ECLI:NL:RBLIM:2017:9868

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 oktober 2017
Publicatiedatum
12 oktober 2017
Zaaknummer
6042973/CV/17-5003
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een declaratie en de vraag naar de aard van een prijsopgave

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 11 oktober 2017, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen de naamloze vennootschap RASSERS N.V. en de besloten vennootschap EUREGIO RECYCLING B.V. RASSERS N.V. vorderde betaling van een declaratie van € 962,44, vermeerderd met rente en kosten, die betrekking had op een onbetaalde factuur van € 836,90 voor diensten verleend in mei 2016. Gedaagde partij, EUREGIO RECYCLING B.V., heeft de factuur onbetaald gelaten en voerde verweer tegen de vordering.

De procedure begon met een vonnis van de kantonrechter te Breda, die zich onbevoegd verklaarde en de zaak verwees naar de kantonrechter te Roermond. Tijdens een comparitie van partijen op 30 augustus 2017 werd het geschil verder besproken. De kern van het geschil draaide om de vraag of gedaagde partij een opdracht had verstrekt voor het uitbrengen van een cassatieadvies of dat er enkel om een prijsopgave was gevraagd. De kantonrechter concludeerde dat gedaagde partij inderdaad om een prijsopgave had gevraagd, wat gebruikelijk is in het handelsverkeer en dat dit niet leidt tot kosten voor het uitbrengen van de offerte.

De kantonrechter oordeelde dat RASSERS N.V. niet gerechtigd was om kosten in rekening te brengen voor het opstellen van de offerte, omdat er geen duidelijke informatie was verstrekt aan gedaagde partij over eventuele kosten. De vordering van RASSERS N.V. werd als onvoldoende onderbouwd afgewezen, en de eisende partij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde partij op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6042973 \ CV EXPL 17-5003
Vonnis van de kantonrechter van 11 oktober 2017
in de zaak van:
de naamloze vennootschap RASSERS N.V.,
gevestigd te Breda,
eisende partij,
gemachtigde mr. M. Littooij,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid EUREGIO RECYCLING B.V.,
gevestigd te Born,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. C.M. Swagers.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van de kantonrechter te Breda waarbij deze zich onbevoegd verklaart en de zaak verwijst naar de kantonrechter te Roermond,
  • de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • de op 30 augustus 2017 gehouden comparitie van partijen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisende partij heeft aan gedaagde partij een declaratie gezonden betreffende de periode 2 en 3 mei 2016 tot een bedrag van € 836,90. Gedaagde partij heeft deze factuur onbetaald gelaten.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – samengevat – veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 962,44, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Kort en goed gezegd stelt eisende partij zich op het standpunt dat gedaagde partij om een cassatieadvies heeft gevraagd terwijl gedaagde partij zich op het standpunt stelt dat er sprake is van verzoek tot het doen van een prijsopgave voor het uitbrengen van een cassatieadvies.
4.2.
Uit de stukken en hetgeen tijdens de comparitie van partijen is besproken concludeert de kantonrechter dat gedaagde partij aan eisende partij de opdracht heeft verstrekt om aan te geven wat het uitbrengen van een cassatieadvies gaat kosten. De kantonrechter is van oordeel dat het vragen om een prijsopgave is te beschouwen als een opdracht tot het uitbrengen van een offerte. Het is in het handelsverkeer gebruikelijk dat het vragen om een offerte uit te brengen er niet toe leidt dat voor het uitbrengen van de prijsopgave kosten in rekening worden gebracht. Gebruikelijk is dat een offerte vrijblijvend en zonder verdere verplichtingen wordt uitgebracht. De kantonrechter is van oordeel dat in geval dit anders is, van een zorgvuldig handelend advocaat, verwacht kan en mag worden dat de cliënt duidelijk wordt geïnformeerd dat het opstellen van een prijsopgave kosten met zich mee brengt. Nu dat in dit geval niet is gebeurd staat het eisende partij niet vrij voor het opstellen van de offerte kosten in rekening te brengen bij gedaagde partij. Dit klemt te meer nu de mail van Mark Littooij van 3 mei 2016 (productie 2 bij dagvaarding) geen enkele relevante informatie geeft over een cassatieadvies aan gedaagde partij. Voor een interpretatie zoals eisende partij wenst te geven aan het gesprek tussen Littooij en Swagers en de bevestiging van dit gesprek bij mail van 3 mei 2016 door Littooij ziet de kantonrechter dan ook onvoldoende aanknopingspunten. De vordering van eisende partij moet daarom als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
4.3.
Eisende partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van gedaagde partij worden begroot op nihil.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt eisende partij in de proceskosten aan de zijde van gedaagde partij gevallen en tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen en in het openbaar uitgesproken.
type: HM
coll: