
2.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen, behoudens het navolgende.
2.3.
De vordering om de man te veroordelen om vanaf 1 maart 2018 alle eigenaars- en gebruikslasten van de woning voor zijn rekening te nemen zal worden afgewezen, omdat het in feite een vordering tot het wijzen van een declaratoir vonnis is.
2.4.
De gevorderde dwangsommen worden toegewezen, met dien verstande dat deze zullen worden beperkt als na te melden.
2.5.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen gedaagde,
3.2.
veroordeelt gedaagde om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan makelaar [naam makelaar] een schriftelijke opdracht te verstrekken tot verkoop van het onverdeeld aandeel van gedaagde in de onroerende zaak aan de [adres voormalige gemeenschappelijke woning] te [plaats voormalige gemeenschappelijke woning] , en bepaalt dat, indien gedaagde daaraan geen gevolg geeft, dit vonnis in de plaats treedt van de instemmende verklaring van de gedaagde,
3.3.
veroordeelt gedaagde om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan de aanbieding en verkoop van het onverdeeld aandeel van gedaagde in de onroerende zaak aan de [adres voormalige gemeenschappelijke woning] te [plaats voormalige gemeenschappelijke woning] op de vrije woningmarkt door [naam makelaar] makelaar, voor een door deze makelaar te adviseren vraagprijs,
3.4.
veroordeelt gedaagde om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis de onroerende zaak open te stellen voor bezichtiging door potentiële kopers samen met [naam makelaar] makelaar, alles na te laten dat aan de totstandkoming van een koopovereenkomst in de weg staat en alle aanbevelingen van deze makelaar op te volgen en dat gedaagde de onroerende zaak ter beschikking stelt voor een bezichtiging op eerste aankondiging van deze makelaar, de gedaagde noch in persoon noch vertegenwoordigd door derden bij de bezichtiging aanwezig is en dat de gedaagde ter bezichtiging van de onroerende zaak een huissleutel ter beschikking stelt aan deze makelaar,
3.5.
veroordeelt gedaagde om, zodra een kandidaat-koper bereid is de onroerende zaak te kopen voor een koopprijs waarvan de makelaar meent dat hij redelijk is, binnen drie dagen mee te werken aan de totstandkoming van de koopovereenkomst, mits de hypotheekverstrekker toestemming verleend voor deze koopprijs, en bepaalt dat, indien gedaagde daaraan geen gevolg geeft, dit vonnis in de plaats treedt van de instemmende verklaring van gedaagde,
3.6.
veroordeelt gedaagde om – nadat de hypotheekverstrekker toestemming heeft verleend – vervolgens binnen twee weken na voornoemde toestemming van de hypotheekverstrekker, mee te werken aan de notariële levering via een door de kopers aan te wijzen notaris, en bepaalt dat, indien gedaagde daaraan geen gevolg geeft, dit vonnis in de plaats treedt van zijn handtekening onder de leveringsakte zodat de levering zal plaatsvinden door inschrijving van dit vonnis samen met de leveringsakte in de daartoe bestemde openbare registers,
3.7.
veroordeelt gedaagde de onroerende zaak aan de [adres voormalige gemeenschappelijke woning] te [plaats voormalige gemeenschappelijke woning] uiterlijk drie dagen voorafgaande aan de notariële levering te verlaten en te ontruimen,
3.8.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres een dwangsom te betalen van telkens € 1.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij niet aan één of meer onder 3.3, 3.4 en 3.7 uitgesproken veroordelingen voldoet, waarbij de genoemde dwangsom is verschuldigd voor elke overtreding afzonderlijk (dat wil zeggen bij overtreding van alle drie de veroordelingen dus € 3.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan), tot een maximum van € 50.000,-- is bereikt,
3.9.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.10.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kluin en in het openbaar uitgesproken op 20 november 2018. [1]

Voetnoten

1.type: LE