In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 11 oktober 2017, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen de naamloze vennootschap RASSERS N.V. en de besloten vennootschap EUREGIO RECYCLING B.V. RASSERS N.V. vorderde betaling van een declaratie van € 962,44, vermeerderd met rente en kosten, die betrekking had op een onbetaalde factuur van € 836,90 voor diensten verleend in mei 2016. Gedaagde partij, EUREGIO RECYCLING B.V., heeft de factuur onbetaald gelaten en voerde verweer tegen de vordering.
De procedure begon met een vonnis van de kantonrechter te Breda, die zich onbevoegd verklaarde en de zaak verwees naar de kantonrechter te Roermond. Tijdens een comparitie van partijen op 30 augustus 2017 werd het geschil verder besproken. De kern van het geschil draaide om de vraag of gedaagde partij een opdracht had verstrekt voor het uitbrengen van een cassatieadvies of dat er enkel om een prijsopgave was gevraagd. De kantonrechter concludeerde dat gedaagde partij inderdaad om een prijsopgave had gevraagd, wat gebruikelijk is in het handelsverkeer en dat dit niet leidt tot kosten voor het uitbrengen van de offerte.
De kantonrechter oordeelde dat RASSERS N.V. niet gerechtigd was om kosten in rekening te brengen voor het opstellen van de offerte, omdat er geen duidelijke informatie was verstrekt aan gedaagde partij over eventuele kosten. De vordering van RASSERS N.V. werd als onvoldoende onderbouwd afgewezen, en de eisende partij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde partij op nihil werden begroot.