ECLI:NL:RBLIM:2018:10489

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
7 november 2018
Publicatiedatum
7 november 2018
Zaaknummer
04 7164453/CV 18-5606
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding wegens tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door het niet correct verlaten van een parkeervoorziening

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 7 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Q-Park Operations Netherlands B.V. en een gedaagde partij, die procedeerde in persoon. Q-Park vorderde een schadevergoeding van € 365,70 van de gedaagde partij, omdat deze de parkeervoorziening niet correct had verlaten. De gedaagde partij had op 4 november 2017 met zijn voertuig, dat geregistreerd stond op zijn naam, de parkeervoorziening verlaten door bumper-klevend achter een voorganger langs de slagboom te rijden, zonder een geldig parkeerticket in te voeren. Q-Park stelde dat de gedaagde partij hiermee toerekenbaar tekort was geschoten in de nakoming van de overeenkomst, en baseerde haar vordering op de algemene voorwaarden van Q-Park.

De gedaagde partij betwistte de vordering en voerde aan dat het parkeren gratis was, omdat hij een uitrijkaartje had gekregen bij de winkel waar hij boodschappen had gedaan. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij niet voldoende had weerlegd dat hij de gedraging had verricht en dat de algemene voorwaarden van toepassing waren. De rechter concludeerde dat de gedaagde partij de gefixeerde schadevergoeding van € 300,00 en het verloren kaart tarief van € 18,00 aan Q-Park verschuldigd was. Daarnaast werden de buitengerechtelijke incassokosten van € 47,70 toegewezen.

De kantonrechter veroordeelde de gedaagde partij tot betaling van het totaalbedrag van € 365,70, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeelde hem in de proceskosten van Q-Park, die op € 323,21 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 7164453 \ CV EXPL 18-5606
Vonnis van de kantonrechter van 7 november 2018
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Q-PARK OPERATIONS NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
gemachtigde mr. C.F.M.P. Spreksel,
tegen:
[gedaagde partij],
wonend op een geheim adres in de gemeente [naam gemeente] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen worden verder aangeduid met Q-Park en [gedaagde partij] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties;
  • het door de griffier opgetekende mondelinge antwoord van [gedaagde partij] , met producties;
  • de conclusie van repliek;
  • een DVD met beeldmateriaal, door Q-Park ter griffie gedeponeerd gelijktijdig met de conclusie van repliek;
  • de door de griffier opgetekende mondelinge dupliek van [gedaagde partij] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
Q-Park vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van € 365,70, vermeerderd met rente en kosten.
Q-Park legt daaraan - samengevat - het volgende ten grondslag.
Q-Park biedt tegen betaling parkeerplaatsen aan voor motorvoertuigen in parkeeraccommodaties in Nederland. Door de parkeeraccommodatie binnen te rijden komt een overeenkomst tot stand, waarop de algemene voorwaarden van Q-Park van toepassing zijn. Het parkeermanagementsysteem alsmede camera’s van Q-Park hebben geregistreerd dat met het voertuig met kenteken [kentekennummer] (auto van het merk Peugeot, type 206, SW 1.6 16V) gebruik is gemaakt van de parkeeraccommodatie “Maastricht-Brusselse Poort” en dat dit voertuig op 4 november 2017 om 16:54 uur Q-Park is uitgereden door bumper-klevend achter een voorganger langs c.q. onder de slagboom bij uitritterminal van Q-Park te rijden (het zogenoemde “treintje rijden”). Voornoemd kenteken stond op voornoemd tijdstip op naam van [gedaagde partij] geregistreerd bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW).
[gedaagde partij] heeft aldus primair gehandeld in strijd met de overeenkomst tussen partijen en de algemene voorwaarden van Q-Park en is daarmee toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de op haar rustende verplichtingen uit de overeenkomst. Op grond van de artikelen 5.9, 6.3 en 6.5 van de algemene voorwaarden is [gedaagde partij] aan Q-Park (aanvullende) schadevergoeding ad € 300,00 verschuldigd alsmede het geldende tarief verloren kaart, zijnde € 18,00. Subsidiair baseert Q-Park haar vordering op onrechtmatige daad. Q-Park heeft haar vordering ter incasso uit handen gegeven aan haar gemachtigde. In verband daarmee vordert zij een vergoeding van € 47,70.
2.2.
[gedaagde partij] voert - samengevat - het volgende verweer.
[gedaagde partij] acht de vordering niet terecht en wenst nader bewijs te zien, omdat op de overgelegde foto’s het kenteken van de auto niet te zien is. [gedaagde partij] merkt voorts op dat het parkeren gratis is, omdat men in de winkel waar men boodschappen doet een uitrijkaartje krijgt. Tot slot betwist [gedaagde partij] dat Q-Park schade heeft geleden.
2.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Q-Park heeft naar aanleiding van het verweer van [gedaagde partij] bij antwoord ter griffie een DVD gedeponeerd met daarop bewegend beeldmateriaal van de gestelde gedraging. Daarop is te zien dat een auto van voormeld merk en type en met voormeld kenteken, waarvan [gedaagde partij] niet heeft weersproken dat dit op zijn naam staat, al treintje rijdend de parkeervoorziening verlaat zonder een parkeerticket in te voeren. [gedaagde partij] heeft bij dupliek niet althans onvoldoende gemotiveerd weersproken dat hij de gedraging heeft verricht, zodat daarvan moet worden uitgegaan. [gedaagde partij] heeft niet betwist dat op de overeenkomst de gestelde algemene voorwaarden van toepassing zijn. Op grond van die algemene voorwaarden diende [gedaagde partij] met gebruikmaking van een geldig door Q-Park geaccepteerd parkeerbewijs of middel de parkeervoorziening te verlaten op straffe van schadevergoeding. De vraag of [gedaagde partij] een gratis uitrijkaartje had is in dit kader niet relevant, omdat uit de beelden blijkt dat hij daarvan geen gebruik heeft gemaakt. Een en ander leidt ertoe dat [gedaagde partij] op grond van de algemene voorwaarden het geldende verloren kaart tarief ad € 18,00 en de gefixeerde schadevergoeding ad € 300,00 aan Q-Park verschuldigd is. [gedaagde partij] heeft bij dupliek opgemerkt dit aan de hoge kant te vinden. De kantonrechter is echter van oordeel dat Q-Park haar schade bij dagvaarding voldoende heeft onderbouwd waarbij Q-Park tevens heeft gewezen op het afschrikwekkende karakter van deze boete. Het totaalgevorderde bedrag in hoofdsom van € 318,00 is daarmee toewijsbaar.
3.2.
[gedaagde partij] heeft niet op aparte gronden verweer gevoerd tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten ad € 47,70. Deze zijn toewijsbaar als gevorderd. De wettelijke rente wordt toegewezen als hierna bepaald.
3.3.
[gedaagde partij] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Q-Park worden begroot op:
  • dagvaarding € 84,21
  • griffierecht 119,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 323,21

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Q-Park te betalen een bedrag van € 365,70, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 november 2017 over € 318,00 en over € 47,70 vanaf 6 augustus 2018, telkens tot de dag van volledige betaling,
4.2.
veroordeelt [gedaagde partij] in de proceskosten aan de zijde van Q-Park gevallen en tot op heden begroot op € 323,21,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns en in het openbaar uitgesproken.
type: EB
coll: