3.1.[eiser] heeft gevorderd - na voorwaardelijke vermeerdering van eis - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. zal verklaren voor recht dat [gedaagde] toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld door de litigieuze strook grond, deel uitmakend van het perceel [adres 1] te Klimmen (kadastraal bekend gemeente Klimmen, [kadasternummer 1] ) welke zich over de gehele lengte van de kadastrale erfgrens met perceel [adres 2] Klimmen (kadastraal bekend gemeente Klimmen, [kadasternummer 2] ) bevindt tussen enerzijds die kadastrale erfgrens en anderzijds het hart van de op eerstgenoemd kadastraal perceel aanwezige coniferenhaag en de (vanaf de straatzijde bezien) rechterzijde van de zich pal daarvoor bevindende betonnen voet, tussen september 1992 en mei 1993 te kwader trouw in bezit te nemen en vervolgens te houden gedurende de voor verkrijgende verjaring ex art. 3:105 lid 1 jo. 306 BW vereiste termijn van twintig jaren, alsmede dat [gedaagde] gehouden is aan [eiser] diens hierdoor geleden en nog te lijden schade te vergoeden;
2. [gedaagde] zal veroordelen ten titel van schadevergoeding in natura voor bedoelde schade aan [eiser] de hiervoor omschreven strook grond in eigendom over te dragen en te leveren, daartoe een notariële leveringsakte te laten opstellen en medewerking te verlenen aan het verlijden daarvan en deze te doen inschrijven in de openbare registers, op kosten van [gedaagde] en wel binnen veertien dagen na betekening van het vonnis, en op straffe van een door [gedaagde] te verbeuren dwangsom van € 500,00 voor elke dag of deel van een dag dat deze na ommekomst van de gestelde termijn hiermee in gebreke mocht blijven, en
3. [gedaagde] zal veroordelen aan [eiser] ter zake van buitengerechtelijke kosten een bedrag te voldoen van € 1.119,25, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten, met inbegrip van de beslagkosten alsmede een bedrag van € 131,00 resp. € 199,00 ter zake nakosten, vermeerderd met de explootkosten indien niet binnen veertien dagen na de datum van het vonnis aan de daarbij uitgesproken veroordelingen is voldaan en betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, de proceskosten te voldoen binnen veertien dagen na de dag waarop in dezen (eind)vonnis wordt gewezen, bij niet (tijdige) betaling te vermeerderen met de wettelijke rente.