Uitspraak
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
's-Hertogenbosch
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 5 oktober 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige kind, alsook een subsidiair verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing. De Raad voor de Kinderbescherming had verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen, omdat de moeder op dat moment onder psychiatrische behandeling was en er zorgen waren over haar opvoedvaardigheden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de beëindiging van het gezag op dat moment te verstrekkend zou zijn, gezien de onvoldoende informatie over de opvoedvaardigheden van de ouders en het perspectief van het kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder, ondanks haar problemen, samenwerkt met hulpverlening en dat er mogelijkheden zijn voor stabilisatie. De rechtbank heeft wel de ondertoezichtstelling van het kind uitgesproken voor de duur van één jaar en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor zes maanden, om de ontwikkeling van het kind te waarborgen. De rechtbank heeft de beslissing over de verdere uithuisplaatsing aangehouden, zodat er meer onderzoek kan worden gedaan naar de opvoedmogelijkheden van de ouders en de ontwikkeling van het kind. De rechtbank heeft het verzoek tot beëindiging van het gezag van de moeder afgewezen, maar benadrukt dat er binnen zes maanden duidelijkheid moet komen over het perspectief van het kind.