ECLI:NL:RBLIM:2018:10676

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 november 2018
Publicatiedatum
14 november 2018
Zaaknummer
03.700196-18
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld gepleegd door een groep jongeren via een datingsite

Op 13 november 2018 heeft de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 29 april 2018 in Kerkrade betrokken was bij een gewelddadige diefstal. De verdachte, bijgestaan door zijn advocaat mr. L. Geerman, werd beschuldigd van het samen met anderen beroven van een man die via de datingsite Bullchat.com naar een woning was gelokt. Tijdens de zitting op 30 oktober 2018 zijn de verdachte, zijn raadsvrouw, de officier van justitie en de ouders van de verdachte gehoord. De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met anderen geld en autosleutels van het slachtoffer heeft weggenomen, waarbij geweld is gebruikt. Het slachtoffer heeft verklaard dat hij op de afgesproken locatie werd aangevallen door meerdere mannen, die hem met stokken en vuisten hebben geslagen en hem hebben vastgehouden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van het plan om het slachtoffer te beroven en dat hij een actieve rol heeft gespeeld in het geweld. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan diefstal met geweld en legde een jeugddetentie van 180 dagen op, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast werd een taakstraf van 130 uren opgelegd, met vervangende jeugddetentie bij niet-naleving. De benadeelde partij vorderde schadevergoeding, die door de rechtbank werd toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Familie en jeugd
Parketnummer: 03/700196-18
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer voor jeugdstrafzaken d.d. 13 november 2018
in de strafzaak tegen
[VERDACHTE] ,
geboren te [geboortegegevens] ,
wonende te [adres 1] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. L. Geerman, advocaat kantoorhoudende te Sittard.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 30 oktober 2018. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Tevens zijn gehoord de ouders van verdachte.
De raadsman van de benadeelde partij [benadeelde partij] , mr. C.C. de Lange, heeft eveneens het woord gevoerd.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
op 29 april 2018 in Kerkrade, al dan niet alleen, geld en autosleutels van [benadeelde partij] heeft weggenomen en daarbij [benadeelde partij] voornoemd heeft geduwd of vastgehouden of met vuisten tegen het gezicht, hoofd of lichaam heeft geslagen en met stokken en staven op of tegen het hoofd of lichaam van die [benadeelde partij] heeft geslagen.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft ten aanzien van de bewezenverklaring geen verweer gevoerd.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
De beslissing dat het bewezen verklaarde door de verdachte is begaan berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierna vermelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
Ten aanzien van het tenlastegelegde feit 1:
Aangever [benadeelde partij] [2] heeft op 30 april 2018 aangifte gedaan van diefstal met geweld van de autosleutels van zijn grijze personenauto merk Alfa Romeo, type 159 op 29 april 2018 te Kerkrade.
Aangever heeft verklaard dat hij op 29 april 2018 omstreeks 18.45 uur op de site Bullchat.com een afspraak heeft gemaakt. Dit is een datingsite met name op seksgebied en hij weet uit ervaring dat er ook wel homo’s op zitten. [3] Aangever krijgt via het telefoonnummer [nummer] het adres [adres 2] in Kerkrade toegestuurd onder bijvoeging van een foto van de contactpersoon die de deur zou openen. Ook wordt hem een geldbedrag van 120 euro gevraagd. [4] Aangever gaat met zijn auto, een Alfa Romeo, naar het opgegeven adres en hij sms’t om 19.55 uur naar voornoemd nummer dat hij voor de deur staat. Als de deur wordt opengedaan, loopt aangever naar binnen en ziet hij aan het eind van de gang een man staan. Deze man was dezelfde als de persoon op de naar aangever gestuurde foto. Hij hoort dat de man tegen hem zegt: “Kom maar binnen, doe maar rustig”. Aangever ruikt een sterke weedgeur en hoort boven voetstappen en gefluister. Hij voelt zich onveilig en niet op zijn gemak. De man blijft hem geruststellen. Aangever zegt dat hij beter naar huis kan gaan en wil de trap aflopen. De jongen stelt hem gerust en aangever loopt verder de trap op, die een flauwe bocht maakt. Op de overloop aangekomen, ziet hij dat uit het niets meerdere mannen naar hem toe stormen. Aangever verklaart dat hij gelijk wordt geslagen met stokken en staven. [5]
Hij wordt door een aantal mannen vastgegrepen en hij voelt dat zij hem de trap optrekken. Hij probeert zich los te trekken, maar hij voelt dat hij zeven tot acht klappen op zijn hoofd en lichaam krijgt. Hij voelt pijn aan zijn hoofd en aan zijn lichaam. De klappen komen van alle kanten, van boven af, van opzij en van onderen. Aangever voelt dat hij heen en weer wordt getrokken. Hij ziet dat men hem met ijzeren staven en houten stokken slaat. Bij iedere slag voelt aangever pijn. Aangever verklaart dat twee mannen hem van voren vasthielden en dat er zich twee mannen achter hem bevonden en op hem in begonnen te slaan. Tijdens het slaan hoorde hij dat de mannen door elkaar heen riepen "Nu, beurs, telefoon, sleutels!". Aangever rukt zich los en rent de trap af, naar de voordeur. Bij de voordeur wordt hij weer vastgegrepen door een aantal mannen en met de ijzeren staven en houten stokken geslagen. De mannen roepen door elkaar heen "Beurs, telefoon, sleutels!". Hij probeert de voordeur te openen, maar krijgt die niet open. Al die tijd wordt hij met de metalen staven en houten stokken geslagen. In het tumult is de 120 euro die aangever in de achterzak van zijn broek had zitten, weggenomen. Het betreft twee biljetten van vijftig euro en een biljet van 20 euro. [6] Opeens hoort hij dat een van de mannen zegt: "Nu is het genoeg geweest, laat hem gaan!". Hij hoort een zoemgeluid bij de voordeur en voelt dat de voordeur open gaat, waarop hij naar buiten vlucht.
Aangever kan 100 procent zeggen dat alle aanwezige jongens hem geslagen hebben, behalve de jongen die hem de deur heeft opengedaan, dat was de jongen van de foto. Die jongen is hij uit het oog verloren en hij heeft niet gezien of die hem heeft geslagen. [7]
Medeverdachte [medeverdachte 1] [8] heeft verklaard dat hij met vrienden ( [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [VERDACHTE] , [medeverdachte 5] en een onbekende Poolse jongen
(rechtbank: bedoeld wordt [medeverdachte 6] )) op 29 april bij [medeverdachte 3] in de woning was. [9] [medeverdachte 1] heeft voorts verklaard dat iemand op het idee kwam om een homo te gaan rippen. Iedereen (dat waren: hijzelf, [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] , [VERDACHTE] en de Poolse jongen) is ermee akkoord gegaan om iemand geld afhandig te maken. Hij heeft via zijn telefoon samen met [medeverdachte 5] een account aangemaakt op Bullchat.com voor een pay-date. Dit is een site waar mensen betalen voor seks. Na enige tijd heeft een man uit België gereageerd en is met hem via WhatsApp een afspraak gemaakt. Toen zij wisten dat de man zou komen, hebben zij de volgende afspraken gemaakt. [medeverdachte 2] zou de deur open doen, [medeverdachte 4] zou de deur afsluiten als die man binnen was. Hijzelf stond met [VERDACHTE] boven aan de trap en [medeverdachte 4] en de Poolse jongen stonden op het toilet. De buit zou worden verdeeld.
Toen de man boven aan de trap stond werd hij gelijk door [medeverdachte 5] gepakt en kreeg hij meteen klappen van [medeverdachte 5] . [VERDACHTE] heeft hem met een dunne plank geslagen en hijzelf heeft de man meerdere keren met een ijzeren stang geslagen, op zijn borstkas, zijn rug en misschien ook op zijn hoofd. Dat laatste weet hij niet meer zeker. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] hebben de man ook geslagen. Met de vuisten. De Poolse jongen heeft de man vastgehouden. Er is toen tegen de man gezegd dat hij het geld moest geven. Toen de man wegliep heeft hij zijn autosleutel verloren. Die was van de grijze Alfa Romeo met Belgisch kenteken die voor de deur stond. [medeverdachte 3] heeft de sleutel gevonden. [10]
Medeverdachte [medeverdachte 6] G. [medeverdachte 6] [11] heeft verklaard dat ze ten tijde van de beroving op 29 april 2018 met zeven man in de woning van [medeverdachte 3] waren. Iemand riep: zullen we een homo rippen. Er is toen contact gelegd via een site. Toen er een afspraak met het slachtoffer is gemaakt, is er een plan gesmeed. Het heeft een uur of twee geduurd tussen het eerste contact en het moment dat die man daadwerkelijk bij het pand was. Een kwartier voordat die man zei dat hij kwam, ging iedereen zich klaarmaken. Het organiseren ging met z’n allen. De rol van [medeverdachte 6] was om beneden te staan en het slachtoffer vast te pakken, ze zouden eerst gaan dreigen en als de man niets zou afgeven, zouden ze gaan slaan. Er is afgesproken dat het geld verdeeld zou worden, degene van wie de woning was zou een tientje extra krijgen. Het was makkelijk geld verdienen. [12] De man kreeg als eerste klappen van [medeverdachte 5] , met zijn vuisten. [medeverdachte 5] heeft gedreigd en schreeuwde voor geld en zijn autosleutels. De man wilde vluchten. [medeverdachte 6] heeft die man toen van achteren vastgepakt in een soort nekklem. De man kreeg als eerste klappen van [medeverdachte 5] , met zijn vuisten. Er is een autosleutel en een hoeveelheid geld van die man afgepakt. Bij de worsteling is er flink geduwd . [13]
Medeverdachte [medeverdachte 2] [14] verklaart dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 7] de man zouden vastpakken. [VERDACHTE] en [medeverdachte 1] zouden zijn geld afpakken en schreeuwen.
[medeverdachte 5] en [VERDACHTE] renden die tweede trap op, nog voordat het geld werd afgepakt. Daar pakte [medeverdachte 1] een ploertendoder en een ijzeren stang. [medeverdachte 2] denkt een roede uit een kleerkast. [VERDACHTE] had een plank van een lattenbodem. [medeverdachte 1] en [VERDACHTE] bleven op de onderste treden van de trap staan, omdat de man in de strubbeling richting de trap ging. Toen begonnen zij beiden op de man in te slaan. De eerste klap is door de houten plank gedaan en [medeverdachte 2] zag dat die man ook meteen achter op zijn hoofd begon te bloeden. Dat was een flinke eerste slag. [medeverdachte 2] zag [medeverdachte 1] en [VERDACHTE] verder slaan. [medeverdachte 1] sloeg ook met de ploertendoder op het hoofd van die man en zijn lichaam. Er was veel bloed. [medeverdachte 2] hoorde klappen en zag dat ze het slachtoffer op zijn hoofd en bovenlichaam sloegen . [15]
Ter zitting heeft de verdachte [16] verklaard dat ze op 29 april 2018 met zijn zevenen bij [medeverdachte 3] in de woning waren. Dat waren hijzelf, [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en een Poolse jongen. [medeverdachte 1] kwam met het plan om iemand te overvallen. Via een datingsite is iemand benaderd en is kort gesproken over het plan. Er is een foto van [medeverdachte 2] gestuurd naar die man. Het plan was dat [medeverdachte 2] de deur zou openen en [medeverdachte 5] geld en de sleutels zou pakken. Ook zijn de plekken verdeeld waar iedereen moest staan. [medeverdachte 2] heeft de deur geopend en is met de man de trap opgelopen. [medeverdachte 7] pakte de man in een nekklem. [medeverdachte 5] pakte het geld en de sleutels. [medeverdachte 1] sloeg met een ploertendoder, een ijzeren staaf. Later had [medeverdachte 3] de sleutels.
Verdachte heeft in de woning houten latten van een lattenbodem zien liggen.
Verdachte stond met [medeverdachte 1] boven aan de trap. Verdachte stond op de trap naar de tweede verdieping en [medeverdachte 1] stond een aantal treden onder hem. Verdachte verklaart dat hij daar stond voor als er iets mis zou gaan.
Bewijsoverweging.
Verdachte heeft verklaard dat hij weliswaar van het plan af wist en er bij was toen het uitgevoerd werd, maar ontkent dat hij heeft deelgenomen aan de beroving van het slachtoffer.
Op grond van voormelde bewijsmiddelen acht de rechtbank de verklaring van verdachte, dat hij geen rol heeft gespeeld bij de diefstal met geweld, ongeloofwaardig. Daarvoor is immers geen steun te vinden in enig ander bewijsmiddel. Op grond van de diverse verklaringen stelt de rechtbank vast dat iedereen die in de woning aanwezig was, wist van het plan om via een chatsite een afspraak met een homo te maken om hem te rippen. Er zijn van tevoren afspraken gemaakt over de rolverdeling en hoe de buit zou worden verdeeld. Tussen het maken van het plan, het eerste contact met de aangever en het daadwerkelijke incident heeft enige tijd gezeten. Verdachte heeft zich op geen enkel moment hiervan gedistantieerd. Uit de verklaringen blijkt dat verdachte degene was die de aangever met een houten lat heeft geslagen. Die verklaringen zijn, zowel wat de plaats betreft waar de verdachte stond (op de trap) als het gebruikte geweld (slaan met een houten lat terwijl het slachtoffer ook geslagen werd door [medeverdachte 1] met een ijzeren staaf) eenduidig en, naar het oordeel van de rechtbank, geloofwaardig. Daarbij komt dat ook het slachtoffer verklaart dat alle aanwezige mannen hem hebben geslagen en of vastgepakt, behalve de jongen die de deur heeft opengemaakt. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat dit [medeverdachte 2] was.
De rechtbank is op grond van bovenstaande bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang beschouwd van oordeel dat verdachte dit feit samen met de mededaders heeft gepleegd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
op 29 april 2018 in de gemeente Kerkrade, tezamen en in vereniging met anderen, 120 euro en een autosleutel, toebehorende aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen die [benadeelde partij] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken,
welk geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededaders die [benadeelde partij] ,
- hardhandig hebben geduwd en vastgehouden en
- met een vuist in/tegen het gezicht en/of hoofd, althans het lichaam, hebben geslagen en
- met een stok en staven op/tegen het hoofd, althans het lichaam, hebben geslagen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een jeugddetentie voor de duur van 6 maanden geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van voorarrest.
Daarnaast heeft de officier van justitie een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 130 uren subsidiair 65 dagen jeugddetentie gevorderd, alsmede de opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte anders had kunnen handelen en ook had moeten handelen. Verdachte was ten tijde van de overval pas 14 jaar en verkeerde in een groep van veelal oudere personen. Er heerste een grimmige sfeer en de oudere personen gaven verdachte een gevoel dat hij zich niet aan de overval mocht onttrekken. Daar staat tegenover dat het om een ernstig feit gaat. Bij het bepalen van de straf moet echter wel uitgegaan worden van de verklaring van de verdachte, namelijk dat hij zelf niet heeft geslagen.
De raadvrouw is van mening dat een deels voorwaardelijke taakstraf, naast een voorwaardelijke jeugddetentie, een passende straf is. De hoogte van de gevorderde jeugddetentie dient echter gematigd te worden tot 3 maanden. Gelet op de positieve ontwikkeling van verdachte acht de raadsvrouw een proeftijd van één jaar voldoende.
De raadsvrouw heeft voorts verzocht om de geschorste voorlopige hechtenis op te heffen.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich samen met zijn mededaders schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld. Verdachte en zijn mededaders hebben het slachtoffer via de website bullchat.com naar de woning van een van de mededaders gelokt om hem te kunnen beroven. Van tevoren hebben zij daarvoor een uitgekiend plan bedacht. Om het vertrouwen van het slachtoffer te wekken wordt een foto van een van de mededaders aan het slachtoffer gestuurd. Deze mededader opent daarom ook de deur als het slachtoffer zich bij de woning meldt. Hierop verschijnen verdachte en zijn mededaders. Het slachtoffer wordt in het gezicht en op zijn lichaam geslagen. Verdachte heeft het slachtoffer met een lat van een lattenbodem geslagen, terwijl het slachtoffer in een nekklem wordt vastgehouden. Anderen hebben het slachtoffer met staven en/of met hun vuisten geslagen. Er wordt onder meer geroepen dat hij geld en zijn sleutels moet afgeven. Het geld wordt hem afgepakt. De autosleutel is hij na het gebeuren ook kwijt en gebleken is dat een van de mededaders later over deze sleutel beschikt. Verdachte geeft aan dat hij van het hele plan op de hoogte was, erbij was toen het plan werd uitgevoerd, maar ontkent verder enige betrokkenheid.
De rechtbank rekent de verdachte het bewezenverklaarde feit zwaar aan. Het is een feit van algemene bekendheid dat bij slachtoffers van een delict als het bewezenverklaarde, lange tijd gevoelens van angst en onzekerheid (kunnen) blijven bestaan.
Er is fors geweld gebruikt. Naast de verwondingen - bestaande uit 3 grote snijwonden op het hoofd, gekneusde ribben en een hersenschudding - die het slachtoffer heeft opgelopen is voorts een grote inbreuk gemaakt op het psychisch welzijn van het slachtoffer. Het slachtoffer heeft niet alleen tijdens de mishandeling doodsangsten uitgestaan, maar durft ook nu nog niet alleen de straat op. De weg naar de rechtbank om persoonlijk zijn schadevordering toe te lichten was voor het slachtoffer nog teveel gevraagd. Een confrontatie met de verdachten kon hij niet aan.
Ten aanzien van de ernst van de bewezenverklaarde feiten heeft de rechtbank mede gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De rechtbank heeft, evenals de officier van justitie, bij de straftoemeting aansluiting gezocht bij de door het LOVS geformuleerde oriëntatiepunten voor de straftoemetingen voor een woningoverval, te weten een jeugddetentie voor de duur van 6 maanden (180 dagen).
Anders dan bij een woningoverval, is hier geen sprake van een overval in de eigen vertrouwde omgeving. Daar staat tegenover dat het slachtoffer op een berekenende wijze in de val is gelokt. Er is fors geweld toegepast, waarin verdachte blijkens diverse verklaringen een flink aandeel in heeft gehad. Verdachte zelf blijft dit echter ontkennen.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank mede gelet op de inhoud van het strafblad van verdachte d.d. 9 oktober 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder door de strafrechter is veroordeeld.
De rechtbank houdt voorts rekening met het rapport van de raad voor de kinderbescherming van 17 oktober 2018. Daaruit blijkt dat verdachte na de overval een moeilijke tijd heeft doorgemaakt. Door zijn omgeving werd een gedragsverandering gezien, maar men kon er geen vinger opleggen waardoor dit veroorzaakt werd. Er worden echter geen zorgen gesignaleerd in de ontwikkeling van verdachte. Zowel thuis als op school en in de vrije tijd worden geen risicofactoren gezien. Gelet op dit alles adviseert de raad voor de kinderbescherming om aan verdachte een taakstraf op te leggen in de vorm van een werkstaf.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte een geheel voorwaardelijke jeugddetentie van 180 dagen dient te worden opgelegd met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank ziet in de door de raadsvrouw aangevoerde omstandigheden geen reden om de proeftijd te beperken tot één jaar.
De rechtbank overweegt daartoe dat er, zeker gelet op de deels ontkennende houding van de verdachte, wel redenen tot zorgen zijn. Verdachte heeft, ondanks zijn zeer jeugdige leeftijd, een belangrijk aandeel gehad in het strafbare feit. Hij heeft immers fors geweld toegepast.
Zeker is niet uit te sluiten dat de verdachte, zoals ter zitting door hem naar voren gebracht, door de hele situatie is overvallen en dat hij daardoor geen weerstand heeft kunnen bieden aan de groepsdruk, maar om dat goed te beoordelen zou nodig zijn dat verdachte open voor zijn aandeel uitkomt.
Voorts overweegt de rechtbank dat, gelet op zijn jeugdige leeftijd, gelet op het feit dat hij – anders dan zijn mededaders – maar zeer beperkt in voorlopige hechtenis heeft verbleven, en gelet op de ernst van het feit niet kan worden volstaan met een voorwaardelijke jeugddetentie. De rechtbank zal verdachte daarom een taakstraf in de vorm van een werkstraf opleggen voor de duur van 130 uren, bij niet goed verrichten te vervangen door 65 dagen jeugddetentie, met aftrek van het voorarrest.
De rechtbank zal voorts de geschorste voorlopige hechtenis opheffen.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde partij] vordert een schadevergoeding van € 1.114,47, bestaande uit een materiële schade van € 414,47 en een immateriële schade van € 700,00. Daarnaast vordert de benadeelde partij een bedrag van € 200,00 per zittingsdag aan proceskosten. De benadeelde partij vordert het totale bedrag hoofdelijk toe te wijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 29 april 2018 alsmede het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel.
Namens de benadeelde partij zijn de proceskosten ter terechtzitting nader gespecificeerd, in die zin dat voor het opstellen en de indiening van de vordering een bedrag van € 100,00, te verdelen over de zeven verdachten, wordt gevorderd, alsmede een bedrag van € 100,00 per dag voor het bijwonen van de terechtzitting. Tevens wordt gevorderd de proceskosten hoofdelijk op te leggen.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de vordering hoofdelijk kan worden toegewezen tot een bedrag van € 1.114,47, te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel met een vervangende jeugddetentie van 21 dagen.
De proceskosten van € 100,00 voor het indienen van het verzoek dienen door zeven verdachten te worden gedeeld, wat voor verdachte neerkomt op € 14,29. De proceskosten van € 100,00 voor het bijwonen van de behandeling dienen door drie verdachten te worden gedeeld, hetgeen neerkomt op een bedrag van € 33,33. Voor verdachte in totaal een bedrag van € 47,62.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert geen verweer tegen de ingediende vordering.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering van de benadeelde partij, nu verdachte deze niet heeft weersproken, kan worden toegewezen zoals is verzocht.
De rechtbank overweegt dat de officier van justitie voor deze overval 7 verdachten heeft gedagvaard. De rechtbank heeft de behandeling van deze zaken verspreid over 2 dagen. De rechtbank heeft de zaak tegen een van de medeverdachten reeds op voorhand aangehouden.
De rechtbank bepaalt op grond hiervan de proceskosten tot op heden op een bedrag van € 100,00 voor het indienen van de vordering en een bedrag van € 100,00 per zittingsdag voor het bijwonen van de beide zittingen door de raadsman van de benadeelde partij.
De rechtbank begroot de proceskosten tot op heden derhalve op een bedrag van € 300,00 en zal deze hoofdelijk opleggen.
De rechtbank merkt hierbij op dat daarin niet is verdisconteerd dat een extra zitting nodig is voor de behandeling van de aangehouden zaak.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen Wetboek van Strafrecht art. 36f, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde het strafbare feit/de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
- veroordeelt de verdachte tot een
jeugddetentie van 180 dagen;
- bepaalt dat de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast omdat verdachte voor het einde van een proeftijd van 2 jaren de algemene voorwaarde heeft overtreden;
-
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde
zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit,
Taakstraf
  • veroordeelt de verdachte tot een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 130 uren;
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 65 dagen;
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze taakstraf in mindering zal worden gebracht, naar rato van twee uren per dag;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden
Benadeelde partij(en) en schadevergoedingsmaatregel(en)
  • veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij, [benadeelde partij] , wonende te Tilburg, te betalen € 1.114,47, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 29 april 2018 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op € 300,00;
  • bepaalt dat voor zover deze bedragen door een of meer mededader(s)zijn betaald, de verdachte niet gehouden is deze bedragen aan de benadeelde partij te betalen;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde partij] , van € 1.114,47, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 10 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente over
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
  • bepaalt dat voor zover het bedrag door een of meer mededader(s) is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. E.J.M. Boogaard-Derix, voorzitter, mr. E.B.A. Ferwerda en mr. S.A.M.C. van de Winkel,, allen kinderrechters, in tegenwoordigheid van
J.H.J. van Daal, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 13 november 2018.
Zijnde mr. E.B.A. Ferwerda niet in de gelegenheid dit vonnis mee te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 29 april 2018 in de gemeente Kerkrade
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid geld (ongeveer 120 euro) en/of (een) autosleutel(s), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde partij] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde partij] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij] meermalen, althans eenmaal,
- hardhandig heeft/hebben geduwd en/of vastgehouden en/of
- met (een) vuist(en) in/tegen het gezicht en/of hoofd, althans het lichaam, heeft/hebben geslagen en/of
- met (een) stok(ken) en/of sta(af)ven, althans een hard en/of stomp voorwerp, op/tegen het hoofd, althans het lichaam, heeft/hebben geslagen;

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Eenheid Limburg, proces-verbaalnummer PL2300-2018063000, gesloten d.d. 15 augustus 2018, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 377.
2.Procesdossier, pagina 29-32,
3.Procesdossier pagina 37,
4.Procesdossier pagina 37,
5.Procesdossier pagina 38,
6.Procesdossier pagina 38,
7.Procesdossier pagina 42,
8.Procesdossier pagina 224-232 en 234-239,
9.Procesdossier pagina 225,
10.Procesdossier pagina 235 en 236,
11.Procesdossier pagina 325-333,
12.Procesdossier pagina 337 en 338,
13.Procesdossier pagina 332 en 333,
14.Procesdossier pagina 304, antwoord op vraag 10,
15.Procesdossier pagina 305,
16.Proces-verbaal ter terechtzitting van 29 oktober 2018.