Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
400,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 12 november 2018 een vonnis gewezen in kort geding, waarin de stichting Woonpunt vorderde om [gedaagde] te ontruimen uit de door hem gehuurde woning. Woonpunt stelde dat [gedaagde] ernstige overlast veroorzaakte, waaronder blaffende honden, harde muziek en bedreigingen aan omwonenden, wat leidde tot klachten van de buurvrouw, die niet meer in haar woning durfde terug te keren. De kantonrechter oordeelde dat de overlast substantieel en herhaaldelijk was, en dat [gedaagde] in strijd handelde met zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst. Ondanks verweer van [gedaagde], die stelde dat de overlast niet zo ernstig was en dat een bodemprocedure kon worden afgewacht, oordeelde de rechter dat de situatie acuut was en dat er een spoedeisend belang bestond voor de ontruiming. De rechter heeft de vordering van Woonpunt toegewezen en [gedaagde] veroordeeld om binnen 14 dagen het pand te ontruimen, met veroordeling in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Woonpunt direct kan overgaan tot ontruiming indien [gedaagde] niet aan de voorwaarden voldoet.