Op 26 oktober 2018 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] en wonende te [adres verdachte], werd bijgestaan door mr. S.M. Kurvers. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 12 oktober 2018, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De officier van justitie stelde dat de verdachte opzettelijk ongeveer 4294 hennepplanten had geteeld en elektriciteit had gestolen door middel van een illegale aftakking. De verdediging betwistte de wetenschap van de verdachte over de hennepteelt en de diefstal van elektriciteit.
De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de hennepteelt en de diefstal van elektriciteit. De verdachte had een hennepplantage in zijn gierkelder, waar 342 moederplanten en 3952 hennepstekken werden aangetroffen. De rechtbank achtte de verklaring van de verdachte over een onbekende huurder van de gierkelder niet geloofwaardig. De verdachte werd schuldig bevonden aan opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal van elektriciteit. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 10 maanden, met aftrek van het voorarrest, en wees ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf toe.
De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, vooral gezien het feit dat de verdachte eerder al twee keer was veroordeeld voor soortgelijke feiten. De rechtbank vond het noodzakelijk dat de verdachte zich bewust werd van de gevolgen van zijn daden en dat hij zich zou distantiëren van dergelijke activiteiten in de toekomst.